Het belang van gedragsactivatie binnen de cognitieve gedragstherapie in het preventief en curatief behandelen van depressie bij adolescenten

Deze master thesis onderzoekt het belang van het element gedragsactivatie (GA) binnen de cognitieve gedragstherapie (CGT) in het preventief en curatief behandelen van depressie bij adolescenten. Aan de hand van een taxonomie zijn 22 depressie protocollen geanalyseerd. Hierbij is gekeken naar: de aan- of afwezigheid van GA, onderdelen van GA, de ontvanger van de therapie, de modaliteit, de aanbiedingsvorm, de dosering en de plaats binnen de interventie waarin GA een rol speelt. Aan de hand van een kwalitatieve analyse van de taxonomie en effectiviteitsstudies kunnen indirecte verbanden worden gelegd tussen de verschillende condities van GA en de effectiviteit. Naast de analyse van protocollen zijn vier professionals geïnterviewd om te achterhalen in hoeverre professionals verschillende elementen toepassen en welke elementen zij belangrijk vinden. Uit de resultaten blijkt dat GA in minder dan de helft van de protocollen voorkomt, aan de hand van minimaal twee inhoudelijke onderdelen wordt aangeboden, meestal face-to-face aan een kind individueel of aan een groep kinderen wordt aangeboden, bij het merendeel van de protocollen die GA toepassen in minder dan de helft van de sessies wordt toegepast en meestal vanaf het begin van een programma wordt ingezet. De resultaten duiden op onvoldoende aanwijzingen om een verband te leggen tussen GA en de effectiviteit van CGT. Wel is er een mogelijke relatie tussen een online aanbiedingsvorm en de effectiviteit van een interventie. Er wordt aanbevolen om in vervolgonderzoek te kijken naar de effectiviteit van een online aanbiedingsvorm van CGT en naar de effectiviteit van GA in combinatie met andere CGT elementen als mogelijk werkzaam element.