42 results on '"bloedstolling"'
Search Results
2. Fout in het bloed : stollingsstoornis van het bloed bij vierdekalfsmelkkoe
- Author
-
Laureyns, J. and Laureyns, J.
- Abstract
Aan de hand van praktijkvoorbeelden schrijven drie dierenartsen over ziekten in de melkveehouderij. In deze aflevering gaat het over een drachtige koe met een acute bloedstollingsstoornis.
- Published
- 2016
3. Intracoronary therapies and myocardial reperfusion in acute myocardial infarction
- Subjects
Bloedstolling ,Atherosclerosis obliterans ,Hartinfarct ,Hartfunctie ,Reperfusie ,Stents ,Proefschriften (vorm) ,cardiologie ,Angioplastiek ,Linker ventrikel - Abstract
Wegzuigen bloedstolsel na hartinfarct leidt tot betere overleving Het gebeurt in Nederland al vaak als onderdeel van een dotterprocedure bij een acuut hartinfarct: het opzuigen van een bloedstolsel in een verstopte kransslagader. Dat is niet alleen goed voor een betere doorbloeding van het hartspierweefsel, maar leidt ook tot verbeterde overleving op lange termijn. Dat is één van de conclusies van You Lan Gu in haar promotieonderzoek. Er is volgens Gu de afgelopen jaren belangrijke vooruitgang geboekt in het behandelen van acute hartinfarcten, onder andere door dotteren en aanvullende medicatie. Cruciaal voor een goed herstel op langere termijn is een goede doorbloeding van het hartspierweefsel na de behandeling. Zij vergeleek in haar onderzoek daarom verschillende behandelingen om de doorbloeding van het hartspierweefsel te verbeteren. In het eerste deel van haar onderzoek vergeleek de promovenda het opzuigen van het bloedstolsel in het verstopte kransslagvat met het plaatsen van een ballon. In het tweede deel ging ze na of abciximab, een medicijn dat een onderdeel van de stolselvorming remt, meer effect heeft wanneer het ter plaatse wordt toegediend dan, zoals gebruikelijk, via een infuus. Dat voordeel kon niet zonder meer worden aangetoond. Tot slot ging ze na hoe een nieuw computerprogramma, QuBE, kan helpen om op een simpele en efficiënte manier te meten welke patiënten een verminderde doorbloeding hebben en daardoor een hoger risico lopen op de lange termijn. Dit programma bleek goed toepasbaar in de praktijk. De uitkomsten hadden bovendien voorspellende waarde voor hoe patiënten er enkele maanden na het infarct aan toe waren.
- Published
- 2013
4. Intracoronary therapies and myocardial reperfusion in acute myocardial infarction
- Subjects
Bloedstolling ,Atherosclerosis obliterans ,Hartinfarct ,Hartfunctie ,Reperfusie ,Stents ,Proefschriften (vorm) ,cardiologie ,Angioplastiek ,Linker ventrikel - Abstract
Wegzuigen bloedstolsel na hartinfarct leidt tot betere overleving Het gebeurt in Nederland al vaak als onderdeel van een dotterprocedure bij een acuut hartinfarct: het opzuigen van een bloedstolsel in een verstopte kransslagader. Dat is niet alleen goed voor een betere doorbloeding van het hartspierweefsel, maar leidt ook tot verbeterde overleving op lange termijn. Dat is één van de conclusies van You Lan Gu in haar promotieonderzoek. Er is volgens Gu de afgelopen jaren belangrijke vooruitgang geboekt in het behandelen van acute hartinfarcten, onder andere door dotteren en aanvullende medicatie. Cruciaal voor een goed herstel op langere termijn is een goede doorbloeding van het hartspierweefsel na de behandeling. Zij vergeleek in haar onderzoek daarom verschillende behandelingen om de doorbloeding van het hartspierweefsel te verbeteren. In het eerste deel van haar onderzoek vergeleek de promovenda het opzuigen van het bloedstolsel in het verstopte kransslagvat met het plaatsen van een ballon. In het tweede deel ging ze na of abciximab, een medicijn dat een onderdeel van de stolselvorming remt, meer effect heeft wanneer het ter plaatse wordt toegediend dan, zoals gebruikelijk, via een infuus. Dat voordeel kon niet zonder meer worden aangetoond. Tot slot ging ze na hoe een nieuw computerprogramma, QuBE, kan helpen om op een simpele en efficiënte manier te meten welke patiënten een verminderde doorbloeding hebben en daardoor een hoger risico lopen op de lange termijn. Dit programma bleek goed toepasbaar in de praktijk. De uitkomsten hadden bovendien voorspellende waarde voor hoe patiënten er enkele maanden na het infarct aan toe waren.
- Published
- 2013
5. Clinical relevance of low free protein S levels
- Subjects
Bloedstolling ,Stollingsfactoren ,Adenomateuze-polyposis-coli-eiwit ,Proteèine-C ,Proteèine-S ,Proefschriften (vorm) ,Serine-endopeptidases ,Serpinen ,Coagulatie ,hematologie - Abstract
Voor bloedstelping is fibrinevorming nodig. Fibrine ontstaat in een complex proces van interacties tussen tal van verschillende stoffen in het bloed. Normaal gesproken zijn stoffen die stolling bevorderen en stoffen die stolling afremmen met elkaar in evenwicht. Maar dit evenwicht kan verstoord worden, bijvoorbeeld door een erfelijke afwijking. Dan kan het risico op trombose toenemen. René Mulder bracht de rol van de stollingsremmende stof proteïne S bij bloedstelping nader in kaart. Bij het meten van de hoeveelheid van een bepaalde stof in het bloed wordt vaak de ondergrens van een normaalwaardengebied gebruikt als afkapwaarde voor het vaststellen van een deficiëntie. Bij het vaststellen van de hoeveelheid proteïne S is dit echter niet verstandig, stelt Mulder vast. Bij toepassing van de normaalwaardenondergrens als afkapwaarde voor vrij proteïne S zal in veel gevallen onterecht een klinisch relevante proteïne S deficiëntie worden vastgesteld. Recente studies hebben aangetoond dat de functie van proteïne S lijkt samen te hangen met die van een andere stollingsremmende stof, de tissue factor pathway inhibitor (TFPI). Verlaagde proteïne S-waarden zouden gepaard gaan met verlaagde TFPI-spiegels. Mulder vond juist verhoogde TFPI-waarden in een subgroep van patiënten met licht verlaagde vrij proteïne S spiegels en nauwelijks verhoogd risico op trombose. Hij stelt daarom voor om bij een patiënt met een licht verlaagde vrij proteïne S-spiegel ook de TFPI-waarde te meten. Zo kan het risico op trombose beter ingeschat worden, is de verwachting. Toekomstig onderzoek zal moeten aantonen of de aanvullende TFPI-meting nuttig is.
