1,270 results on '"melkveebedrijven"'
Search Results
2. Hoe past melkveehouder Sytse Gerritsma uit Elahuizen natuurinclusieve landbouw toe in de praktijk?
- Abstract
Voor de landbouwdeal Fryslân; natuurinclusieve landbouw in het onderwijs, proberen Aeres MBO Leeuwarden en Hogeschool Van Hall Larenstein zoveel mogelijk onderwijs te verbinden aan de de praktijk. Sytse Gerritsma te Elahuizen behoort nu tot één van de demobedrijven van Aeres MBO Leeuwarden en Hogeschool Van Hall Larenstein. Met enige regelmaat zijn de studenten aanwezig bij de demobedrijven en doen daar opdrachten. Zo kunnen ze in de praktijk kennismaken met deze vorm van landbouw, ervaren wat dit inhoudt en nóg meer leren over de mogelijkheden.
- Published
- 2022
3. Bodempodcast #10 Maatregelen melkveehouderij: weidegang, alternatieve teelten op veen en wat is nieuw Nederlands Landgebruik?
- Abstract
In deze aflevering hebben we het over het onderwerp bodemmaatregelen voor melkveebedrijven. We zijn te gast op Kennis Transfer Centrum Zegveld, waar Pieter Struyk (Louis Bolk Instituut) en Karel van Houwelingen (KTC Zegveld) ons vertellen over hoe je via management goed voor je bodem kan zorgen. Het gaat dan over optimaal landgebruik, opties voor drainage, het belang van weidegang, hoe je kruidenrijk grasland kan laten slagen en alternatieve teelten voor veen. Ook gaan we wederom het veld in, dit keer om een veenbodem te beoordelen. Tot slot is het tijd voor het bodemdier van de week, met ditmaal de springstaart.
- Published
- 2022
4. 'Boeren is meer dan twee keer per dag melken'
- Author
-
Koopman, W. and Koopman, W.
- Abstract
Edwin Sengers had in het verleden best moeite met de beperkingen van zijn bedrijf. Melkveebedrijf 'De Eikenhorst' ligt midden in de natuur en heeft een krappe huiskavel. Met een succesvolle horecatak kwam de ommekeer. Nu maakt de familie Sengers bewust ruimte voor de natuur en landschap, al is het verdienmodel achter een natuurinclusieve bedrijsfvoering nog wel een zoektocht.
- Published
- 2022
5. Winst & Weidevogels: Weidemaatregelen voor (functionele agro-)biodiversiteit
- Author
-
Eekeren, Nick van, Wit, Jan de, Versteeg, Carmen, Hoekstra, Nycke, Pijlman, Jeroen, Janssen, Pedro, Deru, Joachim, Bruinenberg, Martine, Manhoudt, Astrid, Jansma, Anne, Sleurink, Diederik, Jong, Pietjan de, Verhoeff, Teus, Meerkerk, Barend, Schepens, Rene, Lenssinck, Frank, Eekeren, Nick van, Wit, Jan de, Versteeg, Carmen, Hoekstra, Nycke, Pijlman, Jeroen, Janssen, Pedro, Deru, Joachim, Bruinenberg, Martine, Manhoudt, Astrid, Jansma, Anne, Sleurink, Diederik, Jong, Pietjan de, Verhoeff, Teus, Meerkerk, Barend, Schepens, Rene, and Lenssinck, Frank
- Abstract
In het project Winst & Weidevogels is samen met collectieven en melkveehouders gewerkt aan meer biodiversiteit en het behoud van weidevogels. In deze brochure is de kennis, ervaring en onderzoek zoveel mogelijk gebundeld. Het levert aanbevelingen voor de praktijk.
- Published
- 2022
6. Melk en kaas met een goed verhaal
- Author
-
Buiter, R. and Buiter, R.
- Abstract
Met supermarkt PLUS en cateraar Albron heeft de weidevogelvriendelijke zuivel twee invloedrijke supporters binnengehaald. “We naderen nu echt een kritische drempel”, denkt Piet Spoorenberg van Vogelbescherming Nederland. “Nu moeten we doorpakken met dit goede verhaal!”
- Published
- 2022
7. Beloning voor duurzame en toekomstgerichte melkveebedrijven : Inspiratiesheet voor nieuwe verdienmodellen
- Author
-
Beldman, A. and Beldman, A.
- Abstract
Melkveehouders in Drenthe ontvangen een jaarlijkse beloning wanneer ze voldoen aan duurzaamheidseisen. Melkveehouders zelf kiezen hoe ze aan deze eisen willen voldoen. De ambitie van Duurzame Melkveehouderij Drenthe is het stimuleren en versterken van een toekomstgerichte kringlooplandbouw en agribusiness. Het programma ‘Duurzame Melkveehouderij Drenthe’ is een initiatief van de provincie Drenthe, begonnen in 2016 met 30 bedrijven. Momenteel ondersteunt het zo’n 230 melkveebedrijven; ongeveer een kwart van alle Drentse melkveehouders. Op lange termijn beoogt de provincie te groeien in bedrijven en overheden die belonen op duurzaamheidsdoelen.
- Published
- 2022
8. Lely Sphere opent deur naar kunstmestvrij melken : Mest opwaarderen
- Abstract
De Lely Sphere levert melkveebedrijf Nescio in Bleskensgraaf drie nieuwe meststoffen voor grasland op. ‘Als Brussel een beetje meewerkt, hoeven we straks geen mest meer af te voeren en geen kunstmest meer aan te kopen’, zegt melkveehouder Ad van den Berg.
- Published
- 2022
9. Klimaatbos: wat is de meerwaarde voor jouw (melkvee)bedrijf?
- Abstract
We nemen een kijkje bij melkveebedrijf Hoefnagel in Beneden-Leeuwen. Henk Hoefnagel vertelt waarom hij een klimaatbos heeft aangelegd bij zijn bedrijf. Het versnipperde hout dat uit het bos wordt geoogst dient als ligbed voor de koeien in de stal. De koeien maken er met hun mest compost van, dat weer op het grasland uitgereden kan worden. Compost met houtsnippers zorgt voor een goede structuur op de grond en zorgt voor meer koolstofopslag in de bodem.
- Published
- 2022
10. BodemUP - Op bezoek bij deelnemers Gert en Rick van Adrichem
- Abstract
Gert en Rick van Adrichem worden ondersteund door BodemUP-adviseur Monique Oostvogels bij het uitvoeren van bodemmaatregelen zoals toepassing van kruidenrijk grasland en het toedienen van mest in kleine giften voor een verbeterde opname.
- Published
- 2021
11. Onder de streep : Economische analyse regeneratieve melkveehouderij
- Author
-
Diele, M., Groot, D., Diele, M., and Groot, D.
- Abstract
Kun je als natuurinclusieve boer ook een goede boterham verdienen? In dit project is een methodologie ontwikkeld om bedrijven economisch en financieel te analyseren en worden 13 regeneratieve en natuurinclusieve melkveebedrijven aan de hand van deze brede set van economische en financiële indicatoren geanalyseerd.
