50 results on '"growth yield relationship"'
Search Results
2. Vroeg zaaien: meer voors dan tegens
- Author
-
Swaaij, N. van and Swaaij, N. van
- Abstract
Vroeg zaaien past in het streven naar opbrengstmaximalisatie. Een langer groeiseizoen betekent een langere productieperiode en een hoger rendement. Toch kan de zaaidatum ook te vroeg zijn.
- Published
- 2016
3. PPO en WU: knolsortering nog moeilijk te sturen
- Subjects
PPO Arable Farming ,aardappelen ,tubers ,wetenschappelijk onderzoek ,Multifunctional Agriculture and Field Production of Vegetables ,cultuurmethoden ,relatie tussen groei en oogst ,PE&RC ,solanum tuberosum ,plantenontwikkeling ,uitlopen van knollen ,cultural methods ,growth yield relationship ,scientific research ,tuber sprouting ,potatoes ,plant development ,Leerstoelgroep Gewas- en onkruidecologie ,Crop and Weed Ecology ,knollen ,Groene Ruimte en Vollegrondsgroente ,PPO Akkerbouw - Abstract
Een voorspelling voor de aanleg, over het aantal knollen dat aan een aardappelplant zal komen, is onmogelijk. Dit concluderen Kees Bus, Paul Struik en Arjan Veerman van Praktijkonderzoek Plant en Omgeving en Wageningen Universiteit na een uitgebreide literatuurstudie. Vermeende stuurbare factoren als de stikstofhoeveelheid, de temperatuur, de lichthoeveelheid en de daglengte blijken onder normale omstandigheden de zetting maar weinig te beïnvloeden
- Published
- 2004
4. Effect bemesting op ziekteontwikkeling in stamslabonen industrieteelt
- Author
-
Evenhuis, B., Verstegen, H.A.G., Wilms, J.A.M., and Topper, C.G.
- Subjects
plant protection ,gewasbescherming ,yield losses ,cultural control ,outturn ,relatie tussen groei en oogst ,schimmelziekten ,sclerotinia ,veldgewassen ,fungal diseases ,opbrengst ,bemesting ,groenteteelt ,stikstofmeststoffen ,industriële gewassen ,industrial crops ,vegetable legumes ,peulvruchten (groente) ,ziektebestrijdende teeltmaatregelen ,fertilizer application ,phaseolus vulgaris ,oogstverliezen ,vegetable growing ,OT Team Bedrijfssyst.onderz./Bodemkwaliteit ,top dressings ,botrytis ,nitrogen fertilizers ,field crops ,growth yield relationship ,overbemesting ,OT Team Schimmels Onkr. en Plagen - Abstract
In de teelt van stamslabonen voor de industrie worden vaak problemen ondervonden met ziektes zoals Sclerotinia en Botrytis. Deze ziektes worden geassocieerd met (over)bemesting. De gebruiksnorm voor stikstofgift was in 2012 en 2013, 110 kg N/ha respectievelijk 120 kg N/ha, op zand- en kleigrond. Werd er niet bemest dan leidde dit tot een significante opbrengstverlaging. Een overbemesting tot 150% van de gebruiksnorm na aftrek van N-min gaf eveneens een opbrengstverlaging te zien. Bemesting trappen variërend van 50 tot 125% van de normbemesting lieten geen significant verschil in opbrengst zien. Een evenwichtig teeltadvies waarbij het bemestingsniveau maximaal bijdraagt aan plantweerstand en productkwaliteit is belangrijk.
- Published
- 2014
5. Effect bemesting op ziekteontwikkeling in stamslabonen industrieteelt
- Subjects
plant protection ,gewasbescherming ,yield losses ,cultural control ,outturn ,relatie tussen groei en oogst ,schimmelziekten ,sclerotinia ,veldgewassen ,fungal diseases ,opbrengst ,bemesting ,groenteteelt ,stikstofmeststoffen ,industriële gewassen ,industrial crops ,vegetable legumes ,peulvruchten (groente) ,ziektebestrijdende teeltmaatregelen ,fertilizer application ,phaseolus vulgaris ,oogstverliezen ,vegetable growing ,OT Team Bedrijfssyst.onderz./Bodemkwaliteit ,top dressings ,botrytis ,nitrogen fertilizers ,field crops ,growth yield relationship ,overbemesting ,OT Team Schimmels Onkr. en Plagen - Abstract
In de teelt van stamslabonen voor de industrie worden vaak problemen ondervonden met ziektes zoals Sclerotinia en Botrytis. Deze ziektes worden geassocieerd met (over)bemesting. De gebruiksnorm voor stikstofgift was in 2012 en 2013, 110 kg N/ha respectievelijk 120 kg N/ha, op zand- en kleigrond. Werd er niet bemest dan leidde dit tot een significante opbrengstverlaging. Een overbemesting tot 150% van de gebruiksnorm na aftrek van N-min gaf eveneens een opbrengstverlaging te zien. Bemesting trappen variërend van 50 tot 125% van de normbemesting lieten geen significant verschil in opbrengst zien. Een evenwichtig teeltadvies waarbij het bemestingsniveau maximaal bijdraagt aan plantweerstand en productkwaliteit is belangrijk.
- Published
- 2014
6. Moddus in zaadteelt Engels raaigras gaf wisselvallig resultaat
- Subjects
toepassingsdatum ,growth ,growth retardants ,yields ,growth retardation ,plant nutrition ,seeds ,opbrengsten ,relatie tussen groei en oogst ,dosage ,nitrogen ,zaden ,groei ,growth regulators ,bemesting ,plant growth regulators ,gewasopbrengst ,groeiremmers ,legering ,groeiregulatoren ,application date ,application rates ,fertilizer application ,doseringseffecten ,dosering ,crop yield ,lolium perenne ,groeivertraging ,plantengroeiregulatoren ,groeivertragers ,grasses ,plantenontwikkeling ,seed production ,stikstof ,growth yield relationship ,growth inhibitors ,plant development ,plantenvoeding ,toedieningshoeveelheden ,zaadgewassen ,Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond ,lodging ,zaadproductie ,dosage effects ,seed crops ,grassen - Abstract
In proeven van het PPO in 1999 en 2000 werden de effecten onderzocht van dosering en toepassingstijdstip van groeiregulator Moddus op de legering en de zaadopbrengst van verschillende rassen Engels raaigras. Ook het effect van een verhoogde stikstofbemesting werd in de proeven meegenomen
- Published
- 2001
7. Vroege zaai voor hoge opbrengst met aanvaardbare risico's
- Author
-
Swaaij, N. van and Swaaij, N. van
- Abstract
Wanneer kunnen de suikerbieten gezaaid worden? Soms een moeilijke beslissing. Voorwaarde is dat de grond voldoende opgedroogd is en dan zo snel mogelijk beginnen. Maar ook de weersverwachting speelt mee: blijft het droog en wat doet de temperatuur? Een vroege start geeft een langer groeiseizoen en levert een hogere suikeropbrengst.
- Published
- 2014
8. Op koers voor goede oogsten
- Abstract
Het Agrometeorologische Bericht van VITO over mei en juni van 2014 belicht het opbrengstpotentieel van de gewassen op basis van de vegetatieontwikkeling gemeten door satellieten.
