23 results on '"Nationale identiteit"'
Search Results
2. Terugkeer van de native: ‘echte’ of ‘onechte’ Nederlander?
- Subjects
nationale identiteit ,nativisme ,populisme ,nationalisme ,racisme - Abstract
Het boek The Return of the Native onderzoekt de terugkeer van nativisme. Auteurs Jan Willem Duyvendak en Josip Kesic schrijven over het veelgemaakte onderscheid tussen ‘echte’ en ‘onechte’ Nederlanders.
- Published
- 2023
3. Transnationalizing National Characterization: Meta-Images and the Centre-Periphery Dynamics in Spain and the South Slavic Region
- Subjects
beeldvorming ,nationale identiteit ,Oost-Europa ,stereotypen ,Spanje - Abstract
This article compares two similar yet never compared cases of intra-European othering: Spain and the South Slavic region. Their common denominator is what I call the Periphery Problem: a hierarchical cultural difference between Europe’s symbolic centre (Western Europe) and its exotic peripheries. Using paradigmatic examples intertextually linked to Prosper Mérimée, this article focuses both on the centre (exemplified by Mérimée), and the peripheries’ recent responses to Mérimée through meta-images (your image of others’ image of you). The structural commonalities in characterization and the entanglements of internal and external images show that national characterization in Europe is profoundly a transnational phenomenon.
- Published
- 2022
4. Transnationalizing National Characterization: Meta-Images and the Centre-Periphery Dynamics in Spain and the South Slavic Region
- Author
-
Kesic, J., Edtstadler, K., Folie, S., Zocco, G., and ARTES (FGw)
- Subjects
beeldvorming ,nationale identiteit ,Oost-Europa ,stereotypen ,Spanje - Abstract
This article compares two similar yet never compared cases of intra-European othering: Spain and the South Slavic region. Their common denominator is what I call the Periphery Problem: a hierarchical cultural difference between Europe’s symbolic centre (Western Europe) and its exotic peripheries. Using paradigmatic examples intertextually linked to Prosper Mérimée, this article focuses both on the centre (exemplified by Mérimée), and the peripheries’ recent responses to Mérimée through meta-images (your image of others’ image of you). The structural commonalities in characterization and the entanglements of internal and external images show that national characterization in Europe is profoundly a transnational phenomenon.
- Published
- 2022
5. Places of empire: The making of an imperial environment in Western Europe, 1860-1960
- Author
-
Groten, Miel Peter and Groten, Miel Peter
- Abstract
Nederlands (for English, see below) Dit proefschrift beargumenteert dat architectuur een imperiale omgeving creëerde waarin Europeanen op allerlei manieren werden betrokken met overzees imperialisme, tussen 1860 en 1960. Imperialisme is lang gezien als iets dat uitsluitend buiten Europa effect had. Aansluitend bij recente inzichten illustreert dit onderzoek dat de koloniale impact ook in Europa groot en concreet was - zo concreet, dat het imperialisme in de 19e en 20e eeuw de gebouwde omgeving van Europese steden mede vormde. In de context van hechter wordende banden tussen moederland en kolonie, een globaliserende wereldeconomie, en architectonische innovatie verrezen in Europa talloze gebouwen met imperiale connecties: monumenten, musea en ministeries, maar ook fabrieken, havens, kantoren, en missie- en zendingshuizen. Samen betrokken deze gebouwen allerlei groepen in Europese samenlevingen bij de expansie overzee, van politici en industriëlen tot arbeiders en toeristen. Beeldhouwwerk en schilderingen, maar ook posters, advertenties, en de namen van de gebouwen verwezen naar hun koloniale verwikkelingen. Bovendien versterkte deze verwikkeling ook stedelijke, nationale, en Europese identiteiten. Op stedelijk en landelijk niveau ontleenden steden en naties hun identiteit aan hun koloniale rol. Op Europees niveau groeide de overtuiging dat de koloniserende landen een dominante Europese beschaving vormden met een gezamenlijke koloniale missie. De revue passeren onder andere de rijstpellerijen van de Zaanstreek en het Koloniaal Instituut in Amsterdam, maar ook de koloniale connecties van steden als Parijs, Glasgow, Hamburg en Londen. English This dissertation argues that between 1860 and 1960, architecture created an imperial environment in which Europeans were involved with overseas empire in manifold ways. Imperialism has long been seen as something that affected only ‘colonial’ regions outside of Europe. Following recent insights, however, this stud
