Search

Fosfaten worden toegevoegd aan de pekel die geïnjecteerd wordt in het vlees

Cattle slurry manure applied to land increases the risk of phosphorus (P) movement to surface waters, which may lead to eutrophication. The water-extractable fraction of P in slurry manure is correlated with P concentration in runoff from soils amended with slurry smanure, and thus is an effective indicator of environmental P loss. We evaluated the water-extractable P (WEP) and readily soluble P (RSP; i.e., P extractable in a single water extract) contents in slurry manure from nine farms. On some farms, the additive Euromestmix® (MX) is used to complex N-compounds in the slurry manure, but the effect of MX on P in the slurry manure is not known. We also focused on methodological factors affecting the measurement of P in slurry manure. Drying the slurry manure before analysis decreased WEP and RSP contents. Dilution of slurry manure by varying the dry matter-to-distilled water ratio increased the water-extractable fractions. Analysis of calcium and magnesium contents in water showed that these minerals are involved in the release of P in water. Total RSP content of slurry manures from the nine farms ranged from 1.83 to 4.06 mg P per g dry matter. A substantial portion of total P in the slurry manure occurred in the water-extractable (46–71%) and the readily soluble P fractions (24–51%). The addition of MX tended to decrease the readily soluble inorganic P content of slurry manures.

The effects of application method, cattle slurry manure type and use of additives on grassland performance were studied in a 3-year field experiment on two farms on sandy soils in the northern part of the Netherlands. The objectives were to determine the effects on (1) nitrogen (N) utilization, (2) soil organic matter and soil N content, and (3) botanical composition of the sward. Cattle slurry manure from the two dairy farms was compared. Farm Harkema represented conventional management, while farm Drogeham used the additive Euromestmix® and reduced the N content of the dairy cow rations. In additional treatments, the slurry manure types were combined with the additives Effective Microbes® (EM) or FIR-naturel®. In all slurry manure type ¿ additive combinations the slurry manure was either surface-applied or slit-injected. The resulting 12 treatments were applied without or with additional inorganic fertilizer N (165 kg ha¿¹). The annual apparent N recovery (ANR) of N fertilizer was 0.79 kg kg⊃¿1;. The ANR of surface-applied slurry manure (0.30 kg kg-1;) was consistently lower than that of slitinjected manure (0.44 kg kg¿1), a difference that could be fully attributed to the manure applications during the growing season. No effect of application method was observed at the first application in March. Slurry manure type and additive use had no consistent effects on grass yield or N utilization. Statistically significant effects were only observed occasionally, mostly in interaction with other experimental factors. During the three experimental years, the changes in soil organic matter and soil N content were small. Application method had no effect on the measured soil characteristics. Slurry manure type and additive use had a small statistically significant effect at one site only. However, longer-term monitoring is necessary to draw firm conclusions. Application method, slurry manure type or additive use did not affect the botanical composition of the sward.

Veehouders gebruiken toevoegmiddelen vooral voor verbetering van de mest- en bodemkwaliteit. De betere kwaliteit kan zich op diverse manieren uiten, zoals minder geur, minder ontmenging, een beter bodemleven, minder ammoniakemissie of een hogere stikstofwerking. Het laatste aspect is onderzocht op proefvelden van het Praktijkonderzoek. De resultaten laten zien dat de onderzochte middelen niet direct tot een hogere stikstofwerking leiden

Conventionele plastificeerders worden verdrongen door nieuwe hulpstoffen die nog beter en nog effectiever zijn. Dit artikel gaat in op de ontwikkeling en de toepasbaarheid van deze nieuwe hulpstoffen in normale en niet-alledaagse betonspecies

Uitleg over MTBE (methyl-tert-butylether), het mogelijke voorkomen in bodem en grondwater, en de risico's voor de mens. Het is een loodvervanger voor benzine en kan een bedreiging vormen voor de drinkwatervoorziening. Omdat het tot nu toe niet meegenomen is in bodemonderzoeken kunnen veel reeds gesaneerde benzinestations misschien opnieuw beginnen. Een monitoringprogramma en nader onderzoek naar de toxiciteit en de bedreigingen voor het drinkwater zijn gewenst

In-situ-sanering van een bodemverontreiniging met vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen (VOCl's) door natuurlijke afbraak (natural attenuation) of gestimuleerde biologische afbraak is riskant bij ontbreken van voldoende microbiologisch afbraakpotentieel, met name op arme zandgronden met lage organische-stofgehalten. Uit laboratoriumproeven blijkt dat enten met actieve micro-organismen, al dan niet in combinatie met melasse als extra organisch materiaal, een oplossing biedt. Actief grondwater van een bronlocatie waar wel volledige dechlorering plaats vindt kan dienen als entmateriaal

De mogelijkheden en beperkingen van immobilisatie van zware metalen in situ door toevoeging van metaalbindende stoffen, waardoor de concentratie zware metalen in het bodemvocht vermindert. Wat zijn de geschikte immobilisatoren (o.a. diverse afvalstoffen), wat zijn de effecten op de concentraties en op planten en dieren (proeven met snijbiet en regenwormen), en wat kost dat allemaal wel niet