- Published
- 2014
9. Effect vocht op de kwaliteit van asperges
- Subjects
field tests ,stengelgroenten ,vollegrondsgroenten ,outturn ,vollegrondsteelt ,oppervlakte-irrigatie ,stem vegetables ,cultuurmethoden ,relatie tussen groei en oogst ,veldproeven ,surface irrigation ,outdoor cropping ,asparagus officinalis ,quality ,opbrengst ,field vegetables ,cultural methods ,growth yield relationship ,kwaliteit ,OT Team Schimmels Onkr. en Plagen ,OT Team Int. Prod. & Gewasinn - Abstract
Vaststellen invloed van bevochtigen van de bedden op kwaliteit van witte asperges in de tweede helft van het oogstseizoen. Bij het object met T-tape was er op 8 augustus een significant hoger aandeel nieuw schot. Dit kan een voordeel zijn, want vroeg nieuw schot wil zeggen dat er ook een betere assimilatie plaats vindt, waardoor de plant meer suikers kan opslaan als reserve voor het volgende oogstseizoen. Dit kan opbrengst verhogend werken.
- Published
- 2013
10. Effect vocht op de kwaliteit van asperges
- Author
-
Wilms, J.A.M. and Meuffels, G.J.H.M.
- Subjects
field tests ,stengelgroenten ,vollegrondsgroenten ,outturn ,vollegrondsteelt ,oppervlakte-irrigatie ,stem vegetables ,cultuurmethoden ,relatie tussen groei en oogst ,veldproeven ,surface irrigation ,outdoor cropping ,asparagus officinalis ,quality ,opbrengst ,field vegetables ,cultural methods ,growth yield relationship ,kwaliteit ,OT Team Schimmels Onkr. en Plagen ,OT Team Int. Prod. & Gewasinn - Abstract
Vaststellen invloed van bevochtigen van de bedden op kwaliteit van witte asperges in de tweede helft van het oogstseizoen. Bij het object met T-tape was er op 8 augustus een significant hoger aandeel nieuw schot. Dit kan een voordeel zijn, want vroeg nieuw schot wil zeggen dat er ook een betere assimilatie plaats vindt, waardoor de plant meer suikers kan opslaan als reserve voor het volgende oogstseizoen. Dit kan opbrengst verhogend werken.
- Published
- 2013
11. Input-output Fase III : Bijvoeden en vulgewicht
- Subjects
mushroom compost ,geconditioneerde teelt ,outturn ,hemicellulosen ,conditioned cultivation ,cultuurmethoden ,relatie tussen groei en oogst ,WUR GTB Gewasfysiologie Management en Model ,hemicelluloses ,paddestoelen ,mushrooms ,agaricus bisporus ,edible fungi ,Plant Breeding ,quality ,champignonmest ,opbrengst ,eetbare paddestoelen ,cultural methods ,growth yield relationship ,kwaliteit - Abstract
Het 'input-output' project wil meer inzicht verschaffen in de teelt van champignons zodat duidelijk wordt waar de grenzen/knelpunten van het huidige systeem liggen en waar mogelijkheden liggen voor verbetering. In vorige fasen van het project is bepaald hoe de diverse voedingscomponenten in de compost worden verbruikt van vullen met entbare compost tot de tweede vlucht. Daaruit bleek dat vooral hemicellulose een knelpunt kan vormen. Voor het nu afgeronde project zijn diverse type bijvoedmiddelen toegevoegd aan doorgroeide compost en de effecten op opbrengst en kwaliteit getest bij verschillende vuldikten. De voornaamste conclusies: Extra toevoeging van hemicellulose leidt niet tot extra productie terwijl extra hemicellulose wel wordt verbruikt. Lage vulgewicht leidt tot efficiënter gebruik compost maar ook tot lagere kwaliteit champignons
- Published
- 2013
12. Input-output Fase III : Bijvoeden en vulgewicht
- Author
-
Baars, J., Sonnenberg, A.S.M., de Visser, P.H.B., and Blok, C.
- Subjects
mushroom compost ,geconditioneerde teelt ,outturn ,hemicellulosen ,conditioned cultivation ,cultuurmethoden ,relatie tussen groei en oogst ,WUR GTB Gewasfysiologie Management en Model ,hemicelluloses ,paddestoelen ,mushrooms ,agaricus bisporus ,edible fungi ,Plant Breeding ,quality ,champignonmest ,opbrengst ,eetbare paddestoelen ,cultural methods ,growth yield relationship ,kwaliteit - Abstract
Het 'input-output' project wil meer inzicht verschaffen in de teelt van champignons zodat duidelijk wordt waar de grenzen/knelpunten van het huidige systeem liggen en waar mogelijkheden liggen voor verbetering. In vorige fasen van het project is bepaald hoe de diverse voedingscomponenten in de compost worden verbruikt van vullen met entbare compost tot de tweede vlucht. Daaruit bleek dat vooral hemicellulose een knelpunt kan vormen. Voor het nu afgeronde project zijn diverse type bijvoedmiddelen toegevoegd aan doorgroeide compost en de effecten op opbrengst en kwaliteit getest bij verschillende vuldikten. De voornaamste conclusies: Extra toevoeging van hemicellulose leidt niet tot extra productie terwijl extra hemicellulose wel wordt verbruikt. Lage vulgewicht leidt tot efficiënter gebruik compost maar ook tot lagere kwaliteit champignons
- Published
- 2013
13. Effect vocht op de kwaliteit van asperges
- Subjects
field tests ,stengelgroenten ,vollegrondsgroenten ,outturn ,vollegrondsteelt ,oppervlakte-irrigatie ,stem vegetables ,cultuurmethoden ,relatie tussen groei en oogst ,veldproeven ,surface irrigation ,outdoor cropping ,asparagus officinalis ,quality ,opbrengst ,field vegetables ,cultural methods ,growth yield relationship ,kwaliteit ,OT Team Schimmels Onkr. en Plagen ,OT Team Int. Prod. & Gewasinn - Abstract
Meer inzicht in de invloed van bevochtigen van de bedden op kwaliteit en opbrengst van witte asperges in de tweede helft van het oogtseizoen.