- Published
- 2021
12. Bedrijfsopties die bijdragen aan kringlooplandbouw : Beoordeeld door melkvee-, varkens- pluimveehouders, glastuinbouwers en akkerbouwers
- Author
-
Hoes, Anne-Charlotte, de Lauwere, Carolien, Hoes, Anne-Charlotte, and de Lauwere, Carolien
- Published
- 2021
13. Doorzaaien productieve kruiden in grasland
- Author
-
Janssen, P., Verhoeff, T., Janssen, P., and Verhoeff, T.
- Abstract
Productief kruidenrijk grasland levert naast meer biodiversiteit ook meerwaarde op voor de bedrijfsvoering van een melkveebedrijf. Herinzaai met kruidenrijk grasland is niet altijd mogelijk of gewenst, met name niet op veenbodems. Doorzaaien blijkt echter in de praktijk moeilijk. Vanuit de projecten ‘Winst en weidevogels’ en ‘Proeftuin Trots op Krimpenerwaard: Weidebuffet met kruiden’ is er een proef aangelegd om de mogelijkheden van doorzaai te onderzoeken.
- Published
- 2021
14. Leptospirose, wat was dat ook alweer? : In 2020 weer besmettingen waargenomen
- Author
-
Brink, K. van den and Brink, K. van den
- Abstract
De Nederlandse melkveestapel is al lang nagenoeg vrij van leptospirose, op enkele sporadische besmettingen na. In de eerste drie kwartalen van 2020 zijn echter besmettingen op twaalf melkveebedrijven waargenomen. Wat is leptospirose ook alweer? En wat kun je doen om besmetting van je bedrijf te voorkomen?
- Published
- 2021
15. Lespakket Biodiversiteit & kringlooplandbouw op melkveebedrijven: lespakket, docentenhandleiding en reader
- Author
-
Beckers, J., Zijlstra, J., Top, M. van den, Beckers, J., Zijlstra, J., and Top, M. van den
- Published
- 2021
16. Reader bij het mbo-lespakket Biodiversiteit en kringlooplandbouw op melkveebedrijven : Werken aan natuurinclusieve maatregelen en kringlopen sluiten op melkveebedrijven
- Author
-
Zijlstra, J., Top, M. van den, Zijlstra, J., and Top, M. van den
- Abstract
Achtergrondmateriaal bij het lespakket, gericht op de doelgroep MBO-docenten die gaan werken met het lespakket.
- Published
- 2021
17. Effect mestvergisting op de emissies van broeikasgassen uit mest van melkvee : Een literatuur- en scenariostudie
- Author
-
Groenestein, K., Melse, R.W., Mosquera, J., Timmerman, M., Groenestein, K., Melse, R.W., Mosquera, J., and Timmerman, M.
- Abstract
The research in this report examines the effect of manure digestion on the carbon footprint of a dairy farm by means of a desk study and a C flow model with different scenarios. Based on the results, a number of perspectives of action for the farmer are outlined to reduce methane emissions.This study was financed by the Ministry of Agriculture, Nature and Food quality and FrieslandCampina., Het onderzoek in deze rapportage gaat in op het effect van mestvergisting op de carbon footprint van een melkveebedrijf middels een deskstudie en een rekenmodel met verschillende scenario’s. Aan de hand van de uitkomsten worden enkele handelingsperspectieven voor de veehouder geschetst om de methaanemissies te reduceren. Deze studie is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en FrieslandCampina.
- Published
- 2020
18. Stoppen met een plan
- Author
-
Hofstee, S. and Hofstee, S.
- Abstract
Melkveehouders richten zich gewoonlijk op continuïteit. De realiteit is dat er wekelijks ook bedrijven stoppen. Bijna altijd een indringende stap, maar niet een stap die altijd onverwacht komt. Wie nadenkt over stoppen en bedrijfsverkoop, doet er dan ook goed aan vroegtijdig een plan op te stellen.
- Published
- 2020
19. Bedrijfsopties die bijdragen aan kringlooplandbouw : Beoordeeld door melkvee-, varkens- pluimveehouders, glastuinbouwers en akkerbouwers
- Author
-
Carolien de Lauwere and A.C. Hoes
- Subjects
varkenshouderij ,voer ,cooperation ,dairy farms ,Innovation- and Risk Management and Information Governance ,arable farming ,bodembeheer ,nutrientenbeheer ,veehouderij ,pluimveebedrijf ,nutrient management ,circular agriculture ,feeds ,glastuinbouw ,samenwerking ,kringlooplandbouw ,livestock farming ,pig farming ,soil management ,akkerbouw ,greenhouse horticulture ,poultry industry ,melkveebedrijven - Published
- 2021
20. Effect mestvergisting op de emissies van broeikasgassen uit mest van melkvee : Een literatuur- en scenariostudie
- Author
-
K. Groenestein, Julio Mosquera, Roland W. Melse, and M. Timmerman
- Subjects
manure fermentation ,Emissie & Mestverwaarding ,Agricultural science ,emission ,greenhouse gases ,Data flow model ,Desk ,melkveebedrijven ,methaan ,business.industry ,mestvergisting ,methane ,carbon dioxide ,dairy farms ,Manure ,emissie ,kooldioxide ,Agriculture ,Carbon footprint ,WIAS ,Environmental science ,Christian ministry ,Emissions & Manure Valorisation ,Food quality ,business ,broeikasgassen - Abstract
The research in this report examines the effect of manure digestion on the carbon footprint of a dairy farm by means of a desk study and a C flow model with different scenarios. Based on the results, a number of perspectives of action for the farmer are outlined to reduce methane emissions.This study was financed by the Ministry of Agriculture, Nature and Food quality and FrieslandCampina. Het onderzoek in deze rapportage gaat in op het effect van mestvergisting op de carbon footprint van een melkveebedrijf middels een deskstudie en een rekenmodel met verschillende scenario’s. Aan de hand van de uitkomsten worden enkele handelingsperspectieven voor de veehouder geschetst om de methaanemissies te reduceren. Deze studie is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en FrieslandCampina.
- Published
- 2020
- Full Text
- View/download PDF
21. Melken en onderzoeken op Erve Mentink
- Abstract
Els Uijterlinde en haar man Gerard, zijn bezig met de overname van het melkveebedrijf van haar ouders. Beiden zijn opgeleid als onderzoeker aan Wageningen University & Research en runnen nu het melkveebedrijf Erve Mentink met ongeveer honderdnegentig melkkoeien. Maar het onderzoeken hebben ze niet losgelaten. Want naast boeren, voeren ze praktijkonderzoeken uit op hun bedrijf.
- Published
- 2019
22. nieuwe kijk op... Slimme Vogels: samenwerking DZK, Vogelbescherming en BoerenNatuur
- Abstract
Icoonproject Slimme Vogels is een unieke samenwerking tussen de Duurzame Zuivelketen, de Vogelbescherming en BoerenNatuur. Op het interactieve platform kunnen melkveehouders én andere betrokkenen (als organisaties en vrijwilligers) vragen en praktische tips over de zorg voor boerenlandvogels vinden en delen.
