Search

In the light of climate change and environmental challenges such as a nitrogen crisis, a decreasing biodiversity and waterlogging, the Dutch government is trying to build 900 000 homes by 2030 while aiming for a reduction of 55% of CO2 in the construction industry. Biobased topping-up of existing tenement flats is proposed as a solution to tackle several issues. A literature review revealed that a top-up structure has the ability to limit the Global Warming Potential (GWP) of housing. From a set of seven biobased resources, wood, hemp, flax, straw, miscanthus, cattail and seaweed, it was concluded that the current Dutch stock is not sufficient to construct all 100 000 required top-ups with locally sourced biobased materials. Scaling up to a sufficient amount of resources by 2030 requires the right allocation of material over the Dutch landscape, and for the region of Zuid-Holland the right allocation over a peat region, a clay region and a sand region. This is necessary because this cultivation can help break the nitrogen impasse and boost the biodiversity. Furthermore, most resources do not compete with food production. A design for a top-up could be constructed with materials that were sourced within 50km reach. The comparison of GWPs of different variations on the design for the top-up showed that the variations with biobased insulation do not always perform better as an additional layer of fire-proofing had to be added to the construction. Biobased materials do however have the capacity to store biogenic carbon which should be taken into account. Knowing this, the Dutch government and the province of Zuid-Holland should try to construct as many top-ups with locally sourced biobased materials as possible, since it is the quickest way to Paris-proof housing.

Van 500 hectare in 2023 naar zo'n 700 hectare komend jaar in Friesland. Vezelhennep heeft de wind in de zeilen, mede dankzij het nieuwe GLB en de vraag naar rustgewassen. Maar ook omdat het gewas als belangrijke grondstof wordt gebruikt voor toekomstbestendig 'biobased' isolatiemateriaal. Het saldo is vergelijkbaar met granen, de 'simpele' teelt ook.

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) staat voor een aantal grote uitdagingen die veel impact hebben op de maatschappij. Ontwikkelingen als verduurzaming van de landbouw en versterking van de natuur raken boeren in het hele land. Daarom vindt LNV het belangrijk om direct met boeren te communiceren over (nieuw) beleid en te horen wat er speelt in de praktijk. In 2019 is het ministerie gestart met de ‘LNV Community’. In deze community zitten circa 145 akkerbouwers, tuinders en veehouders die willen meedenken over het beleid van LNV. Via de LNV Community wil het ministerie meer inzicht krijgen in de leefwereld van individuele ondernemers. Met deze kennis kan het ministerie (communicatie over) beleid beter laten aansluiten op de boerenpraktijk. Communityleden kunnen geregeld reageren op vragen van LNV en ook zelf onderwerpen aandragen voor gesprek. Bij de selectie van deelnemers is gelet op het vormen van een diverse groep boeren uit verschillende sectoren. Bij de selectie is zoveel mogelijk gespreid op regio, bedrijfsgrootte, afzetmarkt, leeftijd en geslacht. De LNV Community is een besloten platform voor kwalitatief (niet cijfermatig) onderzoek met een beperkt deelnemersaantal. Het gaat bij kwalitatief onderzoek juist om het ‘waarom’ en ‘hoe’ om zo beter te begrijpen wat mensen motiveert en activeert. De resultaten van kwalitatief onderzoek zijn indicatief van aard en geven richting aan denken. Ze zijn niet één op één te extrapoleren naar de gehele doelgroep.

Laat u inspireren door het uitgebreide productenassortiment. De getoonde producten op de catwalk laten zien, dat bouwen met biobased bouwmaterialen mogelijk is. Inmiddels zijn er volop voorbeelden van bouwwerken, interieurinrichting en infra. Biobased bouwmaterialen zijn materialen, die afkomstig zijn uit de levende natuur. Dit zijn grondstoffen uit de veeteelt, tuin-land-en bosbouw. Ook zijn de grondstoffen hergroeibaar en voor een deel herbruikbaar.