- Published
- 2021
6. Places of empire
- Author
-
Groten, Miel Peter, Legene, Susan, Schmidt, FH, Art and Culture, History, Antiquity, and CLUE+
- Subjects
colonialism ,architecture ,local history ,kolonialisme ,cultuur ,nationale identiteit ,ideology ,Imperialism ,erfgoed ,ideologie ,culture ,heritage ,lokale geschiedenis ,stadsgeschiedenis ,urban history ,national identity ,architectuur ,Imperialisme - Abstract
Nederlands (for English, see below)Dit proefschrift beargumenteert dat architectuur een imperiale omgeving creëerde waarin Europeanen op allerlei manieren werden betrokken met overzees imperialisme, tussen 1860 en 1960. Imperialisme is lang gezien als iets dat uitsluitend buiten Europa effect had. Aansluitend bij recente inzichten illustreert dit onderzoek dat de koloniale impact ook in Europa groot en concreet was - zo concreet, dat het imperialisme in de 19e en 20e eeuw de gebouwde omgeving van Europese steden mede vormde. In de context van hechter wordende banden tussen moederland en kolonie, een globaliserende wereldeconomie, en architectonische innovatie verrezen in Europa talloze gebouwen met imperiale connecties: monumenten, musea en ministeries, maar ook fabrieken, havens, kantoren, en missie- en zendingshuizen. Samen betrokken deze gebouwen allerlei groepen in Europese samenlevingen bij de expansie overzee, van politici en industriëlen tot arbeiders en toeristen. Beeldhouwwerk en schilderingen, maar ook posters, advertenties, en de namen van de gebouwen verwezen naar hun koloniale verwikkelingen. Bovendien versterkte deze verwikkeling ook stedelijke, nationale, en Europese identiteiten. Op stedelijk en landelijk niveau ontleenden steden en naties hun identiteit aan hun koloniale rol. Op Europees niveau groeide de overtuiging dat de koloniserende landen een dominante Europese beschaving vormden met een gezamenlijke koloniale missie. De revue passeren onder andere de rijstpellerijen van de Zaanstreek en het Koloniaal Instituut in Amsterdam, maar ook de koloniale connecties van steden als Parijs, Glasgow, Hamburg en Londen.EnglishThis dissertation argues that between 1860 and 1960, architecture created an imperial environment in which Europeans were involved with overseas empire in manifold ways. Imperialism has long been seen as something that affected only ‘colonial’ regions outside of Europe. Following recent insights, however, this study shows that the imperial impact was large and concrete in Europe, too – so concrete that imperialism helped shape the built environment of European cities in the. In the context of intensifying connections between metropole and colonies, a globalising world economy, and architectural innovation, countless buildings with imperial connections were erected in Europe: monuments, museums, and ministries, but also factories, docks, offices, and mission houses. Together, these buildings involved various groups in European societies with overseas expansion, from politicians and industrialists to workers and tourists. Sculpture and murals, but also posters, advertisements, and the names of buildings referred to their imperial entanglements. Furthermore, this entanglement reinforced civic, national, and European identities. On the urban and national level, cities and nations derived their identity from their imperial role. On the European level, the conviction grew that the colonising countries formed a dominant European civilisation with a collective colonial mission.