- Published
- 2012
6. Thromboelastography
- Subjects
Bloedstolling ,Bloedplaatjes ,Trombose ,Proefschriften (vorm) ,hematologie ,Trombelastografie - Abstract
Tromboelastografie (TEG) is een visco-elastische, globale stollingstest op volbloed, die aan het bed van de patiënt kan worden uitgevoerd en snel resultaten genereert. TEG visualiseert hierbij de effecten van zowel plasmafactoren als cellulaire bloedelementen. Aanvankelijk werd TEG voornamelijk in de lever-, cardio- en traumachirurgie gebruikt bij de analyse en correctie van complexe stollingsstoornissen. Tegenwoordig vindt de techniek zijn toepassing in zeer diverse, zowel klinische als experimentele, gebieden betreffende hemostase en trombose. Het primaire doel van het proefschrift is om de kennis van TEG bij clinici en onderzoekers werkzaam op het terrein van de hemostase en trombose te verbeteren, waarbij zowel de mogelijkheden als de beperkingen van de techniek worden belicht. De rol die “point-of-care” testen van hemostase (o.a. TEG) spelen bij het voorspellen en behandelen van massaal bloedverlies wordt geëvalueerd. Daarnaast zijn TEG referentiewaarden bepaald, waarbij duidelijke effecten van leeftijd, geslacht en orale anticonceptiva op de stolling zijn aangetoond. Ook is de TEG techniek gevalideerd wat betreft de analyse en detectie van een tekort aan bloedplaatjes. TEG bleek goed in staat om de effecten van (getransfundeerde) bloedplaatjes en rode bloedcellen op de stolling aan te tonen. De techniek kan wellicht nuttig zijn als in vivo kwaliteitstest van bloedproducten. Tenslotte lijkt TEG bruikbaar bij patiënten met sikkelcelziekte ter detectie van zowel verhoogde stollingsstatus alsook de gunstige effecten van behandeling met hydroxyureum hierop.
- Published
- 2012
7. Clinical relevance of low free protein S levels
- Author
-
Mulder, René, Kluin-Nelemans, Hanneke, and Research Institute Brain and Cognition (B&C)
- Subjects
Bloedstolling ,Stollingsfactoren ,Adenomateuze-polyposis-coli-eiwit ,Proteèine-C ,Proteèine-S ,Proefschriften (vorm) ,Serine-endopeptidases ,Serpinen ,Coagulatie ,hematologie - Abstract
Voor bloedstelping is fibrinevorming nodig. Fibrine ontstaat in een complex proces van interacties tussen tal van verschillende stoffen in het bloed. Normaal gesproken zijn stoffen die stolling bevorderen en stoffen die stolling afremmen met elkaar in evenwicht. Maar dit evenwicht kan verstoord worden, bijvoorbeeld door een erfelijke afwijking. Dan kan het risico op trombose toenemen. René Mulder bracht de rol van de stollingsremmende stof proteïne S bij bloedstelping nader in kaart. Bij het meten van de hoeveelheid van een bepaalde stof in het bloed wordt vaak de ondergrens van een normaalwaardengebied gebruikt als afkapwaarde voor het vaststellen van een deficiëntie. Bij het vaststellen van de hoeveelheid proteïne S is dit echter niet verstandig, stelt Mulder vast. Bij toepassing van de normaalwaardenondergrens als afkapwaarde voor vrij proteïne S zal in veel gevallen onterecht een klinisch relevante proteïne S deficiëntie worden vastgesteld. Recente studies hebben aangetoond dat de functie van proteïne S lijkt samen te hangen met die van een andere stollingsremmende stof, de tissue factor pathway inhibitor (TFPI). Verlaagde proteïne S-waarden zouden gepaard gaan met verlaagde TFPI-spiegels. Mulder vond juist verhoogde TFPI-waarden in een subgroep van patiënten met licht verlaagde vrij proteïne S spiegels en nauwelijks verhoogd risico op trombose. Hij stelt daarom voor om bij een patiënt met een licht verlaagde vrij proteïne S-spiegel ook de TFPI-waarde te meten. Zo kan het risico op trombose beter ingeschat worden, is de verwachting. Toekomstig onderzoek zal moeten aantonen of de aanvullende TFPI-meting nuttig is.
