Search

Met het overschot aan warmte uit de luchtwasser kan een prima klimaat voor de gespeende biggen worden gecreëerd. Dat is de ervaring van bedrijfsleider Giedo Steeghs van Van Asten in Panningen. Voor de guste en kraamzeugen is juist koeling in de zomer essentieel.

De temperatuur in binnen- en buitenland loopt steeds hoger op. Uit nieuw onderzoek blijkt dat koeien in een Nederlands klimaat al vanaf 12 graden Celsius tekenen van hittestress vertonen. Ventilatoren zorgen voor verkoeling in de stal, maar is dat bij extreme temperaturen voldoende? Hoe gaan ze in warmere landen om met hittestress bij koeien en wat kunnen we daarvan leren?

The aim of this report, constituting deliverable 3.5 of the 2023-2024 work programme, is to describe checklists and their guidelines used for roadside inspection of pig transport in EU MS’s. This report is designed to support the work of inspectors and highlights the challenges that inspectors face during inspection where welfare can be challenging to assess (see Mc Loughlin 2022). The focus is on journeys of >8 hours and thus vehicles approved as Type II.

Wetenschappers en beleidsmakers bezien klimaat en biodiversiteit nu nog vaak onafhankelijk van elkaar. Vanuit een systeemaanpak, waarbij we oorzaken van biodiversiteitsverlies en klimaatverandering in samenhang benaderen, kunnen we ons richten op de juiste keuzes die transformaties in gang zetten. Die transformaties zijn nodig om een duurzame toekomst voor mens en natuur te bereiken. Wetenschappers laten zien hoe die toekomst haalbaar is. De VN-panels IPCC (klimaat) en IPBES (biodiversiteit) stellen dat daarvoor wel grote veranderingen nodig zijn van ons voedsel-, energie-, industrie-, transport- en stedelijke systeem. In deze uitgave vertellen wetenschappers van de universiteiten van Leiden-Delft-Erasmus daarover. Meer informatie ... English summaryCurrently, scientists and policymakers often view climate and biodiversity independently. From a systems approach, in which we approach causes of biodiversity loss and climate change in conjunction, we can focus on the right choices that trigger transformations. Those transformations are needed to achieve a sustainable future for people and nature. Scientists are showing how that future is achievable. The UN panels IPCC (climate) and IPBES (biodiversity) argue that major changes are required to our food, energy, industrial, transport, and urban systems. In this publication, scientists from the Leiden-Delft-Erasmus universities talk about this. More info...

To ensure we can prepare for and mitigate ongoing climate change, a thorough understanding of the climate system as well as its past behaviour is necessary. This requires not only that we reconstruct the severity but also the timing of changing climate parameters. Since parameters like paleotemperature cannot be measured directly, a so-called proxy is needed. A very commonly used proxy is the relationship between Mg/Ca in formainiferal shells to sea water temperature. Foraminifera are single celled organisms, some of which build carbonate shells in which the amount of Mg incorporated correlates to temperature. To confidently apply such proxies, it is crucial to understand the fundamental process involved. Although used for several decades now, there are still many open questions when it comes to Mg/Ca in foraminifera. In this thesis I show that a large amount on the natural variability observed in foraminiferal Mg/Ca can be attributed to variability in the timing of calcification. If a foraminifer starts biomineralization in the evening, the average Mg/Ca of that carbonate will be significantly higher than if it had been precipitated starting in the morning. This highlights that while Mg/Ca as a proxy for temperature works well, we still lack understanding of processes involved in Mg incorporation. Through culture experiments I was able to show that Mg is fractionated in two steps during biomineralization. First when Mg is transported from seawater to the site of calcification through transmembrane transport and a second step occurs during precipitation in the calcifying fluid. Together these steps describe the overall fractionation between Mg isotopes in seawater and those in the foraminiferal calcite. Using samples collected from the Mediterranean Sea, I expanded the Mg/Ca-T calibration for the planktonic species Globigerinoides ruber towards its lower temperature limits. Though I also showed that the reconstrution of small scale changes is very difficult because

