262 results on '"stuifmeel"'
Search Results
2. allergiepotentieel van stadsparken berekenen en beperken : Duitse landschapsecologen zetten onderzoek naar allergeniciteit stadsgroen voort
- Author
-
Iersel, W. van and Iersel, W. van
- Abstract
Stedelijke groene ruimten dienen als ontspannend toevluchtsoord, maar voor mensen met hooikoorts is een park vol bloeiende berken weinig ontspannend. Een wandeling door het park wordt door alle pollen een kwelling. Bij de inrichting van de openbare groene ruimte wordt vaak niet gekeken naar de allergeniciteit van planten. Als men bedenkt dat zo’n 20 procent van de bevolking last heeft van hooikoorts, is deze houding opmerkelijk te noemen.
- Published
- 2019
3. Milieufactoren en beschikbaarheid nectar en stuifmeel in graslanden
- Subjects
Vegetation ,flowers ,Land Use and Food Security ,grasslands ,Bos- en Landschapsecologie ,bloemen ,ecosysteemdiensten ,nectar ,Plant Ecology and Nature Conservation ,Landgebruik en Voedselzekerheid ,PE&RC ,plant communities ,graslanden ,milieufactoren ,environmental factors ,pollen ,stuifmeel ,Plantenecologie en Natuurbeheer ,Forest and Landscape Ecology ,functional biodiversity ,ecosystem services ,Vegetatie ,functionele biodiversiteit ,plantengemeenschappen - Abstract
Plantengemeenschappen spelen bij veel ecosysteemfuncties en -diensten een cruciale rol. De bijdrage van plantensoorten hangt af van functionele eigenschappen als het aanbod van nectar en stuifmeel in bloemen. Lokale plantengemeenschappen verschillen sterk in het spectrum aan eigenschappen van de soorten en inzicht in deze variatie kan helpen bij duurzaam beheer en gebruik van deze functionele diversiteit. Stilgestaan wordt bij factoren die de variatie in het aanbod van nectar en stuifmeel in graslanden beïnvloeden.
- Published
- 2016
4. Identification of metabolites involved in heat stress response in different tomato genotypes
- Author
-
Visser, R.G.F., Bovy, A.G., Tikunov, Y.M., Paupière, Marine J., Visser, R.G.F., Bovy, A.G., Tikunov, Y.M., and Paupière, Marine J.
- Abstract
Tomato production is threatened by climate change. High temperatures lead to a decrease of fruit set which correlates with a decrease of pollen fertility. The low viability of tomato pollen under heat stress was previously shown to be associated with alterations in specific metabolites. In this thesis, we used untargeted metabolomics approaches to broaden the identification of metabolites affected by heat stress. We assessed the suitability of pollen isolation methods for metabolomics analysis and considered the pitfalls for our further analysis. We explored the developmental metabolomes of pollen and anthers of different tomato genotypes under control and high temperature conditions and identified that microsporogenesis is a critical developmental stage for the production of mature and fertile pollen grain under heat stress. Several metabolites were putatively associated with tolerance to high temperature such as specific flavonoids, polyamines and alkaloids. These metabolites can be further used as markers in breeding programs to develop new genotypes tolerant to high temperatures.
- Published
- 2017
5. Identification of metabolites involved in heat stress response in different tomato genotypes
- Author
-
Marine J. Paupière, Wageningen University, R.G.F. Visser, A.G. Bovy, and Y.M. Tikunov
- Subjects
Stamen ,genotypen ,Biology ,medicine.disease_cause ,Fruit set ,heat stress ,Metabolomics ,Laboratorium voor Plantenveredeling ,genotypes ,Pollen ,Botany ,Genotype ,medicine ,stuifmeel ,tomatoes ,metabolites ,hittetolerantie ,metabolieten ,metabolomica ,Developmental stage ,food and beverages ,heat tolerance ,metabolomes ,warmtestress ,metabolomics ,metabolomen ,Heat stress ,Horticulture ,Plant Breeding ,solanum lycopersicum ,pollen ,Identification (biology) ,tomaten ,EPS - Abstract
Tomato production is threatened by climate change. High temperatures lead to a decrease of fruit set which correlates with a decrease of pollen fertility. The low viability of tomato pollen under heat stress was previously shown to be associated with alterations in specific metabolites. In this thesis, we used untargeted metabolomics approaches to broaden the identification of metabolites affected by heat stress. We assessed the suitability of pollen isolation methods for metabolomics analysis and considered the pitfalls for our further analysis. We explored the developmental metabolomes of pollen and anthers of different tomato genotypes under control and high temperature conditions and identified that microsporogenesis is a critical developmental stage for the production of mature and fertile pollen grain under heat stress. Several metabolites were putatively associated with tolerance to high temperature such as specific flavonoids, polyamines and alkaloids. These metabolites can be further used as markers in breeding programs to develop new genotypes tolerant to high temperatures.
- Published
- 2017
6. De foeragerende honingbij
- Subjects
honey bees ,flowering plants ,pollen plants ,beekeeping ,Entomology & Disease Management ,nectar ,honingbijen ,bestuivers (dieren) ,foraging ,foerageren ,drachtplanten ,pollen ,stuifmeel ,pollinators ,bijenhouderij ,apis ,bloeiende planten - Abstract
Dit artikel is een compilatie van het Wageningen-UR PRI rapport 606 ’Factoren die het foerageergedrag van honingbijen bepalen (deel I)’. In dit rapport wordt het haalgedrag van de honingbij beschreven: hoe wordt het bepaald en wat wordt verzameld en hoe. Daarnaast is in het rapport een drachtplantenlijst opgenomen (deel II). Hoe bijen drachten bezoeken is interessant voor de bijenhouder en van wezenlijk belang voor het inzetten van honingbijen voor bestuiving en voor het interpreteren van uitkomsten in studies waarin bijenvolken gebruikt worden voor het aantonen van plantenziekten en milieuverontreinigingen.
- Published
- 2015
7. Milieufactoren en beschikbaarheid nectar en stuifmeel in graslanden
- Author
-
Ozinga, W.A., Geerts, R.H.E.M., Hennekens, S.M., and Schaminee, J.H.J.
- Subjects
flowers ,Land Use and Food Security ,grasslands ,bloemen ,ecosysteemdiensten ,nectar ,Plant Ecology and Nature Conservation ,Landgebruik en Voedselzekerheid ,PE&RC ,plant communities ,graslanden ,milieufactoren ,environmental factors ,pollen ,stuifmeel ,Plantenecologie en Natuurbeheer ,functional biodiversity ,Vegetatie, Bos- en Landschapsecologie ,Vegetation, Forest and Landscape Ecology ,ecosystem services ,functionele biodiversiteit ,plantengemeenschappen - Abstract
Plantengemeenschappen spelen bij veel ecosysteemfuncties en -diensten een cruciale rol. De bijdrage van plantensoorten hangt af van functionele eigenschappen als het aanbod van nectar en stuifmeel in bloemen. Lokale plantengemeenschappen verschillen sterk in het spectrum aan eigenschappen van de soorten en inzicht in deze variatie kan helpen bij duurzaam beheer en gebruik van deze functionele diversiteit. Stilgestaan wordt bij factoren die de variatie in het aanbod van nectar en stuifmeel in graslanden beïnvloeden.
