Search

In 2008 heeft de (VWA) in de periode mei-juli 75 inspecties uitgevoerd bij verhandelaren van traditionele preparaten en beoefenaren van deze traditionele geneeswijzen. In 8 gevallen werd voor medische claims bij kruidenpreparaten een schriftelijke waarschuwing gegeven. Daarnaast zijn 78 preparaten bemonsterd en onderzocht op het gehalte zware metalen. In 60 daarvan werden zware metalen aangetroffen.Vier preparaten bevatten dusdanige hoeveelheden zware metalen dat bij gebruik volgens het doseringsadvies de toxicologische veiligheidslimiet werd overschreden. De resultaten uit dit project geven aan dat blijvende aandacht voor de voedselveiligheid binnen de branche waar Chinese, Ayurvedische en andere traditionele Aziatische kruidenpreparaten verhandeld worden noodzakelijk is

Sinds 1 januari 2006 is de Verordening (EG) Nr. 2073/2005 inzake de microbiologische criteria voor levensmiddelen (VMC) van kracht. Deze verordening richt zich met name op de verplichtingen voor het bedrijfsleven met betrekking tot de beheersing van de microbiologische veiligheid van levensmiddelen. In dit informatieblad wordt de interpretatie van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) beschreven op de verplichtingen van exploitanten van levensmiddelen m.b.t. de VMC.

In april 2007 kwam bij de GGD Amstelland de Meerlanden een melding van gastro-enteritisklachten binnen van een familie die 5 dagen daarvoor een familie-etentje had. Van de 32 aanwezigen, waaronder een baby, werden 20 personen na het etentje ziek, 2 van hen zijn direct na het etentje teruggevlogen naar Canada en werden in het vliegtuig ziek. De gastheer had het meeste eten klaargemaakt, de rest werd meegebracht door andere familieleden

Na de salmonellauitbraak in de VS begint het geduld van zowel consument als bedrijfsleven met de Food and Drug Administration (FDA) op te raken. De stand van zaken met betrekking tot voedselveiligheid in de Verenigde Staten wordt in dit artikel beschreven

Sinds januari 1999 bestaat er een geïntensiveerde surveillance van Shiga toxine-producerende Escherichia coli (STEC) O157-infecties in Nederland. In 2007 is ook STEC non-O157 opgenomen in de surveillance. In 2007 werden 83 patiënten met STEC O157 gediagnosticeerd (1999-2006: 36-57 per jaar), van wie 41 patiënten betrokken waren bij een landelijke uitbraak veroorzaakt door sla. Daarnaast werden 9 patiënten met een STEC non-O157-infectie gemeld en kon bij 17 STEC-patiënten het O-type niet onderzocht worden. Van alle STEC O157-patiënten in 2007 werd 32% opgenomen in een ziekenhuis

Sinds 2005 bestaat een geïntensiveerde surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland. Vanaf 2006 worden daarbij ook de resultaten van de voedselmonitoring door de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) betrokken. In 2007 werden 66 patiënten gemeld. Mogelijke bronnen van infectie waren consumptie van worst, gekookte of gerookte ham, kip of kalkoenvleeswaren, haring en brie. In 2007 was de incidentie van listeriose 4,0 per miljoen inwoners. Dit is vergelijkbaar met de incidentie van 3,9 per miljoen in 2006. Het vóórkomen van Listeria infecties is dus gelijk gebleven

De producenten van rauwmelkse kaas vinden dat de controles op deze kaas zijn doorgeschoten. Volgens kenners van dit bacterierijke product is dit de lekkerste en meest smaakvolle kaas die er is.

De meldkamer van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) ontving een melding van gastro-enteritis bij een aantal personen werkzaam in eenzelfde bedrijf. In het volcontinubedrijf was het de gewoonte om op zondag loempia’s te halen bij een afhaalrestaurant. Omdat alle personen met ziekteverschijnselen van de loempia’s hadden gegeten werd deze snack al snel verdacht als de mogelijke bron

Sinds januari 1999 bestaat er een surveillance van Shigatoxineproducerende Escherichia coli (STEC) O157 in Nederland. In 2006 werden 40 patiënten met STEC O157 gediagnosticeerd. Dit is vergelijkbaar met eerdere jaren (36-57 per jaar). De leeftijdsverdeling was evenals in 2005 ten opzichte van 1999-2004 verschoven van een piek bij 0-4 jarigen naar een piek bij de oudere kinderen. In dit artikel presenteren de auteurs de resultaten van de surveillance voor het jaar 2006