- Published
- 2013
14. Assessing genetic variation in growth and development of potato
- Author
-
Khan, M.S., Wageningen University, Paul Struik, Fred van Eeuwijk, Xinyou Yin, and Herman van Eck
- Subjects
aardappelen ,fungi ,genotype-milieu interactie ,food and beverages ,crop production ,genotype environment interaction ,crop yield ,relatie tussen groei en oogst ,PE&RC ,Wiskundige en Statistische Methoden - Biometris ,gewasproductie ,Plant Breeding ,Laboratorium voor Plantenveredeling ,solanum tuberosum ,genetic variation ,growth yield relationship ,potatoes ,gewasopbrengst ,Leerstoelgroep Gewas- en onkruidecologie ,Crop and Weed Ecology ,genetische variatie ,Mathematical and Statistical Methods - Biometris - Abstract
Key words: Potato (Solanum tuberosum L.), segregating population, canopy cover dynamics, tuber bulking dynamics, beta function, thermal time, components of variance, genotype-by-environment interaction (GE), heritability, QTL mapping, QTL-by-environment (QTLE) interaction, complex traits, ecophysiological crop model, GECROS, cultivar choice, maturity type, ideotype breeding, tuber yield. Due to increasing food demand and changing diets potato (Solanum tuberosum L.) is becoming a subsistence crop in many regions. However, the agronomy and whole crop physiology of tuber yield production is extremely complex, due to genotype and environment specific effects on crop physiological and morphological characteristics. Such intrinsic complexities complicate the manipulation of yield determining traits and make their prediction a challenging task. The genetic improvement of tuber yield can be understood more mechanistically by investigating and interpreting the relationships between the main attributes of crop growth. This thesis aims to develop an approach to quantify the yield of individual genotypes and to estimate parameters which may reveal the effects of genetic and environmental factors on the important plant processes controlling tuber yield variation among a large set of F1 (SH83-92-488 RH89-039-16) genotypes of potato and a set of standard cultivars covering a wide range of maturity types. It first presents a model approach to analyse the time course of canopy cover and tuber bulking during the entire crop cycle as a function of thermal time in terms of large number of physiological component traits and explain their inter-relationships and impact on crop maturity and tuber yield production across six contrasting field experiments. The results indicated that the length of the canopy build-up phase (DP1) was conservative with respect to genotype’s maturity type, but the duration of maximum canopy cover (DP2) and the decline phase (DP3) varied greatly, with later genotypes having longer DP2 and DP3 and thus a higher area under whole green canopy curve (Asum). Values of tuber bulking rate (cm) were highest for early maturing genotypes followed by mid-late and then late genotypes. Late maturing genotypes had longest effective duration of tuber bulking (ED) followed by mid-late and early genotypes. As a result tuber yield (wmax) was higher in late genotypes than in early genotypes. The radiation use efficiency (RUE) values were highest for early maturing genotypes followed by mid-late and late genotypes whereas nitrogen (N) use efficiency (NUE) was highest in late maturing genotypes followed by mid-early and early genotypes. High genetic variability and high heritability for most of these traits were found. Results indicated that increased tuber yield by indirect selection for optimal combination of important physiological traits can be achieved. While using these traits as a criterion for selection, the causal physiological relationships and trade-offs must be considered simultaneously. Our molecular dissection of traits determining the dynamics of canopy cover, tuber bulking, and resource (radiation, nitrogen) use efficiencies identified several QTLs, the mapping position of each identified QTL, the interaction of QTL with environment (QTLE) and the magnitude of the QTL effect in explaining genetic variance in both SH and RH parental genomes. The QTL results indicated that one particular chromosomal position at 18.2 cM on paternal (RH) linkage group V was tightly linked to the genotype’s earliness and controlling nearly all the traits and explaining the phenotypic variance by up to 79%. This suggested the pleiotropic nature of the QTL for most of the traits determining crop maturity and tuber yields. A number of QTLs for traits were not detected when tuber yield per se was subjected to QTL analysis. The phenotypic variance explained by the QTLs for tuber yield per se was also lower than for other traits. The physiological and quantitative knowledge gained was used to evaluate the conventional system of maturity type and to quantify and re-define the concept of maturity type on a physiological basis for a large set of genotypes. Four new physiological based maturity criteria were developed based on four canopy cover and tuber bulking traits. Physiological maturity type criteria tended to define maturity classes less ambiguously and were easily and clearly interpretable compared to the conventionally used method of defining maturity. The capability of an ecophysiological model ‘GECROS’ was tested to analyse differences in tuber yield of potato. The model yielded a reasonably good prediction of differences in tuber yield across environments and across genotypes. Model analysis identified the genotypic key-parameters affecting tuber yield production and Nmax (i.e. total crop N uptake) contributed most to the determination of tuber yield. The results concluded that genotypes with higher Nmax and lower tuber N content exhibited higher tuber dry matter yield. Further analysis of the genotypic parameters should be performed in conjunction with molecular markers in order to determine their genetic control and to proceed towards QTL-based crop modelling approach. This thesis identified the dominant component traits mostly involved in the formation of a tuber yield and gave insight into the possibilities of genetically and physiologically manipulating the size or number of such traits. The information obtained should help in marker-assisted selection as well as in designing ideotypes for specific and/or diverse environments. However, to make significant contributions for breeding, there is a need for further research efforts to evaluate the combined physiological and genetic approach.
- Published
- 2012
15. Assessing genetic variation in growth and development of potato
- Subjects
aardappelen ,fungi ,genotype-milieu interactie ,food and beverages ,crop production ,genotype environment interaction ,crop yield ,relatie tussen groei en oogst ,PE&RC ,Wiskundige en Statistische Methoden - Biometris ,gewasproductie ,Plant Breeding ,Laboratorium voor Plantenveredeling ,solanum tuberosum ,genetic variation ,growth yield relationship ,potatoes ,gewasopbrengst ,Leerstoelgroep Gewas- en onkruidecologie ,Crop and Weed Ecology ,genetische variatie ,Mathematical and Statistical Methods - Biometris - Abstract
Key words: Potato (Solanum tuberosum L.), segregating population, canopy cover dynamics, tuber bulking dynamics, beta function, thermal time, components of variance, genotype-by-environment interaction (GE), heritability, QTL mapping, QTL-by-environment (QTLE) interaction, complex traits, ecophysiological crop model, GECROS, cultivar choice, maturity type, ideotype breeding, tuber yield. Due to increasing food demand and changing diets potato (Solanum tuberosum L.) is becoming a subsistence crop in many regions. However, the agronomy and whole crop physiology of tuber yield production is extremely complex, due to genotype and environment specific effects on crop physiological and morphological characteristics. Such intrinsic complexities complicate the manipulation of yield determining traits and make their prediction a challenging task. The genetic improvement of tuber yield can be understood more mechanistically by investigating and interpreting the relationships between the main attributes of crop growth. This thesis aims to develop an approach to quantify the yield of individual genotypes and to estimate parameters which may reveal the effects of genetic and environmental factors on the important plant processes controlling tuber yield variation among a large set of F1 (SH83-92-488 RH89-039-16) genotypes of potato and a set of standard cultivars covering a wide range of maturity types. It first presents a model approach to analyse the time course of canopy cover and tuber bulking during the entire crop cycle as a function of thermal time in terms of large number of physiological component traits and explain their inter-relationships and impact on crop maturity and tuber yield production across six contrasting field experiments. The results indicated that the length of the canopy build-up phase (DP1) was conservative with respect to genotype’s maturity type, but the duration of maximum canopy cover (DP2) and the decline phase (DP3) varied greatly, with later genotypes having longer DP2 and DP3 and thus a higher area under whole green canopy curve (Asum). Values of tuber bulking rate (cm) were highest for early maturing genotypes followed by mid-late and then late genotypes. Late maturing genotypes had longest effective duration of tuber bulking (ED) followed by mid-late and early genotypes. As a result tuber yield (wmax) was higher in late genotypes than in early genotypes. The radiation use efficiency (RUE) values were highest for early maturing genotypes followed by mid-late and late genotypes whereas nitrogen (N) use efficiency (NUE) was highest in late maturing genotypes followed by mid-early and early genotypes. High genetic variability and high heritability for most of these traits were found. Results indicated that increased tuber yield by indirect selection for optimal combination of important physiological traits can be achieved. While using these traits as a criterion for selection, the causal physiological relationships and trade-offs must be considered simultaneously. Our molecular dissection of traits determining the dynamics of canopy cover, tuber bulking, and resource (radiation, nitrogen) use efficiencies identified several QTLs, the mapping position of each identified QTL, the interaction of QTL with environment (QTLE) and the magnitude of the QTL effect in explaining genetic variance in both SH and RH parental genomes. The QTL results indicated that one particular chromosomal position at 18.2 cM on paternal (RH) linkage group V was tightly linked to the genotype’s earliness and controlling nearly all the traits and explaining the phenotypic variance by up to 79%. This suggested the pleiotropic nature of the QTL for most of the traits determining crop maturity and tuber yields. A number of QTLs for traits were not detected when tuber yield per se was subjected to QTL analysis. The phenotypic variance explained by the QTLs for tuber yield per se was also lower than for other traits. The physiological and quantitative knowledge gained was used to evaluate the conventional system of maturity type and to quantify and re-define the concept of maturity type on a physiological basis for a large set of genotypes. Four new physiological based maturity criteria were developed based on four canopy cover and tuber bulking traits. Physiological maturity type criteria tended to define maturity classes less ambiguously and were easily and clearly interpretable compared to the conventionally used method of defining maturity. The capability of an ecophysiological model ‘GECROS’ was tested to analyse differences in tuber yield of potato. The model yielded a reasonably good prediction of differences in tuber yield across environments and across genotypes. Model analysis identified the genotypic key-parameters affecting tuber yield production and Nmax (i.e. total crop N uptake) contributed most to the determination of tuber yield. The results concluded that genotypes with higher Nmax and lower tuber N content exhibited higher tuber dry matter yield. Further analysis of the genotypic parameters should be performed in conjunction with molecular markers in order to determine their genetic control and to proceed towards QTL-based crop modelling approach. This thesis identified the dominant component traits mostly involved in the formation of a tuber yield and gave insight into the possibilities of genetically and physiologically manipulating the size or number of such traits. The information obtained should help in marker-assisted selection as well as in designing ideotypes for specific and/or diverse environments. However, to make significant contributions for breeding, there is a need for further research efforts to evaluate the combined physiological and genetic approach.