- Published
- 2018
23. Kringlooplandbouw : Minister Carola Schouten op werkbezoek met de koning
- Abstract
Minister Schouten nam koning Willem-Alexander mee op werkbezoek in Joppe bij melkveebedrijf Groot Steinfort en in Diepenveen bij Natuurhouderij Keizersrande. Met boeren en betrokkenen gingen zij in gesprek over kringlooplandbouw, ondernemen met de natuur en de LNV visie.
- Published
- 2018
24. Meer euro's onder de streep in 2014 : Economie op Koeien & Kansen-bedrijven
- Subjects
farm accounting ,dairy farming ,bedrijfsresultaten in de landbouw ,melkproductiekosten ,dairy farms ,Emissie & Mestverwaarding ,Innovation- and Risk Management and Information Governance ,landbouw en milieu ,milk production costs ,agriculture and environment ,agrarische economie ,boekhouding van landbouwbedrijf ,melkveehouderij ,agricultural economics ,Emissions & Manure Valorisation ,farm results ,melkveebedrijven - Abstract
In het project Koeien & Kansen (K&K) werken melkveehouders, onderzoekers en adviseurs samen aan het verbeteren van de milieuprestaties, zonder verlies aan inkomen. Het verhogen van de mineralenbenutting krijgt hierbij veel aandacht. Vanaf 2014 heeft het project met het thema ‘water’ extra focus gekregen. Dus extra aandacht voor doelen van de Kaderrichtlijn Water, maar ook voor voldoende kwalitatief goed drinkwater voor het vee en het beperken van nat- en droogteschade.
- Published
- 2016
25. Sustaining dairy
- Author
-
Wiskerke, J.S.C., van der Schans, J.W., Villarreal Herrera, Georgina, Wiskerke, J.S.C., van der Schans, J.W., and Villarreal Herrera, Georgina
- Abstract
Dairy in Europe has undergone many changes in the last few years—the abolition of milk production quotas being a fundamental one. This study explores these changes in relation to the sustained social and environmental viability of the sector and how dairy processors' sustainability programs are a part of that. Regime change as outlined in transition theory enhanced through a sociological approach on actors informed this research. More specifically, the notion of obligatory passage points was used to explore the mechanisms through which dominant actors make certain actions mandatory and reify their status as indispensable. The thesis consists of three case studies: the dairy sectors in the Netherlands, Ireland and the United Kingdom. The cases trace the evolution of all sectors since the post-war era, outlining the dominant logic that has guided its development. The sustainability programs of three dairy processors—located in each of the case countries—are also part of the analysis. Data was collected through document analysis and semi-structured interviews. The analysis shows that the post-war logic based on the increase of scale and intensification of dairying has continued to shape the development of the sector through today. While the visible impacts of intensive dairy have led to adaptations to the dominant rules and practices, these changes have not been fundamental in nature. The analysis of dairy processors and their sustainability programs revealed that these programs can be an additional tool for compliance to legal standards and the alleviation of pressing societal concerns. However, processors address social and environmentally relevant dairy-related challenges when an effective link to profit can be established. These programs have been unable to ensure that the dairy sector operates within established environmental limits and societal expectations, while providing a stable livelihood for farmers. This research contributes to the understanding of sustain
- Published
- 2017
26. The utility of sensor technology to support reproductive management on dairy farms
- Author
-
Hogeveen, H., Nielen, M., Steeneveld, W., Rutten, C.J., Hogeveen, H., Nielen, M., Steeneveld, W., and Rutten, C.J.
- Abstract
Since the 1980s, efforts have been made to develop sensors that measure a parameter from an individual cow. The development started with individual cow recognition and was followed by sensors that measure the electrical conductivity of milk and pedometers that measure activity. Some sensors like activity meters, electrical conductivity, weight floors and somatic cell count sensors are commercially available. Adoption has in general been low and mainly driven by the AMS, with a clear exception for estrus detection. In practice, the economic benefits of using sensor systems has not been proven. So, to make sensors live up to their full potential there is a need for research to shift from technical development towards practical applications and integration with operational farm management. Estrus detection sensors can have a good detection performance and are currently applied by farmers in practice, therefore this thesis focusses on sensors that support reproductive management. The main objective of this thesis is to study the utility of sensor technology to support reproductive management on dairy farms. This main objective was split in five sub objectives that each study a part of the main objective and were discussed in the separate chapters of this thesis. We demonstrated that utility of sensors for reproductive management can be found in economic benefits (estrus and calving detection), reduction of labor (calving and estrus detection) and more detailed management information (prognosis of insemination success). So, automated estrus detection aids reproductive management. From this thesis the following conclusions can be drawn: The developed theoretical framework describes four levels of sensor development, which should all be included in proper development of sensor systems. The literature review showed that no studies developed sensor systems with regard to management and decision support. It was possible to improve the prediction of the start of calving compar
- Published
- 2017
27. The utility of sensor technology to support reproductive management on dairy farms
- Author
-
C.J. Rutten, Wageningen University, H. Hogeveen, M. Nielen, and W. Steeneveld
- Subjects
dairy farming ,Engineering ,Decision support system ,Operations research ,Bedrijfseconomie ,WASS ,sensors ,reproduction ,Business Economics ,Return on investment ,calving ,bedrijfsvoering ,Dairy farming ,melkveebedrijven ,Flexibility (engineering) ,melkvee ,animal health ,business.industry ,activity ,kalven ,dairy cattle ,dairy farms ,Workload ,diergezondheid ,Management information systems ,voortplantingsgedrag ,Risk analysis (engineering) ,technology ,agrarische economie ,melkveehouderij ,Estrus Detection ,agricultural economics ,activiteit ,Profitability index ,reproductive behaviour ,business ,management ,technologie ,voortplanting - Abstract
Since the 1980s, efforts have been made to develop sensors that measure a parameter from an individual cow. The development started with individual cow recognition and was followed by sensors that measure the electrical conductivity of milk and pedometers that measure activity. Some sensors like activity meters, electrical conductivity, weight floors and somatic cell count sensors are commercially available. Adoption has in general been low and mainly driven by the AMS, with a clear exception for estrus detection. In practice, the economic benefits of using sensor systems has not been proven. So, to make sensors live up to their full potential there is a need for research to shift from technical development towards practical applications and integration with operational farm management. Estrus detection sensors can have a good detection performance and are currently applied by farmers in practice, therefore this thesis focusses on sensors that support reproductive management. The main objective of this thesis is to study the utility of sensor technology to support reproductive management on dairy farms. This main objective was split in five sub objectives that each study a part of the main objective and were discussed in the separate chapters of this thesis. We demonstrated that utility of sensors for reproductive management can be found in economic benefits (estrus and calving detection), reduction of labor (calving and estrus detection) and more detailed management information (prognosis of insemination success). So, automated estrus detection aids reproductive management. From this thesis the following conclusions can be drawn: The developed theoretical framework describes four levels of sensor development, which should all be included in proper development of sensor systems. The literature review showed that no studies developed sensor systems with regard to management and decision support. It was possible to improve the prediction of the start of calving compared to a model that only uses the expected calving date. However, predicting the start of calving within an hour was not possible with a high sensitivity and specificity. There was financial merit in the use of calving detection, because the sensor system enables more timely intervention by the farmer. The uncertainty about the positive effects was large, which caused a wide range in the simulated financial benefits. Investment in a sensor for estrus detection was on average profitable with a return on investment of 11%. Profitability was influenced most by the heuristic culling rules and the expected increase of the estrus detection rate between detection by visual observation and the sensor. Routinely collected farm data can be used to estimate a prognosis on insemination success and be used to determine whether an individual cow has a higher or lower than average likelihood of insemination success. Integration of this prognostic model with an estrus detection sensor has potential. Currently farmers only adopt sensors for estrus detection or because they were standard with an AMS. A reason for this is that sensor systems do not produce clear information for farmers. Sensor technology should be focused on management support of applications. Labor benefits of sensors are important for adoption of sensors by farmers, farmers value flexibility, increased family time and less physical workload as benefits. However, economic evaluations of technical solutions are unable to quantify these benefits. Sensor research should consider the preference of farmers regarding labor. For the appraisal of sensor technology new methods to value labor benefits of sensor are needed. Furthermore, in sensor development societal acceptance should be an important consideration. Animal rights activists may frame the use of sensors as a form of industrialized farming. Only using technical arguments and considerations to explain the benefits of sensors will hamper the societal acceptance of modern dairy farming. Application of sensors on dairy farms should be communicated smartly to society in terms that relate the values of citizens.