- Published
- 2012
8. Infections, inflammation and venous thrombosis; an epidemiological perspective
- Author
-
Tichelaar, Ynse Ieuwe Gerardus Vladimir, Kluin-Nelemans, Hanneke, Research Institute Brain and Cognition (B&C), Faculteit Medische Wetenschappen/UMCG, and Vascular Ageing Programme (VAP)
- Subjects
Epidemiologie ,Bloedstolling ,Factor VIII ,Glucose ,Bloedsuiker ,Trombose ,HIV ,Cytomegalovirus ,infectieziekten, parasitaire ziekten ,Proefschriften (vorm) ,cardiologie ,Infecties - Abstract
Alledaagse, relatief onschuldige ontstekingsklachten zoals luchtweginfecties, diarree of een grieperig gevoel, brengen een verhoogde kans op trombose met zich mee. Hierdoor vergroot het risico op een longembolie of een trombosebeen. Dat blijkt uit onderzoek van promovendus Vladimir Tichelaar. Ook andere ziekten, zoals chronische infecties en auto-immuunziekten, zorgen voor een verhoogd risico op trombose, zo stelt Tichelaar vast in analyse van studies die de afgelopen vijftien jaar werden verricht. De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn hier voorbeelden van. Tijdens een opvlamming van een chronische darmziekte is het risico op veneuze trombose tot acht maal verhoogd. Verder laat Tichelaar zien dat patiënten met een HIV-infectie een hoog risico hebben op veneuze en arteriële trombose, zoals een hartinfarct of een beroerte, en dat een infectie met cytomegalovirus bij deze patiënten een extra verstoring van de stollingsfactoren in het bloed veroorzaakt. Bij patiënten met een acute veneuze trombose bestaat er een relatie tussen het bloedglucose en de trombose, zo ontdekte Tichelaar. Hoe hoger de glucosewaarden, hoe groter de waarschijnlijkheid dat er een veneuze trombose gevonden wordt. Dokters moeten alert zijn op het gebruik van nieuwe antistollingsmedicijnen, waaronder Rivaroxaban, stelt Tichelaar ten slotte vast. Gebruik van dit medicijn blijkt de meting van onder andere factor VIII te beïnvloeden.
- Published
- 2012
9. Infections, inflammation and venous thrombosis; an epidemiological perspective
- Subjects
Epidemiologie ,Bloedstolling ,Factor VIII ,Glucose ,infectieziekten ,Bloedsuiker ,Trombose ,HIV ,Cytomegalovirus ,parasitaire ziekten ,Proefschriften (vorm) ,cardiologie ,Infecties - Abstract
Alledaagse, relatief onschuldige ontstekingsklachten zoals luchtweginfecties, diarree of een grieperig gevoel, brengen een verhoogde kans op trombose met zich mee. Hierdoor vergroot het risico op een longembolie of een trombosebeen. Dat blijkt uit onderzoek van promovendus Vladimir Tichelaar. Ook andere ziekten, zoals chronische infecties en auto-immuunziekten, zorgen voor een verhoogd risico op trombose, zo stelt Tichelaar vast in analyse van studies die de afgelopen vijftien jaar werden verricht. De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn hier voorbeelden van. Tijdens een opvlamming van een chronische darmziekte is het risico op veneuze trombose tot acht maal verhoogd. Verder laat Tichelaar zien dat patiënten met een HIV-infectie een hoog risico hebben op veneuze en arteriële trombose, zoals een hartinfarct of een beroerte, en dat een infectie met cytomegalovirus bij deze patiënten een extra verstoring van de stollingsfactoren in het bloed veroorzaakt. Bij patiënten met een acute veneuze trombose bestaat er een relatie tussen het bloedglucose en de trombose, zo ontdekte Tichelaar. Hoe hoger de glucosewaarden, hoe groter de waarschijnlijkheid dat er een veneuze trombose gevonden wordt. Dokters moeten alert zijn op het gebruik van nieuwe antistollingsmedicijnen, waaronder Rivaroxaban, stelt Tichelaar ten slotte vast. Gebruik van dit medicijn blijkt de meting van onder andere factor VIII te beïnvloeden.
- Published
- 2012
10. Thromboelastography
- Author
-
Roeloffzen, Wilfried Wilhelmus Hendrikus, Kluin-Nelemans, Hanneke, and Wolf ,de, Joseph
- Subjects
Bloedstolling ,Bloedplaatjes ,Trombose ,Proefschriften (vorm) ,hematologie ,Trombelastografie - Abstract
Tromboelastografie (TEG) is een visco-elastische, globale stollingstest op volbloed, die aan het bed van de patiënt kan worden uitgevoerd en snel resultaten genereert. TEG visualiseert hierbij de effecten van zowel plasmafactoren als cellulaire bloedelementen. Aanvankelijk werd TEG voornamelijk in de lever-, cardio- en traumachirurgie gebruikt bij de analyse en correctie van complexe stollingsstoornissen. Tegenwoordig vindt de techniek zijn toepassing in zeer diverse, zowel klinische als experimentele, gebieden betreffende hemostase en trombose. Het primaire doel van het proefschrift is om de kennis van TEG bij clinici en onderzoekers werkzaam op het terrein van de hemostase en trombose te verbeteren, waarbij zowel de mogelijkheden als de beperkingen van de techniek worden belicht. De rol die “point-of-care” testen van hemostase (o.a. TEG) spelen bij het voorspellen en behandelen van massaal bloedverlies wordt geëvalueerd. Daarnaast zijn TEG referentiewaarden bepaald, waarbij duidelijke effecten van leeftijd, geslacht en orale anticonceptiva op de stolling zijn aangetoond. Ook is de TEG techniek gevalideerd wat betreft de analyse en detectie van een tekort aan bloedplaatjes. TEG bleek goed in staat om de effecten van (getransfundeerde) bloedplaatjes en rode bloedcellen op de stolling aan te tonen. De techniek kan wellicht nuttig zijn als in vivo kwaliteitstest van bloedproducten. Tenslotte lijkt TEG bruikbaar bij patiënten met sikkelcelziekte ter detectie van zowel verhoogde stollingsstatus alsook de gunstige effecten van behandeling met hydroxyureum hierop.