- Published
- 2012
16. Masterplan voeding : water en voeding voor champignons: kansen en noodzaak voor innovatie
- Subjects
Aquatic Ecology and Water Quality Management ,champignonbedrijven ,compost ,yield factors ,gewassen ,spread ,relatie tussen groei en oogst ,composts ,PRI Biodiversiteit en Veredeling ,crop growth stage ,GTB Teelt & Gewasfysiologie ,oogstfactoren ,spreiding ,Horticulture & Product Physiology ,oogstfrequentie ,cropping systems ,WUR GTB Teelt & Bedrijfssystemen ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer ,edible fungi ,PRI Biodiversity and Breeding ,Plant Breeding ,groeifasen ,eetbare paddestoelen ,growth yield relationship ,harvesting frequency ,mushroom houses ,Tuinbouw & Productfysiologie ,teeltsystemen - Abstract
Champignons worden nu geteeld op compost die bestaat uit stro-rijke paardenmest, kippenmest, gips en water. Voordelen van deze ingrediënten zijn dat ze tot nu toe voldoende aanwezig zijn tegen lage kosten. Het composteringsproces is op zich een redelijk goed beheersbaar proces met een redelijk voorspelbare uitkomst. Er zijn echter voldoende redenen aan te voeren waarom innovatie op substraat kansen biedt voor het versterken van de Nederlandse concurrentiepositie.
- Published
- 2008
17. Assessing genetic variation in growth and development of potato
- Author
-
Struik, Paul, van Eeuwijk, Fred, Yin, Xinyou, van Eck, Herman, Khan, M.S., Struik, Paul, van Eeuwijk, Fred, Yin, Xinyou, van Eck, Herman, and Khan, M.S.
- Abstract
Key words: Potato (Solanum tuberosum L.), segregating population, canopy cover dynamics, tuber bulking dynamics, beta function, thermal time, components of variance, genotype-by-environment interaction (GE), heritability, QTL mapping, QTL-by-environment (QTLE) interaction, complex traits, ecophysiological crop model, GECROS, cultivar choice, maturity type, ideotype breeding, tuber yield. Due to increasing food demand and changing diets potato (Solanum tuberosum L.) is becoming a subsistence crop in many regions. However, the agronomy and whole crop physiology of tuber yield production is extremely complex, due to genotype and environment specific effects on crop physiological and morphological characteristics. Such intrinsic complexities complicate the manipulation of yield determining traits and make their prediction a challenging task. The genetic improvement of tuber yield can be understood more mechanistically by investigating and interpreting the relationships between the main attributes of crop growth. This thesis aims to develop an approach to quantify the yield of individual genotypes and to estimate parameters which may reveal the effects of genetic and environmental factors on the important plant processes controlling tuber yield variation among a large set of F1 (SH83-92-488 RH89-039-16) genotypes of potato and a set of standard cultivars covering a wide range of maturity types. It first presents a model approach to analyse the time course of canopy cover and tuber bulking during the entire crop cycle as a function of thermal time in terms of large number of physiological component traits and explain their inter-relationships and impact on crop maturity and tuber yield production across six contrasting field experiments. The results indicated that the length of the canopy build-up phase (DP1) was conservative with respect to genotype’s maturity type, but the duration of maximum canopy cover (DP2) and the decline phase (DP3) varied greatly, with later
- Published
- 2012
18. Hoge kilogramopbrengst gaat niet altijd samen met hoge kwaliteit
- Author
-
Heuvelink, E. and Kierkels, T.
- Subjects
kwaliteitszorg ,Leerstoelgroep Tuinbouwproductieketens ,groeimodellen ,relatie tussen groei en oogst ,secundaire metabolieten ,maximum yield ,stress ,plantenfysiologie ,milieubeheersing ,growth models ,stress factors ,greenhouse horticulture ,Horticultural Supply Chains ,plant physiology ,crop quality ,secondary metabolites ,gewaskwaliteit ,stressfactoren ,environmental control ,PE&RC ,plantenontwikkeling ,growth yield relationship ,glastuinbouw ,plant development ,maximum opbrengst ,quality management - Abstract
Samengaan van hoge productie en een goede kwaliteit vergt drie stappen. Ten eerste moet de fotosynthese optimaal zijn. Ten tweede is een goede verdeling van de assimilaten naar nuttige delen van de plant belangrijk. De derde stap is per gewas anders. Soms is het nodig af te zien van de hoogste productie om een goede kwaliteit te krijgen. Bij tomaat geeft een hogere EC een betere smaal maar minder productie. Bij roos zou continue groeilicht veel meer opbrengst geven, maar bij de consument verwelkt de bloem dan zeer snel. Bij veel gewassen is enige stress niet verkeerd. Bloemisterijgewassen zijn dan sterker; groenten smaken soms beter. In Wageningen wordt getracht nieuwe groeimodellen te maken die tuinder en veredelaar bijstaan in het streven naar meer interne kwaliteit
- Published
- 2007
19. Hoge kilogramopbrengst gaat niet altijd samen met hoge kwaliteit
- Subjects
kwaliteitszorg ,Leerstoelgroep Tuinbouwproductieketens ,groeimodellen ,relatie tussen groei en oogst ,secundaire metabolieten ,maximum yield ,stress ,plantenfysiologie ,milieubeheersing ,growth models ,stress factors ,greenhouse horticulture ,Horticultural Supply Chains ,plant physiology ,crop quality ,secondary metabolites ,gewaskwaliteit ,stressfactoren ,environmental control ,PE&RC ,plantenontwikkeling ,growth yield relationship ,glastuinbouw ,plant development ,maximum opbrengst ,quality management - Abstract
Samengaan van hoge productie en een goede kwaliteit vergt drie stappen. Ten eerste moet de fotosynthese optimaal zijn. Ten tweede is een goede verdeling van de assimilaten naar nuttige delen van de plant belangrijk. De derde stap is per gewas anders. Soms is het nodig af te zien van de hoogste productie om een goede kwaliteit te krijgen. Bij tomaat geeft een hogere EC een betere smaal maar minder productie. Bij roos zou continue groeilicht veel meer opbrengst geven, maar bij de consument verwelkt de bloem dan zeer snel. Bij veel gewassen is enige stress niet verkeerd. Bloemisterijgewassen zijn dan sterker; groenten smaken soms beter. In Wageningen wordt getracht nieuwe groeimodellen te maken die tuinder en veredelaar bijstaan in het streven naar meer interne kwaliteit
- Published
- 2007
20. Verwarrende dahliaoogst
- Author
-
Wildenbeest, G. and Wildenbeest, G.
