187 results on '"zeevogels"'
Search Results
2. Life histories of North American petrels and pelicans and their allies; order Tubinares and order Steganopodes,
- Author
-
Bent, Arthur Cleveland, 1866-1954, Smithsonian Institution, American Museum of Natural History Library, Internet Archive, Bent, Arthur Cleveland, 1866-1954, and Smithsonian Institution
- Subjects
59.82(7) ,Animal behaviour ,Aves ,Birds ,Centraal-Amerika ,Central America ,diergedrag ,Écologie ,Ecology ,gewoonten ,habits ,Noord-Amerika ,North America ,Pelecaniformes ,Pelicans ,Pelikanen ,Petrels ,Procellariiformes ,Sea birds ,Stormvogelachtigen ,zeevogels - Published
- 1922
3. The consequences of seabird habitat loss from offshore wind turbines: a research plan for five selected species
- Author
-
van Kooten, Tobias, Soudijn, Floor, Leopold, Mardik, van Kooten, Tobias, Soudijn, Floor, and Leopold, Mardik
- Published
- 2018
4. The consequences of seabird habitat loss from offshore wind turbines: a research plan for five selected species
- Author
-
Wias, Tobias van Kooten, Imares Onderzoeksformatie, Mardik F. Leopold, and Floor H. Soudijn
- Subjects
windmolens ,biology ,animal health ,animal behaviour ,windmills ,diergezondheid ,zeevogels ,wilde dieren ,dierenwelzijn ,animal welfare ,Fishery ,Offshore wind power ,Onderzoeksformatie ,Habitat destruction ,Research plan ,biology.animal ,sea birds ,wild animals ,diergedrag ,WIAS ,Environmental science ,Seabird - Published
- 2018
5. Cruiserapport scheepstellingen van zeevogels op het Friese Front en op de Bruine Bank, 2016
- Author
-
Steve C.V. Geelhoed, M.F. Leopold, and Imares Onderzoeksformatie
- Subjects
luchtkarteringen ,noordzee ,zeevogels ,biodiversiteitsbepaling ,biodiversity assessment ,monitoring ,Onderzoeksformatie ,natura 2000 ,north sea ,zeezoogdieren ,sea birds ,aerial surveys ,marine mammals - Abstract
Het Friese Front en de Bruine Bank zijn twee nieuwe Vogelrichtlijngebieden in de Noordzee. Het Friese Front is aangewezen voor de Zeekoet. De Bruine Bank wordt waarschijnlijk aangewezen voor Zeekoet en Alk. Om te bepalen of de instandhoudingsdoelstellingen voor deze soorten worden gehaald, moeten de aantallen van deze soorten gemonitord worden. Monitoring van zeevogels in het Nederlandse deel van de Noordzee vindt plaats met behulp van MWTL-vliegtuigtellingen. Alken en Zeekoeten kunnen vanuit de lucht echter lastig van elkaar te onderscheiden zijn. Vanaf schepen is de herkenning eenvoudiger. Het onderhavige BO-project 'scheepstellingen zeevogels' dat in 2016-2018 loopt, heeft tot doel inzicht te geven in de aantallen van Alken en Zeekoeten in beide gebieden enerzijds, en anderzijds in de veranderingen in aantalsverhouding tussen beide soorten gedurende het jaar om de MWTL-vliegtuigtellingen te calibreren. In 2016 zijn drie scheerpssurveys uitgevoerd op het Friese Front (30 okt-4 nov) en op de Bruine Bank (14-17 mrt, 27 nov-1 dec). Op de Bruine Bank werden in maart 6021 individuen van 32 verschillende vogelsoorten geteld. Kleine Mantelmeeuw (n =1287), Drieteenmeeuw (n = 1101), Zeekoet (n = 1087) en Alk (n = 1081) domineerden de telling. Daarnaast werden 17 individuen verdeeld over drie soorten zeezoogdieren (Bruinvis, Gewone en Grijze Zeehond) geregistreerd. Tijdens de survey op het Friese Front in november werden 4184 individuen verdeeld over 36 verschillende vogelsoorten geteld. Zeekoet (n = 1364) en Alk (n = 628) waren de dominante soorten. Daarnaast werden 103 individuen verdeeld over drie soorten zeezoogdieren gezien. In november werden op de Bruine Bank 4356 individuen verdeeld over 24 verschillende vogelsoorten geteld. Zeekoet (n = 1326), Grote Mantelmeeuw (n = 1091) en Drieteenmeeuw (n = 878) domineerden de survey. Het aantal Alken (n = 162) was relatief laag. Daarnaast werden 50 Bruinvissen geregistreerd. Tijdens alle surveys behoorden Alken en Zeekoeten tot de talrijkste soorten. De verhouding tussen Alk en Zeekoet varieerde van 1:1 in maart op de Bruine Bank tot 1:8 op de Bruine Bank in november. Behalve van alkachtigen werden ook gegevens verzameld van potentieel kwalificerende N2000-soorten Kleine Mantelmeeuw (mrt Bruine Bank), Grote Mantelmeeuw (nov Friese Front en Bruine Bank) en Grote Jager (nov Friese Front en Bruine Bank). Dit rapport geeft een beknopt overzicht van de resultaten van de surveys in 2016. In 2018 worden de resultaten van deze en aanvullende surveys nader uitgewerkt en gepresenteerd in een eindrapportage.
- Published
- 2017
6. Cruiserapport scheepstellingen van zeevogels op het Friese Front en op de Bruine Bank, 2016
- Author
-
Geelhoed, S.C.V., Leopold, M.F., Geelhoed, S.C.V., and Leopold, M.F.
