Search

28 p., ill., 1. ACHTERGROND 6 -- 1.1. EEN COMPLEXE PROCEDURE OM NAUWKEURIGHEID EN KWALITEIT TE GARANDEREN 6 -- 1.2. DE BEHOEFTE AAN EEN ‘FAST TRACK’ 6 -- 1.3. EEN GEBREK AAN SPECIFIEKE RICHTLIJNEN 6 -- 2. ALGEMEEN ESRO-KADER BIJ HET KCE 8 -- 2.1. ESRO 8 -- 2.2. BEOORDELEN VAN DRINGENDE ONDERZOEKSAANVRAGEN 8 -- 2.2.1. Beoordeling van de relevantie van de onderzoeksaanvraag 9 -- 2.2.2. Beoordeling van de urgentie van de aanvraag 10 -- 2.2.3. Totaalscore 11 -- 2.3. OPNEMEN VAN ESRO-METHODEN IN HET ONDERZOEKSPROTOCOL 11 -- 2.3.1. De scopingfase 12 -- 2.3.2. Protocol challenge fase 15 -- 2.4. MENSELIJKE MIDDELEN ONMIDDELLIJK BESCHIKBAAR HEBBEN VOOR AD-HOC AANVRAGEN 15 -- 2.5. WANNEER IS HET GEPAST OM HET RAADPLEGEN VAN EXPERTS EN STAKEHOLDERS IN TE KORTEN OF NIET TE HOUDEN? 16 -- 2.6. WANNEER IS HET GEPAST OM GEEN KLINISCHE OF BELEIDSAANBEVELINGEN TE FORMULEREN? 16 -- 2.7. VERSNELLEN VAN DE PEER REVIEW VAN DE WETENSCHAPPELIJKE RAPPORTEN 17 -- 2.8. VERSNELLEN VAN DE PEER REVIEW VAN DE SYNTHESES 18 -- 2.9. PUBLICATIE 18 -- 2.9.1. Synthese en vertaling 18 -- 2.9.2. Labelling van ESRO-rapporten 18 -- 2.10. GOEDKEURING DOOR DE RAAD VAN BESTUUR 19 -- 3. ESRO-CHECKLIST 19 -- 3.1. IS DE REIKWIJDTE VAN MIJN ONDERZOEKSPROJECT GOED GEDEFINIEERD? 19 -- 3.1.1. Wat zijn de werkelijke informatiebehoeften van de indieners? Wat zijn de belangrijkste aanbevelingen die nuttig zijn voor de besluitvorming (Sectie 3.2.2.1)? 19 -- 3.1.2. Wat is de mate van urgentie van de onderzoeksaanvraag? (Sectie 3.2.2.2) 19 -- 3.1.3. Welke gegevens en analyses zijn er minstens nodig om de verwachte aanbevelingen te ondersteunen of te ontkrachten (Sectie 3.3, Sectie 5.2, Sectie 6.3)? 19 -- 3.2. KAN IK MIJN LITERATUURSTUDIE VERSNELLEN DOOR: 20 -- 3.2.1. Het aantal databanken (Sectie 4.1) of tijdschriften (Sectie 4.2) te verminderen? 20 -- 3.2.2. De nauwkeurigheid van de zoekstrategie te optimaliseren (Sectie 4.3)? 20 -- 3.2.3. Niet te zoeken naar grijze literatuur (Sectie 4.4)? 20 -- 3.2.4. Eén enkele reviewer in te zett

28 p., ill., PRÉFACE 1 -- SYNTHÈSE 2 -- 1. QUELQUES ÉLÉMENTS DE CONTEXTE 6 -- 1.1. UNE PROCÉDURE COMPLEXE GARANTE DE RIGUEUR ET DE QUALITÉ 6 -- 1.2. LA NÉCESSITÉ D’UNE « VOIE RAPIDE » 6 -- 1.3. UN MANQUE DE GUIDANCE SPÉCIFIQUE 6 -- 2. LE CADRE ESRO GÉNÉRAL DU KCE 8 -- 2.1. ESRO 8 -- 2.2. ÉVALUATION DES DEMANDES URGENTES 8 -- 2.2.1. Évaluation de la pertinence de la demande 9 -- 2.2.2. Évaluation de l’urgence de la demande 10 -- 2.2.3. Score global 11 -- 2.3. CONCEPTION DE METHODES ESRO DANS LE PROTOCOLE DE RECHERCHE 11 -- 2.3.1. Phase de cadrage du projet 12 -- 2.3.2. Phase d’examen critique du protocole 15 -- 2.4. DISPOSER DE RESSOURCES HUMAINES FACILEMENT DISPONIBLES POUR RÉPONDRE AUX DEMANDES AD HOC 15 -- 2.5. QUAND LES RÉUNIONS D’EXPERTS ET DE STAKEHOLDERS PEUVENT-ELLES ÊTRE ABRÉGÉES OU OMISES ? 