- Abstract
Kwekers en exporteurs verkeren in grote onzekerheid over de dahlia-oogst. Terwijl in sommige soorten de getallen er wel zijn, valt in andere de opbrengst erg tegen. Het haast omgekeerde groeiseizoen is de hoofdschuldige. 'Het voorjaar en najaar waren de zomer, in de zomer, leek het najaar' typeert Henk van Eeuwijk het groeiseizoen. Collega Peter van Schie : 'vooral de dag met storm tijdens het planten heeft ons veel gekost'.
- Published
- 2011
21. Natte zomer beïnvloedde najaarsoogst positief
- Abstract
Het Agrometeorologisch bericht van september 2011 stelt dat het koele en natte weer tijdens de zomermaanden bevorderlijk was voor de verdere ontwikkeling van de gewassen. De opbrengstverwachtingen voor suikerbieten en aardappelen zijn dan ook zeer gunstig. Ook de maïs lijkt goed hersteld te zijn van de voorjaarsdroogte.
- Published
- 2011
22. Optimaliseer je rassenkeuze in functie van je perceel
- Author
-
Wauters, A. and Wauters, A.
- Abstract
Door een geschikt ras te kiezen wil iedere bietenteler een hoge opbrengst waarborgen voor zijn bedrijf, niet alleen door een kwaliteitsproduct te produceren, maar ook door de inputkosten te beperken. Daarom is het belangrijk ervoor te zorgen dat dit ras een verantwoorde keuze is voor het betreffende perceel.
- Published
- 2011
23. trend in de afrijping van maïs?
- Author
-
Pannecouque, J., Van Waes, J., Pannecouque, J., and Van Waes, J.
- Abstract
Net als het lCV, volgt ook ILVO-Plant (Teelt & Omgeving) de afrijping van kuil- en korrelmaïs op in het kader van de officiële rassenproeven. In dit artikel focussen we op de resultaten van de afrijping van een referentieras gedurende de laatste 10 tot 15 jaar. Hieruit kunnen we misschien een afrijpingspatroon afleiden.
- Published
- 2010
24. Pieter van Gog: ‘Diffuus glas is veelbelovend' : verrassende resultaten ondanks aanloopproblemen
- Abstract
De eerste teelt onder gehazed glas met ARcoating leverde behoorlijk wat aanloopproblemen op. Het glas lijkt echter veelbelovend. Ondanks de lage lichtmetingen onder het diffuse glas hadden de planten minder hinder van Pythium, waren eerder in productie en gaven een structureel hoger vruchtgewicht.
- Published
- 2009
25. Vruchtzetting paprika spel van vraag en aanbod
- Author
-
Marcelis, L.F.M. and Heuvelink, E.
- Subjects
Leerstoelgroep Tuinbouwproductieketens ,groeimodellen ,relatie tussen groei en oogst ,PRI Agrosysteemkunde ,plantenfysiologie ,growth models ,cultural methods ,gewasopbrengst ,Horticultural Supply Chains ,assimilation ,hormones ,plant physiology ,seed set ,assimilatie ,hormonen ,crop yield ,fructification ,cultuurmethoden ,PE&RC ,zaadzetting ,cultivation ,teelt ,vruchtzetting ,growth yield relationship ,Agrosystems ,capsicum - Abstract
Voor een goede productie bij paprika is niet het aantal bloemen, maar het aantal gezette vruchten de beperkende factor. De zetting wordt vooral bepaald door de beschikbaarheid van assimilaten. Die beschikbaarheid wordt bepaald door de aanmaak van deze suikers en de vraag ernaar van al gezette vruchten. De effecten van vraag en aanbod van assimilaten werden door Plant Research International en Wageningen Universiteit opgenomen in een groeimodel, dat op basis van klimaatgegevens en enkele teeltgegevens de groei en productie berekent. Met behulp van dit groeimodel bleek de zetting van te voren redelijk te voorspellen
- Published
- 2005
26. Daglengte behandelingen bij Celosia : verbetering oogstpercentage bij Celosia cristata door variabele KorteDag behandelingen
- Subjects
Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,growth yield relationship ,glastuinbouw ,ornamental herbaceous plants ,fotoperiode ,WUR GTB Teelt & Bedrijfssystemen ,relatie tussen groei en oogst ,celosia argentea var. cristata ,photoperiod ,Wageningen UR Glastuinbouw ,kruidachtige planten als sierplanten ,greenhouse horticulture ,GTB Teelt & Gewasfysiologie - Abstract
Om instrumenten in handen te krijgen voor een beter beheersbaar product en een hoger oogstpercentage in de zomerperiode is de reactie van Celosia cristata planten op de daglengte onderzocht. Bij Celosia cristata wordt bij sommige rassen in de zomermaanden namelijk de bloemknop vaak (te) laat aangelegd, waardoor onder de bloemknop veel bladeren worden gevormd. Tenzij tijdens de teelt zwaar geremd wordt, worden de stengels extra lang en kunnen ze elkaar daardoor snel gaan overgroeien en onderdrukken. Voor de proef is gekozen voor twee rassen die sterk verschillen in hun bladvorming: de ‘Bombay Fire’ die veel blad aanlegt en de ‘Bombay Pink’ die duidelijk minder aanleg heeft.
- Published
- 2005
27. Nog meer keus bij groene paprika
- Author
-
Steenbergen, P. and Hogendonk, L.
- Subjects
vastheid ,variety trials ,crop yield ,rassen (planten) ,relatie tussen groei en oogst ,scheurende vruchten ,firmness ,use value ,varieties ,gebruikswaarde ,growth yield relationship ,rassenproeven ,capsicum ,gewasopbrengst ,fruit cracking - Abstract
Voor het rassenonderzoek paprika - groen te oogsten - werden vijf nieuwe rassen ingezonden. Corsica werd voor het zesde opeenvolgende jaar als vergelijkingsras aan de serie toegevoegd
- Published
- 2005
28. Daglengte behandelingen bij Celosia : verbetering oogstpercentage bij Celosia cristata door variabele KorteDag behandelingen
- Author
-
van Telgen, H.J., Janse, J., van der Eijk, J., and Wiskerke, A.