- Published
- 2016
8. Bestrijding Echinothrips americanus met roofmijten en roofwantsen : groeiend probleem in sierteelt onder glas
- Author
-
Messelink, G.J., Leman, A., and Gasemzadeh, Somayyeh
- Subjects
vegetables ,plant protection ,gewasbescherming ,groenten ,tuinbouw ,plant pests ,plantenplagen ,cut flowers ,reduviidae ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,thrips ,predatory mites ,rosaceae ,stuifmeel ,snijbloemen ,Glastuinbouw ,gerbera ,greenhouse horticulture ,roofmijten ,WUR GTB Gewasgezondheid ,ornamental horticulture ,horticulture ,sierteelt ,plagenbestrijding ,pollen ,capsicum ,pest control ,frankliniella occidentalis - Abstract
Dat trips een enorm probleem is in de sierteelt onder glas is geen nieuws meer. In de meeste gevallen gaat het dan om de Californische trips, een soort met een sterke voorkeur voor bloemen. De laatste jaren duikt er steeds vaker een andere polyfage trips op, de Echinothrips americanus. Deze typische bladbewonende trips kan in sierteeltgewassen zoals gerbera en roos behoorlijk schade geven als er niet tijdig wordt ingegrepen. In onderzoek is nog eens nauwkeurig gekeken naar de bestrijding met een aantal soorten roofmijten en roofwantsen.
- Published
- 2016
9. Waardplantvoorkeur van hommels: terugkijken in de tijd
- Subjects
geschiedenis ,Plant Ecology and Nature Conservation ,netherlands ,insect plant relations ,nederland ,populatie-ecologie ,waardplanten ,stuifmeel ,uk ,fauna ,verenigd koninkrijk ,bombus ,inventarisaties ,belgium ,PE&RC ,insect-plant relaties ,inventories ,Wildlife Ecology and Conservation ,host plants ,pollen ,population ecology ,Dierecologie ,Plantenecologie en Natuurbeheer ,Animal Ecology ,history ,belgië - Abstract
Het verklaren van populatietrends is een belangrijk doel geweest van een breed scala aan ecologische studies. Dergelijke studies worden bemoeilijkt doordat bij zeldzame soorten een bepaalde eigenschap of gedrag zowel oorzaak als gevolg kan zijn van de achteruitgang van een soort. Wij omzeilden dit probleem door eigenschappen van soorten te vergelijken aan de hand van exemplaren in natuurhistorische musea die waren verzameld toen de soorten nog algemeen voorkwamen. Over de rol van voedselvoorkeur en -specialisatie als veroorzaker van de achteruitgang van hommelsoorten wordt al lange tijd gediscussieerd. Wij vergeleken de samenstelling van stuifmeelladingen van vijf hommelsoorten met stabiele populaties en vijf soorten met afnemende populaties met behulp van exemplaren in musea die voor 1950 waren verzameld in België, Engeland en Nederland.
- Published
- 2012
10. Bestrijding Echinothrips americanus met roofmijten en roofwantsen : groeiend probleem in sierteelt onder glas
- Author
-
Messelink, G., Leman, A., Messelink, G., and Leman, A.
- Abstract
Dat trips een enorm probleem is in de sierteelt onder glas is geen nieuws meer. In de meeste gevallen gaat het dan om de Californische trips, een soort met een sterke voorkeur voor bloemen. De laatste jaren duikt er steeds vaker een andere polyfage trips op, de Echinothrips americanus. Deze typische bladbewonende trips kan in sierteeltgewassen zoals gerbera en roos behoorlijk schade geven als er niet tijdig wordt ingegrepen. In onderzoek is nog eens nauwkeurig gekeken naar de bestrijding met een aantal soorten roofmijten en roofwantsen.
- Published
- 2016
11. Voedingssupplementen roofmijt in paprika en komkommer : ‘vitale populatie bestrijders opbouwen voordat er een probleem is’
- Author
-
Velden, P. van and Velden, P. van
- Abstract
Bijvoeren van roofmijten met een stuifmeelpreparaat is het proefstadium ontgroeid. Een flink aantal telers past deze methode met succes toe. Op momenten dat er nog niet veel plaagdieren voorhanden zijn kunnen roofmijtsoorten die ook stuifmeel eten toch een vitale populatie opbouwen. Wesley Klauwi van paprikabedrijf Zuidgeest Growers en komkommerteler Bart de Groot leggen uit hoe zij dit toepassen.
- Published
- 2016
12. Roofmijten bijvoeren met stuifmeel helpt bij totaalaanpak trips : biologische bestrijding trips snijbloemen stap dichterbij
- Author
-
Velden, P. van and Velden, P. van
- Abstract
Biologische tripsbestrijding in snijbloemen is lastig, maar niet onmogelijk. Bijvoeren met stuifmeel kan helpen om een vitale roofmijtpopulatie op te bouwen en te houden, maar er kleeft een risico aan. Stuifmeel is namelijk ook een voedselbron voor trips. Dit gegeven was het uitgangspunt voor onderzoek bij roos, waarbij meteen is gekeken hoe andere roofmijten reageren op bijvoeren.
- Published
- 2016
13. De foeragerende honingbij
- Author
-
van der Steen, J.J.M.
- Subjects
honey bees ,flowering plants ,pollen plants ,beekeeping ,Entomology & Disease Management ,nectar ,honingbijen ,bestuivers (dieren) ,foraging ,foerageren ,drachtplanten ,pollen ,stuifmeel ,pollinators ,bijenhouderij ,apis ,bloeiende planten - Abstract
Dit artikel is een compilatie van het Wageningen-UR PRI rapport 606 ’Factoren die het foerageergedrag van honingbijen bepalen (deel I)’. In dit rapport wordt het haalgedrag van de honingbij beschreven: hoe wordt het bepaald en wat wordt verzameld en hoe. Daarnaast is in het rapport een drachtplantenlijst opgenomen (deel II). Hoe bijen drachten bezoeken is interessant voor de bijenhouder en van wezenlijk belang voor het inzetten van honingbijen voor bestuiving en voor het interpreteren van uitkomsten in studies waarin bijenvolken gebruikt worden voor het aantonen van plantenziekten en milieuverontreinigingen.
- Published
- 2015
14. Meeste wilde bestuivers buiten boot bij focus op economisch nut
- Author
-
Kleijn, D.
- Subjects
breeds ,pollination ,species diversity ,bedreigde soorten ,soortendiversiteit ,biodiversiteit ,bestuivers (dieren) ,wetenschappelijk onderzoek ,endangered species ,ecosystemen ,apidae ,insecten ,Wildlife Ecology and Conservation ,pollen ,wild honey bee colonies ,bestuiving ,stuifmeel ,scientific research ,pollinators ,insects ,rassen (dieren) ,wilde bijenvolken ,ecosystems ,biodiversity - Abstract
Insecten leveren een bijdrage aan ecosysteemdiensten vanwege de bestuiving van allerlei gewassen. Maar uit nieuw onderzoek, gepubliceerd in Nature Communications, blijkt dat dat slechts geldt voor een kleine groep algemene soorten. Zeldzame soorten dragen nauwelijks bij aan bestuiving. In het internationale debat over biodiversiteitsbehoud kan de huidige focus op ecosysteemdiensten als argument voor soortbescherming voor zeldzame soorten dus slecht uitpakken.