- Published
- 2012
11. Clinical relevance of low free protein S levels
- Subjects
Bloedstolling ,Stollingsfactoren ,Adenomateuze-polyposis-coli-eiwit ,Proteèine-C ,Proteèine-S ,Proefschriften (vorm) ,Serine-endopeptidases ,Serpinen ,Coagulatie ,hematologie - Abstract
Voor bloedstelping is fibrinevorming nodig. Fibrine ontstaat in een complex proces van interacties tussen tal van verschillende stoffen in het bloed. Normaal gesproken zijn stoffen die stolling bevorderen en stoffen die stolling afremmen met elkaar in evenwicht. Maar dit evenwicht kan verstoord worden, bijvoorbeeld door een erfelijke afwijking. Dan kan het risico op trombose toenemen. René Mulder bracht de rol van de stollingsremmende stof proteïne S bij bloedstelping nader in kaart. Bij het meten van de hoeveelheid van een bepaalde stof in het bloed wordt vaak de ondergrens van een normaalwaardengebied gebruikt als afkapwaarde voor het vaststellen van een deficiëntie. Bij het vaststellen van de hoeveelheid proteïne S is dit echter niet verstandig, stelt Mulder vast. Bij toepassing van de normaalwaardenondergrens als afkapwaarde voor vrij proteïne S zal in veel gevallen onterecht een klinisch relevante proteïne S deficiëntie worden vastgesteld. Recente studies hebben aangetoond dat de functie van proteïne S lijkt samen te hangen met die van een andere stollingsremmende stof, de tissue factor pathway inhibitor (TFPI). Verlaagde proteïne S-waarden zouden gepaard gaan met verlaagde TFPI-spiegels. Mulder vond juist verhoogde TFPI-waarden in een subgroep van patiënten met licht verlaagde vrij proteïne S spiegels en nauwelijks verhoogd risico op trombose. Hij stelt daarom voor om bij een patiënt met een licht verlaagde vrij proteïne S-spiegel ook de TFPI-waarde te meten. Zo kan het risico op trombose beter ingeschat worden, is de verwachting. Toekomstig onderzoek zal moeten aantonen of de aanvullende TFPI-meting nuttig is.
- Published
- 2012
12. Infections, inflammation and venous thrombosis; an epidemiological perspective
- Subjects
Epidemiologie ,Bloedstolling ,Factor VIII ,Glucose ,infectieziekten ,Bloedsuiker ,Trombose ,HIV ,Cytomegalovirus ,parasitaire ziekten ,Proefschriften (vorm) ,cardiologie ,Infecties - Abstract
Alledaagse, relatief onschuldige ontstekingsklachten zoals luchtweginfecties, diarree of een grieperig gevoel, brengen een verhoogde kans op trombose met zich mee. Hierdoor vergroot het risico op een longembolie of een trombosebeen. Dat blijkt uit onderzoek van promovendus Vladimir Tichelaar. Ook andere ziekten, zoals chronische infecties en auto-immuunziekten, zorgen voor een verhoogd risico op trombose, zo stelt Tichelaar vast in analyse van studies die de afgelopen vijftien jaar werden verricht. De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn hier voorbeelden van. Tijdens een opvlamming van een chronische darmziekte is het risico op veneuze trombose tot acht maal verhoogd. Verder laat Tichelaar zien dat patiënten met een HIV-infectie een hoog risico hebben op veneuze en arteriële trombose, zoals een hartinfarct of een beroerte, en dat een infectie met cytomegalovirus bij deze patiënten een extra verstoring van de stollingsfactoren in het bloed veroorzaakt. Bij patiënten met een acute veneuze trombose bestaat er een relatie tussen het bloedglucose en de trombose, zo ontdekte Tichelaar. Hoe hoger de glucosewaarden, hoe groter de waarschijnlijkheid dat er een veneuze trombose gevonden wordt. Dokters moeten alert zijn op het gebruik van nieuwe antistollingsmedicijnen, waaronder Rivaroxaban, stelt Tichelaar ten slotte vast. Gebruik van dit medicijn blijkt de meting van onder andere factor VIII te beïnvloeden.
- Published
- 2012
13. Thromboelastography
- Subjects
Bloedstolling ,Bloedplaatjes ,Trombose ,Proefschriften (vorm) ,hematologie ,Trombelastografie - Abstract
Tromboelastografie (TEG) is een visco-elastische, globale stollingstest op volbloed, die aan het bed van de patiënt kan worden uitgevoerd en snel resultaten genereert. TEG visualiseert hierbij de effecten van zowel plasmafactoren als cellulaire bloedelementen. Aanvankelijk werd TEG voornamelijk in de lever-, cardio- en traumachirurgie gebruikt bij de analyse en correctie van complexe stollingsstoornissen. Tegenwoordig vindt de techniek zijn toepassing in zeer diverse, zowel klinische als experimentele, gebieden betreffende hemostase en trombose. Het primaire doel van het proefschrift is om de kennis van TEG bij clinici en onderzoekers werkzaam op het terrein van de hemostase en trombose te verbeteren, waarbij zowel de mogelijkheden als de beperkingen van de techniek worden belicht. De rol die “point-of-care” testen van hemostase (o.a. TEG) spelen bij het voorspellen en behandelen van massaal bloedverlies wordt geëvalueerd. Daarnaast zijn TEG referentiewaarden bepaald, waarbij duidelijke effecten van leeftijd, geslacht en orale anticonceptiva op de stolling zijn aangetoond. Ook is de TEG techniek gevalideerd wat betreft de analyse en detectie van een tekort aan bloedplaatjes. TEG bleek goed in staat om de effecten van (getransfundeerde) bloedplaatjes en rode bloedcellen op de stolling aan te tonen. De techniek kan wellicht nuttig zijn als in vivo kwaliteitstest van bloedproducten. Tenslotte lijkt TEG bruikbaar bij patiënten met sikkelcelziekte ter detectie van zowel verhoogde stollingsstatus alsook de gunstige effecten van behandeling met hydroxyureum hierop.