- Subjects
Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,ornamental herbaceous plants ,fotoperiode ,WUR GTB Teelt & Bedrijfssystemen ,relatie tussen groei en oogst ,celosia argentea var. cristata ,photoperiod ,Wageningen UR Glastuinbouw ,growth yield relationship ,glastuinbouw ,kruidachtige planten als sierplanten ,greenhouse horticulture ,GTB Teelt & Gewasfysiologie - Abstract
Om instrumenten in handen te krijgen voor een beter beheersbaar product en een hoger oogstpercentage in de zomerperiode is de reactie van Celosia cristata planten op de daglengte onderzocht. Bij Celosia cristata wordt bij sommige rassen in de zomermaanden namelijk de bloemknop vaak (te) laat aangelegd, waardoor onder de bloemknop veel bladeren worden gevormd. Tenzij tijdens de teelt zwaar geremd wordt, worden de stengels extra lang en kunnen ze elkaar daardoor snel gaan overgroeien en onderdrukken. Voor de proef is gekozen voor twee rassen die sterk verschillen in hun bladvorming: de ‘Bombay Fire’ die veel blad aanlegt en de ‘Bombay Pink’ die duidelijk minder aanleg heeft.
- Published
- 2005
29. Masterplan voeding : water en voeding voor champignons: kansen en noodzaak voor innovatie
- Author
-
Sonnenberg, A.S.M., Straatsma, G., Elings, A., Marcelis, L.F.M., Amsing, J.G.M., Sonnenberg, A.S.M., Straatsma, G., Elings, A., Marcelis, L.F.M., and Amsing, J.G.M.
- Abstract
Champignons worden nu geteeld op compost die bestaat uit stro-rijke paardenmest, kippenmest, gips en water. Voordelen van deze ingrediënten zijn dat ze tot nu toe voldoende aanwezig zijn tegen lage kosten. Het composteringsproces is op zich een redelijk goed beheersbaar proces met een redelijk voorspelbare uitkomst. Er zijn echter voldoende redenen aan te voeren waarom innovatie op substraat kansen biedt voor het versterken van de Nederlandse concurrentiepositie.
- Published
- 2008
30. Groeicurve lelie
- Subjects
PPO Bloembollen en Bomen ,growth ,lilium ,yields ,ornamental crops ,lelies ,opbrengsten ,relatie tussen groei en oogst ,lilies ,groei ,siergewassen ,Nursery Stock-Flower Bulbs ,growth factors ,growth yield relationship ,groeifactoren - Abstract
Gedurende enkele jaren werd de groei van lelies onderzocht en nagegaan op welk tijdstip de bolgroei stopt bij teelt onder optimale omstandigheden. Opvallend verschijnsel was dat er nog steeds bolgroei plaatsvond nadat het gewas al was afgestorven. Verder werden ook nog onderzocht: het verschil van het optimale rooitijdstip bij vroege en late bollenmakers en het effect van het eerder stoppen met vuurbestrijding.
- Published
- 2004
31. PPO en WU: knolsortering nog moeilijk te sturen
- Author
-
Bus, C.B., Struik, P.C., and Veerman, A.
- Subjects
aardappelen ,tubers ,wetenschappelijk onderzoek ,cultuurmethoden ,relatie tussen groei en oogst ,solanum tuberosum ,plantenontwikkeling ,uitlopen van knollen ,cultural methods ,growth yield relationship ,scientific research ,tuber sprouting ,potatoes ,plant development ,knollen - Abstract
Een voorspelling voor de aanleg, over het aantal knollen dat aan een aardappelplant zal komen, is onmogelijk. Dit concluderen Kees Bus, Paul Struik en Arjan Veerman van Praktijkonderzoek Plant en Omgeving en Wageningen Universiteit na een uitgebreide literatuurstudie. Vermeende stuurbare factoren als de stikstofhoeveelheid, de temperatuur, de lichthoeveelheid en de daglengte blijken onder normale omstandigheden de zetting maar weinig te beïnvloeden
- Published
- 2004
32. Groeicurve lelie
- Author
-
Kok, B.J. and van Aanholt, J.T.M.
- Subjects
PPO Bloembollen en Bomen ,growth ,lilium ,yields ,ornamental crops ,lelies ,opbrengsten ,relatie tussen groei en oogst ,lilies ,groei ,siergewassen ,Nursery Stock-Flower Bulbs ,growth factors ,growth yield relationship ,groeifactoren - Abstract
Gedurende enkele jaren werd de groei van lelies onderzocht en nagegaan op welk tijdstip de bolgroei stopt bij teelt onder optimale omstandigheden. Opvallend verschijnsel was dat er nog steeds bolgroei plaatsvond nadat het gewas al was afgestorven. Verder werden ook nog onderzocht: het verschil van het optimale rooitijdstip bij vroege en late bollenmakers en het effect van het eerder stoppen met vuurbestrijding.
- Published
- 2004
33. Hoge kilogramopbrengst gaat niet altijd samen met hoge kwaliteit : Van kilo's naar kwaliteit
- Author
-
Heuvelink, E., Kierkels, T., Heuvelink, E., and Kierkels, T.
- Abstract
Samengaan van hoge productie en een goede kwaliteit vergt drie stappen. Ten eerste moet de fotosynthese optimaal zijn. Ten tweede is een goede verdeling van de assimilaten naar nuttige delen van de plant belangrijk. De derde stap is per gewas anders. Soms is het nodig af te zien van de hoogste productie om een goede kwaliteit te krijgen. Bij tomaat geeft een hogere EC een betere smaal maar minder productie. Bij roos zou continue groeilicht veel meer opbrengst geven, maar bij de consument verwelkt de bloem dan zeer snel. Bij veel gewassen is enige stress niet verkeerd. Bloemisterijgewassen zijn dan sterker; groenten smaken soms beter. In Wageningen wordt getracht nieuwe groeimodellen te maken die tuinder en veredelaar bijstaan in het streven naar meer interne kwaliteit
- Published
- 2007
34. Vierjarig Phytophthora-onderzoek afgerond : wordt Phytophthora een beheersbare factor in de biologische aardappelteelt? : deel 2: resistente rassen
- Author
-
Colon, L.T., Visker, M.H.P.W., Budding, D.J., Keizer, P., and Thissen, J.
- Subjects
plant protection ,schimmelbestrijding ,disease resistance ,plantenziekteverwekkende schimmels ,resistentie van variëteiten ,gewasbescherming ,yields ,variety trials ,endophytes ,plant nutrition ,varietal resistance ,opbrengsten ,rassen (planten) ,relatie tussen groei en oogst ,nitrogen ,susceptibility ,resistance ,weerstand ,bacteriën ,ziekteresistentie ,organic farming ,rassenproeven ,cultivars ,growth period ,potatoes ,rasreacties ,gewasopbrengst ,plantenziektebestrijding ,bacteria ,phytophthora infestans ,aardappelen ,groeiperiode ,crop yield ,vatbaarheid ,endofyten ,gevoeligheid van variëteiten ,plant disease control ,solanum tuberosum ,biologische landbouw ,plant pathogenic fungi ,varieties ,stikstof ,growth yield relationship ,fungus control ,plantenvoeding ,varietal susceptibility ,varietal reactions - Abstract
Tweede artikel van een serie van drie over een vierjarig onderzoek van het Louis Bolk Instituut en Plant Research International naar Phytophthora infestans. In veldproeven werden een groot aantal Phytophthora-resistente rassen geteeld onder sterke infectiedruk en beoordeeld op opbrengst en kwaliteit, en de relatie tussen groeiduur en opbrengst. Ook werd gekeken naar de mogelijkheden om de resistentie te versterken door sturing van het stikstofaanbod en door toepassing van endofytische bacterieën die de schimmel kunnen remmen
- Published
- 2003
35. Ist eine Behangsregulierung bei Süsskirschen notwendig?
- Author
-
Widmer, A., Stadler, W., Schwan, S., Näphlin, B., Widmer, A., Stadler, W., Schwan, S., and Näphlin, B.