- Published
- 2015
15. Meeste wilde bestuivers buiten boot bij focus op economisch nut
- Subjects
breeds ,pollination ,species diversity ,bedreigde soorten ,soortendiversiteit ,biodiversiteit ,bestuivers (dieren) ,wetenschappelijk onderzoek ,endangered species ,ecosystemen ,apidae ,insecten ,Wildlife Ecology and Conservation ,pollen ,wild honey bee colonies ,bestuiving ,stuifmeel ,scientific research ,pollinators ,insects ,rassen (dieren) ,wilde bijenvolken ,ecosystems ,biodiversity - Abstract
Insecten leveren een bijdrage aan ecosysteemdiensten vanwege de bestuiving van allerlei gewassen. Maar uit nieuw onderzoek, gepubliceerd in Nature Communications, blijkt dat dat slechts geldt voor een kleine groep algemene soorten. Zeldzame soorten dragen nauwelijks bij aan bestuiving. In het internationale debat over biodiversiteitsbehoud kan de huidige focus op ecosysteemdiensten als argument voor soortbescherming voor zeldzame soorten dus slecht uitpakken.
- Published
- 2015
16. Strengthening populations breaks new ground in biological control : dietary supplements help predatory mites
- Author
-
Velden, P. van and Velden, P. van
- Abstract
Is it best to introduce yet another means of biological control or to build up and maintain a healthy and strong population? Every grower will choose the latter. The first experiences, in which predatory mites are provided with a ‘supplement’ based on pollen, are good. The nursery run by cucumber growers Aad and Ruud Zwinkels is crawling with predatory mites.
- Published
- 2015
17. doos met hommels is een stuk zekerheid'
- Author
-
Stroobach, L.A. and Stroobach, L.A.
- Abstract
Koppert Biological Systems werkt voortdurend aan het perfectioneren van een van zijn klassieke producten: Natupol. In de afgelopen 25 jaar slaagde het bedrijf erin een doos met hommels om te vormen tot een efficiënt en veilig bestuivingsconcept. Om te voldoen aan de stijgende vraag vanuit de huidige dynamische markt, werkt Koppert echter proactief door om ook de uitdagingen van de toekomst het hoofd te kunnen bieden.
- Published
- 2015
18. Meeste wilde bestuivers buiten boot bij focus op economisch nut
- Abstract
Insecten leveren een bijdrage aan ecosysteemdiensten vanwege de bestuiving van allerlei gewassen. Maar uit nieuw onderzoek, gepubliceerd in Nature Communications, blijkt dat dat slechts geldt voor een kleine groep algemene soorten. Zeldzame soorten dragen nauwelijks bij aan bestuiving. In het internationale debat over biodiversiteitsbehoud kan de huidige focus op ecosysteemdiensten als argument voor soortbescherming voor zeldzame soorten dus slecht uitpakken.
- Published
- 2015
19. slag om de voorjaarsdracht : ervaringen van Ardine Korevaar en Henk van der Scheer
- Abstract
Alleen met sterke volken valt er wat te slingeren na de voorjaarsdracht, die in maart begint met de wilg. Daarna, in april, volgen paardenbloemen en het fruit: peren, kersen en pruimen en in aansluiting hierop in mei appels. Tegelijk met de appels bloeit vaak het koolzaad. Keuze genoeg voor de bijen.
- Published
- 2015
20. Gemakkelijke planten in mijn omgeving (2) : drachtplant
- Author
-
Lemmens, B. and Lemmens, B.
- Abstract
Begin januari 2014 stonden de winterakonieten al in volle bloei. Dit jaar kwamen de gele kopjes pas op 31 januari 2015 voorzichtig boven de aarde. Hetzelfde gold voor de sneeuwklokjes, waarvan alleen de dappersten zich lieten zien. De toverhazelaar trok zich niks aan van het kille weer en bloeide dat het een lieve lust was. Een enkele wilg liet voorzichtig de katjes zien, nog helemaal grijs. De knoppen van de gele kornoelje stonden op springen, maar het weer moest drastisch verbeteren, wilde de struik geel kleuren. Op het moment dat u dit leest is het vast en zeker goed afgelopen allemaal.
- Published
- 2015
21. Gemakkelijke planten in mijn omgeving (4)
- Author
-
Lemmens, B. and Lemmens, B.
- Abstract
Bij het schrijven van dit artikel is het half april en eindelijk wat beter weer. Iets wat je direct merkt aan de bijen en de planten. De katjes vallen van de wilgen die als eerste bloeiden, terwijl er nog wilgen zijn die in bloei moeten komen. De (wilde) kersenboom stond vanmorgen nog met dichte knoppen, terwijl de bijen vanmiddag de boom volop bezoeken omdat de bloemen in één dag open zijn gegaan. Het speenkruid heeft de plaats ingenomen van de winterakoniet die nu vol in het zaad staat, net als de iep, terwijl aan deze boom nog geen blad te bekennen is. De blauwe druifjes worden druk bezocht door allerlei soorten solitaire bijen; daslook en geraniums gaan voorzichtig open. En daar zijn de eerste paardenbloemen, die in onze omgeving alleen mogen groeien en bloeien in de bermen en in een weiland van de biologische geitenboer. De Drentse krent en esdoornsoorten staan op opengaan en de paardenkastanje laat nu zijn knoppen zwellen. Het is lente!
- Published
- 2015
22. Bomen voor bijen : beheerder kan bijen handje helpen met slim sortiment
- Author
-
Ebben, T. and Ebben, T.
- Abstract
Vanaf de eerste mooie dag in de lente tot de laatste zonnige najaarsdag vliegen bijen uit om nectar en stuifmeel te verzamelen. Naast bloemen van kruiden en planten spelen ook bloeiende bomen een grote rol in de voedselvoorziening van de bij.
- Published
- 2015
23. foeragerende honingbij
- Author
-
Steen, J. van der and Steen, J. van der
- Abstract
Dit artikel is een compilatie van het Wageningen-UR PRI rapport 606 ’Factoren die het foerageergedrag van honingbijen bepalen (deel I)’. In dit rapport wordt het haalgedrag van de honingbij beschreven: hoe wordt het bepaald en wat wordt verzameld en hoe. Daarnaast is in het rapport een drachtplantenlijst opgenomen (deel II). Hoe bijen drachten bezoeken is interessant voor de bijenhouder en van wezenlijk belang voor het inzetten van honingbijen voor bestuiving en voor het interpreteren van uitkomsten in studies waarin bijenvolken gebruikt worden voor het aantonen van plantenziekten en milieuverontreinigingen.
- Published
- 2015
24. Drachtplanten : gemakkelijke planten in mijn omgeving (5)
- Author
-
Lemmens, B. and Lemmens, B.