In januari 2005 is de surveillance van Listeria monocytogenes in Nederland geïntensiveerd. Sinds 2006 wordt daarbij ook samengewerkt met de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). In 2006 werden 63 patiënten gemeld, waarvan 4 zwangerschapsgerelateerde gevallen. 19 Patiënten (28%) overleden, waaronder 2 pasgeborenen. Mogelijke bronnen voor infectie waren consumptie van worst, gekookte of gerookte ham, haring, gerookte zalm en kip- of kalkoenvleeswaren. In dit artikel presenteren de auteurs de resultaten van de intensieve surveillance in 2006

Om meer inzicht te krijgen in de Nederlandse situatie wat betreft het voorkomen van Enterobacter sakazakii, besmettingsroutes en mogelijkheden voor preventie van E. sakazakii-infecties zijn door de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) verschillende onderzoeken verricht. Naast babymelkpoeder zijn diverse andere poeders, ontbijtgranen en rauw vlees onderzocht. Geconcludeerd werd dat babymelkpoeder in Nederland incidenteel besmet is met E. sakazakii en dat de bevindingen voor de andere producten eerdere aanwijzingen voor het wijdverspreid voorkomen van E. sakazakii onderschrijven

In januari 2005 werd in 1 week in het medisch microbiologisch laboratorium van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) bij 2 patiënten listeriose vastgesteld. Kort hierna werden nog 6 nieuwe ziektegevallen gerapporteerd uit de regio´s Haarlem, Leiden, Amsterdam en Den Haag. De voedsel-anamnese toonde alleen bij de 2 gerelateerde patiënten uit de Leidse regio een mogelijk gemeenschappelijke voedselbron aan. it de gegevens van het Nederlands Referentielaboratorium voor Bacteriële Meningitis (NRLBM) en het RIVM bleek dat er sinds 2001 een duidelijke stijging is van het aantal patiënten met listeriose en dat in januari 2004 ook een verheffing is geweest. Een verklaring voor deze stijging kon niet worden gevonden, In January 2005, 2 clusters of listeriosis were identified in the Randstad region in the Netherlands. The LUMC diagnosed 2 cases of listeriosis within one week, a high number for this hospital. After issuing a national alert, 6 other patients were identified that same month in the region Leiden, Haarlem, The Hague and Amsterdam

Voedselveiligheid is de verantwoordelijkheid van alle actoren, inclusief de consument, die betrokken zijn bij de productie en de verdeling van voedingsmiddelen. Een goed beheer van de risico’s is slechts mogelijk indien er voor alle schakels adequate en op elkaar afgestemde bewakingssystemen bestaan. Dit artikel biedt een overzicht van de structuren die werden uitgebouwd om de veiligheid van voedsel maximaal te garanderen. De drie pijlers zijn wetgeving, controle en autocontrole. Verkeerde eetgewoonten houden ook risico’s in voor de gezondheid. Voedselveiligheid mag daarom nooit los worden gezien van de problematiek van een gezonde en evenwichtige voeding.

Sinds januari 1999 bestaat er een geïntensiveerde surveillance van Shiga toxineproducerende Escherichia coli (STEC) O157 in Nederland. In 2004 werden 35 patiënten met STEC O157 gediagnosticeerd. Ten opzichte van eerdere jaren (36-57 per jaar) was dat relatief laag. Een bekende risicofactor, zoals consumptie van rauw of halfgaar rundvlees, rauwe melk, contact met landbouwhuisdieren en contact met anderen met soortgelijke klachten, werd genoemd door 54% van de patiënten. Opvallend hierbij was dat consumptie van rauw of halfgaar rundvlees door relatief veel patiënten werd genoemd terwijl contact met landbouwhuisdieren en mest juist relatief weinig werd gemeld, Since January 1999, an enhanced surveillance of Shiga toxin (Stx)-producing Escherichia coli (STEC) O157 has been implemented in the Netherlands. In 2004, 35 symptomatic cases were diagnosed with STEC O157. This was relatively low compared with the number in previous years (annually 36 to 57). A known risk factor, such as contact with farm animals or manure, consumption of raw or undercooked beef, raw milk or contact with a symptomatic individual was reported by 54% of the patients. Remarkably, a relatively high number of cases in 2004 reported consumption of raw or undercooked beef while contact with animal (manure) was reported relatively infrequent