- Published
- 2017
- Full Text
- View/download PDF
28. Sustaining dairy
- Author
-
Georgina Villarreal Herrera, Wageningen University, J.S.C. Wiskerke, and J.W. van der Schans
- Subjects
dairy farming ,WASS ,netherlands ,duurzame landbouw ,nederland ,duurzaamheid (sustainability) ,agrarische samenleving ,agricultural sector ,great britain ,melkveebedrijven ,economische sectoren ,dairy farms ,agricultural society ,sustainability ,Rural Sociology ,economic sectors ,landbouwsector ,west-europa ,sustainable agriculture ,europa ,melkveehouderij ,europe ,Rurale Sociologie ,groot-brittannië ,western europe - Abstract
Dairy in Europe has undergone many changes in the last few years—the abolition of milk production quotas being a fundamental one. This study explores these changes in relation to the sustained social and environmental viability of the sector and how dairy processors' sustainability programs are a part of that. Regime change as outlined in transition theory enhanced through a sociological approach on actors informed this research. More specifically, the notion of obligatory passage points was used to explore the mechanisms through which dominant actors make certain actions mandatory and reify their status as indispensable. The thesis consists of three case studies: the dairy sectors in the Netherlands, Ireland and the United Kingdom. The cases trace the evolution of all sectors since the post-war era, outlining the dominant logic that has guided its development. The sustainability programs of three dairy processors—located in each of the case countries—are also part of the analysis. Data was collected through document analysis and semi-structured interviews. The analysis shows that the post-war logic based on the increase of scale and intensification of dairying has continued to shape the development of the sector through today. While the visible impacts of intensive dairy have led to adaptations to the dominant rules and practices, these changes have not been fundamental in nature. The analysis of dairy processors and their sustainability programs revealed that these programs can be an additional tool for compliance to legal standards and the alleviation of pressing societal concerns. However, processors address social and environmentally relevant dairy-related challenges when an effective link to profit can be established. These programs have been unable to ensure that the dairy sector operates within established environmental limits and societal expectations, while providing a stable livelihood for farmers. This research contributes to the understanding of sustainability (agri-food) transitions by identifying the mechanisms through which the regime adapts to the shifting environment and dominant actors strive for their own continuity. It also adds to the debate about the role that incumbent actors can have in sustainability transitions—their involvement is important but they are unable to guide such processes. This study advances the empirical ground in sustainability transition studies by focusing on systems in which change is less likely to be technologically driven and where social change plays a larger role. Finally, this thesis connects past development, current challenges, and present engagement in a discussion about the future development of the dairy sector; this adds to the further conceptualization of the complexity and co-evolutionary nature of sustainability transitions.
- Published
- 2017
- Full Text
- View/download PDF
29. An uncertain climate : the value of uncertainty and sensitivity analysis in environmental impact assessment of food
- Author
-
E.A. Groen, Wageningen University, Imke de Boer, Eddy Bokkers, and R. Heijungs
- Subjects
Engineering ,milieu ,correlation analysis ,020209 energy ,02 engineering and technology ,010501 environmental sciences ,environmental impact ,01 natural sciences ,Animal Production Systems ,sensitivity analysis ,greenhouse gases ,0202 electrical engineering, electronic engineering, information engineering ,Econometrics ,Sensitivity analysis ,gevoeligheidsanalyse ,Sensitivity (control systems) ,Uncertainty quantification ,food production ,uncertainty analysis ,Uncertainty analysis ,Reliability (statistics) ,melkveebedrijven ,0105 earth and related environmental sciences ,Dierlijke Productiesystemen ,2. Zero hunger ,Propagation of uncertainty ,climatic change ,milieueffect ,voedselproductie ,business.industry ,screening ,correlatieanalyse ,modelleren ,Environmental resource management ,dairy farms ,modeling ,klimaatverandering ,Variance (accounting) ,farms ,landbouwbedrijven ,13. Climate action ,Data quality ,screenen ,WIAS ,onzekerheidsanalyse ,business ,environment ,broeikasgassen - Abstract
Production of food contributes to climate change and other forms of environmental impact. Input data used in environmental impact assessment models, such as life cycle assessment (LCA) and nutrient balance (NB) analysis, may vary due to seasonal changes, geographical conditions or socio-economic factors (i.e. natural variability). Moreover, input data may be uncertain, due to measurement errors and observational errors that exist around modelling of emissions and technical parameters (i.e. epistemic uncertainty). Although agricultural activities required for food production are prone to natural variability and epistemic uncertainty, very few case studies in LCA and NB analysis made a thorough examination of the effects of variability and uncertainty. This thesis aimed to enhance understanding the effects of variability and uncertainty on the results, by means of uncertainty and sensitivity analysis. Uncertainty analysis refers to the estimation of the uncertainty attribute of a model output using the uncertainty attributes of the model in- puts. There are three types of sensitivity analyses: (I) a local sensitivity analysis addresses what happens to the output when input parameters are changed, i.e. the intrinsic model behaviour of a parameter; (II) a screening analysis addresses what happens to the output based on the un- certainty range of the different input parameters; and (III) a global sensitivity analysis addresses how much the uncertainty around each input parameter contributes to the output variance. Both the screening analysis and the global sensitivity analysis combine the intrinsic model behaviour with the information of uncertainty around input parameters. Applying uncertainty analysis and sensitivity analysis can help to reduce the efforts for data collection, support the development of mitigation strategies and improve overall reliability, leading to more informed decision making in environmental impact assessment models. Including uncertainty in environmental impact assessment models showed that: (1) the type of uncertainty analysis or sensitivity analysis applied depends on the question to be addressed and the available information; (2) in some cases it is no longer possible to benchmark environmental performance if epistemic uncertainty is included; (3) including correlations between input parameters during uncertainty propagation will either increase or decrease output variance, which can be predicted beforehand; (4) under specific characteristics of the input parameters, ignoring correlation has a minimal effect on the model outcome. Systematically combining a local and global sensitivity analysis in environmental impact assessment models: (1) resulted in more parameters than found previously in similar studies (for the case studies discussed in this thesis); (2) allowed finding mitigation options, either based on innovations (derived from the local sensitivity analysis) or on management strategies (derived from the global sensitivity analysis); (3) showed for which parameters reliability should be improved by increasing data quality; (4) showed that reducing the (epistemic) uncertainty of the most important parameters can affect the comparison of the environmental performance.