- Abstract
Het Friese Front en de Bruine Bank zijn twee nieuwe Vogelrichtlijngebieden in de Noordzee. Het Friese Front is aangewezen voor de Zeekoet. De Bruine Bank wordt waarschijnlijk aangewezen voor Zeekoet en Alk. Om te bepalen of de instandhoudingsdoelstellingen voor deze soorten worden gehaald, moeten de aantallen van deze soorten gemonitord worden. Monitoring van zeevogels in het Nederlandse deel van de Noordzee vindt plaats met behulp van MWTL-vliegtuigtellingen. Alken en Zeekoeten kunnen vanuit de lucht echter lastig van elkaar te onderscheiden zijn. Vanaf schepen is de herkenning eenvoudiger. Het onderhavige BO-project 'scheepstellingen zeevogels' dat in 2016-2018 loopt, heeft tot doel inzicht te geven in de aantallen van Alken en Zeekoeten in beide gebieden enerzijds, en anderzijds in de veranderingen in aantalsverhouding tussen beide soorten gedurende het jaar om de MWTL-vliegtuigtellingen te calibreren. In 2016 zijn drie scheerpssurveys uitgevoerd op het Friese Front (30 okt-4 nov) en op de Bruine Bank (14-17 mrt, 27 nov-1 dec). Op de Bruine Bank werden in maart 6021 individuen van 32 verschillende vogelsoorten geteld. Kleine Mantelmeeuw (n =1287), Drieteenmeeuw (n = 1101), Zeekoet (n = 1087) en Alk (n = 1081) domineerden de telling. Daarnaast werden 17 individuen verdeeld over drie soorten zeezoogdieren (Bruinvis, Gewone en Grijze Zeehond) geregistreerd. Tijdens de survey op het Friese Front in november werden 4184 individuen verdeeld over 36 verschillende vogelsoorten geteld. Zeekoet (n = 1364) en Alk (n = 628) waren de dominante soorten. Daarnaast werden 103 individuen verdeeld over drie soorten zeezoogdieren gezien. In november werden op de Bruine Bank 4356 individuen verdeeld over 24 verschillende vogelsoorten geteld. Zeekoet (n = 1326), Grote Mantelmeeuw (n = 1091) en Drieteenmeeuw (n = 878) domineerden de survey. Het aantal Alken (n = 162) was relatief laag. Daarnaast werden 50 Bruinvissen geregistreerd. Tijdens alle surveys behoorden Alken en Zeekoeten tot
- Published
- 2017
7. Plastic soep komt op ons bord
- Subjects
vaste afvalstoffen ,water pollution ,microplastics ,aquatische ecologie ,solid wastes ,zeevogels ,nadelige gevolgen ,aquatic ecology ,consumer attitudes ,Ecosystemen ,sea birds ,adverse effects ,waterverontreiniging ,aquatic toxicology ,aquatische toxicologie ,houding van consumenten - Abstract
De wereldwijd verspreide 'soep' van kleine plastic deeltjes in zeeën en oceanen vormt een omvangrijk mondiaal milieuprobleem. Niet alleen leidt het plastic tot verstrikking en verstopping bij vogels en vissen, ook brengt de giftigheid van de materie de voedselketen in gevaar. Om te voorkomen dat die soep steeds dikker en giftiger wordt, zijn dringend maatregelen nodig. Hoge statiegelden op eenmalige plastic producten bijvoorbeeld, maar ook stoppen met verpakkingsmateriaal van zogenaamd afbreekbare plastics.
- Published
- 2011
8. Monitoring en Evaluatie Pilot Zandmotor Fase 2 - Datarapport vogels en zeezoogdieren - 2015/2016
- Subjects
natuurontwikkeling ,nature development ,zuid-holland ,tellingen ,censuses ,sand suppletion ,recreation ,zeevogels ,monitoring ,Onderzoeksformatie ,birds ,zeezoogdieren ,sea birds ,vogels ,zandsuppletie ,recreatie ,marine mammals - Abstract
In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de telresultaten van vogels en zeezoogdieren op en nabij de Zandmotor in de periode van december 2015 tot en met april 2016. Ook is het aantal recreanten in deze periode geteld. In deze periode zijn drie tellingen uitgevoerd vanaf het strand op 29 december 2015, 11 februari 2016 en 28 april 2016 in drie telgebieden; ten zuiden, ter plaatse en ten noorden van de Zandmotor. Daarnaast zijn de aanwezige vogels geteld in/nabij de lagune en het meer op de Zandmotor.
- Published
- 2016
9. Flight height of seabirds : a literature study
- Subjects
flight ,Onderzoeksformatie ,sea birds ,diergedrag ,hoogte ,vliegen ,animal behaviour ,zeevogels ,height - Published
- 2016
10. Flight height of seabirds : a literature study
- Author
-
Jongbloed, R.H.
- Subjects
flight ,Onderzoeksformatie ,sea birds ,diergedrag ,hoogte ,vliegen ,animal behaviour ,zeevogels ,height - Published
- 2016
11. Fulmar Litter EcoQO monitoring in the Netherlands : update 2015
- Author
-
van Franeker, J.A., Kühn, S., and Bravo Rebolledo, E.L.
- Subjects
water pollution ,marine environment ,afval ,netherlands ,zeevogels ,nederland ,monitoring ,Onderzoeksformatie ,fulmarus ,sea birds ,wastes ,waterverontreiniging ,marien milieu - Published
- 2016
12. Fulmar Litter EcoQO monitoring in the Netherlands : update 2015
- Subjects
monitoring ,water pollution ,Onderzoeksformatie ,marine environment ,fulmarus ,sea birds ,wastes ,afval ,waterverontreiniging ,netherlands ,zeevogels ,marien milieu ,nederland - Published
- 2016
13. Monitoring en Evaluatie Pilot Zandmotor Fase 2 - Datarapport vogels en zeezoogdieren - 2015/2016
- Author
-
Lagerveld, S.
- Subjects
natuurontwikkeling ,nature development ,zuid-holland ,tellingen ,censuses ,sand suppletion ,recreation ,zeevogels ,monitoring ,Onderzoeksformatie ,birds ,zeezoogdieren ,sea birds ,vogels ,zandsuppletie ,recreatie ,marine mammals - Abstract
In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de telresultaten van vogels en zeezoogdieren op en nabij de Zandmotor in de periode van december 2015 tot en met april 2016. Ook is het aantal recreanten in deze periode geteld. In deze periode zijn drie tellingen uitgevoerd vanaf het strand op 29 december 2015, 11 februari 2016 en 28 april 2016 in drie telgebieden; ten zuiden, ter plaatse en ten noorden van de Zandmotor. Daarnaast zijn de aanwezige vogels geteld in/nabij de lagune en het meer op de Zandmotor.
- Published
- 2016
14. Ship-based seabird and marine mammal survey pff Mauritania, 4 - 14 september 2015
- Author
-
Camphuysen, C.J., van Spanje, T.M., and Verdaat, J.P.
- Subjects
marine ecology ,oil and gas industry ,zeevogels ,nadelige gevolgen ,mariene ecologie ,mauritanië ,mauritania ,monitoring ,zeezoogdieren ,Ecosystemen ,sea birds ,adverse effects ,olie- en gasindustrie ,marine mammals ,fauna - Abstract
This report presents the first results obtained during the ship-based seabird and marine mammal surveys conducted between 4 and 14 September 2015 and must be seen as a preliminary analysis of the data and a further step in data collection. This cruise was part of the longer-term research project financed via the Programme “Biodiversity Gas and Oil” (BGO).
- Published
- 2015
15. Ship-based seabird and marine mammal survey pff Mauritania, 4 - 14 september 2015
- Subjects
marine ecology ,oil and gas industry ,zeevogels ,nadelige gevolgen ,mariene ecologie ,mauritanië ,mauritania ,monitoring ,zeezoogdieren ,Ecosystemen ,sea birds ,adverse effects ,olie- en gasindustrie ,marine mammals ,fauna - Abstract
This report presents the first results obtained during the ship-based seabird and marine mammal surveys conducted between 4 and 14 September 2015 and must be seen as a preliminary analysis of the data and a further step in data collection. This cruise was part of the longer-term research project financed via the Programme “Biodiversity Gas and Oil” (BGO).
- Published
- 2015
16. Zwarte zee-eenden bij Texel, een reactie op overvloedig voorkomen van Ensis?
- Author
-
Leopold, M.F., van Asch, M., Dijkman, E.M., Goudswaard, P.C., Lagerveld, S., and Verdaat, J.P.