16 -- 2.6. QUAND PEUT-ON S’ABSTENIR DE RECOMMANDATIONS CLINIQUES OU POLITIQUES ? 16 -- 2.7. ACCÉLÉRER LE PEER REVIEW DES RAPPORTS SCIENTIFIQUES 17 -- 2.8. ACCÉLÉRER LE PEER REVIEW DES SYNTHÈSES DE RAPPORTS 18 -- 2.9. RAPPORTS 18 -- 2.9.1. Synthèse et traduction 18 -- 2.9.2. Signalisation des rapports ESRO 18 -- 2.10. APPROBATION PAR LE CONSEIL D’ADMINISTRATION 19 -- 3. CHECKLIST ESRO 19 -- 3.1. LE CHAMP ET LA PORTÉE DE MON PROJET DE RECHERCHE SONT-ILS CORRECTEMENT DÉFINIS ? 19 -- 3.1.1. Quels sont les besoins d’information réels des demandeurs ? Quelles seraient les principales recommandations utiles à la prise de décision (section 3.2.2.1) ? 19 -- 3.1.2. Quel est le degré d’urgence de la demande ? (section 3.2.2.2) 19 -- 3.1.3. Quelles sont les données et analyses minimales nécessaires pour étayer ou infirmer les recommandations attendues (section 3.3, section 5.2, section 6.3) ? 19 -- 3.2. PUIS-JE ACCÉLÉRER MA REVUE DE LITTÉRATURE : 20 -- 3.2.1. En réduisant le nombre de bases de données (section 4.1) ou de revues scientifiques utilisées (section 4.2) ? 20 -- 3.2.2. En optimisant la précision de la stratégie de recherche (section 4.3) ? 20 -- 3.2.3. En omettant la revue de la litté

130 p., ill., LIST OF FIGURES 6 -- LIST OF TABLES 7 -- LIST OF ABBREVIATIONS 8 -- SCIENTIFIC REPORT 9 -- 1 RATIONALE 9 -- 2 OBJECTIVES & METHODS 10 -- 3 GENERAL ESRO FRAMEWORK AT KCE 11 -- 3.1 INTRODUCTION 11 -- 3.2 SCREENING AND RANKING RESEARCH REQUESTS 13 -- 3.2.1 Regular annual call 14 -- 3.2.2 Urgent requests 14 -- 3.3 DESIGNING ESRO METHODS IN THE RESEARCH PROTOCOL 18 -- 3.3.1 Project scoping phase 19 -- 3.3.2 Protocol challenge phase 20 -- 3.4 HAVING HUMAN RESOURCES READILY AVAILABLE FOR AD HOC REQUESTS 20 -- 3.5 WHEN IS IT APPROPRIATE TO ABRIDGE OR SKIP THE EXPERT AND STAKEHOLDER MEETINGS? 21 -- 3.6 WHEN IS IT APPROPRIATE TO SKIP PROPOSING CLINICAL OR POLICY RECOMMENDATIONS? 21 -- 3.7 EXPEDITING THE PEER REVIEW OF SCIENTIFIC REPORTS 22 -- 3.8 EXPEDITING THE PEER REVIEW OF REPORT SYNTHESES 23 -- 3.9 REPORTING 23 -- 3.9.1 Synthesis and translation 23 -- 3.9.2 Labelling ESRO reports 23 -- 4 EXPEDITED LITERATURE REVIEWS 24 -- 4.1 WHEN IS IT APPROPRIATE TO SEARCH ONLY MEDLINE? 24 -- 4.1.1 Expedited reviews of RCTs 25 -- 4.1.2 Expedited reviews of non-randomised studies 25 -- 4.2 WHEN IS IT APPROPRIATE TO LIMIT THE SEARCH TO CORE JOURNALS? 26 -- 4.3 WHEN IS IT APPROPRIATE TO OPTIMISE THE PRECISION OF THE SEARCH STRATEGY? 26 -- 4.3.1 Constructing the optimised search strategy 26 -- 4.3.2 Quality assurance 27 -- 4.4 WHEN IS IT APPROPRIATE TO SKIP THE RETRIEVAL OF GREY EVIDENCE? 