- Published
- 2016
- Full Text
- View/download PDF
30. Agrarische bedrijfswaterplannen Dwingelerstroom en Wapserveensche Aa : pilotstudie naar de potentie en effectiviteit van maatregelen bij agrarische bedrijven die bijdragen aan verbetering van de waterhuishouding
- Author
-
H. Staarink, Idse Hoving, M. Arts, P. Groenendijk, P.N.M. Schipper, J. van Bakel, and R. Michels
- Subjects
Sustainable Soil Use ,dairy farming ,dairy farms ,Emissie & Mestverwaarding ,waterbeheer ,Forestry ,crop yield ,bodembeheer ,Groene Economie en Ruimte ,Political science ,water management ,melkveehouderij ,Emissions & Manure Valorisation ,gewasopbrengst ,Duurzaam Bodemgebruik ,soil management ,drenthe ,Green Economy and Landuse ,drainage ,melkveebedrijven - Abstract
In dit onderzoek zijn 9 agrarische melkveebedrijven in Drenthe bezocht en is samen met de betrokken agrariers besproken en geanalyseerd in hoeverre de situatie op het erf en de percelen verbeterd kan worden ten aanzien van bodem en water. Vanuit gesignaleerde knelpunten zijn maatregelen aangedragen die bij kunnen dragen aan verbetering van het bedrijfsresultaat en het watersysteem. Samen met het waterschap zijn een 6-tal type maatregelen geselecteerd waarvan de effectiviteit is berekend. Hierbij is gebruik gemaakt van modellen die op perceelsniveau de vochthuishouding, gewasopbrengst en nutrientenhuishouding simuleren. Voor ieder bedrijf zijn de resultaten van het veldbezoek, analyse en berekening van effecten opgenomen in een bedrijfswaterplan, welke voor feedback is voorgelegd aan de betreffende agrarier. Het voorliggende rapport vat de resultaten van de 9 bedrijfswaterplannen samen en geeft op hoofdlijnen aan wat de potenties zijn van maatregelen op regionaal niveau.
- Published
- 2016
- Full Text
- View/download PDF
31. Inpassen van maatregelen ter reductie van gasvormige emissies in de bedrijfsvoering van melkveebedrijven : Koeien & Kansen resultaten 2010-2013
- Author
-
Goselink, R.M.A., Sebek, L.B., Hilhorst, G.J., Evers, A.G., and de Haan, M.H.A.
- Subjects
dairy farming ,Animal Nutrition ,Emissie & Mestverwaarding ,emission reduction ,maatregelen ,emissiereductie ,emission ,greenhouse gases ,ammoniakemissie ,duurzame veehouderij ,melkveebedrijven ,luchtkwaliteit ,sustainable animal husbandry ,measures ,ammonia emission ,PRC De Marke ,dairy farms ,farm management ,air quality ,Diervoeding ,emissie ,melkveehouderij ,Emissions & Manure Valorisation ,agrarische bedrijfsvoering ,broeikasgassen - Abstract
In 2010 the dairy farmers of Cows & Opportunities have started working on a new project goal: gaseous emissions. To continue their role as pilot farm within the future developments in the dairy sector new goals have been added to their original goals on optimizing the nitrogen en phosphorus cycle: reducing greenhouse gas emissions and ammonia. The ultimate goal for 2013 was a 30% reduction of the average greenhouse gas emission of nitrous oxide (N2O) and methane (CH4) together, relative to the average Dutch dairy farm in 1990. In addition to the reduction of greenhouse gases, a second aim was to further reduce ammonia (NH3) emissions with 10% relative to the individual farm level in 2009. In 2009 the autonomously achieved reduction on greenhouse gas emissions turned out to be 29%, and this was further improved to 31% in 2013, reaching the project goal. This improvement was reached by both a reduction of N2O and CH4. The reduction of the N2O emission reached already 56% in 2009, but unexpectedly grew to 62% in 2013, partly by an increase in production intensity (kg FPCM per ha). The reduction of CH4 emission was less substantial, starting at 12% in 2009 and fluctuating around 13% in 2010-2013. The second aim was to further reduce NH3 emissions to an average of 3.2 kg NH3 per 1000 kg FPCM (10% reduction relative to the individual farm level in 2009). This was reached in 2013, showing that this goal was realistic even while working on other project goals like CH4 reduction in parallel. The decline in the NH3 emission is mainly achieved at the project farms situated on sandy soils and peat, while the emission of project farms on clay soils stayed relatively constant. Farm-specific circumstances such as the weather and roughage quality will influence the effect of measurements, thereby causing fluctuations in the emissions over the years. Working on the reduction of gaseous emissions is however possible on the average Dutch dairy farm and may lead to a reduction of 25% relative to 1990, looking at the autonomous reduction already reach in Cows & Opportunities in 2009. Further reduction of greenhouse gas emissions will cost more effort. If 50% of the Dutch dairy farmers also reaches a decrease in NH3 emission in 2020 comparable to the farmers in Cows & Opportunities have reached in 2013, the emission of the dairy sector wil be 3.6 kg NH3 per 1000 kg FPCM. Dairy farmers will however need high management skills, as they have to run a complex farming system and work simultaneously on a variety of financial, social and environmental objectives all-year. De melkveehouders van K&K-bedrijven zijn er ook in 2012 gemiddeld weer in geslaagd om de broeikasgasemissie en ammoniak (NH3) emissie wat verder te laten dalen ten opzichte van de periode 2009-2011. Het einddoel voor 2013 is een 30% reductie van de gemiddelde emissie van lachgas (N2O) en methaan (CH4) samen, ten opzichte van de Nederlandse situatie in 1990. In 2009 bleek de autonoom behaalde reductie op de Koeien & Kansen-bedrijven reeds 27% te zijn, in 2011 was de reductie 29%, en in 2012 is de gemiddelde reductie bijna 30% geworden.