- Abstract
De vruchtuitdunning bij appels wordt al sinds vele jaren praktisch gericht op het voorkomen van beurtwisseling en bevordering van de vruchtkwaliteit. Ook bij hoogproductieve pruimensoorten wordt de vruchtregulering noodzakelijk geacht voor een goede vruchtkwaliteit, van binnen en buiten. De nieuwe kersensoorten neigen naar overhangende takken met te veel vruchten. De vraag of en eventueel hoe een vruchtregelering bij kersen zinvol is, mag zeker gesteld worden. In dit artikel worden de onderzoeksresultaten over verschillende dunningsmethoden besproken. Vaak is er een positief effect op de grootte van de vruchten, maar is er een verminderde totaalopbrengst
- Published
- 2006
36. Onderzoeker Leo Marcelis: '1% licht = 1% opbrengst, is overschat'
- Author
-
Arkesteijn, M. and Arkesteijn, M.
- Abstract
De oude lichtregel '1% extra licht geeft 1% productie' is te optimistisch. Leo Marcelis en andere onderzoekers hebben daarom een nieuwe tabel samengesteld met vuistregels voor verschillende gewassen. Dit zijn gemiddelden. In de zomer is het lichteffect over het algemeen minder dan in de winter. Optimalisering van CO2, en temperatuur werken productieverhogend. Dit is te zien in de Gesloten Kas waar deze omstandigheden optimaal zijn
- Published
- 2005
37. Regelmässigere Erträge dank Blattdüngung?
- Author
-
Widmer, A., Stadler, W., Krebs, C., Widmer, A., Stadler, W., and Krebs, C.
- Abstract
Regelmatige en hoge opbrengst met optimale binnenste en buitenste vruchtkwaliteit zijn beslissend voor een eonomisch succesvolle fruitproductie. De appel- en perenbomen neigen ieder naar soort meer of minder naar een afwisseling tussen goede en slechte fruitjaren. Kan de regelmaat van de oogst met bladbemesting verbeterd worden? Proeven zijn gedaan met ureum en borium. Met deze stoffen trad er geen positief op
- Published
- 2005
38. Enorm grote verschillen in groei snelheid bij Spathiphyllum: meer inzicht in samenhang diverse teeltfactoren
- Author
-
Holsteijn, A. van and Holsteijn, A. van
- Abstract
Uit de geregistreerde bedrijfsgegevens blijkt dat het durven telen met meer licht meer droge stof en dus meer groei geeft, mits de kleur niet terugloopt. Snel telen ( een hogere temperatuur) heeft zeker de voorkeur als dit maar niet ten koste gaat van de gewenste kwaliteit. Ook het aanhouden van een hogere CO2-concentratie loont mits deze niet schadelijk is (bij Spathyphyllum tot maximaal 700 ppm gemiddeld). Gezien de grote verschillen tussen de bedrijven en de teeltomstandigheden is een goed sturingsprogramma op bedrijfsniveau noodzakelijk
- Published
- 2005
39. Buwalda: ‘Met stuurmodel slimste weg naar teeltdoelen berekenen’ : teelt van gewassen op optimale wijze sturen
- Author
-
Arkesteijn, M. and Arkesteijn, M.
- Abstract
Onderzoekers ontwikkelen momenteel voor de paprikateelt een beslissingsondersteunend model dat prognoses geeft van vruchtzetting, oogst in stuks en kilo’s en het verloop van het energieverbruik. Eindstation van het ontwikkelingstraject moet zijn een dynamisch stuurmodel voor paprika èn andere gewassen, dat de slimste weg naar van tevoren bepaalde teeltdoelen voorrekent.
- Published
- 2005
40. Moddus in zaadteelt Engels raaigras gaf wisselvallig resultaat
- Author
-
Borm, G.E.L. and Kassiers, R.
- Subjects
toepassingsdatum ,growth ,growth retardants ,yields ,growth retardation ,plant nutrition ,seeds ,opbrengsten ,relatie tussen groei en oogst ,dosage ,nitrogen ,zaden ,groei ,growth regulators ,bemesting ,plant growth regulators ,gewasopbrengst ,groeiremmers ,legering ,groeiregulatoren ,application date ,application rates ,fertilizer application ,doseringseffecten ,dosering ,crop yield ,lolium perenne ,groeivertraging ,plantengroeiregulatoren ,groeivertragers ,grasses ,plantenontwikkeling ,seed production ,stikstof ,growth yield relationship ,growth inhibitors ,plant development ,plantenvoeding ,toedieningshoeveelheden ,zaadgewassen ,lodging ,zaadproductie ,dosage effects ,seed crops ,grassen - Abstract
In proeven van het PPO in 1999 en 2000 werden de effecten onderzocht van dosering en toepassingstijdstip van groeiregulator Moddus op de legering en de zaadopbrengst van verschillende rassen Engels raaigras. Ook het effect van een verhoogde stikstofbemesting werd in de proeven meegenomen
- Published
- 2001
41. Minder kilo's, minder grof : schade door doorwas nog onzeker
- Author
-
Meijering, L., Hekkert, G., Knuivers, M., Meijering, L., Hekkert, G., and Knuivers, M.
- Abstract
Een rondgang langs de belangrijkste aardappelteeltgebieden in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk. De situatie m.b.t. teelt, afrijping, opbrengstverwachtingen, sortering en kwaliteit. Gezien de droge omstandigheden valt de opbrengstdaling niet tegen; de telers zijn optimistisch wat betreft de prijsvorming. In alle belangrijke teeltgebieden blijven de opbrengsten achter, maar de verschillen zijn binnen de gebieden groter dan tussen de gebieden. In Frankrijk en Duitsland staan de aardappelen op goed vochthoudende gronden, waardoor droogte minder invloed heeft
- Published
- 2003
42. Westmaas informeert en activeert
- Author
-
Hanse, L., Delleman, J., Hanse, L., and Delleman, J.
- Abstract
Veel factoren beïnvloeden de knolzetting zoals de beschikbaarheid van vocht; meststoffen; potermaat en de methode van voorkiemen. Deze afzonderlijke factoren werden onderzocht op proefvelden, daarnaast ook een demoveld waarin alle apart onderzocht factoren zijn samengebracht, de zogenaamde Pootgoed Conceptteelt
- Published
- 2003
43. Vierjarig Phytophthora-onderzoek afgerond : wordt Phytophthora een beheersbare factor in de biologische aardappelteelt? : deel 2: resistente rassen
- Author
-
Colon, L., Visker, M., Budding, D., Keizer, P., Thissen, J., Colon, L., Visker, M., Budding, D., Keizer, P., and Thissen, J.
- Abstract
Tweede artikel van een serie van drie over een vierjarig onderzoek van het Louis Bolk Instituut en Plant Research International naar Phytophthora infestans. In veldproeven werden een groot aantal Phytophthora-resistente rassen geteeld onder sterke infectiedruk en beoordeeld op opbrengst en kwaliteit, en de relatie tussen groeiduur en opbrengst. Ook werd gekeken naar de mogelijkheden om de resistentie te versterken door sturing van het stikstofaanbod en door toepassing van endofytische bacterieën die de schimmel kunnen remmen
- Published
- 2003
44. Groeigrafieken van bomen ter bepaling van de opbrengstverandering door grondwaterstandswijzigingen
- Author
-
Vroon, H.R.J.