- Subjects
Aquatic Ecology and Water Quality Management ,noordzee ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer ,zeevogels ,foraging ,monitoring ,foerageren ,Delta ,north sea ,habitats ,Ecosystemen ,sea birds ,ducks ,eenden ,Maritiem - Abstract
Voor de Noordzeekust van de zuidpunt Texel (nabij Hoornderslag) verbleven in 2013 laat in het voorjaar record aantallen zwarte zee-eenden. In de eerste helft van 2014 werden opnieuw grote aantallen zwarte zee-eenden bij Texel geteld. Een dergelijke situatie kan alleen voortduren wanneer ter plaatse voldoende geschikt voedsel aanwezig is om aan de dagelijkse energiebehoefte van de vogels te voldoen. Wat dit voedsel precies was, kon vanaf de kust niet worden vastgesteld. Hoewel Ensis directus de voornaamste kandidaat was als het stapelvoedsel van de eenden voor de Texelse kust, gezien het recente voorkomen, zijn eerder bewezen functie als belangrijke voedselbron van zee-eenden en vissen en de lange benodigde hannestijden van zee-eenden bij het foerageren op deze prooisoort, gepaard gaand met kleptoparasitisme door meeuwen, zijn andere potentiële prooisoorten in de aanloop naar dit project ook overwogen.
- Published
- 2015
17. Zwarte zee-eenden bij Texel, een reactie op overvloedig voorkomen van Ensis?
- Subjects
Aquatic Ecology and Water Quality Management ,noordzee ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer ,zeevogels ,foraging ,monitoring ,foerageren ,Delta ,north sea ,habitats ,Ecosystemen ,sea birds ,ducks ,eenden ,Maritiem - Abstract
Voor de Noordzeekust van de zuidpunt Texel (nabij Hoornderslag) verbleven in 2013 laat in het voorjaar record aantallen zwarte zee-eenden. In de eerste helft van 2014 werden opnieuw grote aantallen zwarte zee-eenden bij Texel geteld. Een dergelijke situatie kan alleen voortduren wanneer ter plaatse voldoende geschikt voedsel aanwezig is om aan de dagelijkse energiebehoefte van de vogels te voldoen. Wat dit voedsel precies was, kon vanaf de kust niet worden vastgesteld. Hoewel Ensis directus de voornaamste kandidaat was als het stapelvoedsel van de eenden voor de Texelse kust, gezien het recente voorkomen, zijn eerder bewezen functie als belangrijke voedselbron van zee-eenden en vissen en de lange benodigde hannestijden van zee-eenden bij het foerageren op deze prooisoort, gepaard gaand met kleptoparasitisme door meeuwen, zijn andere potentiële prooisoorten in de aanloop naar dit project ook overwogen.
- Published
- 2015
18. Embryotoxic potential of persistent organic pollutants extracted from tissues of guillemots (Uria aalge) from the Baltic Sea and the Atlantic Ocean
- Author
-
M. Bodil Gustavsson, Anna-Lea Rantalainen, Jan H. Koeman, Daphne F. de Roode, Anette V. Klomp, and A.T.C. Bosveld
- Subjects
Pollutant ,Oostzee ,milieu ,Ecology ,Ecologie en Milieu ,Health, Toxicology and Mutagenesis ,ecotoxicologie ,Zoology ,zeevogels ,Biology ,Atlantische Oceaan ,biology.organism_classification ,Bird egg ,Toxicity ,Uria aalge ,waterverontreiniging ,Environmental Chemistry ,Potency ,Bioassay ,Composition (visual arts) ,Bursa of Fabricius ,ornithologie - Abstract
The Baltic Sea is a heavily polluted area. To assess the current contaminant pressure on the common guillemot (Uria aalge) living there, whole-body extracts of guillemots from the Baltic Sea were prepared and subdivided over six fractions, which differed in composition due to lipophilicity and polarity of the contaminants. The fractions were tested in the chicken embryo assay and compared to fractions of Atlantic guillemot extracts. Fertilized chicken eggs were injected with 0.03, 0.3, or 3 bird egg equivalents (BEQ) of the contaminants present in the fractions and then incubated for 19 d. Endpoints were selected to cover several mechanisms that may play a role in reproductive failures of fish-eating birds. Fractions I and IV from the Baltic guillemots induced ethoxyresorufin-O-deethylase (EROD) activity up to 15-fold in embryos exposed to 0.3 BEQ and up to 17-fold in embryos exposed to 3 BEQ. Corresponding Atlantic fractions induced EROD activity only at the higher dose of 3 BEQ. Morphological alterations were observed in the bursa of Fabricius in embryos exposed to the fractions that induced EROD, and for the Baltic fractions, this was apparent at the dose of 0.3 BEQ. The higher toxic potency of fractions I and IV was confirmed by higher mortality and occurrence of malformations among embryos exposed to these fractions. No other effects were observed; morphometry, hepatic porphyrin levels, thiamine-dependent enzymes, and acetylcholinesterase activity were not affected by any fraction. During interpretation of the results, concentrations in the whole-body guillemot extracts were compared to concentrations reported in field studies. In general, concentrations in the guillemot extract were lower than those associated with biomarker responses in other wild-bird species. However, because the relative sensitivity of guillemot toward immunotoxic effects remains to be resolved, effects on the immunocompetence of guillemot could not be excluded.
- Published
- 2002
- Full Text
- View/download PDF
19. Variation in growth in sandwich tern chicks Sterna sandvicensis and the consequences for pre- and post-fledging mortality
- Subjects
Waddenzee ,Griend ,Ecologie en Milieu ,ecologie ,zeevogels ,fauna ,ornithologie ,stern - Abstract
Fitness consequences of variation in body mass growth and body condition were studied in a sandwich tern Sterna sandvicensis colony on Griend, Dutch Wadden Sea, during 1990-2000. Body mass increment during the linear growth phase predicted nestling survival probabilities accurately. Chicks growing less than 8 g per day had low survival probabilities until fledging, but within a range of 8-11 g per day growth only small effects on chick survival were observed. Effects of slow growth on survival becameobvious after about 10 days after hatching. Slow growing chicks reached a much lower fledging mass, whereas slow growth had only small effects on structural size at fledging. Body condition of the chicks was highly variable and had strong effects on survival until fledging. However, body condition during the nestling stage did not influence post-fledging survival. Body condition at fledging had no effects on post-fledging survival and did not affect final mass or body size. It is argued that low fledging mass can be overcome soon after fledging, as parents take their fledglings closer to the foraging areas, thereby avoiding high rates of kleptoparasitism by black-headed gulls Larus ridibundus.