27 -- 4.5 WHEN IS IT APPROPRIATE TO RELY ON ONE SINGLE REVIEWER? 29 -- 4.6 WHEN IS IT APPROPRIATE TO INCLUDE (PARTLY OR MOSTLY) SURROGATE OR MODELLING STUDIES? 29 -- 4.6.1 Surrogate-based studies 29 -- 4.6.2 Modelling studies 31 -- 4.7 WHEN IS IT APPROPRIATE TO BASE THE REVIEW (PARTLY OR MOSTLY) ON INTERIM RESULTS? 31 -- 4.8 WHEN IS IT APPROPRIATE TO RELY ON A PUBLISHED SYSTEMATIC REVIEW, WITH OR WITHOUT UPDATE? 33 -- 4.8.1 Background 33 -- 4.8.2 Deciding when and whether to conduct an update of an existing systematic review 34 -- 4.8.3 Planning and conducting the update of an existing systematic review 39

info:eu-repo/semantics/published

28 p., ill., Bij consultaties denken de meeste Belgen spontaan aan een arts. In de praktijk zien we echter dat ook verpleegkundigen steeds vaker bepaalde consultaties uitvoeren. Dit gebeurt vooral in complexe situaties, waarbij een patiënt van zeer nabij moet worden opgevolgd of ondersteund. Is dat een wel goed idee? In andere landen, waar deze raadplegingen al verder ontwikkeld en geformaliseerd zijn, is de ervaring alleszins positief, en dit wordt bevestigd door talrijke wetenschappelijke publicaties. Op basis van een studie beveelt het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) aan om dit soort initiatieven ook in België verder te ontwikkelen, mits ze zorgvuldig worden omkaderd door afspraken met andere zorgberoepen op nationaal en lokaal niveau. Waarschijnlijk zal ook de wetgeving moeten worden aangepast, om te voorkomen dat verpleegkundigen tijdens de consultatie teveel worden beperkt in hun activiteiten, en om ervoor te zorgen dat de juiste competenties op de juiste plaats kunnen worden ingezet., VOORWOORD 1 -- 1. INLEIDING 4 -- 1.1. NIEUWE BEHOEFTEN, NIEUW PARADIGMA 4 -- 1.2. VERPLEEGKUNDIGE CONSULTATIES VOOR PATIËNTEN MET COMPLEXE AANDOENINGEN 5 -- 1.3. ONDERZOEKSVRAGEN EN METHODOLOGIE 6 -- 2. WAT IS DE POTENTIËLE MEERWAARDE VOOR PATIËNTEN EN DE ORGANISATIE VAN DE ZORG? 7 -- 2.1. EEN ALGEMEEN POSITIEVE IMPACT VOOR PATIËNTEN 7 -- 2.2. FINANCIËLE EFFECTEN NOG TE BEVESTIGEN 7 -- 2.3. TWEE CONCRETE VOORBEELDEN 7 -- 3. VERPLEEGKUNDIGE CONSULTATIES, IN BELGIË EN HET BUITENLAND 8 -- 3.1. EEN BEPERKEND WETTELIJK KADER 8 -- 3.2. ONDUIDELIJK GEDEFINIEERDE CONCEPTEN IN DE BELGISCHE CONTEXT 9 -- 3.3. WELKE PROFIELEN? 10 -- 3.3.1. In het buitenland 10 -- 3.3.2. In België 10 -- 3.4. IN WELKE CONTEXTEN? 11 -- 3.5. POSITIE TEN OPZICHTE VAN DE ARTS 12 -- 3.5.1. Substitutie, complementariteit of een mix van beide? 