- Abstract
Omdat ik gepensioneerd ben, heb ik mijn vakantie naar Wales en Schotland er al op zitten. Wat mij het meest opviel, was dat bomen, ook al staan ze in een weiland of op akkers, nog volwassen mogen worden. Hoe anders is dit in Nederland. Toen ik vertrok vlogen de bijen nog op de dwergmispel, de paardenkastanje en de alliums (soorten sierui). Nu zijn die planten al met zaadvorming bezig. Voor hen die niet naar drachtgebieden reizen zit er even een dip in de jaarlijkse bloeiboog van planten. Ik woon in de gemeente Laarbeek, NoordBrabant. Onze gemeente koopt grond, als compensatie voor alle bedrijfspanden en woningen die we ondanks de crisis bouwen en voor hemelwaterafvoer die voor die nieuwe gebouwen weer nodig is. Die grond wordt ingezaaid met akker(on)kruiden. Het hele dorp loopt uit om dat schoons te bekijken om vervolgens het grind in het voortuintje weer aan te harken…
- Published
- 2015
25. Gemakkelijke planten in mijn omgeving (8, slot) : drachtplant
- Author
-
Lemmens, B. and Lemmens, B.
- Abstract
Vanmorgen zijn enkele imkers uit de omgeving planten komen halen voor hun bijenweide. Ik heb me een aantal uren nuttig gemaakt op de landelijke natuurwerkdag. In de loop van de middag kwam ik thuis, met nog een temperatuur van 20°C. Het was notabene 7 november. Het gezoem van de bijen op de klimop was zo luid dat het een zwerm leek. De bijen tolden ook nog eens rond in de herfstkrokussen, wat deze dag een gouden randje gaf.
- Published
- 2015
26. Bestrijding Echinothrips americanus met roofmijten en roofwantsen : groeiend probleem in sierteelt onder glas
- Subjects
vegetables ,plant protection ,gewasbescherming ,groenten ,tuinbouw ,plant pests ,plantenplagen ,cut flowers ,reduviidae ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,thrips ,predatory mites ,rosaceae ,stuifmeel ,snijbloemen ,Glastuinbouw ,gerbera ,greenhouse horticulture ,roofmijten ,WUR GTB Gewasgezondheid ,ornamental horticulture ,horticulture ,sierteelt ,plagenbestrijding ,pollen ,capsicum ,pest control ,frankliniella occidentalis - Abstract
Dat trips een enorm probleem is in de sierteelt onder glas is geen nieuws meer. In de meeste gevallen gaat het dan om de Californische trips, een soort met een sterke voorkeur voor bloemen. De laatste jaren duikt er steeds vaker een andere polyfage trips op, de Echinothrips americanus. Deze typische bladbewonende trips kan in sierteeltgewassen zoals gerbera en roos behoorlijk schade geven als er niet tijdig wordt ingegrepen. In onderzoek is nog eens nauwkeurig gekeken naar de bestrijding met een aantal soorten roofmijten en roofwantsen.
- Published
- 2016
27. (Zelf) meten aan de vitaliteit van bijen
- Subjects
honey bees ,hatch ,research ,animal health ,honingbijen ,diergezondheid ,onderzoek ,apidae ,animal physiology ,meting ,dierfysiologie ,pollen ,wild honey bee colonies ,broedsel ,stuifmeel ,PRI BIOINT Entomology & Virology ,measurement ,wilde bijenvolken - Abstract
Tijdens het symposium van bijen@wur PRI op 18 maart vertelde Sjef van der Steen over zijn onderzoek in 2009 en 2010 naar invloed van variatie en continuïteit in de aanvoer van stuifmeel op de vitaliteit van bijenvolken. Voor Bijenhouden schreef hij een artikel over zijn aanpak en de uitkomsten, met tot slot advies voor de imker.
- Published
- 2012
28. Stuifmeel museumbijen levert het bewijs
- Author
-
Kleis, R. and Scheper, J.A.
- Subjects
breeds ,pollen plants ,fodder legumes ,voederpeulvruchten ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,apidae ,field crops ,drachtplanten ,veldgewassen ,pollen ,wild honey bee colonies ,CE - Molecular Ecology Ecotoxicology and Wildlife Management ,beplantingen ,stuifmeel ,voedseltekorten ,food shortages ,rassen (dieren) ,wilde bijenvolken ,plantations - Abstract
Voedseltekort oorzaak afname aantal wilde bijen. Vooral grote bijen zijn de dupe van gebreken in menu.
- Published
- 2014
29. Microspore embryogenesis: reprogramming cell fate from pollen to embryo development
- Subjects
animal structures ,EPS-1 ,embryonale ontwikkeling ,food and beverages ,in vitro kweek ,brassica napus ,plantenembryo's ,biological development ,plantenontwikkeling ,embryonic development ,pollen ,embryonic structures ,in vitro culture ,plant embryos ,biologische ontwikkeling ,stuifmeel ,Laboratorium voor Moleculaire Biologie ,embryogenesis ,embryogenese ,Laboratory of Molecular Biology ,BIOS Plant Development Systems ,plant development - Abstract
Microspore embryogenesis is an expression of plant cell totipotency that leads to the production of haploid embryos. Besides being a widely exploited plant breeding tool, microspore embryogenesis is also a fascinating system that can be used to obtain a deeper mechanistic understanding of plant totipotency. This thesis aims to provide more insight into the process of microspore embryogenesis, from the formation of embryogenic cells to the outgrowth of differentiated embryos. In Chapter 1 background information is provided on the various aspects of Brassica napus microspore culture and plant development that intersect with the topics that are studied in this thesis. Emphasis is placed on the basic requirements and limitations for successful microspore embryo culture, as well as on the roles of the plant hormone auxin and epigenetic regulation in the development of plant embryos, during both zygotic and in vitro embryo development. Chapter 2 reviews the recent advances that have been made in understanding the developmental and molecular changes that take place during microspore embryogenesis in model systems. The commonly reported cellular changes associated with the establishment of embryo cell fate are summarized and evaluated. The subsequent differentiation of the embryo is also discussed, specifically, what is known about the establishment of polarity, with emphasis on the importance of exine rupture as a positional clue, and the processes that influence meristem maintenance during culture. Finally, the studies on the molecular changes during microspore embryo induction are put into context of male gametophytic development. Overall, the current perspective on microspore embryo initiation presents a landscape in which several routes can lead to the same final destination. Stress treatments are widely applied to induce embryogenic growth in microspore culture. Chapter 3 explores the role of histone acetylation status in stress-induced microspore embryogenesis in Brassica napus. Inhibition of histone deactylases (HDACs) using the HDAC inhibitor trichostatin A (TSA), phenocopies the heat stress treatment that is normally used to induce embryogenic cell proliferation in B. napus microspore culture. Arabidopsis is recalcitrant for haploid embryogenesis, yet treatment with TSA also induced embryogenic cell divisions in this model species. Our observations suggest that the totipotency of the male gametophyte is kept in check by an HDAC-dependent mechanism and that the stress treatments used to induce haploid embryo development in culture impinge on this HDAC-dependent pathway. The repression of HDACs or HDAC-mediated pathways by stress and the accompanying changes in histone acetylation status could provide a single, common regulation point for the induction of haploid embryogenesis. Chapter 4 builds on the knowledge developed in Chapter 3 on the role of HDAC proteins in plant totipotency. A wide variety of chemically distinct HDAC inhibitors was evaluated and additional inhibitors that enhance embryogenic cell induction and/or embryo yield were identified. One surprising observation was made during the course of this study: the initial donor microspore/pollen stage affects the quality of the embryo that is formed. In control cultures, embryos from progressively older stages of donor microspores/pollen became progressively compromised in their basal (axis region) region, characterized by a shift from normal embryos with apical (cotyledons) and basal (root) polarity to abnormal embryos with a reduced basal pole and ball-shaped embryos. These abnormal phenotypes could be partially complemented by treatment with HDAC inhibitors, which promoted growth of the basal region of the embryo. Progressive enhancement of embryo basal identity was accompanied by enhanced and broadened expression of the DR5 auxin response reporter. The embryo phenotypes observed in control and HDAC inhibitor treated microspore cultures are similar to the phenotypes induced by altered expression of the Arabidopsis TOPLESS (TPL)/HDAC19/BODENLOS (BDL) repressor complex, which acts to restrict expression of the AUXIN RESPONSE FACTOR ARF5/MONOPTEROS (MP) to the basal region of the embryo during zygotic embryo development. To understand why most embryogenic callus failed to develop further, we examined the transcriptome of globular-shaped embryos that have started to histodifferentiate and compared it with embryogenic callus. The transcriptome analysis showed that the expression of many genes that regulate (auxin-related) embryo patterning were downregulated in embryogenic callus compared to globular stage embryos. This result