- Published
- 2002
- Full Text
- View/download PDF
20. Feeding ecology of wintering terns in Guinea-Bissau
- Subjects
Guinee-Bissau ,Ecologie en Milieu ,ecologie ,zeevogels ,fauna ,ornithologie ,Afrika ,stern - Abstract
We studied the feeding ecology of little tTerns Sterna albifrons, sandwich terns S. sandvicensis and royal terns S. maxima in the Archipélago dos Bijagós (11°40'N, 15°45'W) in Guinea-Bissau (West Africa) during the winter of 1992/1993. More than 95 of all prey taken by these terns were roundfish, ranging in weight from 0.3 to 40 g. Birds usually fed alone, but sometimes they were observed feeding in mixed-species flocks consisting of 15-200 individuals. Capture rate (n fish per hour foraging) in these flocks was higher than that of solitary birds. However, smaller fish were caught by birds foraging in flocks, so food intake rate (g/h) did not differ between solitary and flock-feeding birds. The relationships between foraging behaviour of the three tern species and abiotic factors, such as time, tide and water clarity, have been investigated. Capture rate of royal terns increased with water clarity. For little terns and sandwich terns, food intake rate was lower in the most turbid waters compared to clearer waters. There was very little foraging activity during high tide. For little terns and royal terns, food intake rate was about twice as high during receding and low tides as during an incoming tide. Food intake rate averaged 8 g/h in little terns, 60 g/h in sandwich terns and 45 g/h in royal terns. With a rough model, we estimate the maximum rate of daily energy expenditure of terns wintering in the tropics at 3 x BMR (defined as energy expenditure of inactive bird at thermoneutrality in a post-absorptive state during the resting phase of the daily cycle). From an energetic viewpoint, wintering sandwich terns in Guinea-Bissau seem to have an easy living.
- Published
- 2002
- Full Text
- View/download PDF
21. Responses of seabirds, in particular prions (Pachyptila sp.), to small-scale processes in the Antarctic Polar Front
- Author
-
van Franeker, JA, van den Brink, NW, Bathmann, UV, Pollard, RT, de Barr, HJW, Wolff, WJ, Brink, Nico W. van den, Bathmann, Ulrich V., Pollard, Raymond T., Baar, Hein J.W. de, and Wolff, Wim J.
- Subjects
PREY ,Oceanography ,Zooplankton ,biology.animal ,zuidpoolgebied ,INTERANNUAL VARIATION ,ecologie ,DISTRIBUTIONS ,Wageningen Environmental Research ,COUNTING SEABIRDS ,fauna ,ornithologie ,SOUTHERN-OCEAN ,Trophic level ,Apex predator ,Pachyptila ,Polar front ,TOP PREDATORS ,SEA ,biology ,Ecology ,Ecologie en Milieu ,fungi ,DESOLATA ,Front (oceanography) ,zeevogels ,biology.organism_classification ,Food web ,Antarctica ,PROCELLARIIFORM SEABIRDS ,Seabird ,GEORGIA - Abstract
Small-scale distribution patterns of seabirds in the Antarctic Polar Front (APF) were investigated in relation to other biological, physical, and chemical features during the ANT-XIII/2 research cruise of R.V. Polarstern from December 1995 to January 1996. The APF is characterized by steep gradients in sea-surface temperature and salinity. Within the APF, gradient zones were closely associated with elevated levels of primary production, chlorophyll-a (chl-a) concentrations, and zooplankton densities. Even broad-billed prions ('Pachyptila vittata-group'), which dominated the seabird community by 83% in carbon requirements, showed small-scale distributional patterns that were positively related to primary production, chl-a, and total zooplankton densities. The findings demonstrate a close, direct link between fine-scale physical processes in the APF and biological activity through several food web levels up to that of zooplankton-eating seabirds. Broad-billed prions appeared to forage on very small copepods (Oithona spp.) in close association with the front. Fish- and squid-eating predators showed poor correlations with small-scale spatial structures of the APF. However, in a wider band around the APF, most top predators did occur in elevated densities, showing gradual spatio-temporal diffusion of the impact of the APF on higher trophic levels. (C) 2002 Elsevier Science Ltd. All rights reserved.
- Published
- 2002
- Full Text
- View/download PDF
22. Populatiebeheer van meeuwen op daken
- Author
-
Riemens, J. and Riemens, J.
- Abstract
Het ministerie van Defensie beheert allerlei terreinen: oefenterreinen, bedrijfscomplexen, kazernes, bosen natuurgebieden en vliegvelden. Vanwege de soms bijzondere situatie kunnen zich op deze plekken bijzondere beheerproblemen voordoen. Het havenen bedrijvencomplex de Nieuwe Haven van de Koninklijke Marine in Den Helder, een kleine 400 hectare groot, heeft zo’n beheerprobleem. Op de gebouwen met platte daken willen meeuwen graag broeden. Met alle overlast van dien.
- Published
- 2015
23. Ship-based seabird and marine mammal surveys off Mauritania, 4-14 September 2015
- Author
-
Camphuysen, C.J., Kloff, S., ould Taleb, A.J., Camphuysen, C.J., Kloff, S., and ould Taleb, A.J.
- Abstract
This report presents the first results obtained during the ship-based seabird and marine mammal surveys conducted between 4 and 14 September 2015 and must be seen as a preliminary analysis of the data and a further step in data collection. This cruise was part of the longer-term research project financed via the Programme “Biodiversity Gas and Oil” (BGO).
- Published
- 2015
24. Verklarende factoren voor de verspreiding van alken en zeekoeten op de Bruine Bank: Project Aanvullende Beschermde Gebiede Noordzee
- Subjects
monitoring ,Vis ,natura 2000 ,north sea ,birds ,Ecosystemen ,sea birds ,noordzee ,vogels ,zeevogels ,Maritiem - Abstract
Begin 2014 zijn twee surveys uitgevoerd in het gebied rond de Bruine Bank. De surveys waren enerzijds gericht op het in kaart brengen van de verspreiding van vogels en anderzijds op het in kaart brengen van potentiele prooisoorten. Toetsing van deze schattingen samen met alle oudere beschikbare goede aantalsschattingen aan het vernieuwde beleidskader voor Natura 2000-gebieden leidt tot de conclusie dat de Bruine Bank kan worden aangewezen als een Natura 2000-gebied onder de Vogelrichtlijn.
- Published
- 2014
25. A first approach to deal with cumulative effects on birds and bats of offshore wind farms and other human activities in the southern North Sea
- Subjects
Aquatic Ecology and Water Quality Management ,AFSG Food Quality ,chiroptera ,noordzee ,wind farms ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer ,zeevogels ,nadelige gevolgen ,north sea ,birds ,Ecosystemen ,sea birds ,adverse effects ,regional planning ,windmolenpark ,vogels ,regionale planning ,Maritiem - Abstract
Around 100 offshore wind farms are scheduled to be operational by 2023 in the southern North Sea (51-56°N) alone. There may be two sides to this development in environmental terms: on the one hand this will help reduce CO2 emissions, on the other hand protected North Sea biota may be negatively impacted. This report considers the cumulative impact of all projected wind farms in the southern North Sea (by 2023) on birds and bats.