12 -- 3.5.2. Op vraag van de arts… of niet 12 -- 3.6. GEFORMALISEERDE SAMENWERKING 13 -- 4. MOGELIJKHEDEN OM DE UITROL VAN VERPLEEGKUNDIGE CONSULTATIES TE STIMULEREN 14 -- 4.1. VERDERE IMPLEMENTATIE VAN FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIELEN 14 -- 4.1.1. Functiemodel 15 -- 4.1.2. Algemene profielen, specifieke afspraken 15 -- 4.2. OPLEIDINGEN HERZIEN 15 -- 4.2.1. Programma's in volle verandering 15 -- 4.2.2. Toelatingsvoorwaarden voor masteropleidingen bepalen 16 -- 4.3. REGISTREREN EN DOCUMENTEREN 16 -- 4.3.1. Kwaliteitswet 16 -- 4.3.2. Register van praktijken 16 -- 4.3.3. Permanente opleiding 17 -- 4.4. SPECIFIEKE BUDGETTEN EN STIMULANSEN VOORZIEN 17 -- 4.5. DE SCOPE OF PRACTICE AANPASSEN AAN DE VERANDERENDE BEHOEFTEN 18 -- 4.5.1. Medische handelingen, onder bepaalde voorwaarden en in bepaalde contexten 18 -- 4.5.2. Lijst van handelingen versus competentiegericht 19 -- 4.6. PILOOTPROJECTEN 19 -- 5. CONCLUSIE 20 -- AANBEVELINGEN 21 -- REFERENTIES 27

279 p., ill., LIST OF FIGURES 6 -- LIST OF TABLES 8 -- LIST OF ABBREVIATIONS 9 -- SCIENTIFIC REPORT 11 -- 1 INTRODUCTION 11 -- 1.1 DEFINING ADVANCED PRACTICE NURSING 12 -- 1.1.1 Definition International Council of Nurses (ICN) 12 -- 1.1.2 Hamric and Hanson’s integrative model of advanced practice nursing 12 -- 1.1.3 Canadian Medical Education Directives for Specialists (CanMEDS) 14 -- 1.2 HETEROGENEITY IN ADVANCED PRACTICE NURSING 14 -- 1.2.1 Difference between clinical nurse specialist and nurse practitioner 14 -- 1.2.2 Task substitution versus task supplementation 15 -- 1.3 SCOPE 15 -- 1.3.1 Nursing consultations 15 -- 1.3.2 Complex health conditions 16 -- 1.4 RESEARCH QUESTIONS AND METHODS 17 -- 2 UMBRELLA REVIEW OF THE EFFECTIVENESS OF NURSING CONSULTATIONS ON PATIENT AND ORGANISATIONAL OUTCOMES 18 -- 2.1 KEY POINTS 18 -- 2.2 INTRODUCTION 18 -- 2.3 METHODOLOGY 19 -- 2.3.1 Design 19 -- 2.3.2 Search strategy 19 -- 2.3.3 Eligibility criteria 20 -- 2.3.4 Study selection 22 -- 2.3.5 Data extraction and synthesis 22 -- 2.3.6 Quality appraisal 23 -- 2.4 RESULTS 23 -- 2.4.1 Results of the search 23 -- 2.4.2 Characteristics of the included studies 24 -- 2.4.3 Impact on patient outcomes 27 -- 2.4.4 Impact on organisational outcomes 33 -- 2.4.5 Nursing consultations on advanced level 34 -- 2.4.6 Nursing consultations per disease group 34 -- 2.5 DISCUSSION 35 -- 2.6 CONCLUSION 38 -- 3 INTERNATIONAL COMPARISON OF THE ORGANISATION AND IMPLEMENTATION OF NURSING CONSULATIONS 38 -- 3.1 KEY POINTS 38 -- 3.2 INTRODUCTION 39 -- 3.3 METHODOLOGY 40 -- 3.3.1 Design 40 -- 3.3.2 Identification and selection of best-practice regions 41 -- 3.3.3 Data collection in the short-listed regions 44 -- 3.3.4 Data analysis, synthesis and validation 45 -- 3.4 RESULTS 46 -- 3.4.1 Overview of key informants 46 -- 3.4.2 Characteristics of nursing consultations 46 -- 3.4.3 Context factors influencing implementation of nursing consultations 54 -- 3.5 DISCUSSION 57 -- 4 NURSING CONSULTATIONS IN BELGIUM: CURRENT CONTEX