may simply reflect the lack of patterning in these embryos or might indicate a role of auxin-signalling in embryogenic callus formation. Chapter 5 examines how embryo identity and patterning is established in two B. napus microspore embryo pathways, a zygotic-like pathway, characterized by suspensor and then embryo proper formation, and a pathway characterized by initially unorganized structures that lack a suspensor. We specifically asked the question: how can embryo patterning be established in the absence of an initial asymmetric division and in the absence of a suspensor, two key events in zygotic embryo development. Analysis of embryo fate (GRP) and auxin (PIN1, PIN7 and DR5) markers showed that embryo fate was established prior to cell division, and independent of subsequent division pattern. The suspensorless embryo program was marked by a transient auxin maximum, followed by establishment of the apical and basal poles at the globular stage, coincident with release of the embryo from the pollen exine. Unlike zygotic embryo development, polar auxin transport (PAT) was not required for embryo initiation or polarity establishment in this system. Suspensor embryos developed in a similar fashion as zygotic embryos, PAT was required for specification of the embryo proper from the suspensor. Haploid embryogenesis therefore follows at least two programs, a PAT-dependent program that requires embryo proper specification from the suspensor, and an alternative PAT-independent program marked by an initial auxin maximum. In the final chapter, Chapter 6, the work presented in this thesis is put in context of the broader plant development field. The epigenetic regulation of developmental transitions that respond to stress and during pollen development are highlighted. A model is provided that histone acetylation levels mediated by HAT and HDAC regulate pollen fate.
- Published
- 2014
30. Microspore embryogenesis: reprogramming cell fate from pollen to embryo development
- Author
-
Hui Li, Wageningen University, Gerco Angenent, and Kim Boutilier
- Subjects
animal structures ,EPS-1 ,embryonale ontwikkeling ,food and beverages ,in vitro kweek ,brassica napus ,plantenembryo's ,biological development ,plantenontwikkeling ,embryonic development ,pollen ,embryonic structures ,in vitro culture ,plant embryos ,biologische ontwikkeling ,stuifmeel ,Laboratorium voor Moleculaire Biologie ,embryogenesis ,embryogenese ,Laboratory of Molecular Biology ,BIOS Plant Development Systems ,plant development - Abstract
Microspore embryogenesis is an expression of plant cell totipotency that leads to the production of haploid embryos. Besides being a widely exploited plant breeding tool, microspore embryogenesis is also a fascinating system that can be used to obtain a deeper mechanistic understanding of plant totipotency. This thesis aims to provide more insight into the process of microspore embryogenesis, from the formation of embryogenic cells to the outgrowth of differentiated embryos. In Chapter 1 background information is provided on the various aspects of Brassica napus microspore culture and plant development that intersect with the topics that are studied in this thesis. Emphasis is placed on the basic requirements and limitations for successful microspore embryo culture, as well as on the roles of the plant hormone auxin and epigenetic regulation in the development of plant embryos, during both zygotic and in vitro embryo development. Chapter 2 reviews the recent advances that have been made in understanding the developmental and molecular changes that take place during microspore embryogenesis in model systems. The commonly reported cellular changes associated with the establishment of embryo cell fate are summarized and evaluated. The subsequent differentiation of the embryo is also discussed, specifically, what is known about the establishment of polarity, with emphasis on the importance of exine rupture as a positional clue, and the processes that influence meristem maintenance during culture. Finally, the studies on the molecular changes during microspore embryo induction are put into context of male gametophytic development. Overall, the current perspective on microspore embryo initiation presents a landscape in which several routes can lead to the same final destination. Stress treatments are widely applied to induce embryogenic growth in microspore culture. Chapter 3 explores the role of histone acetylation status in stress-induced microspore embryogenesis in Brassica napus. Inhibition of histone deactylases (HDACs) using the HDAC inhibitor trichostatin A (TSA), phenocopies the heat stress treatment that is normally used to induce embryogenic cell proliferation in B. napus microspore culture. Arabidopsis is recalcitrant for haploid embryogenesis, yet treatment with TSA also induced embryogenic cell divisions in this model species. Our observations suggest that the totipotency of the male gametophyte is kept in check by an HDAC-dependent mechanism and that the stress treatments used to induce haploid embryo development in culture impinge on this HDAC-dependent pathway. The repression of HDACs or HDAC-mediated pathways by stress and the accompanying changes in histone acetylation status could provide a single, common regulation point for the induction of haploid embryogenesis. Chapter 4 builds on the knowledge developed in Chapter 3 on the role of HDAC proteins in plant totipotency. A wide variety of chemically distinct HDAC inhibitors was evaluated and additional inhibitors that enhance embryogenic cell induction and/or embryo yield were identified. One surprising observation was made during the course of this study: the initial donor microspore/pollen stage affects the quality of the embryo that is formed. In control cultures, embryos from progressively older stages of donor microspores/pollen became progressively compromised in their basal (axis region) region, characterized by a shift from normal embryos with apical (cotyledons) and basal (root) polarity to abnormal embryos with a reduced basal pole and ball-shaped embryos. These abnormal phenotypes could be partially complemented by treatment with HDAC inhibitors, which promoted growth of the basal region of the embryo. Progressive enhancement of embryo basal identity was accompanied by enhanced and broadened expression of the DR5 auxin response reporter. The embryo phenotypes observed in control and HDAC inhibitor treated microspore cultures are similar to the phenotypes induced by altered expression of the Arabidopsis TOPLESS (TPL)/HDAC19/BODENLOS (BDL) repressor complex, which acts to restrict expression of the AUXIN RESPONSE FACTOR ARF5/MONOPTEROS (MP) to the basal region of the embryo during zygotic embryo development. To understand why most embryogenic callus failed to develop further, we examined the transcriptome of globular-shaped embryos that have started to histodifferentiate and compared it with embryogenic callus. The transcriptome analysis showed that the expression of many genes that regulate (auxin-related) embryo patterning were downregulated in embryogenic callus compared to globular stage embryos. This result may simply reflect the lack of patterning in these embryos or might indicate a role of auxin-signalling in embryogenic callus formation. Chapter 5 examines how embryo identity and patterning is established in two B. napus microspore embryo pathways, a zygotic-like pathway, characterized by suspensor and then embryo proper formation, and a pathway characterized by initially unorganized structures that lack a suspensor. We specifically asked the question: how can embryo patterning be established in the absence of an initial asymmetric division and in the absence of a suspensor, two key events in zygotic embryo development. Analysis of embryo fate (GRP) and auxin (PIN1, PIN7 and DR5) markers showed that embryo fate was established prior to cell division, and independent of subsequent division pattern. The suspensorless embryo program was marked by a transient auxin maximum, followed by establishment of the apical and basal poles at the globular stage, coincident with release of the embryo from the pollen exine. Unlike zygotic embryo development, polar auxin transport (PAT) was not required for embryo initiation or polarity establishment in this system. Suspensor embryos developed in a similar fashion as zygotic embryos, PAT was required for specification of the embryo proper from the suspensor. Haploid embryogenesis therefore follows at least two programs, a PAT-dependent program that requires embryo proper specification from the suspensor, and an alternative PAT-independent program marked by an initial auxin maximum. In the final chapter, Chapter 6, the work presented in this thesis is put in context of the broader plant development field. The epigenetic regulation of developmental transitions that respond to stress and during pollen development are highlighted. A model is provided that histone acetylation levels mediated by HAT and HDAC regulate pollen fate.