- Published
- 2014
26. Fulmar Litter EcoQO monitoring in the Netherlands - Update 2012 and 2013
- Subjects
water pollution ,microplastics ,afval ,zeevogels ,nadelige gevolgen ,Wageningen Marine Research ,marine areas ,monitoring ,fulmarus ,Ecosystemen ,sea birds ,wastes ,adverse effects ,waterverontreiniging ,mariene gebieden - Abstract
Fulmars are purely offshore foragers that ingest all sorts of litter from the sea surface and do not regurgitate poorly degradable diet components like plastics. Initial size of ingested debris is usually in the range of millimetres to centimeters, but may be considerably larger for flexible items as for instance threadlike or sheetlike materials. Items must gradually wear down in the muscular stomach to a size small enough for passage to the intestines. During this process, plastics accumulate in the stomach to a level that integrates litter levels encountered in their foraging area for a period of probably up to a few weeks. The Dutch monitoring approach using beached fulmars was developed for international implementation by OSPAR.
- Published
- 2014
27. Fulmar Litter EcoQO monitoring in the Netherlands - Update 2012 and 2013
- Author
-
van Franeker, J.A., Kuhn, S., Bravo Rebolledo, E., and Meijboom, A.
- Subjects
water pollution ,microplastics ,afval ,zeevogels ,nadelige gevolgen ,Wageningen Marine Research ,marine areas ,monitoring ,fulmarus ,Ecosystemen ,sea birds ,wastes ,adverse effects ,waterverontreiniging ,mariene gebieden - Abstract
Fulmars are purely offshore foragers that ingest all sorts of litter from the sea surface and do not regurgitate poorly degradable diet components like plastics. Initial size of ingested debris is usually in the range of millimetres to centimeters, but may be considerably larger for flexible items as for instance threadlike or sheetlike materials. Items must gradually wear down in the muscular stomach to a size small enough for passage to the intestines. During this process, plastics accumulate in the stomach to a level that integrates litter levels encountered in their foraging area for a period of probably up to a few weeks. The Dutch monitoring approach using beached fulmars was developed for international implementation by OSPAR.
- Published
- 2014
28. Verklarende factoren voor de verspreiding van alken en zeekoeten op de Bruine Bank: Project Aanvullende Beschermde Gebiede Noordzee
- Author
-
Geelhoed, S.C.V., Bos, O.G., Burggraaf, D., Couperus, A.S., and Lagerveld, S.
- Subjects
monitoring ,Vis ,natura 2000 ,north sea ,birds ,Ecosystemen ,sea birds ,noordzee ,vogels ,zeevogels ,Maritiem - Abstract
Begin 2014 zijn twee surveys uitgevoerd in het gebied rond de Bruine Bank. De surveys waren enerzijds gericht op het in kaart brengen van de verspreiding van vogels en anderzijds op het in kaart brengen van potentiele prooisoorten. Toetsing van deze schattingen samen met alle oudere beschikbare goede aantalsschattingen aan het vernieuwde beleidskader voor Natura 2000-gebieden leidt tot de conclusie dat de Bruine Bank kan worden aangewezen als een Natura 2000-gebied onder de Vogelrichtlijn.
- Published
- 2014
29. A first approach to deal with cumulative effects on birds and bats of offshore wind farms and other human activities in the southern North Sea
- Author
-
Leopold, M.F., Boonman, M., Collier, M.P., Davaasuren, N., Jongbloed, R.H., Lagerveld, S., van der Wal, J.T., and Scholl, M.M.
- Subjects
Aquatic Ecology and Water Quality Management ,AFSG Food Quality ,chiroptera ,noordzee ,wind farms ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer ,zeevogels ,nadelige gevolgen ,north sea ,birds ,Ecosystemen ,sea birds ,adverse effects ,regional planning ,windmolenpark ,vogels ,regionale planning ,Maritiem - Abstract
Around 100 offshore wind farms are scheduled to be operational by 2023 in the southern North Sea (51-56°N) alone. There may be two sides to this development in environmental terms: on the one hand this will help reduce CO2 emissions, on the other hand protected North Sea biota may be negatively impacted. This report considers the cumulative impact of all projected wind farms in the southern North Sea (by 2023) on birds and bats.
- Published
- 2014
30. Alken en Zeekoeten op het Friese Front
- Author
-
van Bemmelen, R.S.A., Arts, F., and Leopold, M.F.
- Subjects
Aquatic Ecology and Water Quality Management ,habitatrichtlijn ,noordzee ,populatiedynamica ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer ,zeevogels ,monitoring ,natura 2000 ,north sea ,Wildlife Ecology and Conservation ,birds ,Ecosystemen ,sea birds ,population dynamics ,vogels ,habitats directive - Abstract
Het Friese Front, zoals omschreven en geografisch aangeduid in het rapport van Lindeboom et al. (2005) zal worden aangewezen als Vogelrichtlijngebied, c.q. Natura 2000 gebied. Eén belangrijke reden voor de aanwijzing is de aanwezigheid, in zomer, nazomer en herfst, van internationaal belangrijke aantallen Zeekoeten Uria aalge. Vanwege de bijzondere status van het gebied is het belangrijk om te weten welke aantallen Zeekoeten het gebied bezoeken en wat de trends in aantallen zijn. Nederland moet hierover in de toekomst aan de Europese Commissie rapporteren. In dit rapport wordt informatie van eerder uitgevoerde ESAS scheepstellingen (1987-2011) aangevuld met een recente integrale scheepstelling van het Friese Front (oktober-november 2012), gekoppeld aan de tweemaandelijks uitgevoerde MWTL vliegtuigtellingen.
- Published
- 2013
31. Windenergie binnen 12 mijl in relatie tot ecologie
- Subjects
windmolens ,noordzee ,windmills ,zeevogels ,fishes ,wind power ,windenergie ,Wageningen Marine Research ,marine areas ,natural value ,Vis ,north sea ,natuurwaarde ,habitats ,vissen ,zeezoogdieren ,Ecosystemen ,sea birds ,marine mammals ,mariene gebieden ,voordelta - Abstract
Binnen de 12-mijlszone komen diverse biota in relatief hoge dichtheden voor. Toch is er diversiteit binnen deze zone, met de hoogste natuurwaarden op relatief geringe afstand tot de kust (
- Published
- 2013
32. Ecologische kwetsbaarheidskaarten voor drijvende en gedispergeerde olie op de Noordzee
- Author
-
de Lange, H.J., van Lanen, R., de Boois, I.J., Foekema, E.M., van Asch, M., and Lahr, J.
