Noordoostpolder Kabeltrace WMP NOP Booronderzoek

Koepel Windenergie Noordoostpolder heeft in november 2009 aan ADC ArcheoProjecten opdracht gegeven om een bureauonderzoek uit te voeren voor het te realiseren kabeltracé ten behoeve van het windmolenpark. Op basis van het bureauonderzoek blijkt dat daar waar het kabeltracé door gebieden loopt met een hoge-, en gematigde archeologische verwachting, archeologische resten vanaf het Vroeg Neolithicum aanwezig kunnen zijn. Deze kunnen aangetroffen worden op of in de top van de oeverafzettingen van het Laagpakket van Wormer vanaf 30 cm beneden het maaiveld. Deze afzettingen zijn gevormd toen gedurende het Midden Atlanticum de marine invloed in het gebied resulteerde in een landschap met kreken, oeverwallen en komgebieden. De vorming van de afzettingen stopte rond 2800 v. Chr. Op de oevers langs de kreken kan bewoning hebben plaatsgevonden; op de oevers en in de restgeulen kunnen archeologische vondstlagen zijn opgebouwd. In de komgebieden kunnen sporen van akkerbouw, beweiding en/of brandindicatoren beweiding aangetroffen worden. In de provincie Flevoland zijn nederzettingen van de Swifterbantcultuur (Vroeg Neolithicum) op deze afzettingen aangetroffen. Rond 1250 v. Chr. is in en op het veengebied een klei- en zandpakket gevormd, de Flevo-, Almere en Zuiderzeeafzettingen. In de Zuiderzeeafzettingen kunnen scheepswrakken uit de Late Middeleeuwen of Nieuwe tijd aanwezig zijn. Als de scheepswrakken zich onder de grondwaterspiegel bevinden en buiten bereik van landbouwactiviteiten zijn gebleven, zullen ze goed geconserveerd zijn Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een booronderzoek (specificatie VS03) uitgevoerd. In het onderzochte plangebied is het verwachte klei- en zandpakket, dat is afgezet door de Zuiderzee, aangetroffen. In deze afzettingen kunnen scheepswrakken uit de Late Middeleeuwen of Nieuwe tijd voorkomen. Als de scheepswrakken zich onder de grondwaterspiegel bevinden en buiten bereik van landbouwactiviteiten zijn gebleven zullen ze goed geconserveerd zijn. In acht zones is tijdens het booronderzoek het verwachte Laagpakket van Wormer aangetroffen. Het betreft hier de komafzettingen (afgezet in een getijdenmilieu) van het Laagpakket van Wormer. Op de top en in de komafzettingen kunnen sporen van beakkering aangetroffen worden. Aangezien dit laagpakket is afgedekt door de Flevo-, Almere-, en Zuiderzeeafzettingen zullen ze buiten bereik gebleven zijn van moderne landbouwactiviteiten en goed geconserveerd zijn. Tijdens het veldonderzoek zijn geen indicatoren aangetroffen die wijzen op archeologische sporen in deze afzettingen. ADC ArcheoProjecten adviseert om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet. In het hele plangebied kunnen scheepswrakken uit de Late Middeleeuwen of Nieuwe tijd voorkomen. Mocht de uitvoerder van het grondwerk resten van scheepswrakken aantreffen, dan dient deze dit te melden bij de bevoegde overheid.