- Published
- 2016
32. Mineralenmanagement onder de loep : Koeien & Kansen-bedrijven vergeleken met andere melkveebedrijve
- Author
-
J. Oenema, A.E.J. Hooijboer, M.W. Hoogeveen, G.J. Doornewaard, A. van den Ham, and J.W. Reijs
- Subjects
nutrient flows ,melkvee ,Performance and Impact Agrosectors ,dairy cattle ,mineralen ,nutriëntenstromen ,dairy farms ,manure policy ,minerals ,Innovation- and Risk Management and Information Governance ,nitrogen ,mestbeleid ,Performance en Impact Agrosectoren ,fosfaat ,nitrate ,stikstof ,nitraat ,Agro Field Technology Innovations ,phosphate ,melkveebedrijven - Abstract
Mineral management is an important topic on dairy farms. Gaining insight into nutrient flows from and to the farm and insight into the internal nutrient flows helps entrepreneurs to use resources more efficiently and to continue to satisfy the increasingly stringent fertiliser legislation. This report provides insight into the mineral management of pioneers among dairy farms (Koeien & Kansen [Cows & Opportunities, K&K] farms) in comparison with other dairy farms for the period 1998-2014. Viewed over an extended period, K&K farms have lower phosphate surpluses per hectare and in general greater efficiency in the cycle links of livestock and soil. From 2008, the K&K farms have no longer been producing lower nitrogen surpluses than other dairy farms. Mineralenmanagement is een belangrijk onderwerp op melkveebedrijven. Inzicht hebben in nutriëntenstromen van en naar het bedrijf en in de interne nutriëntenstromen helpt ondernemers om efficiënter om te gaan met grondstoffen en om te blijven voldoen aan de stringenter wordende mestwetgeving. Deze rapportage geeft inzicht in het mineralenmanagement van voorlopers van melkveebedrijven (Koeien & Kansen-bedrijven) in vergelijking met andere melkveebedrijven voor de periode 1998-2014. K&K-bedrijven hebben over een langere periode gezien lagere fosfaatoverschotten per hectare en in het algemeen een hogere efficiëntie in de kringloopschakels veestapel en bodem. Vanaf 2008 realiseren de K&K-bedrijven niet langer lagere stikstofoverschotten dan andere melkveebedrijven.
- Published
- 2016
- Full Text
- View/download PDF
33. Monitoringsprotocol Energie Duurzame Zuivelketen
- Author
-
M.W. Hoogeveen, R.J.K. Helmes, G.J. Doornewaard, P.X. Smit, and J.W. Reijs
- Subjects
dairy farming ,Performance and Impact Agrosectors ,agro-industriële ketens ,dairy farms ,netherlands ,emission reduction ,Innovation- and Risk Management and Information Governance ,sustainability ,landbouw en milieu ,Performance en Impact Agrosectoren ,nederland ,emissiereductie ,monitoring ,agriculture and environment ,duurzaamheid (sustainability) ,agro-industrial chains ,melkveehouderij ,sustainable energy ,duurzame energie ,melkveebedrijven - Abstract
With the Sustainable Dairy Chain initiative, dairy businesses and dairy farmers are pursuing a futureproof and responsible dairy sector. A monitoring protocol has been developed for the theme ‘Climateneutral development’. This protocol describes the calculation methods and data sources in a systematic manner. The protocol was created following a request by the Sustainable Dairy Chain steering group and developed by LEI Wageningen UR in collaboration with the ‘Climate-neutral development’ programme team and various other stakeholders. This project was also used to make improvements to the monitor thus providing more insight into sector developments in terms of the energy objectives. Via het initiatief de Duurzame Zuivelketen streven zuivelondernemingen en melkveehouders gezamenlijk naar een toekomstbestendige en verantwoorde zuivelsector. Voor het thema ‘Klimaatneutraal ontwikkelen’ is een monitoringsprotocol ontwikkeld. Dit protocol beschrijft op systematische wijze de te hanteren rekenmethodes en databronnen. Het protocol is op verzoek van de stuurgroep Duurzame Zuivelketen opgesteld en door LEI Wageningen UR in samenwerking met het programmateam ‘Klimaatneutraal ontwikkelen’ en diverse stakeholders ontwikkeld. Ook is dit project benut om verbeteringen in de monitor door te voeren, zodat de sectorontwikkelingen op de energiedoelstellingen beter inzichtelijk zijn.
- Published
- 2016
34. Inpassen van maatregelen ter reductie van gasvormige emissies in de bedrijfsvoering van melkveebedrijven : Koeien & Kansen resultaten 2010-2013
- Subjects
dairy farming ,luchtkwaliteit ,Animal Nutrition ,sustainable animal husbandry ,measures ,ammonia emission ,PRC De Marke ,dairy farms ,Emissie & Mestverwaarding ,emission reduction ,farm management ,air quality ,Diervoeding ,maatregelen ,emissiereductie ,emissie ,emission ,greenhouse gases ,ammoniakemissie ,melkveehouderij ,duurzame veehouderij ,Emissions & Manure Valorisation ,agrarische bedrijfsvoering ,broeikasgassen ,melkveebedrijven - Abstract
In 2010 the dairy farmers of Cows & Opportunities have started working on a new project goal: gaseous emissions. To continue their role as pilot farm within the future developments in the dairy sector new goals have been added to their original goals on optimizing the nitrogen en phosphorus cycle: reducing greenhouse gas emissions and ammonia. The ultimate goal for 2013 was a 30% reduction of the average greenhouse gas emission of nitrous oxide (N2O) and methane (CH4) together, relative to the average Dutch dairy farm in 1990. In addition to the reduction of greenhouse gases, a second aim was to further reduce ammonia (NH3) emissions with 10% relative to the individual farm level in 2009. In 2009 the autonomously achieved reduction on greenhouse gas emissions turned out to be 29%, and this was further improved to 31% in 2013, reaching the project goal. This improvement was reached by both a reduction of N2O and CH4. The reduction of the N2O emission reached already 56% in 2009, but unexpectedly grew to 62% in 2013, partly by an increase in production intensity (kg FPCM per ha). The reduction of CH4 emission was less substantial, starting at 12% in 2009 and fluctuating around 13% in 2010-2013. The second aim was to further reduce NH3 emissions to an average of 3.2 kg NH3 per 1000 kg FPCM (10% reduction relative to the individual farm level in 2009). This was reached in 2013, showing that this goal was realistic even while working on other project goals like CH4 reduction in parallel. The decline in the NH3 emission is mainly achieved at the project farms situated on sandy soils and peat, while the emission of project farms on clay soils stayed relatively constant. Farm-specific circumstances such as the weather and roughage quality will influence the effect of measurements, thereby causing fluctuations in the emissions over the years. Working on the reduction of gaseous emissions is however possible on the average Dutch dairy farm and may lead to a reduction of 25% relative to 1990, looking at the autonomous reduction already reach in Cows & Opportunities in 2009. Further reduction of greenhouse gas emissions will cost more effort. If 50% of the Dutch dairy farmers also reaches a decrease in NH3 emission in 2020 comparable to the farmers in Cows & Opportunities have reached in 2013, the emission of the dairy sector wil be 3.6 kg NH3 per 1000 kg FPCM. Dairy farmers will however need high management skills, as they have to run a complex farming system and work simultaneously on a variety of financial, social and environmental objectives all-year.
