Search

Showing total 138 results

Search Constraints

Start Over You searched for: Publication Type eBooks Remove constraint Publication Type: eBooks Journal dutch linguistics / nederlandse taalkunde Remove constraint Journal: dutch linguistics / nederlandse taalkunde Publisher amsterdam university press Remove constraint Publisher: amsterdam university press
138 results

Search Results

51. Wat als een modaal alleen komt? Modale complementellipsis in het Nederlands vanuit de generatieve hoek.

52. Zelfstandig gebruikte modalen: Een functioneel perspectief.

53. O corpora, o mores.

54. De fonologie van het Nederlands in Taalportaal: Aandacht voor taalvariatie.

55. Morfologie in het Taalportaal: Wat valt er te leren over scheidbaar samengestelde werkwoorden in het Nederlands?

56. De vijf pilaren van de fonologie.

57. Adverbs in Strange Places: On the Syntax of Adverbs in Dutch.

58. Productie en begrip van voorzetsels bij sprekers met agrammatische en vloeiende afasie.

59. Internal constraints on the use of gaan versus zullen as future markers in spoken Dutch: A quantitative variationist approach.

60. Semi-insubordinate dat-constructions in Dutch Formal, semantic and functional properties.

61. Perceptie van tussentaal in het gesproken Nederlands in Vlaanderen: Een experimentele benadering van saillantie.

62. Wat als een modaal alleen komt? Modale complementellipsis in het Nederlands vanuit de generatieve hoek.

63. Zelfstandig gebruikte modalen: Een functioneel perspectief.

64. De nominale woordgroep vanuit dialectvergelijkend perspectief: Variaties en generalisaties.

65. De integratie van Engels in Vlaamse jongerentaal kwantitatief en kwalitatief bekeken: das wel nice! :p.

66. Kwantitatief er en ze.

67. Prosody as an argument for a layered left periphery.

68. Ditransitieve constructies in het Nederlands: semasiologische en onomasiologische kwesties.

69. Ditransitieven en het nut van hiërarchische structuur en derivatie.

70. Omdat ik heb tot half één tentamen.

71. De imperativische infinitief in het Nederlands: Een corpusgebaseerde benadering.

72. Over het Corpus Gesproken Nederlands.

73. Het belang van conditionaliteit voor de ontwikkeling van temporeel naar causaal voegwoord: De geschiedenis van dewijl, terwijl, weil en while.

74. Veranderingen in Friese werkwoordclusters.

75. Constructiegrammatica en 'usage based' taalkunde.

76. De verwerving van een morfologisch proces: Nederlandse meervoudsvorming.

77. Zo spreek je de r dus niet uit Een fonetische kijk op 'deletie'.

78. De directieve infinitief en de imperatief in het Nederlands.

79. Inhoudswoorden en preposities als standaardiseringsindicatoren: De diachrone en synchrone status van het Belgische Nederlands.

80. De lidwoorden DE en EEN in de 13de eeuwse Lutgart.

81. De complexiteit van connectiefverwerving.

82. Complementerend van: Een voorbeeld van syntactische variatie in het Nederlands.

83. Aspects of congruence and divergence relating to adjectives in Dutch and Afrikaans.

84. In the mood for tense?

85. The rise of verb-second.

86. Cracking the cluster.

87. De zijnsstatus van de afhankelijke V1-constructie in het Nederlands.

88. Waar is je velo? Buiten staan Over fragmentarische antwoorden met infinitieven in Maldegems dialect.

89. Reassessing the effect of the complexity principle on PP Placement in Dutch.

90. Vrouwelijke persoonsnamen in het Nederlands.

91. Emancipatie van affixen en affixoïden: Degrammaticalisatie of lexicalisatie?

92. Over desemantisering en interne conflicten: De interactie tussen definiete determinanten en speech act gerelateerde referentiële adjectieven in de Nederlandse en Franse nominale groep.

93. Nu thenke, wannan thaz geschehan si: Een diachrone analyse van denken.

94. De plaats van het voorzetselvoorwerp.

95. Nu thenke, wannan thaz geschehan si:Een diachrone analyse van denken.

96. Forumlezingen in imperatieven: lexicale constructies of productieve syntaxis?

97. Weg met de spreker-luisteraar.

98. De binaire kracht van Te Winkels tempussysteem

99. Pragmatische partikels in de rechterperiferie.

100. De extrapositie van het subject in passieve zinnen: Diachrone trends en motivaties.