This research focuses on the effects of using biobased construction materials on the life cycle costs of newly constructed apartments. A case study is performed to assess the level of circularity and life cycle costs of different design alternatives. A BCI calculation is used to assess the level of circularity, whilst a life cycle analysis focusing on the construction, operational and end of life costs is used to assess the life cycle costs. The design alternatives are created using the Shearing Layers of Brand, focusing on the Structure, Skin and Space Plan. Ultimately, it is concluded that the use of biobased materials entails an increase in life cycle costs and level of circularity. Furthermore, the application of biobased materials in the Structure of the apartment proves to be the most cost-efficient measure to increase the level of circularity. Further research into the measurement of circularity and the underlying database(s) of these methods could results in more realistic results.

Albert Dun teelt en verwerkt al sinds 1994 vezelhennep. 30 procent van de vezels gaat naar de bouw. Het stuit de directeur van Dun Agro in Oude Pekela tegen de borst dat nieuwe initiatieven voor biobased bouwen zich niet laten informeren door bestaande verwerkers. ‘Ze proberen het wiel opnieuw uit te vinden’, stelt hij

De teelt van vezelhennep wint aan populariteit. Maar voor de oogst zijn stevige machines nodig die worden aangepast met degelijke lagers, afdichtingen en een goede geleiding van het gewas, zodat ze zich niet verslikken in het taaie materiaal.

Demissionair landbouwminister Piet Adema wil vezelteelten en het gebruik van vezels als biobased bouwmateriaal stimuleren. Volgens hem is daarvoor wel enige opschaling nodig en moet het voor boeren aantrekkelijk genoeg zijn om te verbouwen. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit trekt 200 miljoen euro uit het Klimaatfonds om de complete keten mee te krijgen in deze transitie.

De transitie naar een duurzame en circulaire economie vraagt vervanging van fossiele grondstoffen door hernieuwbare, met name biobased, grondstoffen. Biobased grondstoffen zijn grondstoffen uit de levende natuur die na de oogst terug groeien. Eén van de gewassen die voor deze grondstoffen kan zorgen, is vezelhennep. De informatie over vezelhennep, van teeltplan tot producten, is opgenomen in het ‘Handboek vezelhennepteelt, -verwerking en - toepassingen’. Bij het handboek is een wiki gemaakt. Hiermee ga je aan de slag in deze opdracht.

The aim of the current graduation project is the investigation of the potential of using hempcrete for the construction of residences in the Netherlands. The research focuses on the prefabricated block form of the material and investigates different aspects that can play a major role and eventually affect the choice for the selection of the material in building applications. Such aspects are: the regulation and performance proofing requirements which are associated with the application of an unstandardised material, the application methods, the strengths and limitations related to the nature of material, the current industry barriers, its hygrothermal, energy and environmental performances according to the Dutch building regulation in comparison to popular industrialised materials in the Netherlands and the related costs. The compared industrilised options were two: the Aerated Autoclaved Blocks, which account for an industrialised option with equivalent properties as these of the hempcrete blocks, and the option of Sand-lime bricks in combination with Fiberglass insulation, which is currently a widely used construction option in the Netherlands. Dynamic hygrothermal simulations were performed in WUFI software, whereas available EPDs were used for the investigation of the environmental impacts of the materials under scrutiny in a life cycle analysis.

De vraag naar natuurlijke grondstoffen als hennepvezels neemt de komende jaren fors toe, voorziet business developer Gerard Hosper van Hempflax. 'Dat biedt kansen voor vezelgewassen. Het is de kunst alle stromen zo hoog mogelijk te verwaarden.'

De bouw en agrarische sector staan voor de uitdaging om de uitstoot van CO2 en stikstof omlaag te brengen. En dat terwijl er tegelijkertijd een grote nieuwbouw- en verduurzamingsopgave in de woning- en utiliteitsbouw ligt. Het gebruik van bouwmaterialen op basis van vezelgewassen kan een belangrijke bijdrage leveren aan deze uitdagingen en verbindt beide sectoren bij hun doel om meer circulair te worden. Tussen theorie en praktijk is echter nog een groot gat te overbruggen. Dit rapport belicht de markt voor bouwmaterialen op basis van vlas en hennep en verkent in hoeverre teelt en verwerking binnen de Nederlandse landsgrenzen haalbaar zijn en of de toepassing in bouwmaterialen op grote schaal realistisch is.

