Back to Search Start Over

Surveillance zoönosen in melkvee 2021

Authors :
Cuperus, T.
Opsteegh, M.
van der Ark, K.
Neppelenbroek, N.
Wit, B.
Wullings, B.
Kool, J.
Dierikx, C.
van Duijkeren, E.
van den Hoek, A.
Hengeveld, P.
Bos, M.
Kuipers, E.
Giessen
Cuperus, T.
Opsteegh, M.
van der Ark, K.
Neppelenbroek, N.
Wit, B.
Wullings, B.
Kool, J.
Dierikx, C.
van Duijkeren, E.
van den Hoek, A.
Hengeveld, P.
Bos, M.
Kuipers, E.
Giessen
Publication Year :
2022

Abstract

Dieren kunnen ziekteverwekkers bij zich dragen waar mensen ook ziek van kunnen worden. De ziekten die hierdoor worden veroorzaakt, noemen we zoönosen. In 2021 onderzochten het RIVM, de NVWA en WFSR (Wageningen Food Safety Research) hoe vaak een aantal van deze ziekteverwekkers voorkwamen bij melkvee op 185 Nederlandse melkveebedrijven. Ook hebben 107 melkveehouders, gezinsleden en medewerkers aan dit onderzoek meegedaan om te kijken of zij deze ziekteverwekkers ook bij zich dragen. Bij de onderzochte koeien en kalveren komen een aantal ziekteverwekkers vaak voor. Ze zitten in de darmen van de dieren en dus ook in de mest. Melk kan tijdens het melken in aanraking komen met mest en op die manier besmet raken. Mensen kunnen de kans op een besmetting verkleinen door geen rauwe melk of rauwe melkproducten, zoals kaas, te consumeren. Het vlees kan tijdens de slacht besmet raken. Het is daarom belangrijk om rundvlees goed gaar te eten. Het RIVM heeft gekeken of dezelfde ziekteverwekkers in de ontlasting of in de neus van deze mensen voorkwamen. De meeste van deze ziekteverwekkers veroorzaken bij mensen diarree, maar soms kunnen infecties ernstiger verlopen. Daarnaast is er naar ESBL-producerende bacteriën en MRSA gekeken, omdat belangrijke groepen antibiotica daar niet tegen werken. Van de onderzochte ziekteverwekkers kwam Campylobacter het meest voor bij het melkvee: op 91 procent van de bedrijven. Bij de veehouders en gezinsleden werd Campylobacter bij 1 persoon gevonden. Het hoge percentage bij de dieren is dus niet direct terug te zien bij de veehouders. Daarnaast kwamen de Listeria en STEC-bacteriën regelmatig voor bij melkvee; namelijk op 34 procent (Listeria) en 21 procent (STEC) van de bedrijven. Twee deelnemers van de veehouders en gezinsleden droegen Listeria bij zich en één deelnemer STEC. ESBL-producerende bacteriën zijn op 8 procent van de bedrijven gevonden en bij 3 deelnemers. Het percentage bij de deelnemers is ongeveer hetzelfde als bij de Nederlands

Details

Database :
OAIster
Notes :
application/pdf, Dutch
Publication Type :
Electronic Resource
Accession number :
edsoai.on1415729784
Document Type :
Electronic Resource