- Published
- 2021
7. Places of empire
- Subjects
colonialism ,architecture ,local history ,kolonialisme ,cultuur ,nationale identiteit ,ideology ,Imperialism ,erfgoed ,ideologie ,culture ,heritage ,lokale geschiedenis ,stadsgeschiedenis ,urban history ,national identity ,architectuur ,Imperialisme - Abstract
Nederlands (for English, see below)Dit proefschrift beargumenteert dat architectuur een imperiale omgeving creëerde waarin Europeanen op allerlei manieren werden betrokken met overzees imperialisme, tussen 1860 en 1960. Imperialisme is lang gezien als iets dat uitsluitend buiten Europa effect had. Aansluitend bij recente inzichten illustreert dit onderzoek dat de koloniale impact ook in Europa groot en concreet was - zo concreet, dat het imperialisme in de 19e en 20e eeuw de gebouwde omgeving van Europese steden mede vormde. In de context van hechter wordende banden tussen moederland en kolonie, een globaliserende wereldeconomie, en architectonische innovatie verrezen in Europa talloze gebouwen met imperiale connecties: monumenten, musea en ministeries, maar ook fabrieken, havens, kantoren, en missie- en zendingshuizen. Samen betrokken deze gebouwen allerlei groepen in Europese samenlevingen bij de expansie overzee, van politici en industriëlen tot arbeiders en toeristen. Beeldhouwwerk en schilderingen, maar ook posters, advertenties, en de namen van de gebouwen verwezen naar hun koloniale verwikkelingen. Bovendien versterkte deze verwikkeling ook stedelijke, nationale, en Europese identiteiten. Op stedelijk en landelijk niveau ontleenden steden en naties hun identiteit aan hun koloniale rol. Op Europees niveau groeide de overtuiging dat de koloniserende landen een dominante Europese beschaving vormden met een gezamenlijke koloniale missie. De revue passeren onder andere de rijstpellerijen van de Zaanstreek en het Koloniaal Instituut in Amsterdam, maar ook de koloniale connecties van steden als Parijs, Glasgow, Hamburg en Londen.EnglishThis dissertation argues that between 1860 and 1960, architecture created an imperial environment in which Europeans were involved with overseas empire in manifold ways. Imperialism has long been seen as something that affected only ‘colonial’ regions outside of Europe. Following recent insights, however, this study shows that the imperial impact was large and concrete in Europe, too – so concrete that imperialism helped shape the built environment of European cities in the. In the context of intensifying connections between metropole and colonies, a globalising world economy, and architectural innovation, countless buildings with imperial connections were erected in Europe: monuments, museums, and ministries, but also factories, docks, offices, and mission houses. Together, these buildings involved various groups in European societies with overseas expansion, from politicians and industrialists to workers and tourists. Sculpture and murals, but also posters, advertisements, and the names of buildings referred to their imperial entanglements. Furthermore, this entanglement reinforced civic, national, and European identities. On the urban and national level, cities and nations derived their identity from their imperial role. On the European level, the conviction grew that the colonising countries formed a dominant European civilisation with a collective colonial mission.
- Published
- 2021
8. Poolse compendia over Zuid-Afrika in het begin van de 20 eeuw: De Aesopische uitweg.
- Author
-
ZAJAS, PAWEŁ
- Subjects
- *
WAR , *SOUTH African War, 1899-1902 , *AFRIKANERS , *POLITICAL science , *LIBERTY - Abstract
This paper focuses on the historical accounts of South Africa published in Polish at the time of the Second Anglo-Boer War. That period was marked by the most intense European interest for South Africa. The Polish response to the Anglo-Boer conflict was no less animated, with its own specific social-historical background. Between 1795-1918, as a result of the partitions of Poland by three powerful neighbours: Russia, Prussia (later Germany) and the Austro-Hungarian Empire, the country was missing from the map of Europe. It was in the Russian occupation zone in Warsaw that the support for the fighting Boers was most clearly visible. In the German and the Habsburgian sectors, the publicity of the conflict was much more balanced. A hypothetical defeat of the English posed a threat of further strengthening the political status of Germany, which would be likely to exert an adverse effect on the fate of Poland. In all three partition zones, however, the context of the attempts at the liberation of the small Boer Republics and their uprising against the British Empire was compared to the subjugation of Poland. The comparisons were conducted in a subtle and careful manner, particularly in the Russian and German zones where the preventive censorship was the strictest. Since any direct call for the preservation of the national identity would have been too dangerous, writers imposed their own restrictions on their texts, evading interference on the side of an official censor. In this way, the Anglo-Boer War became a perfect ersatz for the expression of the idea of liberation. Polish writers applied a specific code of communication, the Aesopian language, in order to depict similarities between Poles and Boers. Lev Loseff defined this specific strategy as "a special literary system, one whose structure allows interaction between author and reader at the same time that it conceals inadmissible content from the censor". The Aesopian style of writings on the Polish-South African connection will be illustrated here on the basis of two books on South Africa published shortly after the outbreak of the Second Anglo-Boer War and intended to make Polish readers familiar with the history of the Boer Republics and the background of the British-Boer conflict. The first book, Transvaal and the Boers (1899), was an adaptation based on a publication of a German philologist and specialist in the field of African languages, August Seidel, and originally printed in 1898. The introduction to this volume, which constitutes the basis for the analysis in this paper, was written by Julian Ochorowicz. The second book under scrutiny here -- The Boers and Kruger: An outline of the history of Transvaal (1900), written by Zugmunt Słupski, was a response to the Polish version of the aforementioned publication by Seidel. … [ABSTRACT FROM AUTHOR]
- Published
- 2009
9. Publieke televisie als project van de moderniteit: nationale identiteit en opvoeding in de programmatie van de Vlaamse openbare televisie.