Hennep is een gewas dat het goed doet bij warmer weer en dat relatief weinig werkt vraagt. Niet onlogisch dus dat meer en meer landbouwers hiermee willen experimenteren. Maar waar kan je dan met het geoogste gewas naartoe? Bouwbedrijven zijn alvast vragende partij, want in de bouw wint hennep aan populariteit.

Het doel van het project is om kennis en informatie over vezelhennepteelt, -verwerking en - toepassingen te ontsluiten. Deze kennis is nog beperkt toegankelijk, eigen aan contractteelt. Door informatie overzichtelijk via een wiki te ontsluiten, met ondersteuning van video’s, wordt beoogd dat agrarische ondernemers zich op een effectieve en efficiënte manier kunnen richten op hennep en dat ontwerpers en ondernemers de juiste materialen kunnen verwerven en verwerken om tot waardevolle eindproducten te komen. Door betrokkenheid van hogescholen wordt tevens op toekomstige ondernemers gemikt.

Met de opkomst van de biobased economy ontstaan kansen voor nieuwe producten, energieen grondstofzekerheid én de teler krijgt nieuwe verdienmogelijkheden. Van biobased gewassen kun je alles maken, zegt Cor van Oers van Delphy, maar dat vraagt wel om een andere manier van denken en werken.

De inbox van de Change Inc.-redactie stroomt elke dag vol met nieuws over baanbrekende gamechangers, die sectoren en/of transities volledig op zijn kop gaan zetten. Negen van de tien keer horen we er vervolgens niets meer van. Welke innovaties gaan nu écht zoden aan de dijk zetten en moeten we in de gaten houden? We vragen het aan experts in hun veld. Dit keer: architect Daan Bruggink over biobased bouwmaterialen van de toekomst.

Eindverslag van het project New-C-Land. Het project New-C-Land heeft tot doel gebieden aan te wijzen waar plantaardige biomassa kan worden geteeld, en bedrijven samen te brengen om deze lokale hulpbronnen te gebruiken voor de productie van energie en biogebaseerde materialen. Sinds vier jaar ligt de nadruk op ongebruikte of braakliggende terreinen die niet geschikt zijn voor landbouw of bewoning, de zogenaamde "marginale gronden". Dit eindverslag vat de belangrijkste resultaten van het project samen en geeft praktische adviezen voor de identificatie en de aanleg van marginale gronden en het gebruik van plantaardige biomassa van deze gronden in de biogebaseerde economie. De ervaringen opgebouwd in de projectregio Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen zijn ook nuttig voor marginale gronden in andere regio’s.

Hennep , teelt met een mooie toekomst ; Wat zijn de toepassingen van hennep? ; Wie hennep teelt, moet strikt de wetgeving volgen

Niet alleen de landbouw moet verduurzamen. Ook andere sectoren belasten het milieu en zien zich gedwongen hun productiemethoden aan te passen. Een goed voorbeeld zijn de textielindustrie en de bouw. Grondstoffen en producten komen nu nog uit de chemische industrie.

Een huis van geperst zeewier, schimmels, blauwalg, hennep, riet, maisbladeren of popcorn? Nemo Science Museum laat vanaf komende maand zien en voelen hoe dit kan. De Provada kreeg een voorproefje.