- Published
- 2014
31. Functionele agrobiodiversiteit : gebruik natuurlijke vijanden om plagen de baas te worden
- Subjects
chiroptera ,agro-biodiversity ,nature conservation ,akkerranden ,natural enemies ,PRI Agrosysteemkunde ,natuurlijke vijanden ,environmental management ,milieubescherming ,stuifmeel ,vogels ,functional biodiversity ,mammals ,field margins ,environmental protection ,agriculture ,agri-environment schemes ,agrobiodiversiteit ,milieubeheer ,nectar ,natuurbescherming ,zuidhollandse eilanden ,landbouw ,birds ,pollen ,zoogdieren ,Agrosystems ,agrarisch natuurbeheer ,functionele biodiversiteit - Abstract
In 2004 ging in de Hoeksche Waard het LTO-project Functionele Agrobiodiversiteit (FAB) van start. Het doel van dit project was om in een grootschalig agrarisch cultuurlandschap meer gebruik te maken van een hoge biologische diversiteit. Door deze diversiteit te realiseren, zouden ziekten en plagen op een natuurlijker wijze onderdrukt kunnen worden. Er moet dan wel een aanpassing in landschap plaatsvinden: in de ideale situatie zorgen in de winter houtige begroeiingen en middelhoge grasachtige vegetaties voor schuilplaatsen voor natuurlijke vijanden en in het groeiseizoen helpen kruidenrijke vegetaties met voldoende bloemen bij het voorzien in nectar en stuifmeel (voedsel voor o.a. zweefvliegen en sluipwespen). Het belangrijkste voordeel van FAB is dat boeren minder gewasbeschermingsmiddelen hoeven toe te passen op hun akkers. Dit komt ten goede aan hun portemonnee, maar levert ook een belangrijke bijdrage aan de verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater. Dat het bevorderen van FAB daadwerkelijk leidt tot een vermindering van het bestrijdingsmiddelengebruik in het gebied staat nog niet onomstotelijk vast
- Published
- 2010
32. Vaderschapsanalyse bij eik : eikenstuifmeel komt van ver
- Subjects
selectieve bevruchting ,pollination ,Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek ,genetic analysis ,reproduction ,vaderschap ,Laboratorium voor Plantenveredeling ,genetische analyse ,Institute for Forestry and Nature Research ,bestuiving ,afstamming ,pollen competition ,stuifmeel ,genetische variatie ,stuifmeelconcurrentie ,bevruchting ,Plant Breeding ,fertilization ,pollen ,selective fertilization ,genetic variation ,parentage ,quercus ,EPS ,paternity ,voortplanting - Abstract
De eik houdt de genetische variatie op peil en voorkomt inteelt doordat de moedereik selecteert op stuifmeel van ver verwijderd staande eiken. Dit blijkt uit DNA-onderzoek van de eikels van groepjes eiken op locaties in het Leuvenumse bos en in Amsterdam
- Published
- 1999
33. Bestuiving van perenrassen met Pollinya-sierpeerselecties
- Subjects
plant breeding methods ,Sector Fruit ,pollination ,fruit growing ,pears ,fruitteelt ,Applied Plant Research ,proeven op proefstations ,rassen (planten) ,varieties ,pollen ,bestuiving ,peren ,Praktijkonderzoek Plant & Omgeving ,beplantingen ,stuifmeel ,plantenveredelingsmethoden ,Fruit Research Unit ,station tests ,plantations - Abstract
Eind jaren negentig startte PPO-fruit in Randwijk een onderzoek naar sierperen als bestuiver voor gewone peer. De toename van Conference-beplantingen, de afname van het belang van andere perenrassen en de toename van blokbeplantingen maakten be beschikbaarheid van enkele goede sierbestuivers wenselijk. In 2006 werd belsoten tot introductie, en sinds 2007 werken hieraan negen Nederlandse vruchtboomkwekers mee
- Published
- 2008
34. Microspore embryogenesis: reprogramming cell fate from pollen to embryo development
- Author
-
Angenent, Gerco, Boutilier, Kim, Hui Li, Angenent, Gerco, Boutilier, Kim, and Hui Li
- Abstract
Microspore embryogenesis is an expression of plant cell totipotency that leads to the production of haploid embryos. Besides being a widely exploited plant breeding tool, microspore embryogenesis is also a fascinating system that can be used to obtain a deeper mechanistic understanding of plant totipotency. This thesis aims to provide more insight into the process of microspore embryogenesis, from the formation of embryogenic cells to the outgrowth of differentiated embryos. In Chapter 1 background information is provided on the various aspects of Brassica napus microspore culture and plant development that intersect with the topics that are studied in this thesis. Emphasis is placed on the basic requirements and limitations for successful microspore embryo culture, as well as on the roles of the plant hormone auxin and epigenetic regulation in the development of plant embryos, during both zygotic and in vitro embryo development. Chapter 2 reviews the recent advances that have been made in understanding the developmental and molecular changes that take place during microspore embryogenesis in model systems. The commonly reported cellular changes associated with the establishment of embryo cell fate are summarized and evaluated. The subsequent differentiation of the embryo is also discussed, specifically, what is known about the establishment of polarity, with emphasis on the importance of exine rupture as a positional clue, and the processes that influence meristem maintenance during culture. Finally, the studies on the molecular changes during microspore embryo induction are put into context of male gametophytic development. Overall, the current perspective on microspore embryo initiation presents a landscape in which several routes can lead to the same final destination. Stress treatments are widely applied to induce embryogenic growth in microspore culture. Chapter 3 explores the role of histone acetylation status in stress-induced microspore embryogenesis in Bra
- Published
- 2014
35. Factsheet bestuiving van aardbeien in de vollegrond
- Abstract
De aardbei is voor een goede bestuiving afhankelijk van insecten. De honingbij, die bloem- en plaatsvast is, leent zich hier uitstekend voor. Deze factsheet geeft informatie overde meerwaarde die bijenbestuiving heeft voor de voortplanting van planten en fruitgewassen. Ook blijkt dat bijen de kwaliteit van de vrucht verbeteren.