- Subjects
soil chemistry ,growth ,groundwater level ,yields ,bomen ,plant water relations ,soil water ,netherlands ,grondwaterspiegel ,opbrengsten ,relatie tussen groei en oogst ,nederland ,groei ,soil physics ,bodemchemie ,Wageningen Environmental Research ,bodemfysica ,forests ,grondwaterstand ,trees ,bodemwater ,drought injury ,growth yield relationship ,beschadigingen door droogte ,plant-water relaties ,bossen ,water table - Abstract
Alterra heeft een landelijk toepasbare reeks van groeigrafieken van bomen samengesteld, waarmee opbrengstveranderingen van bomen door een wijziging in de grondwaterstand kunnen worden bepaald. In de houtbijgroeigrafieken wordt de gemiddelde jaarlijksemaximale bijgroei gedurende de gehele omlooptijd van een bepaalde boomsoort per gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand afhankelijk gesteld van voedingstoestand, zuurgraad, vochtleverend vermogen en ontwateringstoestand. In totaal zijn er 9200 ASCII-tabellengegenereerd, waarmee het mogelijk is om bijvoorbeeld met behulp van het spreadsheetprogramma EXCEL op een eenvoudige wijze groeigrafieken te vervaardigen. Met behulp van deze reeks kunnen nu groeiveranderingen door een verandering in de grondwaterstand op gestandaardiseerde wijze worden gekwantificeerd.
- Published
- 2000
45. Groeigrafieken van bomen ter bepaling van de opbrengstverandering door grondwaterstandswijzigingen
- Subjects
soil chemistry ,growth ,groundwater level ,yields ,bomen ,plant water relations ,soil water ,netherlands ,grondwaterspiegel ,opbrengsten ,relatie tussen groei en oogst ,nederland ,groei ,soil physics ,bodemchemie ,Wageningen Environmental Research ,bodemfysica ,forests ,grondwaterstand ,trees ,bodemwater ,drought injury ,growth yield relationship ,beschadigingen door droogte ,plant-water relaties ,bossen ,water table - Abstract
Alterra heeft een landelijk toepasbare reeks van groeigrafieken van bomen samengesteld, waarmee opbrengstveranderingen van bomen door een wijziging in de grondwaterstand kunnen worden bepaald. In de houtbijgroeigrafieken wordt de gemiddelde jaarlijksemaximale bijgroei gedurende de gehele omlooptijd van een bepaalde boomsoort per gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand afhankelijk gesteld van voedingstoestand, zuurgraad, vochtleverend vermogen en ontwateringstoestand. In totaal zijn er 9200 ASCII-tabellengegenereerd, waarmee het mogelijk is om bijvoorbeeld met behulp van het spreadsheetprogramma EXCEL op een eenvoudige wijze groeigrafieken te vervaardigen. Met behulp van deze reeks kunnen nu groeiveranderingen door een verandering in de grondwaterstand op gestandaardiseerde wijze worden gekwantificeerd.
- Published
- 2000
46. Onderstammenproef Elstar 044 94020
- Subjects
Sector Fruit ,production growth ,appels ,vruchtbomen ,Applied Plant Research ,relatie tussen groei en oogst ,rootstocks ,productiegroei ,fruit trees ,growth yield relationship ,cultivars ,Praktijkonderzoek Plant & Omgeving ,Fruit Research Unit ,onderstammen ,apples - Published
- 2000
47. Onderstammenproef Elstar 044 94020
- Author
-
Wertheim, S.J.
- Subjects
Applied Plant Research, Fruit Research Unit ,production growth ,appels ,vruchtbomen ,relatie tussen groei en oogst ,rootstocks ,productiegroei ,Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Sector Fruit ,fruit trees ,growth yield relationship ,cultivars ,onderstammen ,apples - Published
- 2000
48. Vruchtzetting paprika spel van vraag en aanbod
- Subjects
Leerstoelgroep Tuinbouwproductieketens ,groeimodellen ,relatie tussen groei en oogst ,PRI Agrosysteemkunde ,plantenfysiologie ,growth models ,cultural methods ,gewasopbrengst ,Horticultural Supply Chains ,assimilation ,hormones ,plant physiology ,seed set ,assimilatie ,hormonen ,crop yield ,fructification ,cultuurmethoden ,PE&RC ,zaadzetting ,cultivation ,teelt ,vruchtzetting ,growth yield relationship ,Agrosystems ,capsicum - Abstract
Voor een goede productie bij paprika is niet het aantal bloemen, maar het aantal gezette vruchten de beperkende factor. De zetting wordt vooral bepaald door de beschikbaarheid van assimilaten. Die beschikbaarheid wordt bepaald door de aanmaak van deze suikers en de vraag ernaar van al gezette vruchten. De effecten van vraag en aanbod van assimilaten werden door Plant Research International en Wageningen Universiteit opgenomen in een groeimodel, dat op basis van klimaatgegevens en enkele teeltgegevens de groei en productie berekent. Met behulp van dit groeimodel bleek de zetting van te voren redelijk te voorspellen
- Published
- 2005
49. Nog meer keus bij groene paprika
- Subjects
vastheid ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,variety trials ,crop yield ,rassen (planten) ,relatie tussen groei en oogst ,Wageningen UR Glastuinbouw ,scheurende vruchten ,firmness ,use value ,varieties ,gebruikswaarde ,growth yield relationship ,rassenproeven ,capsicum ,gewasopbrengst ,fruit cracking - Abstract
Voor het rassenonderzoek paprika - groen te oogsten - werden vijf nieuwe rassen ingezonden. Corsica werd voor het zesde opeenvolgende jaar als vergelijkingsras aan de serie toegevoegd
- Published
- 2005
50. Vierjarig Phytophthora-onderzoek afgerond : wordt Phytophthora een beheersbare factor in de biologische aardappelteelt? : deel 2: resistente rassen
- Subjects
plant protection ,varietal resistance ,opbrengsten ,rassen (planten) ,nitrogen ,susceptibility ,weerstand ,bacteriën ,PRI Biodiversiteit en Veredeling ,rasreacties ,gewasopbrengst ,bacteria ,phytophthora infestans ,groeiperiode ,vatbaarheid ,biologische landbouw ,varieties ,stikstof ,growth yield relationship ,plantenvoeding ,schimmelbestrijding ,disease resistance ,plantenziekteverwekkende schimmels ,resistentie van variëteiten ,gewasbescherming ,yields ,variety trials ,endophytes ,plant nutrition ,Animal Breeding and Genomics ,relatie tussen groei en oogst ,resistance ,ziekteresistentie ,organic farming ,rassenproeven ,cultivars ,growth period ,potatoes ,Fokkerij en Genomica ,plantenziektebestrijding ,aardappelen ,crop yield ,endofyten ,gevoeligheid van variëteiten ,PRI Biodiversity and Breeding ,plant disease control ,solanum tuberosum ,plant pathogenic fungi ,WIAS ,fungus control ,varietal susceptibility ,varietal reactions - Abstract
Tweede artikel van een serie van drie over een vierjarig onderzoek van het Louis Bolk Instituut en Plant Research International naar Phytophthora infestans. In veldproeven werden een groot aantal Phytophthora-resistente rassen geteeld onder sterke infectiedruk en beoordeeld op opbrengst en kwaliteit, en de relatie tussen groeiduur en opbrengst. Ook werd gekeken naar de mogelijkheden om de resistentie te versterken door sturing van het stikstofaanbod en door toepassing van endofytische bacterieën die de schimmel kunnen remmen
- Published
- 2003
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.