In Werkpakket 1 (uitgevoerd door WUR Plant Breeding) is gezocht naar de meest optimale stammen van Ceriporiopsis subvermispora. Hiervoor zijn 30 stammen (20 homokaryons en 10 kruisingen) binnen de soort C. subvermispora onderzocht op hun vermogen om tarwestro en ingekuild bermgras selectief van hemicellulose en lignine te ontdoen. Op basis van de resultaten van Werkpakket 1 blijken C. subvermispora stammen MES15023 (monokaryon), MES15032 (monokaryon) en MES14706 (dikaryon) het meest selectief in de afbraak van lignine in zowel tarwestro als bermgras en is het resultaat van doorgroeien van de substraten met deze stammen een relatieve verrijking in cellulose. In Werkpakket 3 (eveneens uitgevoerd door WUR Plant Breeding) zijn verschillende typen biomassa voorbehandeld met de uit Werkpakket 1 als beste naar voren komende stammen. Er werd daarbij gewerkt met twee mogelijke toepassingen van het op te leveren behandelde materiaal. Deze toepassingen waren biogasproductie (op basis van tarwestro) en productie van vezelmateriaal voor de papier industrie (op basis van Miscanthus, Natuurgras, Lisdodde, Vlaslemen en Hennepscheven). De bovengenoemde materialen werden doorgroeid met 3 C. subvermispora stammen; MES15032 als beste monokaryon in WP1, MES14706 als beste dikaryon in WP1 en MES13094 als referentie uit de eerdere biogas testen. Het met schimmel doorgroeide materiaal werd op verschillende momenten tijdens de kolonisatie door de schimmels bemonsterd en het bemonsterde materiaal werd geanalyseerd op vezelsamenstelling. Stro substraat raakte (evenals in Werkpakket 1, goed doorgroeid met alle drie de schimmelstammen. Ook Miscanthus, vlaslemen en hennepscheven raakten goed doorgroeid met beide geteste schimmelstammen. In tegenstelling tot tarwestro en miscanthus, raakte het natuurgras substraat slechts met moeite doorgroeid. Lisdodde raakte nauwelijks gekoloniseerd door beide geteste schimmelstammen. Uitgaande van de selectieve verrijking van substraten met cellulose (door afb

Hennep groeit als kool. Er zijn voor de teelt geen chemische bestrijdingsmiddelen nodig en door de lange wortels die diep de aarde in gaan blijft de bodem gezond. Het is een milieuvriendelijk alternatief voor heel veel toepassingen. Waarom gebruiken we het niet meer?

As a part of the General Extension Plan of Amsterdam, the Brettenzone was supposed to be a green recreational area and one of the green ‘wedges’ bringing nature and air into the city. The Brettenzone area divides the Amsterdam West into two parts, business area and harbor district in north and residential area in south, and the large greenery space of Brettenzone result in little communication between these two parts. The lack of public program and public space limit people's intention to enter this area, which obstruct the development of Brettenzone area. The goal of the project is in order to create meeting space for neighborhood while not having sacrificed, but rather extended the green space, attracting people from neighborhoods to enter this isolated space cover by greenery. Natural material and green roof will applied in the project to help the building to merge in the environment full with greenery.

CBCI is short for Circular Bio-based Construction Industry and this is an EU funded project (Interreg 2 Seas program). The CBCI project aims to provide practical solutions to speed up the uptake of circular bio-based construction. With real-life projects, prototyping, testing, modelling and simulation, this project is about learning and doing. In this applied design research, we also explore to what extent an industrial approach helps to increase circularity and the application of bio-based materials in the construction sector. Yet, the project is also about developing suitable tendering methods and business models and about tackling obstacles in rules and regulations.

Hemp (Cannabis sativa L.) is a high-yielding fibre and environmentally-friendly crop that produces biomass for multiple purposes. The bio-composite applications of hemp fibres have received lots of attention in the last decades by governments and industry. These bio-composites have the capacity to replace non-renewable and unsustainable resources (e.g. synthetic and mineral fibres). However, the molecular knowledge of hemp fibre quality is limited. Consequently, breeding programs to increase the yield and quality of hemp fibre have mostly focused on conventional methods. It is envisioned the development of molecular markers associated to fibre quality, which are expected to accelerate the development of new hemp cultivars with high quality fibres.The biochemical composition of the cell walls is a key factor defining the quality of hemp fibre. Nevertheless, prior to this thesis there were no high-throughput methods for biochemical characterization of many hemp accessions. Consequently, the analysis of many accessions was expensive and time consuming. In Chapter 2 of this thesis, we developed and optimized the throughput of five methods including cell wall extraction, biochemical composition of cell wall polysaccharides, quantification of lignin, quantifications of crystalline polysaccharides and stem morphology. The methods presented here revealed to be highly repeatable. In addition, the cell wall extraction was optimized to extract enough material for the complete characterization of the cell wall of hemp in a single run, while reducing the time of the entire analysis. Yet, wet biochemistry phenotyping methods are still costly and laborious. To overcome these limitations, high-throughput prediction models based on near-infrared spectroscopy were developed in Chapter 3. These models allowed phenotyping of large numbers of hemp accessions in a rapid and cost-efficient way.Hemp fibre quality is a quantitative trait and little is known about its phenotypic variability

Alternatieven voor de akkerbouw : miscanthus ; soja ; edamame ; quinoa ; kikkererwten ; sorghum ; hennep ; goudsbloem ; bonen ; veldbonen ; paardenbloem ; Is sorghum een antwoord op de droogte?