- Author
-
Van den Bukk, Hilde
- Published
- 1999
- Full Text
- View/download PDF
10. Denkend aan Nederland… Een verslag
- Subjects
Nationale identiteit ,historische canon - Abstract
Een verslag van het KNHG voorjaarscongres 2018 over Erfgoed, Canon en Nationale identiteit in Politiek en Media.
- Published
- 2018
11. Denkend aan Nederland… Een verslag
- Subjects
Nationale identiteit ,historische canon - Abstract
Een verslag van het KNHG voorjaarscongres 2018 over Erfgoed, Canon en Nationale identiteit in Politiek en Media.
- Published
- 2018
12. Un ancêtre pérenne pour dire une identité multiple
- Author
-
Laurence Boudart and Marc Quaghebeur
- Subjects
Linguistics and Language ,History ,national identity ,Belgian francophone literature ,Charlemagne ,theatre ,Literature and Literary Theory ,Karel de Grote ,Franstalige Belgische literatuur ,theater ,nationale identiteit ,Littérature belge francophone ,identité nationale ,théâtre ,Language and Linguistics - Abstract
A Perennial Ancestor with Multiple Identities. Unlike Charles the Bold or Charles V, the figure of Charlemagne does not constitute a common theme in francophone Belgian literary imagination. On the other hand, it does appear forcefully in a manner that could be described as cultural and transversal, at the time of the Nazi occupation and its atrocities. It represents a figure that also has its share in the imagination of the occupier. In the writings of Herman Closson, Pierre Nothomb or Oscar-Paul Gilbert, it takes on, on the one hand, more “ Belgian”, on the other, more “ European”, and finally, more “ Belgo-French” connotations., À la différence de celles de Charles le Téméraire ou de Charles Quint, la figure de Charlemagne ne constitue pas un fil rouge de l’imaginaire littéraire francophone belge. Elle surgit en revanche avec force, et d’une manière que l’on pourrait qualifier de culturelle et de transversale, à l’heure de l’occupation et de l’abjection nazies – cette mémoire mythique faisant partie, elle aussi, de l’imaginaire de l’occupant. Chez Herman Closson, Pierre Nothomb ou Oscar-Paul Gilbert, elle prend des connotations, d’un côté plus «belges » ; de l’autre, plus «européennes » ; et, enfin, plus «belgo-françaises » ., Een blijvende voorouder met verschillende identiteiten. In tegenstelling tot de personages van Karel de Stoute of Karel de Vijfde, vormt Karel de Grote geen rode draad in de Belgische Franstalige literaire verbeelding. Zijn personage duikt echter op, en wel op een manier die men zou kunnen omschrijven als cultureel en transversaal, tijdens de nazibezetting – een personage dat eveneens deel uitmaakt van de verbeelding van de bezetter. Bij Herman Closson, Pierre Nothomb en Oscar-Paul Gilbert neemt Karel de Grote ofwel een meer “ Belgische” gevoelswaarde aan, ofwel een meer “ Europese” of krijgt deze tot slot een meer “ Belgisch-Franse” connotatie., Boudart Laurence, Quaghebeur Marc. Un ancêtre pérenne pour dire une identité multiple. In: Revue belge de philologie et d'histoire, tome 93, fasc. 3-4, 2015. Histoire médiévale moderne et contemporaine - Middeleeuwse moderne en hedendaagse geschiedenis. pp. 791-810.