35 p., ill., Lorsqu’il est question de consultations, la majorité des Belges pensent sans doute spontanément au médecin. Sur le terrain, on voit toutefois que les infirmiers aussi sont de plus en plus amenés à assurer certains types de consultations, en particulier dans des situations complexes où le patient a besoin d’être plus étroitement suivi ou accompagné. Une bonne idée ? Dans d’autres pays où cette approche est déjà plus développée et plus formalisée, l’expérience semble en tout cas concluante, et les publications scientifiques abondent dans le même sens. Sur la base d’une nouvelle étude, le Centre Fédéral d’Expertise des soins de santé (KCE) recommande de poursuivre le développement de ce type d’initiative en Belgique, à condition qu’elles soient soigneusement encadrées par des conventions interprofessionnelles au niveau national et local. Il sera probablement aussi nécessaire d’adapter la législation pour éviter que des règles trop contraignantes ne limitent les infirmiers dans les activités qui s’inscrivent dans le cadre de leurs consultations, tout en s’assurant d’avoir les bonnes compétences au bon endroit., PRÉFACE 1 -- 1. INTRODUCTION 4 -- 1.1. À NOUVEAUX BESOINS, NOUVEAU PARADIGME 4 -- 1.2. CONSULTATIONS INFIRMIÈRES POUR LES PATIENTS AVEC DES PROBLÈMES DE SANTÉ COMPLEXES 5 -- 1.3. QUESTIONS DE RECHERCHE ET MÉTHODOLOGIE 6 -- 2. QUELLE PLUS-VALUE POTENTIELLE POUR LES PATIENTS ET L’ORGANISATION DES SOINS ? 7 -- 2.1. UN IMPACT GLOBALEMENT POSITIF POUR LES PATIENTS 7 -- 2.2. DES EFFETS FINANCIERS À CONFIRMER 7 -- 2.3. DEUX EXEMPLES CONCRETS 8 -- 3. CONSULTATIONS INFIRMIÈRES, EN BELGIQUE ET AILLEURS 9 -- 3.1. UN CADRE LÉGAL LIMITANT 9 -- 3.2. DES CONCEPTS MAL DÉFINIS DANS LE CONTEXTE BELGE 9 -- 3.3. QUELS PROFILS ? 10 -- 3.3.1. À l’étranger 11 -- 3.3.2. En Belgique 11 -- 3.4. DANS QUELS CONTEXTES ? 12 -- 3.5. QUEL POSITIONNEMENT PAR RAPPORT AU MÉDECIN ? 13 -- 3.5.1. Substitution, complémentarité ou un peu des deux ? 13 -- 3.5.2. À la demande du médecin… ou pas 13 -- 3.6. UNE COLLABORATION FORMALISÉE 14 -- 4. PISTES POUR STIMULER LE DÉPLOIEMENT DE LA CONSULTATION INFIRMIÈRE 15 -- 4.1. POURSUIVRE L’IMPLÉMENTATION DES PROFILS DE FONCTIONS ET DE COMPÉTENCES 15 -- 4.1.1. Échelle de fonctions 15 -- 4.1.2. Profils génériques, accords spécifiques 15 -- 4.2. REPENSER LES FORMATIONS 16 -- 4.2.1. Des programmes en pleine mutation 16 -- 4.2.2. Définir les conditions d’accès aux formations de master 16 -- 4.3. ENREGISTRER ET DOCUMENTER 16 -- 4.3.1. La Loi Qualité 16 -- 4.3.2. Registre des pratiques 16 -- 4.3.3. Formation continue 17 -- 4.4. PRÉVOIR DES BUDGETS/INCITANTS SPÉCIFIQUES 18 -- 4.5. ADAPTER LE CHAMP DE PRATIQUE À L’ÉVOLUTION DES BESOINS 18 -- 4.5.1. Des actes médicaux, à certaines conditions et dans certains contextes 18 -- 4.5.2. Liste d’actes vs champ de compétences 19 -- 4.6. PROJETS PILOTES 19 -- 5. CONCLUSION 20 -- RECOMMANDATIONS 22 -- RÉFÉRENCES 28