Circulariteit en duurzaamheid, dat zijn hippe termen. Maar er is een groot verschil tussen zeggen en doen; dat stelt Gienus Reurink, ontwerper bij Snoek Puur Groen. Het hoveniersbedrijf uit Grou en Emmen legt zich toe op inspirerend groen, zowel binnen als buiten. Aan de hand van het project Greenfield, waar ruimte is om concepten op het gebied van biodiversiteit en hergebruik te onderzoeken en zich te laten ontspinnen, legt Reurink uit wat Snoek Puur Groen verstaat onder het bedrijfsmotto: 'Eén met de natuur in alles wat we doen.'

We hebben het in Boer&Tuinder al eerder gehad over de teelt van hennep (Cannabis sativa) of kemp, zoals het in Vlaanderen ook wel genoemd wordt. De vezels die in de stengel van de plant zitten, zijn de belangrijkste toepassing maar ook de zaden bieden heel wat mogelijkheden. Op een studiedag in Gembloux, georganiseerd door Valbiom, kwamen een aantal van die toepassingen van hennepzaad uitgebreid aan bod. We konden meeluisteren naar enkele interessante uiteenzettingen.

Het rapport toont aan dat de teelt van vlas en hennep, en de producten die eruit vervaardigd worden, een belangrijke rol kunnen spelen bij realisatie van de doelstellingen van het toekomstig landbouwbeleid.

In light of the global development of industrial hemp (hereinafter “hemp”) markets and its raw material Cannabis sativa L., the international industrial hemp sector (hereinafter “hemp sector”), as represented by the undersigned organizations, would like to reiterate its position on this topic and stress the need for clarification and a transparent debate on international law and regulations related to hemp. The current market barriers and challenges for a flourishing hemp sector originate in one particular interpretation of the international law to which regulations on food and cosmetics make reference.

Maatschappelijke opgaven als klimaatverandering, bodemdaling, CO2 uitstoot en schaarste van fossiele grondstoffen vragen om nieuwe, duurzame oplossingen. De roep om een meer biobased en circulaire economie wordt steeds groter en is noodzakelijk. De bouwwereld kan en mag daarin niet achterblijven. Daarom zijn wij, Company New Heroes en de Dutch Design Foundation, het experiment aangegaan om voor de Dutch Design Week 2019 samen met andere pioniers een iconisch biobased paviljoen te bouwen: The Growing Pavilion. Met dit bouwwerk tonen we de mogelijkheden en bovenal de enorme schoonheid van biobased bouwen. Het paviljoen is daarbij uniek in de wijze waarop een groot aantal biobased materialen, zoals hout, hennep, mycelium, lisdodde en katoen, samen een bijzonder bouwwerk vormen. In deze atlas delen we de verzameling van de materialen die we hebben gevonden in onze zoektocht naar het biobased ontwerpen en bouwen van nu. Hiermee willen we laten zien hoe ver we op dit moment kunnen gaan in de ambitie om volledig biobased te creëren. We zijn vele slimme en bewuste pioniers tegengekomen, die de wereld van ontwerpen en bouwen uitdagen om een nieuwe stap te maken; ook die zijn te vinden in deze atlas., Societal challenges such as climate change, land subsidence, CO2 emissions and the scarcity of fossil fuels require new, sustainable solutions. The call for a more biobased and circular economy is becoming ever greater and increasingly necessary. The construction world cannot and must not lag behind. That is why we, Company New Heroes and the Dutch Design Foundation, started an experiment with other pioneers to build an iconic biobased pavilion for the Dutch Design Week 2019 : The Growing Pavilion. With this structure we show the possibilities, and above all the wonderful beauty, of biobased construction. The pavilion is unique in the way in which a large number of biobased materials, such as wood, hemp, mycelium, cattail and cotton, come together to form an extraordinary creation.In this atlas we share the collection of materials that we found in our search for biobased designing and building. The book shows how far we can go at this moment in our ambition for entirely biobased building. We have met many smart and conscious pioneers, many of whom are included in this atlas, who challenge the world of design and construction to go further.