The Mediterranean Sea is a large sea almost completely enclosed by Europe, Africa, and SW Asia. Today, the continuous flow of Atlantic seawater through the Strait of Gibraltar balances the net water loss due to the excess of evaporation over input from rain and rivers and keeps the Mediterranean a marine basin with the water level equal to the global ocean level. In the late Miocene, the input of Atlantic seawater was through shallow gateways in southern Spain and northern Morocco. The exhumation of the Betic and Rif Cordilleras and orbitally-controlled regional climate change contributed to the step-by-step close these marine gateways and transformed the Mediterranean into an inhospitable evaporitic sea, starting at 5.96±0.02 Ma. The environmental and hydrological crisis that followed, known as the Messinian Salinity Crisis, peaked at ~5.55 Ma, when a 1.5-2 km-thick salt layer precipitated on the sea floor, and terminated at ~5.332 Ma, when normal marine conditions were re-established, perhaps as a consequence of catastrophic flooding at Gibraltar. The transitional interval from the giant salina to Mediterranean Sea that resembles what we know today is known as the Lago-Mare phase. Gypsum and brackish water biota from the Central Paratethys (approximately coinciding with the present-day Hungary-Slovenia) are both characteristic of Lago-Mare successions. This sedimentary and paleontological evidence suggest that the Mediterranean, during the Lago-Mare phase, experienced a complex history of inter- and extrabasinal connections, base-level fluctuations and extreme environmental and biological changes. This thesis aims to reconstruct the fiercely debated Mediterranean water level changes and identify the hydrological fluxes responsible for these Lago-Mare environmental and biological turnover events. It focuses on key sections exposed on-land and recovered from deep sea cores along an E-W transect across the Mediterranean with a multi-disciplinary approach that integra

Opmerkelijke waarnemingen

Elke editie van Vlinders vertellen onze projectleiders u wat zij over vlinders en libellen gelezen (en geschreven) hebben in wetenschappelijke literatuur.

EURCAW-Pigs received the following question from a welfare policy worker in one of the Member States: “Is there any evidence in scientific literature that there is a link between pleuritis (found during PM examination) and a bad climate and thus a reduced welfare of pigs in farms?“ Several EURCAW experts contributed to the response in this document.

Met een BinnenBos zet je het leslokaal vol met duurzaam gekweekte kamerplanten. Het BinnenBos is speciaal ontwikkeld voor groep 5 en 6 van het basisonderwijs. De leerlingen planten het bos zelf aan, verzorgen de planten en leren stekjes op te kweken. Zo maak je stek voor stek de school groener!

Question to EURCAW-Pigs: Comfort Zone pigs, 7 August 2023.

Er komen in Nederland drie soorten oeverlibellen voor: de heel algemene gewone oeverlibel en de zeldzame beek- en zuidelijke oeverlibel. De witpuntoeverlibel is niet uit Nederland bekend, maar wordt al wel een tijdje verwacht. Is deze soort er nog niet of wordt hij over het hoofd gezien?

Groen in de tuin krijgt de laatste jaren steeds meer aandacht. Groene tuinen bevorderen de biodiversiteit en het klimaat. Zo kan regenwater in groene tuinen de bodem inlopen, in plaats van het riool. Groen beïnvloed daarnaast de luchtkwaliteit. Uit recent onderzoek blijkt ook dat mensen met een groene tuin gezonder zijn. Het programma De Groene Agenda besteedt aandacht aan de positieve effecten van groen. Je duikt bij deze opdracht in deze positieve effecten met behulp van de bronnen van De Groene Agenda. De informatie pas je vervolgens toe in een praktijkvoorbeeld.

In het nationaal plan voor veetransport bij extreme temperaturen (hierna nationaal plan) staat vastgelegd welke afspraken er tussen de NVWA en de sectorpartijen zijn gemaakt omtrent het transport van dieren bij extreme omgevingstemperaturen. Ook zijn in het nationaal plan de sectorprotocollen aangaande dit onderwerp opgenomen.

Question to EURCAW-Pigs: respiratory distress on arrival at the slaughterhouse.

Question to EURCAW-Pigs: Assessment of heat stress in pigs.

Training guide: Heat stress in pigs on farm.

In this EURCAW-Pigs review, the scientific knowledge about sow transport is reviewed against the background of the relevant European legislation, including a discussion of preparation for transport, how sows are picked-up by vehicles and the journey to an abattoir. The final part of this review covers relevant legislation as well as the proposal of potential indicators of sow welfare during transport.

Indicator factsheet: Heat Stress on farm.

Indicator factsheet: Heat stress on farm.

Factsheets: Pig fouling: indicator for heat stress on farm (IFS-Pigs-2023-01-EN; v1.0), Ambient temperature and relative humidity: indicators to assess the risk for heat stress in pigs (IFS-Pigs-2023-02-EN; v1.0), Panting and changes in respiratory rate: indicators of heat stress on farm and during transport (IFS-Pigs-2020-19-NL; v1.0).

gs: EURCAWP, pigs, animal welfare, EURCAWPC, transport of animals, climate, space, sows, EURCAWPI, fitness, handling

Iceberg Indicator factsheet: Welfare during transport.