Kipproducten die in het jaar 2004 werden bemonsterd in de detailhandel zijn onderzocht op de aanwezigheid van Salmonella spp. en Campylobacter jejuni/coli. Het percentage monsters dat in 2004 besmet was met Salmonella spp. bedroeg 7,4%,en voor Campylobacter spp. was dit 17,6%. Dit is voor zowel Salmonella als Campylobacter een daling ten opzichte van de percentages van 2003, waarbij de daling van zowel de Salmonella- als de Campylobacterbesmetting significant verschilt ten opzichte van 2003., Poultry products obtained from retail stores were investigated on the presence of Salmonella spp. and Campylobacter jejuni/coli in the year 2004. In 2004 Salmonella spp. were present in 7,4% of the samples and 17,6% contained Campylobacter. Compared to 2003 this is a decrease for Salmonella as well as Campylobacter, being statistically significant for Salmonella as well as for Campylobacter. Salmonella Enteritidis was present in only 0,4% of the products.

Over de grote variatie in kleur, smaak en kristallisatie-eigenschappen van het product honing, de soorten bloemenhoning en het bijbehorende pollenpercentage, de grote variatie in pollensamenstelling van bloemenhoning, het aandeel bladhoning (c.q. luizenhoning c.q. honingdauw) in Nederland, en een alternatieve honingkeuring, gewoon op smaak, kleur en geur, in Leiden

In 2003 werden 57 patiënten in de geïntensiveerde surveillance van Shiga toxine-producerende Escherichia coli (STEC) O157 gediagnosticeerd. Van deze patiënten werd 52% opgenomen in een ziekenhuis en ontwikkelde 13% het hemolytisch-uremisch syndroom (HUS). Een bekende risicofactor, zoals consumptie van rauw of halfgaar rundvlees, rauwe melk, contact met landbouwhuisdieren en contact met anderen met soortgelijke klachten, werd genoemd door 52% van de patiënten. Voor 1 patiënt (meisje van 11 maanden) in juli 2003 werd met behulp van moleculaire typering bevestigd dat rundvee op de boerderij waar de baby woonde de bron van infectie was geweest. In 2003 werd voor het eerst ook bewijs geleverd voor besmet voedsel als bron van infectie: een besmette partij rundvleessnippers leidde tot 3 laboratoriumbevestigde ziektegevallen, In 2003, in the enhanced surveillance of Shiga toxin (Stx)-producing Escherichia coli (STEC) O157, 57 symptomatic cases were diagnosed with STEC O157. Of these patients, 52% were hospitalised and 13% developed the haemolytic-uraemic syndrome. A known risk factor, such as contact with farm animals or manure, consumption of raw or undercooked beef, raw milk or contact with a symptomatic individual was reported by 52% of the patients. For 1 patient in July 2003, cattle on the farm where the patient lived were confirmed as the source of infection. In 2003, for the first time since the surveillance has started, contaminated food was proven as the source of infection: a contaminated batch of beef caused three laboratory-confirmed cases

Kipproducten die in het jaar 2003 werden bemonsterd in de detailhandel zijn onderzocht op de aanwezigheid van Salmonella spp. en Campylobacter jejuni/coli. Het percentage monsters dat in 2003 besmet was met Salmonella spp. bedroeg 11.2%, voor Campylobacter spp. was dit 25.9%. Dit is voor zowel Salmonella als Campylobacter een daling ten opzichte van de percentages van 2002, waarbij de daling van de campylobacterbesmetting significant verschilt ten opzichte van 2002.

Er is redelijk veel bekend over het voorkomen van pathogenen micro-organismen in rauw roodvlees. Gegevens met betrekking tot wild zijn echter nauwelijks voorhanden. Aangezien de wildconsumptie de laatste jaren is gestegen, is het van belang om meer informatie te verkrijgen over de mogelijke besmetting van wild met pathogene bacteriën. De VWA heeft daarom in 2002 onderzoek gedaan. Geconcludeerd kon worden dat de besmettingspercentages niet essentieel afweken van de percentages zoals die bij rauw roodvlees gevonden worden.