- Published
- 2012
14. Blood platelets in liver transplantation: clinical studies on the function of blood platelets and primary hemostasis during and after liver transplantation
- Author
-
Pereboom, Ilona Tapke Annie, Lisman, Ton, Porte, Robert, Research Institute Brain and Cognition (B&C), Faculteit Medische Wetenschappen/UMCG, and University of Groningen
- Subjects
body regions ,Bloedstolling ,Stollingsfactoren ,Bloedplaatjes ,fungi ,Proefschriften (vorm) ,Von Willebrand-factor ,hematologie ,Lever ,Transplantatie ,gastro-enterologie - Published
- 2010
15. Blood platelets in liver transplantation
- Subjects
Bloedstolling ,Stollingsfactoren ,Bloedplaatjes ,Proefschriften (vorm) ,Von Willebrand-factor ,hematologie ,Lever ,Transplantatie ,gastro-enterologie - Published
- 2010
16. Blood platelets in liver transplantation
- Subjects
Bloedstolling ,Stollingsfactoren ,Bloedplaatjes ,Proefschriften (vorm) ,Von Willebrand-factor ,hematologie ,Lever ,Transplantatie ,gastro-enterologie - Published
- 2010
17. Clinical implications of deficiencies of protein S, protein C or antithrombin
- Subjects
Bloedstolling ,Stollingsfactoren ,Proteïne-S ,Proteïne-C ,Trombose ,Proefschriften (vorm) ,cardiologie ,Vitamine K - Published
- 2009
18. Clinical implications of deficiencies of protein S, protein C or antithrombin
- Subjects
Bloedstolling ,Stollingsfactoren ,Proteïne-S ,Proteïne-C ,Trombose ,Proefschriften (vorm) ,cardiologie ,Vitamine K - Published
- 2009
19. Intracoronary therapies and myocardial reperfusion in acute myocardial infarction
- Author
-
Gu, You Lan, Gu, You Lan, Gu, You Lan, and Gu, You Lan
- Abstract
Wegzuigen bloedstolsel na hartinfarct leidt tot betere overleving Het gebeurt in Nederland al vaak als onderdeel van een dotterprocedure bij een acuut hartinfarct: het opzuigen van een bloedstolsel in een verstopte kransslagader. Dat is niet alleen goed voor een betere doorbloeding van het hartspierweefsel, maar leidt ook tot verbeterde overleving op lange termijn. Dat is één van de conclusies van You Lan Gu in haar promotieonderzoek. Er is volgens Gu de afgelopen jaren belangrijke vooruitgang geboekt in het behandelen van acute hartinfarcten, onder andere door dotteren en aanvullende medicatie. Cruciaal voor een goed herstel op langere termijn is een goede doorbloeding van het hartspierweefsel na de behandeling. Zij vergeleek in haar onderzoek daarom verschillende behandelingen om de doorbloeding van het hartspierweefsel te verbeteren. In het eerste deel van haar onderzoek vergeleek de promovenda het opzuigen van het bloedstolsel in het verstopte kransslagvat met het plaatsen van een ballon. In het tweede deel ging ze na of abciximab, een medicijn dat een onderdeel van de stolselvorming remt, meer effect heeft wanneer het ter plaatse wordt toegediend dan, zoals gebruikelijk, via een infuus. Dat voordeel kon niet zonder meer worden aangetoond. Tot slot ging ze na hoe een nieuw computerprogramma, QuBE, kan helpen om op een simpele en efficiënte manier te meten welke patiënten een verminderde doorbloeding hebben en daardoor een hoger risico lopen op de lange termijn. Dit programma bleek goed toepasbaar in de praktijk. De uitkomsten hadden bovendien voorspellende waarde voor hoe patiënten er enkele maanden na het infarct aan toe waren.
- Published
- 2013
20. Synthetic substrates for thrombin : peptide p-nitroanilides in the continuous monitoring of the blood coagulation system
- Author
-
Rijkers, Dirk Thomas Sigurd and Radboud University Nijmegen
- Subjects
Trombine ,Bloedstolling ,aminozuren ,peptiden ,Chromogeen substraat assay ,eiwitten ,GeneralLiterature_REFERENCE(e.g.,dictionaries,encyclopedias,glossaries) ,aminozuren, peptiden, eiwitten - Abstract
Contains fulltext : mmubn000001_194717232.pdf (Publisher’s version ) (Open Access) With bibliogr., with a summary in Dutch, dissertation University of Nijmegen, 1995 Promotores : G. Tesser, H. Hemker en L. Koole 183 p.
- Published
- 2008
21. Blood platelets in liver transplantation:clinical studies on the function of blood platelets and primary hemostasis during and after liver transplantation
- Author
-
Pereboom, Ilona Tapke Annie, Pereboom, Ilona Tapke Annie, Pereboom, Ilona Tapke Annie, and Pereboom, Ilona Tapke Annie
- Published
- 2010
22. Clinical implications of deficiencies of protein S, protein C or antithrombin
- Author
-
Brouwer, Jan Leendert Pouwel, Brouwer, Jan Leendert Pouwel, Brouwer, Jan Leendert Pouwel, and Brouwer, Jan Leendert Pouwel
- Published
- 2009
23. Vitamine K trekt de aandacht : essentieel voor de bloedstolling maar mogelijk zijn er meer gezondheidseffecten
- Author
-
Vanhee, P. and Vanhee, P.
- Abstract
Vitamine K dankt zijn naam aan het Duitse woord “Koagulation”. Zonder vitamine K geen bloedstolling. Maar verder wetenschappelijk onderzoek naar de rol van vitamine K als cofactor doet meer gezondheidseffecten vermoeden, vooral met betrekking tot de botstofwisseling en hart- en vaatziekten. Ook het type vitamine K zal in de toekomst een meer prominente rol spelen.