- Published
- 2015
13. Messages from the Black Hole
- Subjects
Nationale identiteit ,Bellettrie ,Proefschriften (vorm) ,Russische letterkunde ,Rusland ,2000-2010 ,1990-2000 ,Postcommunisme - Abstract
Dit proefschrift onderzoekt in een aantal case studies hoe Russische literatuur uit de periode 1990-2010 zich verhoudt tot het debat over een “Russische identiteit”. Het analyseert hoe speelse en ironische benaderingen van dit klemmende vraagstuk in de literatuur rond de eeuwwisseling langzaam plaatsmaken voor meer zelfverzekerde visies op Ruslands unieke “karakter”, “idee” of “missie”. Ik laat zien hoe terugkerende verwijzingen in de literatuur naar “het imperium” als Ruslands natuurlijke bestaansvorm hierbij verbonden zijn met een nieuwe culturele zelfverzekerdheid. In recente literatuur staat “het imperium” telkens voor een verlangde sociale en geografische eenheid en voor een veronderstelde historische continuïteit van de Russische cultuur. Mijn analyses suggereren dat de verschuivingen in de literaire representatie van identiteit deels voortvloeien uit een breed gevoelde vermoeidheid met de toon van populair postmodern proza uit de jaren ’90, waarin “het Russische vraagstuk” vaak op een ironische of relativerende manier werd benaderd. Deze observatie bepaalt de structuur van de dissertatie: in Deel I van deze studie onderzoek ik de preoccupatie van postmoderne schrijvers als Viktor Pelevin en Vladimir Sorokin met een Russische identiteitscrisis; in Deel II analyseer ik werken van Pavel Krusanov, Dmitrij Bykov, Eduard Limonov en Aleksandr Prochanov waarin de benadering van een “Russische identiteit” zich voorbij post-sovjet en postmoderne twijfels beweegt.
- Published
- 2013
14. Messages from the Black Hole
- Subjects
Nationale identiteit ,Bellettrie ,Proefschriften (vorm) ,Russische letterkunde ,Rusland ,2000-2010 ,1990-2000 ,Postcommunisme - Abstract
Dit proefschrift onderzoekt in een aantal case studies hoe Russische literatuur uit de periode 1990-2010 zich verhoudt tot het debat over een “Russische identiteit”. Het analyseert hoe speelse en ironische benaderingen van dit klemmende vraagstuk in de literatuur rond de eeuwwisseling langzaam plaatsmaken voor meer zelfverzekerde visies op Ruslands unieke “karakter”, “idee” of “missie”. Ik laat zien hoe terugkerende verwijzingen in de literatuur naar “het imperium” als Ruslands natuurlijke bestaansvorm hierbij verbonden zijn met een nieuwe culturele zelfverzekerdheid. In recente literatuur staat “het imperium” telkens voor een verlangde sociale en geografische eenheid en voor een veronderstelde historische continuïteit van de Russische cultuur. Mijn analyses suggereren dat de verschuivingen in de literaire representatie van identiteit deels voortvloeien uit een breed gevoelde vermoeidheid met de toon van populair postmodern proza uit de jaren ’90, waarin “het Russische vraagstuk” vaak op een ironische of relativerende manier werd benaderd. Deze observatie bepaalt de structuur van de dissertatie: in Deel I van deze studie onderzoek ik de preoccupatie van postmoderne schrijvers als Viktor Pelevin en Vladimir Sorokin met een Russische identiteitscrisis; in Deel II analyseer ik werken van Pavel Krusanov, Dmitrij Bykov, Eduard Limonov en Aleksandr Prochanov waarin de benadering van een “Russische identiteit” zich voorbij post-sovjet en postmoderne twijfels beweegt.
- Published
- 2013
15. Muziek onder druk: Vlaamse eisen in het programmabeleid van de radio in het interbellum
- Author
-
Goessens, Lieselotte, Buys, Kristin Van Den, Segers, Katia, and ECHO: Onderzoeksgroep media, cultuur en politiek
- Subjects
Vlaamse muziek ,vroege radio ,nationale identiteit ,national identity ,nationale muziek ,omroepverenigingen ,emancipation ,NIR ,radio history ,Vlaamse emancipatie - Abstract
In dit hoofdstuk, dat kadert in een boek rond de geschiedenis van het vroegere omroeporkest / huidige Brussels Philharmonic, schetst Lieselotte Goessens hoe de inbedding van de vroege radio-orkesten in de omroep heel wat implicaties had. Eén daarvan is dat de orkesten meedeinden op de perikelen van de omroep, onder meer in verband met haar taak ten aanzien van de 'nationale cultuur'. De sterker wordende stem van de Vlaamse ontvoogding liet zich dan ook in de omroep gevoelen en had een sterke invloed op haar muziekprogrammatie. Goessens toont aan hoe muziek een middel was om de 'nationale taak' van de omroep waar te maken voor de Vlamingen. Zij toont dit onder meer aan op basis van de programmatie van de Vlaamse omroepverenigingen die tussen 1928 en 1931 begonnen met uitzenden en die uitzendtijd kregen op de Openbare Omroep van zodra die in 1931 startte met uitzenden.