In 2003 zijn in het kader van het pathogene project ruim 7000 monsters in onderzoek genomen verdeeld over verschillende productgroepen. Deze monsters zijn onderzocht op de aanwezigheid van (lage aantallen) pathogene micro-organismen. De verkregen resultaten worden gebruikt bij de evaluatie van het microbiologische standaard analysepakket, prioriteitstelling voor handhavingsbeleid en bij de inschatting van gezondheidsrisico's voor de consument. De onderzochte producten die procentueel het vaakst zijn besmet met (lage aantallen) pathogene micro-organismen zijn kruiden en specerijen (38,6%) en, op afstand, ambachtelijk bereide pastasaus (4,8%).

In dit artikel wordt een explosie beschreven van salmonellose bij een kookgroep, met een attack-rate onder blootgestelden van 100%. Zeven van de 13 patiënten werden in het ziekenhuis opgenomen. Bij 8 van 11 onderzochte patiënten werd Salmonella enteritidis pt 4 in feces gevonden. De incubatietijd was kort - gemiddeld 11 uur, variërend van 3-19 uur - wat op een hoge infectieuze dosis wijst. De uitbraak kon uiteindelijk gerelateerd worden aan het gebruik van één rauw ei in tiramisu. In dit artikel wordt naast deze casus de regelgeving omtrent Salmonella-bacteriën in eieren besproken en er worden voorstellen gedaan voor verdere preventieve maatregelen, In this paper the authors describe an outbreak of salmonellosis in a cooking-group. The attack rate among exposed was 100%; seven of the thirteen patients were hospitalised. In eight of eleven faecal samples of patients Salmonella enteritidis pt 4 was found. The incubation period was short (mean 11 hours, range 3-19 hours), which suggests a high infective dose. The outbreak could be related to the use of one raw egg in tiramisu. The authors discuss salmonella control procedures and propose further preventive measures

Overzicht van de Europese regelgeving m.b.t. het voorkomen van residuen van bestrijdingsmiddelen en diergeneesmiddelen in honing, en resultaten van onderzoek aan honingmonsters in Nederland (Keuringsdienst van Waren) en omringende landen. Het betreft honing uit een groot aantal landen. De gehalten aan bestrijdingsmiddelen zijn in het algemeen laag en binnen de normen; antibiotica (in de bijenteelt in de EU niet toegestaan) worden regelmatig aangetroffen

Reportage over het werk van de Keuringsdienst van Waren

Vissen vormen vaak een vergaarbak van allerlei verontreinigingen in het milieu. Uitleg over de belangrijkste groepen verontreiniging, de normstelling voor visserijproducten m.b.t. deze stoffen (WHO-richtwaarden voor de aanvaardbare dagelijkse inname; Warenwet), en resultaten van onderzoek van het RIVO naar gehalten aan PCBs en dioxine in visserijproducten, met name paling van diverse locaties. Een te verwachten verdere verscherping van de normen zal vermoedelijk consequenties hebben voor de aalvisseij op de grote rivieren; het gebruik van sterk met dioxine verontreinigde visolie en vismeel bij het kweken van vis zou zoveel mogelijk beperkt moeten worden

Verslag van een bijeenkomst georganiseerd door de honingcommissies van de vijf bijenteeltorganisaties (7 juli 2001; Imkerij Immenhof, Hemmen). Onderwerpen: evaluatie nieuw keuringsreglement honing; hoe maak je mede; keuringsnormen mede; soorten mede, bewaren, presentatie en degustatie

De opeenvolgende voedselcrisissen hebben zowel de EU als de Belgische overheid ertoe aangezet extra maatregelen te nemen om de veiligheid van de voedselketen en de kwaliteit van het voedsel te kunnen waarborgen. Ook de producenten zijn zich bewust van het feit dat voedselveiligheid en volksgezondheid de absolute prioriteiten zijn geworden. Autocontroles vinden steeds meer ingang en worden een essentiële voorwaarde om toegang te krijgen tot de markt. Hoewel de kwaliteitsbenadering in de zuivelketen reeds lang van een hoog niveau is en voorop loopt in het kwaliteitsstreven, evolueert ook de zuivelsector verder mee in deze nieuwe context.

De trends en inzichten in voedselveiligheid zijn het resultaat van een jarenlange wetenschappelijke, maatschappelijke en economische ontwikkeling. Alle betrokkenen – de maatschappij, de overheid en de ondernemingen – bezinnen zich over de aanpak van de voedselveiligheid binnen de complexe agrovoedingsketen. Aan de orde komen: Het witboek over voedselveiligheid, risicoanalyse, het voorzorgsbeginsel, het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) en autocontrole.