- Published
- 2009
24. Liver disease and inherited or acquired coagulation disorders
- Subjects
Bloedstolling ,Leverziekten ,Proefschriften (vorm) ,hematologie - Published
- 2002
25. Liver disease and inherited or acquired coagulation disorders: Scylla and Charibdys of therapy
- Author
-
Meijer, Karina, Research Institute Brain and Cognition (B&C), Faculteit Medische Wetenschappen/UMCG, University of Groningen, and Vascular Ageing Programme (VAP)
- Subjects
Bloedstolling ,ComputingMethodologies_DOCUMENTANDTEXTPROCESSING ,Leverziekten ,Proefschriften (vorm) ,hematologie ,GeneralLiterature_REFERENCE(e.g.,dictionaries,encyclopedias,glossaries) - Published
- 2002
26. Blood platelet interactions with biomaterials
- Subjects
44.86 ,Bloedstolling ,Biomaterialen ,Bloedplaatjes ,Proefschriften (vorm) - Published
- 2002
27. Blood platelet interactions with biomaterials
- Author
-
Spijker, Hendrikje Trijntje, Busscher, Henk, Research Institute Brain and Cognition (B&C), Faculteit Medische Wetenschappen/UMCG, and University of Groningen
- Subjects
44.86 ,Bloedstolling ,Biomaterialen ,Bloedplaatjes ,Proefschriften (vorm) - Published
- 2002
28. Thrombophilia or thrombophobia
- Subjects
44.86 ,Bloedstolling ,Proefschriften (vorm) - Abstract
There is growing evidence that venous thromboembolism often results from an interaction between various genetic and/or exogenous risk factors. An increasing number of thrombophilic disorders has been identified, like inherited resistance to activated protein C (APC) due to factor V Leiden, and the prothrombin G20210A gene (factor II) mutation. Factor VLeiden is found in about 20% of consecutive patients with venous thromboembolism and in 50% of selected patients, the factor II mutation in 3% and 18% of these patients, respectively. This thesis mainly deals with the clinical expression of factor V Leiden and the factor II mutation, either in the presence or absence of concomitant genetic or exogenous risk factors. It further focuses on acquired APC resistance in conditions that are known as risk factors for venous thromboembolism, particularly the use of oral contraceptives, pregnancy and major surgery.
- Published
- 2001
29. Thrombophilia or thrombophobia: clinical implications of recently identified thrombophilic disorders
- Author
-
Meinardi, Johan Remko, Faculteit Medische Wetenschappen/UMCG, and University of Groningen
- Subjects
44.86 ,Bloedstolling ,Proefschriften (vorm) - Abstract
There is growing evidence that venous thromboembolism often results from an interaction between various genetic and/or exogenous risk factors. An increasing number of thrombophilic disorders has been identified, like inherited resistance to activated protein C (APC) due to factor V Leiden, and the prothrombin G20210A gene (factor II) mutation. Factor VLeiden is found in about 20% of consecutive patients with venous thromboembolism and in 50% of selected patients, the factor II mutation in 3% and 18% of these patients, respectively. This thesis mainly deals with the clinical expression of factor V Leiden and the factor II mutation, either in the presence or absence of concomitant genetic or exogenous risk factors. It further focuses on acquired APC resistance in conditions that are known as risk factors for venous thromboembolism, particularly the use of oral contraceptives, pregnancy and major surgery.
- Published
- 2001
30. Thrombophilia or thrombophobia
- Subjects
44.86 ,Bloedstolling ,Proefschriften (vorm) - Abstract
There is growing evidence that venous thromboembolism often results from an interaction between various genetic and/or exogenous risk factors. An increasing number of thrombophilic disorders has been identified, like inherited resistance to activated protein C (APC) due to factor V Leiden, and the prothrombin G20210A gene (factor II) mutation. Factor VLeiden is found in about 20% of consecutive patients with venous thromboembolism and in 50% of selected patients, the factor II mutation in 3% and 18% of these patients, respectively. This thesis mainly deals with the clinical expression of factor V Leiden and the factor II mutation, either in the presence or absence of concomitant genetic or exogenous risk factors. It further focuses on acquired APC resistance in conditions that are known as risk factors for venous thromboembolism, particularly the use of oral contraceptives, pregnancy and major surgery.
- Published
- 2001
31. Liver disease and inherited or acquired coagulation disorders:Scylla and Charibdys of therapy
- Author
-
Meijer, Karina, Meijer, Karina, Meijer, Karina, and Meijer, Karina
- Published
- 2002
32. Thrombophilia or thrombophobia:clinical implications of recently identified thrombophilic disorders
- Author
-
Meinardi, Johan Remko, Meinardi, Johan Remko, Meinardi, Johan Remko, and Meinardi, Johan Remko
- Abstract
There is growing evidence that venous thromboembolism often results from an interaction between various genetic and/or exogenous risk factors. An increasing number of thrombophilic disorders has been identified, like inherited resistance to activated protein C (APC) due to factor V Leiden, and the prothrombin G20210A gene (factor II) mutation. Factor VLeiden is found in about 20% of consecutive patients with venous thromboembolism and in 50% of selected patients, the factor II mutation in 3% and 18% of these patients, respectively. This thesis mainly deals with the clinical expression of factor V Leiden and the factor II mutation, either in the presence or absence of concomitant genetic or exogenous risk factors. It further focuses on acquired APC resistance in conditions that are known as risk factors for venous thromboembolism, particularly the use of oral contraceptives, pregnancy and major surgery.