- Published
- 2013
16. Ideologie, politiek en muziek. Studie naar de bijdrage van het muziekbeleid van de Vlaamse publieke radio-omroep (N.I.R. en omroepverenigingen) tot de constructie van een Vlaamse culturele identiteit, 1929-1939
- Author
-
Goessens, Lieselotte, Erasmushogeschool Brussel, Communicatiewetenschappen, Koninklijk Conservatorium Brussel, and ECHO: Onderzoeksgroep media, cultuur en politiek
- Subjects
radio ,nationale identiteit ,media ,Vlaamse Radio ,Culturele identiteit - Abstract
/
- Published
- 2011
17. Messages from the Black Hole:post-Soviet literature in search of a Russian identity
- Author
-
Noordenbos, Boris, Noordenbos, Boris, Noordenbos, Boris, and Noordenbos, Boris
- Abstract
Dit proefschrift onderzoekt in een aantal case studies hoe Russische literatuur uit de periode 1990-2010 zich verhoudt tot het debat over een “Russische identiteit”. Het analyseert hoe speelse en ironische benaderingen van dit klemmende vraagstuk in de literatuur rond de eeuwwisseling langzaam plaatsmaken voor meer zelfverzekerde visies op Ruslands unieke “karakter”, “idee” of “missie”. Ik laat zien hoe terugkerende verwijzingen in de literatuur naar “het imperium” als Ruslands natuurlijke bestaansvorm hierbij verbonden zijn met een nieuwe culturele zelfverzekerdheid. In recente literatuur staat “het imperium” telkens voor een verlangde sociale en geografische eenheid en voor een veronderstelde historische continuïteit van de Russische cultuur. Mijn analyses suggereren dat de verschuivingen in de literaire representatie van identiteit deels voortvloeien uit een breed gevoelde vermoeidheid met de toon van populair postmodern proza uit de jaren ’90, waarin “het Russische vraagstuk” vaak op een ironische of relativerende manier werd benaderd. Deze observatie bepaalt de structuur van de dissertatie: in Deel I van deze studie onderzoek ik de preoccupatie van postmoderne schrijvers als Viktor Pelevin en Vladimir Sorokin met een Russische identiteitscrisis; in Deel II analyseer ik werken van Pavel Krusanov, Dmitrij Bykov, Eduard Limonov en Aleksandr Prochanov waarin de benadering van een “Russische identiteit” zich voorbij post-sovjet en postmoderne twijfels beweegt.
- Published
- 2013
18. Die muere van onse voorouders : opgravingen van vestingwerken aan de noordkant van alkmaar (2006-2009)
- Author
-
Bitter, Peter, Beemster, K., Peter Bitter, met bijdr. van Karin Beemster ... [et al.], and Monumentenzorg en Archeologie, Gemeente Alkmaar
- Subjects
Huizen ,Droogmakerijen ,molens ,heipaal ,Brug (INFR.BRUG) ,Aarden constructies ,ploegsporen ,Nationale identiteit ,voorlopers ,Strandwallen ,fasering ,Bolwerk (BEWV.BW) ,Dendrochronologie ,Locale geschiedenis ,Nieuwe tijd ,stadsmuur ,funderingen ,Kogels ,eensteens ,Handwerk ,Archaeology ,Akker (APVV.AK) ,bastion ,beschoeiing ,Aardwerk (BEWV.AW) ,Muurwerk ,Sloop ,Historisch onderzoek ,Archiefonderzoek ,Walmuren ,Spaanse tijd ,greppels ,Visualisatie ,Aanpassing ,Metselverband ,stadsarcheologie ,ijzer ,Belegeringen ,Tachtigjarige Oorlog ,archeologie ,Vestingwerken ,kloosterterrein ,Bruggenhoofd ,opgravingen ,Vervorming ,proefputten/proefsleuven IVO-P (APP) ,Nieuwe Tijd (NT) ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,Puin ,akkerlaag ,Duin ,Grondradar ,Stadsuitbreiding ,Spaarboog ,Gracht ,Demping ,cultuurlaag ,Late Middeleeuwen B (MELB) ,Oorlogen ,Baksteen ,Functieverandering ,Bolwerk ,Nederzetting met stedelijk karakter (BEWV.SK) - Abstract
Lit.opg
- Published
- 2010
19. A place called Nunavut
- Subjects
Zelfbestuur ,geografie van Noord-Amerika ,Etnische identiteit ,Nationale identiteit ,Proefschriften (vorm) ,Nunavut ,Culturele identiteit - Abstract
In contemporary cultural geography there is a general consensus that place and place identities should not be considered as fixed entities: it is not possible to determine objectively that Nunavut is this or that place. Rather, places and place identities are actively constructed by people as individuals, and groups of people. The North of Canada was long perceived as "a homogenous, empty space, outside of history, a place of romance, danger, challenge, mineral resources and so forth for white, southern men"' and this was reproduced in Canadian and perhaps even in global texts. Although many people South (and in Europe) might still think of the North in these terms, there are others who have started to challenge this idea as they do not recognise this to be the North they knew from experience, having lived there for many generations. This illustrates how this place, the North, does not have one single meaning, and this automatically leads to more observations. The fact that people challenged a dominant idea opens up the discussion on the role of power and dominance. It is also a reflection of the fact that not only people living in a place, but also outsiders, are important in constructing identities for that place. Although this dichotomy in perspectives provides useful insights into how one area can have different identities, and how over time one identity takes over the other, it is argued that instead of having just one dominant identity at any given time, more identities can always be ascribed to a place.
