Réagencer les risques d’aléas : pour une géographie plus réflexive et capabilisante

Physical and human geographers tend to look at the world as something that needs to be discovered and explained. Finding bits of nature or society, they further drive a wedge between their disciplines. By means of a case study I investigate how assemblage thinking, which does not hold the separation between nature and society, may be useful to make more conscious choices about which world we want to live in. I look back at a research project on landslide risk in Equatorial Africa in which I participated from 2014 till 2018. In this project, landslide risk as a scientific concept was used to productively enact a landslide risk assemblage in the case study area. It thereby unintentionally silenced other realities and identities. I show how the productive strength of the concept partially rests on its denial of alternative possibilities. By the end of the project the landslide risk assemblage nevertheless remained fragmentary and unfinished. This observation, I argue, is encouraging since it highlights that we may always maintain some agency regarding the world we want to live in. Towards the end of the manuscript I therefore make some, rather bold, statements about the way geographers could conceive their work. Les chercheurs et chercheuses en géographie physique et humaine ont tendance à considérer le monde comme un objet à découvrir et expliquer. En trouvant alternativement des éléments naturels ou sociétaux, ils et elles creusent davantage le fossé entre leurs disciplines respectives. Au moyen d'une étude de cas, j'examine comment la pensée d’agencement, qui ne maintient pas la séparation entre nature et société, pourrait permettre des choix plus conscients sur le monde dans lequel nous voulons vivre. Je reviens sur un projet de recherche sur le risque de glissement de terrain en Afrique équatoriale auquel j'ai participé de 2014 à 2018. Dans ce projet, le risque de glissement de terrain en tant que concept scientifique a été utilisé pour mettre en œuvre de manière productive un agencement de ce même risque dans la région que nous avons étudiée. Ce risque de glissement de terrain a ainsi involontairement réduit au silence d'autres réalités et identités dans la région. Je montre comment la force productive du concept repose en partie sur son déni des possibilités alternatives. Pourtant, à la fin du projet, l'assemblage des risques de glissement de terrain reste fragmentaire et inachevé. Cette observation est, selon moi, encourageante car elle souligne que nous pouvons toujours conserver une certaine capacité d'action sur le monde dans lequel nous voulons vivre. Vers la fin du manuscrit, je formule donc quelques arguments, peut-être quelque peu audacieux, sur la façon dont les géographes pourraient concevoir leur travail. Onderzoek(st)ers in fysische en humane geografie beschouwen de wereld regelmatig als een fenomeen dat ontdekt en verklaard moet worden. Door respectievelijk elementen te vinden die toebehoren aan de natuur of de maatschappij, drijven ze een wig tussen hun disciplines. Assemblagedenken probeert komaf te maken met een dergelijke scheiding tussen natuur en maatschappij. Aan de hand van een casestudy onderzoek ik hoe assemblagedenken nuttig kan zijn om bewustere keuzes te maken over de wereld waarin we willen leven. Ik blik terug op een onderzoeksproject naar landverschuivingsrisico's in Equatoriaal Afrika waaraan ik van 2014 tot 2018 heb deelgenomen. In dit project werd het concept “landslide risk” gebruikt om een assemblage van aardverschuivingsrisico's in het casestudygebied tot stand te brengen. Daardoor werden onbedoeld andere realiteiten en identiteiten tot zwijgen gebracht. Ik laat zien hoe de productieve kracht van het concept gedeeltelijk berust op de ontkenning van alternatieve mogelijkheden. Aan het eind van het project blijft de assemblage van “landslide risk” niettemin fragmentarisch en onvoltooid. Deze vaststelling is volgens mij bemoedigend omdat ze aantoont dat we altijd enige zeggenschap kunnen behouden over de wereld waarin we willen leven. Tegen het einde van het manuscript doe ik daarom een aantal nogal gewaagde uitspraken over de manier waarop geografen hun werk zouden kunnen opvatten.