- Subjects
olieverontreinigingen ,ecotoxicologie ,noordzee ,Experimental Ecology ,zeevogels ,fishes ,rampen ,disasters ,Experimentele Ecologie ,ecotoxicology ,marine areas ,Vis ,Delta ,north sea ,vissen ,sea birds ,Dierecologie ,Animal Ecology ,oil spills ,mariene gebieden - Abstract
Bij calamiteiten op zee kan vrijkomende olie leiden tot ernstige ecologische effecten. De Landelijke Coördinatiecommissie Milieu (LCM) maakt bij de 24/7 advisering voor Rijkswaterstaat Zee en Delta gebruik van ecologische kwetsbaarheidskaarten bij het besluit om detergenten bij een olieverontreiniging in te zetten. De kaarten maken gebruik van verspreidingsgegevens van zeevogels en aanwezigheid van vissen (viseieren en -larven, en paaigebieden) en zijn bedoeld om direct, in het eerste uur na een olieverontreiniging, informatie te geven over wat te verwachten valt aan ecologische kwetsbaarheid op de locatie van het incident. Onderhavig rapport beschrijft de update van deze kaarten voor drijvende olie en het ontwikkelen van vergelijkbare kaarten voor gedispergeerde olie. Oil spills at sea can cause serious ecological effects. The National Coordination Committee on the Environment (LCM) uses ecological vulnerability maps in its 24/7 advice for Rijkswaterstaat Sea and Delta. These maps are used in the decision whether or not to deploy detergents. The maps use monitoring data of seabirds and fish (abundance of fish eggs and larvae and presence of spawning grounds) and are intended to provide information on the ecological vulnerability at the location of the incident. The present report describes the update of these maps for oil slicks, and the development of similar maps for dispersed oil.
- Published
- 2013
33. Ecologische kwetsbaarheidskaarten voor drijvende en gedispergeerde olie op de Noordzee
- Subjects
olieverontreinigingen ,ecotoxicologie ,noordzee ,Experimental Ecology ,zeevogels ,fishes ,rampen ,disasters ,ecotoxicology ,Experimentele Ecologie ,marine areas ,Vis ,Delta ,north sea ,vissen ,sea birds ,Dierecologie ,Animal Ecology ,oil spills ,mariene gebieden - Abstract
Bij calamiteiten op zee kan vrijkomende olie leiden tot ernstige ecologische effecten. De Landelijke Coördinatiecommissie Milieu (LCM) maakt bij de 24/7 advisering voor Rijkswaterstaat Zee en Delta gebruik van ecologische kwetsbaarheidskaarten bij het besluit om detergenten bij een olieverontreiniging in te zetten. De kaarten maken gebruik van verspreidingsgegevens van zeevogels en aanwezigheid van vissen (viseieren en -larven, en paaigebieden) en zijn bedoeld om direct, in het eerste uur na een olieverontreiniging, informatie te geven over wat te verwachten valt aan ecologische kwetsbaarheid op de locatie van het incident. Onderhavig rapport beschrijft de update van deze kaarten voor drijvende olie en het ontwikkelen van vergelijkbare kaarten voor gedispergeerde olie. Oil spills at sea can cause serious ecological effects. The National Coordination Committee on the Environment (LCM) uses ecological vulnerability maps in its 24/7 advice for Rijkswaterstaat Sea and Delta. These maps are used in the decision whether or not to deploy detergents. The maps use monitoring data of seabirds and fish (abundance of fish eggs and larvae and presence of spawning grounds) and are intended to provide information on the ecological vulnerability at the location of the incident. The present report describes the update of these maps for oil slicks, and the development of similar maps for dispersed oil.
- Published
- 2013
34. Windenergie binnen 12 mijl in relatie tot ecologie
- Author
-
Leopold, M.F., Dijkman, E.M., Winter, H.V., Lensink, R., and Scholl, M.M.
- Subjects
windmolens ,noordzee ,windmills ,zeevogels ,fishes ,wind power ,windenergie ,Wageningen Marine Research ,marine areas ,natural value ,Vis ,north sea ,natuurwaarde ,habitats ,vissen ,zeezoogdieren ,Ecosystemen ,sea birds ,marine mammals ,mariene gebieden ,voordelta - Abstract
Binnen de 12-mijlszone komen diverse biota in relatief hoge dichtheden voor. Toch is er diversiteit binnen deze zone, met de hoogste natuurwaarden op relatief geringe afstand tot de kust (
- Published
- 2013
35. Fulmar Litter EcoQO monitoring along Dutch and North Sea coasts - Update 2010 and 2011
- Author
-
van Franeker, J.A.
- Subjects
marine areas ,fulmarus ,north sea ,Ecosystemen ,sea birds ,wastes ,afval ,ecotoxicologie ,noordzee ,zeevogels ,mariene gebieden ,ecotoxicology - Abstract
Zwerfvuil op zee veroorzaakt ernstige economische en ecologische schade. De economische gevolgen zijn het grootst voor kustgemeentes, toerisme, scheepvaart en visserij. Dieren komen om of lijden door verstrikking in, of het opeten van afval, waarbij microscopisch kleine stukjes mogelijk gevolgen hebben voor hele voedselketens tot het niveau van de menselijke consument. In het Noordzeegebied werd het probleem van zwerfvuil duidelijk erkend toen de aangrenzende landen in 2002 besloten om OSPAR de opdracht te geven zwerfafval op te nemen in het systeem van ‘Ecologische Kwaliteits Doelstellingen (EcoQOs). In die periode werd in Nederland al graadmeter onderzoek verricht om zwerfvuil op zee te monitoren aan de hand van de hoeveelheid plastic afval in magen van een zeevogel, de Noordse Stormvogel (Fulmarus glacialis). Stormvogels fourageren alleen op open zee, en eten allerlei soorten afval van het zeeoppervlak en spugen onverteerbare delen zoals plastic niet uit in de vorm van braakballen.
- Published
- 2013
36. Voldoen de aantallen Grote Jagers aan de drempelwaarde voor kwalificatie van Friese Front als Vogelrichtlijngebied?
- Author
-
Geelhoed, S.C.V., Leopold, M.F., van Bemmelen, R.S.A., and Lindeboom, H.J.
- Subjects
Aquatic Ecology and Water Quality Management ,wildbescherming ,north sea ,habitats ,Ecosystemen ,sea birds ,wildlife conservation ,noordzee ,vogelrichtlijn ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer ,zeevogels ,Wageningen Marine Research ,birds directive - Abstract
Het Friese Front staat op de nominatie om aangewezen te worden als Vogelrichtlijngebied, vanwege grote aantallen Zeekoeten die daar, met jongen, in de zomer verblijven. Een tweede vogelsoort, de Grote Jager, kwalificeert zich wellicht ook, maar er bestaat onduidelijkheid over de aantallen die van het gebied gebruik maken en of deze de drempelwaarde voor kwalificatie als doelsoort voor een Vogelrichtlijngebied overschrijden. Onderzocht is of de aantallen Grote Jagers op het Friese Front met zekerheid voldoende zijn om deze soort te kwalificeren voor opname in het Aanwijzingsbesluit Friese Front.