50 p., ill., Hoort een ziek kind echt in het ziekenhuis? Andere landen hebben "transmurale" zorg voor kinderen ingevoerd, waarbij kinderen die normaal gesproken in het ziekenhuis worden behandeld, thuis kunnen worden verzorgd. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) werd gevraagd de organisatie en financiering van zorg voor kinderen in Belgische ziekenhuizen te analyseren en na te gaan in welke mate en op welke wijze transmurale zorg ziekenhuisopnames – gedeeltelijk – zou kunnen vermijden of inkorten, VOORWOORD 1 -- KERN BOODSCHAPPEN 2 -- 1. INLEIDING 7 -- 1.1. NAAR NIEUWE ZORGMODELLEN IN DE PEDIATRIE? 7 -- 1.2. OVER DEZE KCE-STUDIE: DOELEN EN METHODES . 8 -- 2. PEDIATRISCHE ZIEKENHUISZORG IN BELGIË 10 -- 2.1. HET ZORGPROGRAMMA VOOR KINDEREN – WETGEVEND KADER 10 -- 2.2. VEEL DIENSTEN, MEESTAL BEPERKT IN OMVANG . 11 -- 2.3. ACTIVITEITENPROFIEL VAN DE DIENSTEN PEDIATRIE 12 -- 2.3.1. Dagziekenhuis 12 -- 2.3.2. Klassieke ziekenhuisopnames met verblijf 12 -- 2.3.3. Nationale bezettingsgraad – grote seizoensgebonden verschillen 13 -- 2.3.4. Lokale bezettingsgraad – grote verschillen tussen ziekenhuizen 13 -- 2.4. OMGAAN MET SEIZOENSPIEKEN 15 -- 2.4.1. Tekort aan bedden, verpleegkundigen, soms ook aan kinderartsen 15 -- 2.4.2. Hoe ziekenhuizen de pieken aanpakken 15 -- 2.4.3. Hoe beleid kan helpen om seizoenspieken op te vangen . 16 -- 2.4.4. Welke rol kunnen ziekenhuisnetwerken opnemen? . 16 -- 3. TRANSMURALE PEDIATRISCHE ZORG 19 -- 3.1. TRANSMURALE ZORG (VOOR KINDEREN) IN BELGIË 19 -- 3.1.1. Pediatrische liaisonteams 19 -- 3.1.2. Pilootprojecten rond thuishospitalisatie bij volwassenen 20 -- 3.1.3. Onco@Home 20 -- 3.2. VOORBEELDEN UIT NEDERLAND, FRANKRIJK EN AUSTRALIË 21 -- 3.2.1. Veel gemeenschappelijke kenmerken, … 21 -- 3.2.2. … maar ook belangrijke verschillen 21 -- 3.3. IS TRANSMURALE ZORG VOOR KINDEREN VEILIG EN DOELTREFFEND? WAT ZEGT DE LITERATUUR? 26 -- 3.4. INZICHTEN UIT INTERNATIONALE EN NATIONALE MODELLEN, UIT INTERVIEWS MET BETROKKENEN EN UIT DE WETENSCHAPPELIJKE LITERATUUR . 26 -- 3.4.1. Transmurale pediatrische zorg: voor wie, wanneer en met welke effecten? 27 -- 3.4.2. Aandachtspunten voor een verdere ontwikkeling van transmurale pediatrische zorg . 28 -- 3.4.3. Randvoorwaarden voor het opzetten en evalueren van pilootprojecten 31 -- 4. SLEUTELS VOOR EEN NIEUWE BALANS TUSSEN ZIEKENHUISZORG EN THUISZORG VOOR KINDEREN 33 -- 4.1. OPTIMALISEREN VAN DE ORGANISATIE VAN DE DIENSTEN PEDIATRIE 33 -- 4.1.1. Aantal en omvang van de diensten pediatrie 33 -- 4.1.2.