De Waalse organisatie Valbiom werd opgericht om de toepassing van biomassa op alle mogelijke domeinen te stimuleren. Ze gaan geen thema uit de weg: energie produceren op basis van biomassa, chemische stoffen afscheiden uit biomassa, maar ook plantaardige en dierlijke producten gebruiken in de bouw. Op dat vlak staat Wallonië een heel eind verder dan Vlaanderen. Zo zijn er al bedrijven die hennepbeton maken, spuithennep gebruiken om muren te isoleren of bouwen met stro(balen). Op een studiedag kregen we onlangs een mooi overzicht van wat al bestaat en wat allemaal mogelijk is. Een landbouwer kan eigenlijk zonder al te veel problemen een huis of een stal bouwen met materiaal dat hij op zijn bedrijf geproduceerd heeft.

De kersverse persoonlijk hoogleraar Luisa Trindade veredelt gewassen voor de biobased economy. Onder het motto ‘no waste’ wil ze bijvoorbeeld kleding maken van paprika- en tomatenplanten.

“Wij zijn de pioniers van de naoorlogse hennepindustrie”, zegt Mark Reinders, CEO van Hempflax. Het bedrijf startte in de jaren negentig van de vorige eeuw in een oude vlasfabriek in Flevoland, maar ontdekte al gauw dat de verwerking van hennep een volledig andere technologie vereiste. Sinds 1996 is Hempflax gevestigd in Oude Pekela en sindsdien zijn daar vestigingen in Duitsland en Roemenië bijgekomen.

Mathieu Hendrickx noemt zichzelf ‘producent van ecologische isolatiematerialen’. Hij is zaakvoerder bij Hemp in a box, dat bouwmaterialen op basis van kalkhennep maakt. Vijf jaar geleden was Mathieu nog gewoon boer en runde hij een gemengd bedrijf met melkvee en akkerbouw. Een van zijn teelten was hennep en van het ene kwam het andere.

Mid season sale, twee halen één betalen, op=op. Mode wordt steeds goedkoper en wisselt steeds sneller. Leuk voor het oog, maar achter al die fashion gaat grote milieuschade schuil. WUR-wetenschappers zoeken naar manieren om de kledingindustrie duurzamer te maken. Van hennepstof tot algenverf, van chemisch recyclen tot vintage kleding.

In het kader van het Interreg Vlaanderen-Nederland project “Growing a Green Future” beschrijft dit rapport of geteelde vezelgewassen zoals miscanthus, hennep of vlas samen met regional e beschikbare agroreststromen, o.a. uit de glastuinbouw en akkerteelt, als duurzame grondstof kunnen functioneren voor verschillende types high-end office papier en/of kartonnen verpakkingsmateriaal en high-tech papier voor bouw- en infra-applicaties.

De vezelhennepteelt zoekt uitbreiding, maar blijft op een stabiele 2.000 hectare en wat extra voor de veevoerproductie. Het imago is goed, maar de overheid en de markt geven geen grote stimulansen, werken soms tegen. Textiel, bouw en vergroening zijn kansen voor meer rendement uit een teelt die kleine voordelen heeft ten opzichte van graan.

Hennep kent veel interessante toepassingen. Zo kan je met de scheven, die overblijven als de vezels verwijderd zijn, en met kalk een interessant isolatiemateriaal maken dat perfect kan worden gebruikt om gebouwen te isoleren. Hiermee kan je bijvoorbeeld een woning zeer goed isoleren tegen een redelijke prijs.

Vezelhennep kan dienen als bron van structuur in het rantsoen van melkvee. Het gewas zorgt voor een verbetering van de herkauwactiviteit, maar de voedingswaarde van de vezels op zichzelf is gering. Op Proefboerderij Rusthoeve in Colijnsplaat wordt er vooral gekeken naar de toepassing van vezelhennep in bouwmaterialen, maar welke kansen biedt het gewas voor de veehouderij?