- Published
- 2014
36. 'Bijenvolken bestuiven effectiever door meer bloembezoeken' : zachtfruitteler kiest alternatief voor bedekte teelt
- Author
-
Stijger, H. and Stijger, H.
- Abstract
Bloedbessen in Asch, gelegen tussen Tiel en Culemborg, is een toonaangevend bedrijf in de teelt van rode aalbessen. In plaats van hommels gebruikt de bessenteler bijen voor een optimale bestuiving van de bloemtrossen. Rode bes is van nature een windbestuiver, waardoor een goede bestuiving in de bedekte teelt belangrijk is.
- Published
- 2014
37. Met opbouw populaties slaat biologische bestrijding nieuwe weg in : voedingssupplementen roofmijten succesvol
- Author
-
Velden, P. van and Velden, P. van
- Abstract
Steeds weer nieuwe biologische bestrijding inbrengen of een gezonde en krachtige populatie in stand houden en opbouwen? Iedere ondernemer zal voor het laatste kiezen. De eerste ervaringen met het ‘bijvoeren’ van roofmijten met een preparaat op basis van stuifmeel zijn goed. Het krioelt van de roofmijten in de komkommerkas van Aad en Ruud Zwinkels.
- Published
- 2014
38. Bestuivende insecten : zaadteelt en insectenbestuiving (2)
- Author
-
Veeneklaas, R., Heemert, K. van, Veeneklaas, R., and Heemert, K. van
- Abstract
In deel 1 van 'Zaadteelt en insectenbestuiving' werden vooral de aspecten van de veredeling en zaadteelt besproken. In dit deel aandacht voor de rol van insecten als bestuivers.
- Published
- 2014
39. Beheersing dopluis in Ilex verticillata : dopluis bestrijden maar bijen sparen
- Author
-
Elberse, I.A.M. and van der Linden, A.
- Subjects
honey bees ,bloeidatum ,plant pests ,plantenplagen ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,apidae ,timing ,stuifmeel ,alternatieve methoden ,Nursery Stock ,PPO BBF Boomkwekerij ,ornamental woody plants ,parthenolecanium corni ,WUR GTB Gewasgezondheid ,ilex verticillata ,honingbijen ,flowering date ,control methods ,alternative methods ,houtachtige planten als sierplanten ,biological control agents ,pollen ,bestrijdingsmethoden ,organismen ingezet bij biologische bestrijding - Abstract
De laatste jaren vormt dopluis (Parthenolecanium corni) een geducht probleem voor de kwekers van de snijheester Ilex verticillata. Het gewas wordt geteeld voor de snij van takken met rode bessen. Het algemene bestrijdingsadvies voor dopluis is om een bespuiting uit te voeren op het moment dat de jonge dopluizen uitzwermen onder de dop van de moeder vandaan. Ze zijn dan het kwetsbaarst, omdat ze dan nog geen beschermende dop hebben. Bij Ilex valt dit moment echter samen met de bloeiperiode. Op dat moment worden bijen ingezet voor de bestuiving, nodig voor een goede beszetting. Veel middelen zijn schadelijk voor bestuivers en kunnen dus niet worden gebruikt. Het gevolg is dat dopluis onvoldoende bestreden wordt. Een bijkomend probleem is dat in deze periode van het jaar het middel moeilijk op de juiste plaats komt door het dichte gewas. De volgende oplossingsrichtingen werden verkend: ander bestrijdingstijdstip, bij-vriendelijker middelen, benutten natuurlijke vijanden en gemakkelijk verwijderen doppen tijdens afbroei van het blad.
- Published
- 2013
40. Beheersing dopluis in Ilex verticillata : dopluis bestrijden maar bijen sparen
- Subjects
WUR GTB Gewasgezondheid ,honey bees ,bloeidatum ,ilex verticillata ,honingbijen ,plant pests ,plantenplagen ,flowering date ,landbouwkundig onderzoek ,control methods ,agricultural research ,apidae ,alternative methods ,houtachtige planten als sierplanten ,biological control agents ,pollen ,timing ,stuifmeel ,alternatieve methoden ,Nursery Stock ,bestrijdingsmethoden ,ornamental woody plants ,PPO BBF Boomkwekerij ,organismen ingezet bij biologische bestrijding ,parthenolecanium corni - Abstract
De laatste jaren vormt dopluis (Parthenolecanium corni) een geducht probleem voor de kwekers van de snijheester Ilex verticillata. Het gewas wordt geteeld voor de snij van takken met rode bessen. Het algemene bestrijdingsadvies voor dopluis is om een bespuiting uit te voeren op het moment dat de jonge dopluizen uitzwermen onder de dop van de moeder vandaan. Ze zijn dan het kwetsbaarst, omdat ze dan nog geen beschermende dop hebben. Bij Ilex valt dit moment echter samen met de bloeiperiode. Op dat moment worden bijen ingezet voor de bestuiving, nodig voor een goede beszetting. Veel middelen zijn schadelijk voor bestuivers en kunnen dus niet worden gebruikt. Het gevolg is dat dopluis onvoldoende bestreden wordt. Een bijkomend probleem is dat in deze periode van het jaar het middel moeilijk op de juiste plaats komt door het dichte gewas. De volgende oplossingsrichtingen werden verkend: ander bestrijdingstijdstip, bij-vriendelijker middelen, benutten natuurlijke vijanden en gemakkelijk verwijderen doppen tijdens afbroei van het blad.
- Published
- 2013
41. (Zelf) meten aan de vitaliteit van bijen
- Author
-
van der Steen, J.J.M.
- Subjects
honey bees ,hatch ,research ,animal health ,honingbijen ,diergezondheid ,onderzoek ,apidae ,animal physiology ,meting ,dierfysiologie ,pollen ,wild honey bee colonies ,broedsel ,stuifmeel ,measurement ,wilde bijenvolken - Abstract
Tijdens het symposium van bijen@wur PRI op 18 maart vertelde Sjef van der Steen over zijn onderzoek in 2009 en 2010 naar invloed van variatie en continuïteit in de aanvoer van stuifmeel op de vitaliteit van bijenvolken. Voor Bijenhouden schreef hij een artikel over zijn aanpak en de uitkomsten, met tot slot advies voor de imker.