This review aims to support welfare inspectors in the field of climate control on pig farms, in particular at high temperatures. Heat stress in all pig categories will be described, but with the focus on lactating sows and finishing pigs. The review is concluded with practical advices to prevent heat stress in pigs, beneficial for animal welfare, performance and working conditions.

In regio Foodvalley werken ondernemers, overheden, onderwijs- en kennisinstellingen samen aan een gezonde en duurzame regio waar mensen graag wonen en werken. Landbouw is de drager van de Foodvalley. Er komen op dit moment tal van opgaven op de Nederlandse landbouw af, waaronder op het gebied van klimaat, bodem, water en landschap. In dit rapport bespreken we de belangrijkste opgaven voor de Foodvalley en presenteren we kansrijke natuurinclusieve maatregelen die kunnen bijdragen aan deze gebiedsdoelen. Daarnaast bespreken we welke aanpassingen er eventueel nodig zijn om boeren in staat te stellen die maatschappelijke bijdrage te realiseren.

The European Green Deal requires unlocking the full potential of all types of locally sourced bio-based "residues” by transforming them into value-added products. Use of “residues” avoids concerns about food security and land competition. In addition, residues are usually cheaper than dedicated crops and does not require transoceanic imports. This thesis presents the first environmental life cycle assessments (LCAs) of four emerging products from bio-based residues: polypropylene from hydrotreated used cooking oil, bioenergy from a solid oxide fuel cell (SOFC) combined heat and power plant (CHP) relying on gasification of wood chips, a bio-jet fuel from acetone-butanol-ethanol fermentation of potato by-products, and bio-based asphalts with lignin from the kraft pulping process used as the binder. The LCAs of these four products showed a generally better climate change performance than their fossil counterparts. The climate change impact reductions were 30-70% for top-layer lignin-based asphalts, 86-96% for energy from wood chips via gasification-SOFC CHP, 5-60% for a bio-jet fuel from potato by-products, and 40–62% for polypropylene from used cooking oil. However, trade-offs were observed with conventional (fossil) products for several impact categories. One of the major modelling uncertainties of these four LCAs was the selection criterion for allocating environmental impacts between the co-products. Accordingly, this thesis broadly discusses the effect of the allocation practices applied at the feedstock and processing levels. The thesis also broadly reviews allocation practices in other LCAs of bio-based products and the causes of different interpretations of ISO recommendations on this methodological matter.

IJsbergen laten sporen achter in de vorm van meegedragen steenmateriaal dat elders op de zeebodem wordt neergelegd. Aan de hand van onderzoek naar die afzettingen, kan gekarteerd worden hoe ijsbergen zich verplaatsten. IJsbergen brengen behalve stenen, ook veel smeltwater mee en dat kan gevolgen hebben voor het patroon van zeestromingen. Veranderingen in zeestromen hebben in het verleden vrij plotselinge veranderingen in klimaat veroorzaakt, zoals het ontstaan van de ijstijden.

Presentation by Isa Kernberger- Fischer, animal welfare scientist, Friedrich Loeffler Institut (FLI), Germany. Heat stress during transport occurs quite easily in pigs, because they have a very low sweating capacity related to elevated temperatures, relatively small lungs, thick subcutaneous adipose tissue layer, large body size and higher energy intake. What are the main causes for heat stress, and what measures can and should be taken? Presented at the MS Officials meeting 5 and 6 October 2022, Brussels (©EURCAW-Pigs).

Presentation by Herman Vermeer, pig welfare scientist, Wageningen Livestock Research, The Netherlands. New challenges in pig housing arise due to climate change, especially in the case of heatwaves and rising energy costs. For example, how to design buildings that will provide good animal welfare, also in hot temperatures. Mainly finishers and lactating sows, as well as in pregnant sows (especially straw bedded), are at risk. What are the animal needs for thermal comfort, what are relevant indicators for heat stress, and can be done to decrease the occurrence of heat stress and to increase thermos-comfort? Presented at the MS Officials meeting 5 and 6 October 2022, Brussels (©EURCAW-Pigs).