- Published
- 2008
20. A place called Nunavut
- Subjects
Zelfbestuur ,geografie van Noord-Amerika ,Etnische identiteit ,Nationale identiteit ,Proefschriften (vorm) ,Nunavut ,Culturele identiteit - Abstract
In contemporary cultural geography there is a general consensus that place and place identities should not be considered as fixed entities: it is not possible to determine objectively that Nunavut is this or that place. Rather, places and place identities are actively constructed by people as individuals, and groups of people. The North of Canada was long perceived as "a homogenous, empty space, outside of history, a place of romance, danger, challenge, mineral resources and so forth for white, southern men"' and this was reproduced in Canadian and perhaps even in global texts. Although many people South (and in Europe) might still think of the North in these terms, there are others who have started to challenge this idea as they do not recognise this to be the North they knew from experience, having lived there for many generations. This illustrates how this place, the North, does not have one single meaning, and this automatically leads to more observations. The fact that people challenged a dominant idea opens up the discussion on the role of power and dominance. It is also a reflection of the fact that not only people living in a place, but also outsiders, are important in constructing identities for that place. Although this dichotomy in perspectives provides useful insights into how one area can have different identities, and how over time one identity takes over the other, it is argued that instead of having just one dominant identity at any given time, more identities can always be ascribed to a place.
- Published
- 2008
21. Stelling
- Author
-
Teszelszky, Roger
- Subjects
nationale identiteit ,nationalisme - Abstract
Nationalisme ontstaat bij de gratie van het ontbreken van kennis over de eigen cultuur.
- Published
- 2006
22. Stelling
- Subjects
nationale identiteit ,nationalisme - Abstract
Nationalisme ontstaat bij de gratie van het ontbreken van kennis over de eigen cultuur.
- Published
- 2006
23. Visualisering en collectieve herinneringen.
- Author
-
Grever, M.C.R. (Maria) and Grever, M.C.R. (Maria)
- Abstract
In the field of history we are currently observing a ‘memory wave’. A key feature of the growing bulk of publications on memory is that they revolve around the relationship to the past in the past. This meta-historical approach implies the study of both scholarly and non-scholarly production, distribution and reception of historical representations. This article discusses some influential notions: collective memories, emblems, icons and appropriation. Memory participants sometimes integrate and use the received meanings and values in their own culture, and might disturb the larger mnemonic community to which they also belong. To clarify my argument I furthermore analyse ‘Volendams meisje’, a famous female Dutch icon. In the course of the nineteenth and twentieth century the original emblem for the Netherlands – the heroic Dutch Virgin of Liberty – was replaced by this young girl in traditional costume. Since the 1870s images of Dutch rural life were gradually used to construct a national identity, a Dutch myth of unity, based on cultural and ethnic criteria. After 1900 particularly several ‘peasant girls’ figured in advertisements to attract buyers. Interestingly enough, Dutch suffragettes from the bourgeois classes playfully appropriated the traditional costume for their own purposes. Obviously this type of acting evoked nostalgic memories of the good old days. At the same time the reassuring image of ‘peasant girls’ emphasized the ‘whiteness’ and femininity of Dutch feminists.
- Published
- 2004
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.