- Published
- 2013
37. Alken en Zeekoeten op het Friese Front
- Subjects
Aquatic Ecology and Water Quality Management ,habitatrichtlijn ,noordzee ,populatiedynamica ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer ,zeevogels ,monitoring ,natura 2000 ,north sea ,Wildlife Ecology and Conservation ,birds ,Ecosystemen ,sea birds ,population dynamics ,vogels ,habitats directive - Abstract
Het Friese Front, zoals omschreven en geografisch aangeduid in het rapport van Lindeboom et al. (2005) zal worden aangewezen als Vogelrichtlijngebied, c.q. Natura 2000 gebied. Eén belangrijke reden voor de aanwijzing is de aanwezigheid, in zomer, nazomer en herfst, van internationaal belangrijke aantallen Zeekoeten Uria aalge. Vanwege de bijzondere status van het gebied is het belangrijk om te weten welke aantallen Zeekoeten het gebied bezoeken en wat de trends in aantallen zijn. Nederland moet hierover in de toekomst aan de Europese Commissie rapporteren. In dit rapport wordt informatie van eerder uitgevoerde ESAS scheepstellingen (1987-2011) aangevuld met een recente integrale scheepstelling van het Friese Front (oktober-november 2012), gekoppeld aan de tweemaandelijks uitgevoerde MWTL vliegtuigtellingen.
- Published
- 2013
38. Voldoen de aantallen Grote Jagers aan de drempelwaarde voor kwalificatie van Friese Front als Vogelrichtlijngebied?
- Subjects
Aquatic Ecology and Water Quality Management ,wildbescherming ,north sea ,habitats ,Ecosystemen ,sea birds ,wildlife conservation ,noordzee ,vogelrichtlijn ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer ,zeevogels ,Wageningen Marine Research ,birds directive - Abstract
Het Friese Front staat op de nominatie om aangewezen te worden als Vogelrichtlijngebied, vanwege grote aantallen Zeekoeten die daar, met jongen, in de zomer verblijven. Een tweede vogelsoort, de Grote Jager, kwalificeert zich wellicht ook, maar er bestaat onduidelijkheid over de aantallen die van het gebied gebruik maken en of deze de drempelwaarde voor kwalificatie als doelsoort voor een Vogelrichtlijngebied overschrijden. Onderzocht is of de aantallen Grote Jagers op het Friese Front met zekerheid voldoende zijn om deze soort te kwalificeren voor opname in het Aanwijzingsbesluit Friese Front.
- Published
- 2013
39. Fulmar Litter EcoQO monitoring along Dutch and North Sea coasts - Update 2010 and 2011
- Subjects
marine areas ,fulmarus ,north sea ,Ecosystemen ,sea birds ,wastes ,afval ,ecotoxicologie ,noordzee ,zeevogels ,mariene gebieden ,ecotoxicology - Abstract
Zwerfvuil op zee veroorzaakt ernstige economische en ecologische schade. De economische gevolgen zijn het grootst voor kustgemeentes, toerisme, scheepvaart en visserij. Dieren komen om of lijden door verstrikking in, of het opeten van afval, waarbij microscopisch kleine stukjes mogelijk gevolgen hebben voor hele voedselketens tot het niveau van de menselijke consument. In het Noordzeegebied werd het probleem van zwerfvuil duidelijk erkend toen de aangrenzende landen in 2002 besloten om OSPAR de opdracht te geven zwerfafval op te nemen in het systeem van ‘Ecologische Kwaliteits Doelstellingen (EcoQOs). In die periode werd in Nederland al graadmeter onderzoek verricht om zwerfvuil op zee te monitoren aan de hand van de hoeveelheid plastic afval in magen van een zeevogel, de Noordse Stormvogel (Fulmarus glacialis). Stormvogels fourageren alleen op open zee, en eten allerlei soorten afval van het zeeoppervlak en spugen onverteerbare delen zoals plastic niet uit in de vorm van braakballen.
- Published
- 2013
40. De zwarte zeeeend Melanitta nigra in Nederland
- Subjects
observation ,Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek ,netherlands ,nederland ,populatie-ecologie ,Institute for Forestry and Nature Research ,sea birds ,ducks ,dieren ,mortaliteit ,population density ,fauna ,biogeografie ,biogeography ,populatiedichtheid ,anatidae ,veldwerk ,field work ,inventarisaties ,zeevogels ,mortality ,animals ,inventories ,population ecology ,population growth ,observatie ,populatiegroei ,eenden - Abstract
Een overzicht van het voorkomen van de Zwarte Zee-eend in de afgelopen eeuw
- Published
- 1995
41. Monitoring en Evaluatie Pilot Zandmotor Fase 2 - Data rapport vogels en zeezoogdieren rond de Zandmotor. December 2011 - April 2012
- Author
-
Witte, R.H. and Wijsman, J.W.M.
- Subjects
natuurontwikkeling ,nature development ,nature management ,zuid-holland ,sand suppletion ,kustbeheer ,zeevogels ,coastal management ,natuurbeheer ,monitoring ,Delta ,zeezoogdieren ,sea birds ,zandsuppletie ,marine mammals ,Maritiem - Abstract
In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de telresultaten van vogels en zeezoogdieren op en nabij de Zandmotor in de periode van december 2011 tot april 2012. In deze periode zijn er 3 tellingen uitgevoerd op 28 december 2011, 16 februari 2012 en 11 april 2012 in 3 telgebieden ten zuiden, ter plaatse en ten noorden van de Zandmotor. Tevens is er data verzameld van de individuele losse waarnemingen voor het telgebied Ter Heijde-Zandmotor.
- Published
- 2012
42. Responses of Local Birds to the Offshore Wind Farms PAWP and OWEZ off the Dutch mainland coast
- Author
-
Leopold, M.F., van Bemmelen, R.S.A., and Zuur, A.F.
- Subjects
Aquatic Ecology and Water Quality Management ,windmolens ,noordzee ,windmills ,wind farms ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer ,zeevogels ,nadelige gevolgen ,north sea ,Wildlife Ecology and Conservation ,Ecosystemen ,sea birds ,adverse effects ,windmolenpark ,fauna - Abstract
Offshore wind turbines are an alien element at sea, a “landscape” that is normally wide and open. Large, turning turbines might affect the local seabirds, that are dependent on the sea. One of the possible effects of offshore wind farms might be that the seabirds will be displaced from the sites, which would mean habitat destruction or at least habitat degradation for this group. All seabirds, being migratory, are protected under the EU Birds Directive. Yet, there are no studies into the question where wind farms should best be built (with respect to seabirds) or how they should be designed to minimize disturbance. This study compares the effects of two wind farms of different design in close proximity of each other. PAWP has a much higher turbine density (4.3 turbines / km2) than OWEZ (1.3/km2). This difference in turbine density probably constitutes the main difference in design between PAWP and OWEZ. The turbines deployed in PAWP (n=60) are Vestas V80 - 2 MW, at 59 m above mean sea level (amsl), with a rotor diameter of 80 m. Those in OWEZ (n=36) are Vestas V90 - 3MW turbines at 70 m amsl, with a rotor diameter of 90 m.