- Published
- 2001
33. Dietary non-nutrients and haemostasis in humans : effects of salicylates, flavonoids and ginger
- Subjects
aspirin ,circulatory disorders ,cardiovascular disorders ,salicylic acid ,blood coagulation ,flavonen ,flavones ,bloedstoornissen ,flavonolen ,salicylzuur ,blood disorders ,spices ,VLAG ,Human Nutrition & Health ,specerijen ,hart- en vaatziekten ,Humane Voeding & Gezondheid ,aspirine ,condiments ,flavonols ,cardiovascular diseases ,bloedstolling ,vaatziekten ,kruiderijen ,flavonoids ,flavonoïden ,hart- en vaatstoornissen ,vascular diseases ,bloedsomloopstoornissen - Abstract
In this thesis we studied the content of acetylsalicylate and total salicylates in foods, and we studied the effects of the dietary non-nutrients salicylates and flavonoids and of certain foods on haemostatic parameters in humans.Acetylsalicylic acid -aspirin- irreversibly inhibits platelet cyclo-oxygenase, leading to decreased platelet thromboxane A 2 production and decreased aggregation. Therefore it is effective as an anti-thrombotic drug in doses as low as 30 mg/d. Qualitative analyses by Swain et al suggested the presence of acetylsalicylate in foods. It was estimated that a normal mixed Western diet provides 10-200 mg/d of total salicylate and 3 mg/d of acetylsalicylate. We showed in 10 healthy subjects that 3 mg/d of acetylsalicylic acid decreased mean platelet thromboxane production by 39±8% (±sd). Thus, quantitative data on dietary acetylsalicylate deserved closer investigation. We determined acetylsalicylate and total salicylates in 30 foods using HPLC with fluorescence detection. Acetylsalicylate was lower than the detection limit (0.02 mg/kg for fresh and 0.2 mg/kg for dried products) in all foods. Total salicylates were 0-1 mg/kg in vegetables and fruits, and 3-28 mg/kg in herbs and spices. We showed that urinary excretion was a valid indicator for intake of pure (acetyl)salicylic acid (recovery 77-80%). We then studied urinary salicylate excretion in 17 subjects eating a variety of diets to estimate the content of bio-available salicylates of diets. Median excretion was 1.4 mg/24 h (range 0.8-1.6). Our data suggest that even purely vegetable diets provide less than 6 mg/d of salicylates, and no measurable acetylsalicylate. These amounts are probably too low to affect coronary heart disease risk, and worries about adverse effects of dietary salicylates on the behaviour of children may be unfounded.Others found that dietary flavonoids were associated with a reduced risk of coronary heart disease and stroke. This might be due to effects on haemostasis, because flavonoids have been reported to inhibit platelet aggregation in vitro . We found that concentrations of 2.5μM of the flavone apigenin inhibited collagen- and ADP-induced platelet aggregation in vitro by about 26%, whereas the flavonols quercetin and quercetin-3-glucoside had no effect. No effects were found on platelet aggregation, thromboxane production, or other haemostatic parameters in 18 healthy subjects after they had consumed large amounts of quercetin- (onions) and apigenin-rich (parsley) foods daily for 7 d each. We conclude that claims for anti-aggregatory effects of flavonoids are based on the in vitro use of concentrations that cannot be attained in vivo . Our findings suggest that it is unlikely that reported effects of dietary flavonoids on coronary vascular disease risk are mediated through platelet aggregation or cyclo-oxygenase activity. Possible effects on known risk indicators for coronary heart disease from the coagulation cascade or the fibrinolytic system should be examined in a larger study.It has been claimed that ginger consumption exerts an anti-thrombotic effect by inhibiting platelet thromboxane production. We, however, found no effects on platelet thromboxane production in a placebo-controlled cross-over study in 18 healthy subjects after consumption of raw (-1±9%, mean±sd) or cooked ginger (1±8%).We conclude that contents of (acetyl)salicylate in foods are too low to affect disease risk. We could not confirm the putative anti-thrombotic effect of ginger, onions and parsley on haemostatic parameters in humans.
- Published
- 1997
34. Dietary non-nutrients and haemostasis in humans : effects of salicylates, flavonoids and ginger
- Author
-
Janssen, P.L.T.M.K., Agricultural University, M.B. Katan, W.A. van Staveren, and R.P. Mensink
- Subjects
aspirin ,circulatory disorders ,cardiovascular disorders ,salicylic acid ,blood coagulation ,flavonen ,flavones ,bloedstoornissen ,flavonolen ,salicylzuur ,blood disorders ,spices ,VLAG ,Human Nutrition & Health ,specerijen ,hart- en vaatziekten ,Humane Voeding & Gezondheid ,aspirine ,condiments ,flavonols ,cardiovascular diseases ,bloedstolling ,vaatziekten ,kruiderijen ,flavonoids ,flavonoïden ,hart- en vaatstoornissen ,vascular diseases ,bloedsomloopstoornissen - Abstract
In this thesis we studied the content of acetylsalicylate and total salicylates in foods, and we studied the effects of the dietary non-nutrients salicylates and flavonoids and of certain foods on haemostatic parameters in humans.Acetylsalicylic acid -aspirin- irreversibly inhibits platelet cyclo-oxygenase, leading to decreased platelet thromboxane A 2 production and decreased aggregation. Therefore it is effective as an anti-thrombotic drug in doses as low as 30 mg/d. Qualitative analyses by Swain et al suggested the presence of acetylsalicylate in foods. It was estimated that a normal mixed Western diet provides 10-200 mg/d of total salicylate and 3 mg/d of acetylsalicylate. We showed in 10 healthy subjects that 3 mg/d of acetylsalicylic acid decreased mean platelet thromboxane production by 39±8% (±sd). Thus, quantitative data on dietary acetylsalicylate deserved closer investigation. We determined acetylsalicylate and total salicylates in 30 foods using HPLC with fluorescence detection. Acetylsalicylate was lower than the detection limit (0.02 mg/kg for fresh and 0.2 mg/kg for dried products) in all foods. Total salicylates were 0-1 mg/kg in vegetables and fruits, and 3-28 mg/kg in herbs and spices. We showed that urinary excretion was a valid indicator for intake of pure (acetyl)salicylic acid (recovery 77-80%). We then studied urinary salicylate excretion in 17 subjects eating a variety of diets to estimate the content of bio-available salicylates of diets. Median excretion was 1.4 mg/24 h (range 0.8-1.6). Our data suggest that even purely vegetable diets provide less than 6 mg/d of salicylates, and no measurable acetylsalicylate. These amounts are probably too low to affect coronary heart disease risk, and worries about adverse effects of dietary salicylates on the behaviour of children may be unfounded.Others found that dietary flavonoids were associated with a reduced risk of coronary heart disease and stroke. This might be due to effects on haemostasis, because flavonoids have been reported to inhibit platelet aggregation in vitro . We found that concentrations of 2.5μM of the flavone apigenin inhibited collagen- and ADP-induced platelet aggregation in vitro by about 26%, whereas the flavonols quercetin and quercetin-3-glucoside had no effect. No effects were found on platelet aggregation, thromboxane production, or other haemostatic parameters in 18 healthy subjects after they had consumed large amounts of quercetin- (onions) and apigenin-rich (parsley) foods daily for 7 d each. We conclude that claims for anti-aggregatory effects of flavonoids are based on the in vitro use of concentrations that cannot be attained in vivo . Our findings suggest that it is unlikely that reported effects of dietary flavonoids on coronary vascular disease risk are mediated through platelet aggregation or cyclo-oxygenase activity. Possible effects on known risk indicators for coronary heart disease from the coagulation cascade or the fibrinolytic system should be examined in a larger study.It has been claimed that ginger consumption exerts an anti-thrombotic effect by inhibiting platelet thromboxane production. We, however, found no effects on platelet thromboxane production in a placebo-controlled cross-over study in 18 healthy subjects after consumption of raw (-1±9%, mean±sd) or cooked ginger (1±8%).We conclude that contents of (acetyl)salicylate in foods are too low to affect disease risk. We could not confirm the putative anti-thrombotic effect of ginger, onions and parsley on haemostatic parameters in humans.