- Published
- 2016
35. Meer euro's onder de streep in 2014 : Economie op Koeien & Kansen-bedrijven
- Author
-
Doornewaard, G.J. and de Haan, M.H.A.
- Subjects
farm accounting ,dairy farming ,bedrijfsresultaten in de landbouw ,melkproductiekosten ,dairy farms ,landbouw en milieu ,milk production costs ,agriculture and environment ,agrarische economie ,boekhouding van landbouwbedrijf ,melkveehouderij ,agricultural economics ,farm results ,melkveebedrijven - Abstract
In het project Koeien & Kansen (K&K) werken melkveehouders, onderzoekers en adviseurs samen aan het verbeteren van de milieuprestaties, zonder verlies aan inkomen. Het verhogen van de mineralenbenutting krijgt hierbij veel aandacht. Vanaf 2014 heeft het project met het thema ‘water’ extra focus gekregen. Dus extra aandacht voor doelen van de Kaderrichtlijn Water, maar ook voor voldoende kwalitatief goed drinkwater voor het vee en het beperken van nat- en droogteschade.
- Published
- 2016
36. Agrarische bedrijfswaterplannen Dwingelerstroom en Wapserveensche Aa : pilotstudie naar de potentie en effectiviteit van maatregelen bij agrarische bedrijven die bijdragen aan verbetering van de waterhuishouding
- Author
-
Schipper, P.N.M., Groenendijk, P., Hoving, I.E., Michels, R., Arts, M., Staarink, H., van Bakel, J., Schipper, P.N.M., Groenendijk, P., Hoving, I.E., Michels, R., Arts, M., Staarink, H., and van Bakel, J.
- Abstract
In dit onderzoek zijn 9 agrarische melkveebedrijven in Drenthe bezocht en is samen met de betrokken agrariërs besproken en geanalyseerd in hoeverre de situatie op het erf en de percelen verbeterd kan worden ten aanzien van bodem en water. Vanuit gesignaleerde knelpunten zijn maatregelen aangedragen die bij kunnen dragen aan verbetering van het bedrijfsresultaat en het watersysteem. Samen met het waterschap zijn een 6-tal type maatregelen geselecteerd waarvan de effectiviteit is berekend. Hierbij is gebruik gemaakt van modellen die op perceelsniveau de vochthuishouding, gewasopbrengst en nutriëntenhuishouding simuleren. Voor ieder bedrijf zijn de resultaten van het veldbezoek, analyse en berekening van effecten opgenomen in een bedrijfswaterplan, welke voor feedback is voorgelegd aan de betreffende agrariër. Het voorliggende rapport vat de resultaten van de 9 bedrijfswaterplannen samen en geeft op hoofdlijnen aan wat de potenties zijn van maatregelen op regionaal niveau.
- Published
- 2016
37. Monitoringsprotocol Energie Duurzame Zuivelketen
- Author
-
Hoogeveen, M.W., Helmes, R.J.K., Doornewaard, G.J., Smit, P.X., Reijs, J.W., Hoogeveen, M.W., Helmes, R.J.K., Doornewaard, G.J., Smit, P.X., and Reijs, J.W.
- Abstract
With the Sustainable Dairy Chain initiative, dairy businesses and dairy farmers are pursuing a futureproof and responsible dairy sector. A monitoring protocol has been developed for the theme ‘Climateneutral development’. This protocol describes the calculation methods and data sources in a systematic manner. The protocol was created following a request by the Sustainable Dairy Chain steering group and developed by LEI Wageningen UR in collaboration with the ‘Climate-neutral development’ programme team and various other stakeholders. This project was also used to make improvements to the monitor thus providing more insight into sector developments in terms of the energy objectives., Via het initiatief de Duurzame Zuivelketen streven zuivelondernemingen en melkveehouders gezamenlijk naar een toekomstbestendige en verantwoorde zuivelsector. Voor het thema ‘Klimaatneutraal ontwikkelen’ is een monitoringsprotocol ontwikkeld. Dit protocol beschrijft op systematische wijze de te hanteren rekenmethodes en databronnen. Het protocol is op verzoek van de stuurgroep Duurzame Zuivelketen opgesteld en door LEI Wageningen UR in samenwerking met het programmateam ‘Klimaatneutraal ontwikkelen’ en diverse stakeholders ontwikkeld. Ook is dit project benut om verbeteringen in de monitor door te voeren, zodat de sectorontwikkelingen op de energiedoelstellingen beter inzichtelijk zijn.
- Published
- 2016
38. An uncertain climate : the value of uncertainty and sensitivity analysis in environmental impact assessment of food
- Author
-
de Boer, Imke, Bokkers, Eddy, Heijungs, R., Groen, E.A., de Boer, Imke, Bokkers, Eddy, Heijungs, R., and Groen, E.A.
- Abstract
Production of food contributes to climate change and other forms of environmental impact. Input data used in environmental impact assessment models, such as life cycle assessment (LCA) and nutrient balance (NB) analysis, may vary due to seasonal changes, geographical conditions or socio-economic factors (i.e. natural variability). Moreover, input data may be uncertain, due to measurement errors and observational errors that exist around modelling of emissions and technical parameters (i.e. epistemic uncertainty). Although agricultural activities required for food production are prone to natural variability and epistemic uncertainty, very few case studies in LCA and NB analysis made a thorough examination of the effects of variability and uncertainty. This thesis aimed to enhance understanding the effects of variability and uncertainty on the results, by means of uncertainty and sensitivity analysis. Uncertainty analysis refers to the estimation of the uncertainty attribute of a model output using the uncertainty attributes of the model in- puts. There are three types of sensitivity analyses: (I) a local sensitivity analysis addresses what happens to the output when input parameters are changed, i.e. the intrinsic model behaviour of a parameter; (II) a screening analysis addresses what happens to the output based on the un- certainty range of the different input parameters; and (III) a global sensitivity analysis addresses how much the uncertainty around each input parameter contributes to the output variance. Both the screening analysis and the global sensitivity analysis combine the intrinsic model behaviour with the information of uncertainty around input parameters. Applying uncertainty analysis and sensitivity analysis can help to reduce the efforts for data collection, support the development of mitigation strategies and improve overall reliability, leading to more informed decision making in environmental impact assessment models. Including uncertaint
- Published
- 2016
39. Mineralenmanagement onder de loep : Koeien & Kansen-bedrijven vergeleken met andere melkveebedrijve
- Author
-
Doornewaard, G.J., Hoogeveen, M.W., van den Ham, A., Reijs, J.W., Oenema, J., Hooijboer, A.E.J., Doornewaard, G.J., Hoogeveen, M.W., van den Ham, A., Reijs, J.W., Oenema, J., and Hooijboer, A.E.J.