- Published
- 2012
43. Responses of Local Birds to the Offshore Wind Farms PAWP and OWEZ off the Dutch mainland coast
- Subjects
Aquatic Ecology and Water Quality Management ,windmolens ,noordzee ,windmills ,wind farms ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer ,zeevogels ,nadelige gevolgen ,north sea ,Wildlife Ecology and Conservation ,Ecosystemen ,sea birds ,adverse effects ,windmolenpark ,fauna - Abstract
Offshore wind turbines are an alien element at sea, a “landscape” that is normally wide and open. Large, turning turbines might affect the local seabirds, that are dependent on the sea. One of the possible effects of offshore wind farms might be that the seabirds will be displaced from the sites, which would mean habitat destruction or at least habitat degradation for this group. All seabirds, being migratory, are protected under the EU Birds Directive. Yet, there are no studies into the question where wind farms should best be built (with respect to seabirds) or how they should be designed to minimize disturbance. This study compares the effects of two wind farms of different design in close proximity of each other. PAWP has a much higher turbine density (4.3 turbines / km2) than OWEZ (1.3/km2). This difference in turbine density probably constitutes the main difference in design between PAWP and OWEZ. The turbines deployed in PAWP (n=60) are Vestas V80 - 2 MW, at 59 m above mean sea level (amsl), with a rotor diameter of 80 m. Those in OWEZ (n=36) are Vestas V90 - 3MW turbines at 70 m amsl, with a rotor diameter of 90 m.
- Published
- 2012
44. Cruise report seabird and cetacean survey Saba bank expedition October 2011
- Author
-
Geelhoed, S.C.V. and Verdaat, J.P.
- Subjects
saba ,sint eustatius ,sint-maarten (eiland) ,zeezoogdieren ,Ecosystemen ,marine ecology ,sea birds ,zeevogels ,marine mammals ,saint martin (island) ,mariene ecologie - Abstract
In October 2011 an expedition took place to the Saba Bank, on board of the ship the Caribbean Explorer II. Main aim of the expedition was collecting data on underwater fauna and coral reefs. Apart from that data were collected on nutrients, water flow, sponges and seabirds and marine mammals. Data on the last group were collected by deploying acoustic data loggers, and by means of visual surveys. These visual surveys were conducted whenever the other activities permitted it. This cruise report presents an brief overview of the results obtained during the October 2011 survey. It contains a short day to day report, a full list of all birds, mammals and particular pieces of floating matter seen, and a brief presentation of the results. Furthermore the report contains a brief account of observed birds on Sint Maarten, since published accounts on the birdlife of the island are scarce.
- Published
- 2012
45. Monitoring en Evaluatie Pilot Zandmotor Fase 2 - Data rapport vogels en zeezoogdieren rond de Zandmotor. December 2011 - April 2012
- Subjects
natuurontwikkeling ,nature development ,nature management ,zuid-holland ,sand suppletion ,kustbeheer ,zeevogels ,coastal management ,natuurbeheer ,monitoring ,Delta ,zeezoogdieren ,sea birds ,zandsuppletie ,marine mammals ,Maritiem - Abstract
In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de telresultaten van vogels en zeezoogdieren op en nabij de Zandmotor in de periode van december 2011 tot april 2012. In deze periode zijn er 3 tellingen uitgevoerd op 28 december 2011, 16 februari 2012 en 11 april 2012 in 3 telgebieden ten zuiden, ter plaatse en ten noorden van de Zandmotor. Tevens is er data verzameld van de individuele losse waarnemingen voor het telgebied Ter Heijde-Zandmotor.
- Published
- 2012
46. Cruise report seabird and cetacean survey Saba bank expedition October 2011
- Subjects
saba ,sint eustatius ,sint-maarten (eiland) ,zeezoogdieren ,Ecosystemen ,marine ecology ,sea birds ,zeevogels ,marine mammals ,saint martin (island) ,mariene ecologie - Abstract
In October 2011 an expedition took place to the Saba Bank, on board of the ship the Caribbean Explorer II. Main aim of the expedition was collecting data on underwater fauna and coral reefs. Apart from that data were collected on nutrients, water flow, sponges and seabirds and marine mammals. Data on the last group were collected by deploying acoustic data loggers, and by means of visual surveys. These visual surveys were conducted whenever the other activities permitted it. This cruise report presents an brief overview of the results obtained during the October 2011 survey. It contains a short day to day report, a full list of all birds, mammals and particular pieces of floating matter seen, and a brief presentation of the results. Furthermore the report contains a brief account of observed birds on Sint Maarten, since published accounts on the birdlife of the island are scarce.
- Published
- 2012
47. Plastic soep komt op ons bord
- Author
-
van Franeker, J.A.
- Subjects
vaste afvalstoffen ,water pollution ,microplastics ,aquatische ecologie ,solid wastes ,zeevogels ,nadelige gevolgen ,aquatic ecology ,consumer attitudes ,sea birds ,adverse effects ,waterverontreiniging ,aquatic toxicology ,aquatische toxicologie ,houding van consumenten - Abstract
De wereldwijd verspreide 'soep' van kleine plastic deeltjes in zeeën en oceanen vormt een omvangrijk mondiaal milieuprobleem. Niet alleen leidt het plastic tot verstrikking en verstopping bij vogels en vissen, ook brengt de giftigheid van de materie de voedselketen in gevaar. Om te voorkomen dat die soep steeds dikker en giftiger wordt, zijn dringend maatregelen nodig. Hoge statiegelden op eenmalige plastic producten bijvoorbeeld, maar ook stoppen met verpakkingsmateriaal van zogenaamd afbreekbare plastics.
- Published
- 2011
48. Masterplan Wind - Seabirds Cruise Report February 2011
- Subjects
monitoring ,north sea ,zeezoogdieren ,parasitic diseases ,fungi ,Ecosystemen ,sea birds ,noordzee ,zeevogels ,marine mammals - Abstract
This cruise report presents the seabird and marine mammal data collected during the 11th ‘fish egg and fish larvae’ survey on the Dutch Continental Shelf, in a series of 12 monthly surveys from April 2010 till March 2011.
- Published
- 2011
49. Masterplan Wind - Seabirds Cruise Report February 2011
- Author
-
van Bemmelen, R.S.A. and Geelhoed, S.C.V.
- Subjects
monitoring ,north sea ,zeezoogdieren ,parasitic diseases ,fungi ,Ecosystemen ,sea birds ,noordzee ,zeevogels ,marine mammals - Abstract
This cruise report presents the seabird and marine mammal data collected during the 11th ‘fish egg and fish larvae’ survey on the Dutch Continental Shelf, in a series of 12 monthly surveys from April 2010 till March 2011.
- Published
- 2011
50. Case Study Sanwich Terns - a probabilistic analysis of the ecological effects of dreding
- Subjects
reinforcement ,versterking ,laridae ,environmental impact reporting ,mijnbouw ,sand ,mining ,zeevogels ,coastal areas ,zand ,Vis ,sea birds ,kustgebieden ,milieueffectrapportage - Abstract
Every year, large amounts of sand are extracted from the North Sea to meet the demands for construction activities. Potential ecological effects of these sand mining activities have to be examined and reported in so called Environmental Impact Assessments (EIA’s). In the Netherlands, the potential impacts of sand mining activities on tern populations often form an important topic in these EIA’s. Sand mining causes an increase in silt concentrations. This increase will influence the turbidity of the water, which may affect populations of visual hunting birds, such as terns.
- Published
- 2011
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.