- Published
- 1997
35. Fibrinolysis and platelet dysfunction during cardiopulmonary bypass
- Subjects
Bloedstolling ,Fibrinolyse ,Proefschriften (vorm) ,cardiologie ,Hartlongmachine - Published
- 1995
36. Fibrinolysis and platelet dysfunction during cardiopulmonary bypass
- Subjects
Bloedstolling ,Fibrinolyse ,Proefschriften (vorm) ,cardiologie ,Hartlongmachine - Published
- 1995
37. Dietary non-nutrients and haemostasis in humans : effects of salicylates, flavonoids and ginger
- Author
-
Katan, M.B., van Staveren, W.A., Mensink, R.P., Janssen, P.L.T.M.K., Katan, M.B., van Staveren, W.A., Mensink, R.P., and Janssen, P.L.T.M.K.
- Abstract
In this thesis we studied the content of acetylsalicylate and total salicylates in foods, and we studied the effects of the dietary non-nutrients salicylates and flavonoids and of certain foods on haemostatic parameters in humans.Acetylsalicylic acid -aspirin- irreversibly inhibits platelet cyclo-oxygenase, leading to decreased platelet thromboxane A 2 production and decreased aggregation. Therefore it is effective as an anti-thrombotic drug in doses as low as 30 mg/d. Qualitative analyses by Swain et al suggested the presence of acetylsalicylate in foods. It was estimated that a normal mixed Western diet provides 10-200 mg/d of total salicylate and 3 mg/d of acetylsalicylate. We showed in 10 healthy subjects that 3 mg/d of acetylsalicylic acid decreased mean platelet thromboxane production by 39±8% (±sd). Thus, quantitative data on dietary acetylsalicylate deserved closer investigation. We determined acetylsalicylate and total salicylates in 30 foods using HPLC with fluorescence detection. Acetylsalicylate was lower than the detection limit (0.02 mg/kg for fresh and 0.2 mg/kg for dried products) in all foods. Total salicylates were 0-1 mg/kg in vegetables and fruits, and 3-28 mg/kg in herbs and spices. We showed that urinary excretion was a valid indicator for intake of pure (acetyl)salicylic acid (recovery 77-80%). We then studied urinary salicylate excretion in 17 subjects eating a variety of diets to estimate the content of bio-available salicylates of diets. Median excretion was 1.4 mg/24 h (range 0.8-1.6). Our data suggest that even purely vegetable diets provide less than 6 mg/d of salicylates, and no measurable acetylsalicylate. These amounts are probably too low to affect coronary heart disease risk, and worries about adverse effects of dietary salicylates on the behaviour of children may be unfounded.Others found that dietary flavonoids were associated with a reduced risk of coronary heart disease and stroke. This might be due to effects on haemostasis, be
- Published
- 1997
38. Fibrinolytic properties of low and high molecular weight single-chain urokinase-type plasminogen activator
- Author
-
Munk, G.A.W. de, Gaubius instituut Instituut voor verouderings- en vaatziekten onderzoek TNO, and TU Delft, Delft University of Technology
- Subjects
Bloedstolling ,Fibrinolysis ,Biology - Published
- 1993
39. Fibrinolytic properties of low and high molecular weight single-chain urokinase-type plasminogen activator
- Subjects
Bloedstolling ,Fibrinolysis ,Biology - Published
- 1993
40. Cardiopulmonary bypass and hemostasis
- Subjects
Bloedstolling ,surgical procedures, operative ,Proefschriften (vorm) ,cardiologie ,Hartlongmachine ,circulatory and respiratory physiology - Abstract
In chapter 1, we recalled that intracardiac defects can only be corrected when cardiopulmonary circulation is maintained by extracorporeal criculation and ventilation. To prevent clot formation in this artificial circuit, the socalled cardiopulmonary bypass (CPB), we completely depend on the anticoagulatory properties of heparin. Heparin inhibits the clotting system, which is triggered via the intrinsic pathway by blood-material interaction.... Zie: Summary
- Published
- 1992
41. Haemostase en het effect van voedingsvet
- Author
-
Cavelaars, A.E.J.M., Mennen, L.I., Verhoef, P., Dekker, J.M., and Kok, F.J.
- Subjects
fats ,hart- en vaatziekten ,cardiovascular disorders ,blood coagulation ,cardiovascular diseases ,bloedstolling ,vaatziekten ,nutrition ,bloedstoornissen ,hart- en vaatstoornissen ,voeding ,blood disorders ,vascular diseases ,vetten - Abstract
Een hoge consumptie van visolie die rijk is aan eicosapentaeenzuur, vermindert de bloedplaatjesaggregatie en daarmee het riisco op hart- en vaatziekte
- Published
- 1992
42. Cardiopulmonary bypass and hemostasis
- Subjects
Bloedstolling ,Proefschriften (vorm) ,cardiologie ,Hartlongmachine - Abstract
In chapter 1, we recalled that intracardiac defects can only be corrected when cardiopulmonary circulation is maintained by extracorporeal criculation and ventilation. To prevent clot formation in this artificial circuit, the socalled cardiopulmonary bypass (CPB), we completely depend on the anticoagulatory properties of heparin. Heparin inhibits the clotting system, which is triggered via the intrinsic pathway by blood-material interaction.... Zie: Summary
- Published
- 1992
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.