Grond of baggerspecie die licht verontreinigd is met zware metalen vormt in Nederland een omvangrijk probleem. Een eenvoudige saneringsmogelijkheid is immobilisatie van de zware metalen (in metaalsulfiden) d.m.v. natuurlijke processen, in casu opslag onder anaerobe omstandigheden onder toevoer van sulfaat door sulfaathoudende kwel. Alterra onderzocht de risico's van een dergelijk systeem in het Rhizotron, waarbij door daling en fluctuatie van de grondwaterstand een (tijdelijke) doorbreking van de anaerobe condities werd gesimuleerd, en de praktische toepassingsmogelijkheden in het kader van het overheidsbeleid m.b.t. ruimtelijke ordening, waterbeheer en natuurontwikkeling

Keywords : migration, diffusion, additives, polymer, low density polyethylene, polymer swelling, Fick, stochastic modellingThe diffusion of small molecules from polymers into food is studied. A better understanding of this process is important for the development of mathematical models to predict migration from packaging plastics into food. To study the effect of food absorption by the plastic on diffusion, the simultaneous diffusion of a migrant (Irganox 1076) and a solvent in low density polyethylene (LDPE) were measured. The migrant diffuses out of the polymer, while the solvent is diffusing inwards. For solvents with low molar mass the diffusion coefficient of Irganox 1076 increases with increasing solvent uptake. No increase in diffusion coefficient was found upon uptake of tri-glycerides such as olive oil. A method using microtoming and GC-analysis is tested for the measurement of migrant concentration profiles inside the polymer. The diffusion of Irganox 1076 and solvent in LDPE have been measured as a function of time. The Fick equation with a migrant diffusivity depending on the solvent concentration gives a good description of the results for isooctane and n -heptane. The description is less good for the measurements with cyclohexane (when the polymer swells strongly). The use of predictive modelling for legislative purposes is evaluated for a deterministic, a worst-case and a new stochastic approach. All approaches give a reasonable, but rough, estimation of the diffusion coefficient. The new stochastic approach has the advantage that an entire probability distribution may be obtained.

VEWIN en RIVM onderzochten drinkwater en drinkwaterbronnen (oppervlaktewater, oeverinfiltraat en grondwater) op de aanwezigheid van methyltertbutylether (MBTE), een loodvervanger in benzine. MBTE blijkt in lage concentraties aanwezig te zijn. Hoewel nergens de geur- en smaakdrempel wordt overschreden wordt aanbevolen om het grondwater in de omgeving van benzinestations te screenen en een monitoringprogramma op te zetten

Resultaten van onderzoek naar stoffen die het meest geschikt zijn als fosfaatbinder voor een bepaald type helofytenfilter, het infiltratiefilter met zandbodem, en de processen die daarbij een rol spelen. Laboratoriumproeven en modelstudies zijn uitgevoerd met bauxiet, ijzeroer, ijzerzand, kalk en ijzervijlsel. Alleen metallisch ijzer bleek geschikt, maar enkele gevormde oxidatieproducten kunnen het filter doen dichtslibben en ook kunnen de fosfaatbindende oxidatieproducten uitspoelen

Stoffen die aan het drinkwater worden toegevoegd of waarmeee het drinkwater in aanraking komt vormen een potentieel risico voor het geproduceerde drinkwater door besmetting met ongewenste elementen. In het project 'Kritische goederen' onderzocht waterbedrijf Hydron de procedures en kwaliteitsborging bij productie, opslag, laden en transport van deze stoffen. De risico's zijn beter in beeld gebracht en een aantal risico's is gereduceerd, o.a. door vastlegging van procedures en werkwijzen in het KAM-systeem

In kasproeven testte PPO de werkzaamheid van contactherbiciden in verschillende doseringen, en bij toevoeging van hulpstoffen, bij de bestrijding van de onkruiden melganzevoet en hanepoot. Uit de sterk verbeterde werking blijkt dat bij een verstandig gebruik van hulpstoffen de grenzen van LageDoseringsSystemen (LDS) nog niet zijn bereikt. In veldproeven werd de werking onderzocht van hulpstoffen bij lage doseringen van verschillende tankmixen herbiciden voor de bestrijding van perzikkruid en hanepoot in suikerbieten en maïs

Verslag van een workshop (mei 2000, Helsinki) gehouden door Europese netwerken van beleidsvoerders (CLARINET) en industrie (NICOLE) over het beleid ten aanzien van preventie en sanering van MTBE-grondwaterverontreiniging. MTBE (methyl tertiary-butylether) is een toevoeging aan benzine en kan door zijn mobiliteit en slechte afbreekbaarheid een probleem worden voor de drinkwatervoorziening

Verhoging van het aandeel tarwe in speen- en opfokvoeders leidt tot verbetering van technische en economische resultaten. Het toevoegen van het enzym Porzyme 8300 aan de tarwerijke rantsoenen had geen positief effect

Uitleg over het proces van afzetting en vervuiling bij verdampers in de voedingsmiddelenindustrie en de mogelijkheden om door additieven de vervuiling te beperken en zo te besparen op de kosten van chemische en mechanische reiniging

Uit onderzoek blijkt dat Fructo-oligosachariden (FOS) geen geschikt alternatief zijn voor anti-microbiele groeibevorderaars in eiwitrijk speenvoer voor biggen. Biggen die FOS in eiwitrijk voer verstrekt krijgen nemen de eerste veertien dagen van de opfokperiode minder voer op en groeien langzamer dan biggen die avilamycine in het voer verstrekt krijgen

Resultaten van een onderzoek naar de structuurwaarde in het mengvoer op de technische resultaten en de gezondheid van vleesvarkens