- Abstract
Mineral management is an important topic on dairy farms. Gaining insight into nutrient flows from and to the farm and insight into the internal nutrient flows helps entrepreneurs to use resources more efficiently and to continue to satisfy the increasingly stringent fertiliser legislation. This report provides insight into the mineral management of pioneers among dairy farms (Koeien & Kansen [Cows & Opportunities, K&K] farms) in comparison with other dairy farms for the period 1998-2014. Viewed over an extended period, K&K farms have lower phosphate surpluses per hectare and in general greater efficiency in the cycle links of livestock and soil. From 2008, the K&K farms have no longer been producing lower nitrogen surpluses than other dairy farms., Mineralenmanagement is een belangrijk onderwerp op melkveebedrijven. Inzicht hebben in nutriëntenstromen van en naar het bedrijf en in de interne nutriëntenstromen helpt ondernemers om efficiënter om te gaan met grondstoffen en om te blijven voldoen aan de stringenter wordende mestwetgeving. Deze rapportage geeft inzicht in het mineralenmanagement van voorlopers van melkveebedrijven (Koeien & Kansen-bedrijven) in vergelijking met andere melkveebedrijven voor de periode 1998-2014. K&K-bedrijven hebben over een langere periode gezien lagere fosfaatoverschotten per hectare en in het algemeen een hogere efficiëntie in de kringloopschakels veestapel en bodem. Vanaf 2008 realiseren de K&K-bedrijven niet langer lagere stikstofoverschotten dan andere melkveebedrijven.
- Published
- 2016
40. Wie wil er nog ieder jaar een kalf? : variatie in persistentie van melkgift biedt kansen voor duurmelken in melkveesector
- Author
-
Knaap, J. van der and Knaap, J. van der
- Abstract
De discussie of ieder jaar een kalf vanuit maatschappelijk oogpunt nog gewenst is, bleef uit tij dens een themabijeenkomst van de FVZH in Waarder. Wel waren er duidelijk verschillende visies op het economisch belang van een korte tussenkalftijd.
- Published
- 2016
41. Geboren boeren
- Abstract
Al generaties lang runt de familie van John en Anita Klaver een melkveehouderij in Noord-Holland. Het familiebedrijf wortelt diep in de Hollandse boerentraditie; eigengereid en wars van regelgeving. 'Wij doppen onze eigen boontjes!' Maar boer John komt voor een dilemma te staan: om zelfstandig te blijven, moet de familie aan een woud van die verafschuwde regels voldoen.
- Published
- 2016
42. 'KoeKompas hoort bij onze zuivel' : Auke Snijder van De Zuivelmakers
- Author
-
Rotgers, G. and Rotgers, G.
- Abstract
In Benschop, provincie Utrecht, vinden we De Zuivelmakers. Dit is een familiebedrijf dat diverse soorten toetjes maakt uit melk. De negen melkveehouders uit de regio die de melk leveren, werken alle volgens het programma Duurzame Weidezuivel. Binnen dit programma vraagt de zuivelaar extra aandacht voor dierenwelzijn, diergezondheid en milieu. Daarom werken alle melkveehouders met het KoeKompas.
- Published
- 2016
43. Variabele pulsatie : verlengen b-fase discussiepunt
- Author
-
Beerling, W. and Beerling, W.
- Abstract
In combinatie met een elektronische melkmeter, kan een pulsator de pulsatieverhoudingen veranderen. Daarbij wordt de lengte van de b-fase aangepast. Discussiepunt is hoe effectief het verlengen van de b-fase is.
- Published
- 2016
44. Minimaliseer verliezen : zo bouw je een voercentrum
- Author
-
Beerling, W. and Beerling, W.
- Abstract
In Nederland is één voercentrum operationeel. In het buitenland zie je ze meer. Grote melkveebedrijven die hun voer niet bij een voercentrum halen, bouwen er zelf een. Hoe ontwerp je zo’n voercentrum?
- Published
- 2016
45. Duurzaam in meerdere dimensies : boeren in dichtbebouwde omgeving doet melkveehouder Jan Wallays anders nadenken over de bedrijfsvoering
- Author
-
Debergh, A. and Debergh, A.
- Abstract
Zonnepanelen op het dak, gebruikmaken van zo veel mogelijk zelf gewonnen water. Het zijn enkele facetten waar Jan Wallays uit Dadizele in zijn bedrijfsvoering rekening mee houdt.
- Published
- 2016
46. Celgetal als basis voor mastitisaanpak : kans op genezing mastitis is groter in droogstand dan in lactatie
- Author
-
Vandenberghe, H. and Vandenberghe, H.
- Abstract
De gevolgen van mastitis zijn niet te miskennen. Medicatiekosten, productie- en opbrengstverliezen en in het slechtste geval opruiming van koeien met chronische mastitis. Opvolging en evaluatie van het celgetal op bedrijfs- en koeniveau is een must.
- Published
- 2016
47. Rietzwenkgras onder mais : Claude van Dongen zaait vier hectare onderteelt voor vergroening
- Author
-
Debergh, A. and Debergh, A.
- Abstract
Om aan de vergroeningseis te voldoen zaaide melkveehouder Claude van Dongen uit het Noord-Brabantse Oosteind afgelopen voorjaar rietzwenkgras onder de mais. Het doel is minder uitspoeling van nutriënten en extra organische stof in de bodem.
- Published
- 2016
48. Fors groeiende belangstelling voor biologisch : zuivelverwerkers krijgen dagelijks telefoontjes van boeren die willen omschakelen naar biologisch
- Author
-
Zessen, T. van and Zessen, T. van
- Abstract
Een melkprijs van dik vijftig cent per liter. Dat voelt natuurlijk lekker. Zeker met de huidige prij zen voor gangbare zuivel wordt biologisch produceren steeds aantrekkelijker. Maar is het huidige prijsverschil een blijvertje?
- Published
- 2016
49. Koekalverij in de les : Jan Vlooswijk heeft een aangepaste stal voor werk als praktijkdocent
- Author
-
Capellen, J. van and Capellen, J. van
- Abstract
Al elf jaar combineert Vlooswijk zijn werk als melkveehouder met zijn baan als praktijkdocent melkveehouderij aan het Wellantcollege in Houten. Hier worden mas-studenten opgeleid voor een toekomst in de melkveehouderij.
- Published
- 2016
50. Goed bemestingsplan is halve werk : melkveehouder Corné Rommens gebruikt drijfmestanalyse voor het berekenen van de juiste drijfmest- en kunstmestgift
- Author
-
Cappellen, J. van and Cappellen, J. van
- Abstract
Behapbaar groeien is het motto van Corné en Corinne Rommens- Voesenek in het Brabantse Hoeven. Met percelen deels op zware rivierklei en deels op zandgrond vergt de gras- en maisteelt een goede planning op het bedrijf. Het opstellen van een goed bemestingsplan heeft in januari dan ook de prioriteit.
- Published
- 2016
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.