This plain language summary (PLS) is a simplified communication of EFSA’s Opinion on the welfare of pigs during transport. The purpose of this PLS is to enhance transparency and inform interested parties on EFSA’s work on the topic using simplified language

In the framework of its Farm to Fork Strategy, the Commission is undertaking a comprehensive evaluation of the animal welfare legislation. The present Opinion deals with protection of pigs during transport. The welfare of pigs during transport by road is the main focus, but other means of transport are also covered. Current practices related to transport of pigs during the different stages (preparation, loading/unloading, transit and journey breaks) are described. Overall, 10 welfare consequences were identified as highly relevant for the welfare of pigs during transport based on the severity, duration and frequency of occurrence: group stress, handling stress, heat stress, injuries, motion stress, prolonged hunger, prolonged thirst, restriction of movement, resting problems and sensory overstimulation. These welfare consequences and their animal-based measures are described. A variety of hazards were identified, mainly relating to factors such as mixing of unfamiliar pigs, inappropriate handling methods and devices, the use of pick-up pens, inexperienced/untrained handlers, structural deficiencies of vehicles and facilities, poor driving conditions, unfavourable microclimatic and environmental conditions and poor husbandry practices leading to these welfare consequences. The Opinion contains general and specific conclusions relating to the different stages of transport of pigs. Recommendations to prevent hazards and to correct or mitigate welfare consequences are made. Recommendations were also developed to define quantitative thresholds for microclimatic conditions and minimum space allowance within means of transport. The development of the welfare consequences over time was assessed in relation to maximum journey duration. The Opinion covers specific animal transport scenarios identified by the European Commission relating to transport of cull sows and ‘special health status animals’, and lists welfare concerns associated with these.

De Nederlandse landbouw staat voor een grote opgave: de stikstofuitstoot moet omlaag. Hoe vertaal je dat naar vee, mest, veevoer en stalsystemen, en hoe zet je dat om in beleid? Drie Wageningse wetenschappers over de wegen uit het stikstofmoeras.

In deze kennisclip leren we je hoe hernieuwbare brandstoffen worden gemaakt en op welke manier deze bijdragen aan het verminderen van de klimaatimpact van de transportsector. Er zijn verschillende manieren waarop brandstoffen kunnen worden geproduceerd, afhankelijk van het type grondstof en de gewenste brandstof. We zullen vragen beantwoorden zoals welke positieve effecten hernieuwbare brandstoffen hebben en op welke manieren hernieuwbare brandstoffen momenteel worden geproduceerd.

Het lijkt mogelijk de voordelen van een scharrelsysteem voor het dierenwelzijn te combineren met de lage emissies van een verrijkte kooi. De emissies van ammoniak en stof in het door Vencomatic Group ontwikkelde Code 2+-systeem zijn 60 procent lager dan in een volière, terwijl het dierenwelzijn vergelijkbaar is. Dit blijkt uit onderzoek op het Proefbedrijf Pluimveehouderij in Geel.

Groen in en rondom woonhuizen en appartementen is goed voor het (leef)klimaat binnen en buiten de woning. Het heeft een positief effect op de gezondheid en het algehele welbevinden van bewoners en bezoekers en verhoogt de waarde van het vastgoed. Dit document biedt meer inzicht in de voordelen van groen in relatie tot wonen en welbevinden, inclusief verwijzingen naar de wetenschappelijke onderbouwing. Afsluitend vindt u enige tips die helpen om groen succesvol en volwaardig toe te passen.

Groen in en rondom verzorgingshuizen, ziekenhuizen en overige klinieken is goed voor het klimaat binnen en buiten de instelling en heeft een positief effect op het herstellend vermogen en de gemoedstoestand van patiënten, en het algehele welbevinden van patiënten, medewerkers en bezoekers. Dit document biedt meer inzicht in de voordelen van groen in relatie tot herstellen en welbevinden, inclusief verwijzingen naar de wetenschappelijke onderbouwing. Afsluitend vindt u enige tips die helpen om groen succesvol en volwaardig toe te passen.

Groen in en rondom scholen, kinderdagverblijven en op campussen is goed voor het klimaat binnen en buiten de onderwijsinstelling. Het heeft een positief effect op de gezondheid en het algehele welbevinden van leerlingen, studenten en personeelsleden. Het verbetert het concentratievermogen en de prestaties van leerlingen en het verbetert het sociale klimaat. Dit document biedt meer inzicht in de voordelen van groen in relatie tot leren en welbevinden, inclusief verwijzingen naar de wetenschappelijke onderbouwing. Afsluitend vindt u enige tips die helpen om groen succesvol en volwaardig toe te passen