224 p., ill., SCIENTIFIC REPORT 13 -- 1 INTRODUCTION .13 -- 1.1 WHAT IS INTEGRATED CARE? 13 -- 1.2 INTEGRATED CARE IN BELGIUM 17 -- 1.3 SCOPE OF THE PROJECT 21 -- 1.4 METHODS 21 -- 2 INTEGRATED CARE AS EXPRESSED IN THE BELGIAN POLICIES .24 -- 2.1 INTRODUCTION .25 -- 2.2 METHODS 25 -- 2.3 RESULTS 26 -- 2.3.1 Overview of the selected policy documents by level of authority 27 -- 2.3.2 Aims according to the dimensions of the SCIROCCO self-assessment tool .42 -- 2.4 DISCUSSION AND CONCLUSIONS 61 -- 2.4.1 Consistency in policy documents of both federal and federated entities despite different emphasis 61 -- 2.4.2 The complexity of Belgium's governance structure and its impact on integrated care policy 63 -- 2.4.3 Limitations of the policy documents review 64 -- 3 MATURITY OF INTEGRATED CARE IN BELGIUM 65 -- 3.1 PROFESSIONALS' ASSESSMENT OF INTEGRATED CARE 67 -- 3.1.1 Introduction .67 -- 3.1.2 Methods 67 -- 3.1.3 Results 69 -- 3.2 PATIENTS' EXPERIENCE OF INTEGRATED CARE .87 -- 3.2.1 Introduction .87 -- 3.2.2 Method 87 -- 3.2.3 Results 90 -- 3.3 DISCUSSION .102 -- 4 STAKEHOLDERS’ PROPOSITIONS OF ACTIONS TO DEVELOP AND IMPLEMENT INTEGRATED CARE .106 -- 4.1 INTRODUCTION 107 -- 4.2 METHODS 107 -- 4.3 RESULTS .111 -- 4.3.1 Discussion group participants .111 -- 4.3.2 Facilitators & barriers 112 -- 4.3.3 Action points .116 -- 4.4 DISCUSSION .135 -- 5 PROVIDER PAYMENT REFORMS FOR IMPLEMENTING INTEGRATED CARE AND VALUEBASED HEALTH CARE: A NARRATIVE LITERATURE REVIEW 137 -- 5.1 INTRODUCTION 138 -- 5.2 METHODS 139 -- 5.2.1 Provider payment mechanisms and integrated care 139 -- 5.2.2 Transition from a fee-for-service financing system to a mixed payment system 141 -- 5.3 RESULTS .142 -- 5.3.1 Provider payment mechanisms 142 -- 5.3.2 Mixed Provider Payment Systems (including alternative payment methods) .145 -- 5.3.3 Payment reforms: conditions and conducive factors 153 -- 5.4 DISCUSSION .161 -- 5.4.1 An incremental reform process 162 -- 5.4.2 New mode of governance at meso level is indispensable to

135 p., ill., 1. APPENDIX: TERRITORIAL UNIT FOR ANALYSIS PURPOSES 6 -- 2. APPENDIX: MATURITY OF INTEGRATED CARE IN BELGIUM 7 -- 2.1. PROFESSIONAL’S ASSESSMENT OF INTEGRATED CARE 7 -- 2.1.1. Dutch survey 7 -- 2.1.2. French version of professional questionnaire available upon request 20 -- 2.1.3. Professional’s profiles 34 -- 2.1.4. Results of descriptive analysis by respondent’s professional category and level 38 -- 2.1.5. Scirocco spider diagrams per region 62 -- 2.2. ASSESSMENT OF MATURITY OF INTEGRATED CARE BY THE PATIENTS 63 -- 2.2.1. EuroQol Licence agreement for the EQ-5D-5L 63 -- 2.2.2. French patient questionnaire 67 -- 2.2.3. Dutch version of the patient questionnaire 71 -- 2.2.4. German version of the patient questionnaire 76 -- 2.2.5. Recruitment targets and response per geographical region 81 -- 2.2.6. Detailed list of participating recruiting organisations 82 -- 2.2.7. EQ – 5D -5L profiles 84 -- 2.2.8. EQ-5D-5L dimensions 86 -- 2.2.9. PACIC models 87 -- 3. APPENDIX: PROVIDER PAYMENT REFORMS – NARRATIVE LITERATURE REVIEW 89 -- 3.1. TYPES OF PAYMENT MECHANISMS 89 -- 3.2. PAY-FOR-PERFORMANCE (P4P) 91 -- 3.3. POPULATION-BASED PAYMENTS (INCLUDING ACCOUNTABLE CARE ORGANISATIONS (ACO)) 92 -- 3.4. BUNDLED PAYMENTS 99 -- 3.5. REFERENCE LIST OF THE LITERATURE REVIEW 102 -- 4. APPENDIX – TRAJECTORY OF CHANGE 107 -- 4.1. DUTCH VERSION OF THE TRAJECTORY OF CHANGE 107 -- 4.2. FRENCH VERSION OF THE TRAJECTORY OF CHANGE 116 -- 4.3. RÉFÉRENCES 125 -- 4.4. REFERENCES FOR THE TRAJECTORY OF CHANGE 126 -- 5. APPENDIX: SCRIPT OF DISCUSSION GROUPS AND TEMPLATE OF DATA REPORTING 127