- Published
- 2012
42. Waardplantvoorkeur van hommels: terugkijken in de tijd
- Author
-
Kleijn, D. and Raemakers, I.P.
- Subjects
geschiedenis ,Plant Ecology and Nature Conservation ,netherlands ,insect plant relations ,nederland ,populatie-ecologie ,waardplanten ,stuifmeel ,uk ,fauna ,verenigd koninkrijk ,bombus ,inventarisaties ,belgium ,PE&RC ,insect-plant relaties ,inventories ,Wildlife Ecology and Conservation ,host plants ,pollen ,population ecology ,Dierecologie ,Plantenecologie en Natuurbeheer ,Animal Ecology ,history ,belgië - Abstract
Het verklaren van populatietrends is een belangrijk doel geweest van een breed scala aan ecologische studies. Dergelijke studies worden bemoeilijkt doordat bij zeldzame soorten een bepaalde eigenschap of gedrag zowel oorzaak als gevolg kan zijn van de achteruitgang van een soort. Wij omzeilden dit probleem door eigenschappen van soorten te vergelijken aan de hand van exemplaren in natuurhistorische musea die waren verzameld toen de soorten nog algemeen voorkwamen. Over de rol van voedselvoorkeur en -specialisatie als veroorzaker van de achteruitgang van hommelsoorten wordt al lange tijd gediscussieerd. Wij vergeleken de samenstelling van stuifmeelladingen van vijf hommelsoorten met stabiele populaties en vijf soorten met afnemende populaties met behulp van exemplaren in musea die voor 1950 waren verzameld in België, Engeland en Nederland.
- Published
- 2012
43. The possible role of honey bees in the spread of pollen from field trials
- Author
-
Kleinjans, H.A.W., van Keulen, S.J., Blacquière, T., Booij, C.J.H., Hok-A-Hin, C.H., Cornelissen, A.C.M., and van Dooremalen, C.
- Subjects
honey bees ,experimenteel veldonderzoek ,spreiding ,verspreiding ,field experimentation ,risk assessment ,spread ,honingbijen ,transgene planten ,netherlands ,transgenic plants ,apidae ,nederland ,risicoschatting ,wild relatives ,wilde verwanten ,pollen ,stuifmeel ,PRI BIOINT Ecological Interactions ,hybridisatie ,PRI BIOINT Entomology & Virology ,dispersal ,hybridization - Abstract
Honey bees are important pollinators in agricultural crops, home gardens, orchards and wildlife habitats. As they fly from flower to flower in search of nectar and pollen, they transfer pollen from plant to plant, thus fertilizing the plants and enabling them to bear fruit. In light of this, honey bees could be a factor in spreading pollen grains derived from genetically modified (GM) plants in field trials. The extent to which pollen dispersal occurs and the distances achieved depends on many factors. Knowledge of these factors may be important for (future) risk assessments of GM plants. An overview of relevant information concerning the relationship between honey bees and pollen is presented, based on a literature survey, a database of pollen composition of Dutch honeys and a concise laboratory experiment.
- Published
- 2012
44. The possible role of honey bees in the spread of pollen from field trials
- Subjects
honey bees ,experimenteel veldonderzoek ,spreiding ,verspreiding ,field experimentation ,risk assessment ,spread ,honingbijen ,transgene planten ,netherlands ,transgenic plants ,apidae ,nederland ,risicoschatting ,wild relatives ,wilde verwanten ,pollen ,stuifmeel ,PRI BIOINT Ecological Interactions ,hybridisatie ,PRI BIOINT Entomology & Virology ,dispersal ,hybridization - Abstract
Honey bees are important pollinators in agricultural crops, home gardens, orchards and wildlife habitats. As they fly from flower to flower in search of nectar and pollen, they transfer pollen from plant to plant, thus fertilizing the plants and enabling them to bear fruit. In light of this, honey bees could be a factor in spreading pollen grains derived from genetically modified (GM) plants in field trials. The extent to which pollen dispersal occurs and the distances achieved depends on many factors. Knowledge of these factors may be important for (future) risk assessments of GM plants. An overview of relevant information concerning the relationship between honey bees and pollen is presented, based on a literature survey, a database of pollen composition of Dutch honeys and a concise laboratory experiment.
- Published
- 2012
45. Bestuiving en reguleren vruchtdracht bij pruimenrassen
- Author
-
Gessel, G. and Meijer, H.
- Subjects
plant breeding methods ,pruimen ,pollination ,fruit growing ,dunnen ,fruitteelt ,thinning ,PPO BBF Fruitgewassen ,stone fruits ,rassen (planten) ,kruisbestuiving ,steenvruchten ,varieties ,Fruit ,pollen ,bestuiving ,cross pollination ,stuifmeel ,plantenveredelingsmethoden ,plums - Abstract
De meeste pruimen die in Nederland geteeld worden, zijn nog altijd de rassen de Opal en Reine Victoria. Beide rassen zijn zelfbestuivers en hebben dus geen vreemd stuifmeel nodig voor een succesvolle zetting. Die zetting is bij deze rassen doorgaans zo sterk dat dunning een aanzienlijk deel van de teelt uitmaakt.
- Published
- 2011
46. ene drachtplant is de andere niet
- Author
-
Noordegraaf, C.V. and Noordegraaf, C.V.
- Abstract
Het begrip drachtplant hand van oudsher te maken met de honingopbrengst die imkers ervan verwachtten. Inmiddels is de betekenis verbreed tot: wat heeft de bij zelf aan deze soort? Maar een plant een waardecijfer geven is en blijft een willekeurige zaak
- Published
- 2013
47. Hoeveel stuifmeel zit er in honing?
- Author
-
Blacquiére, T., Cornelissen, B., Hok-Ahin, C., Dooremalen, C. van, Blacquiére, T., Cornelissen, B., Hok-Ahin, C., and Dooremalen, C. van
- Abstract
In honing zit altijd wat stuifmeel (en ook wat nectar in het bijenbrood). Bijen@wur zocht uit; "Hoeveel dan?"
- Published
- 2013
48. Dossier bijensterfte
- Abstract
Dossier met actuele informatie, publicaties, artikelen, websites en filmpjes over bijensterfte. Wintersterfte, het sterven van een bijenvolk in de winterperiode, is een natuurlijk verschijnsel. De laatste tientallen jaren verdwijnen er op veel plaatsen steeds meer bijenvolken. De achteruitgang van bijenvolken kan de bestuiving van gewassen in gevaar brengen. Ook zou het tot een vermindering van de biodiversiteit kunnen leiden.
- Published
- 2013
49. Factsheet paardenbloem (Taraxacum officinale)
- Abstract
Factsheet over Paardenbloem (Taraxacum officinale) : het belang van paardenbloem voor bijen, de bloei van de paardenbloem en het belang van de paardenbloem voor het vee en gewas.
- Published
- 2013
50. Effecten van Varroa en stuifmeelaanvoer op bijenvolken
- Author
-
Dooremalen, C. van and Dooremalen, C. van
- Abstract
Powerpointpresentatie voer de wisselwerking tussen varroa en stuifmeelaanvoer en hoe dit ingrijpt op de fysiologie van de bijen.
- Published
- 2013
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.