858 results on '"grondwaterverontreiniging"'
Search Results
2. Thermische in-situ sanering van grond en grondwater : Een overzicht van technieken en mogelijkheden
- Author
-
Brand, M.L.J. van den and Brand, M.L.J. van den
- Abstract
In-situ thermische grond- en grondwatersanering is niets nieuws; al sinds eind jaren ’90 worden verontreinigde locaties op deze wijze gesaneerd, vooral in de Verenigde Staten. In Europa lijkt de aandacht voor de techniek pas sinds enkele jaren goed ‘op stoom’ te komen. In Nederland – oorspronkelijk koploper en saneringsland bij uitstek – lijkt er nog veel onbekendheid te zijn over de techniek en de mogelijkheden.
- Published
- 2020
3. Ons grondwater vergrijst! : Stilletjes verliest het Nederlandse grondwater zijn schoonheid
- Author
-
Hoekstra, N., Marsman, A., Havermans, W., Stuut, R.-J., Passier, H.F., Hoekstra, N., Marsman, A., Havermans, W., Stuut, R.-J., and Passier, H.F.
- Abstract
De serieuze historische bodemverontreinigingen zijn opgeruimd of opgesloten. Het veroorzaken van nieuwe verontreinigingen is bij wet verboden. Het gebruik van schadelijke stoffen is aan strenge regels onderhevig. Het idee lijkt daarom post te vatten dat de bodem, op enkele probleempjes na, wel bijna gered is. Maar dan steken we de kop in het zand.
- Published
- 2019
4. Aan de slag met opkomende stoffen in de bodem : De prioritering en beoordeling van niet-genormeerde stoffen
- Author
-
Wintersen, A., Otte, P., Traas, T., Wintersen, A., Otte, P., and Traas, T.
- Abstract
Gezien het grote aantal geproduceerde chemische stoffen is het niet verwonderlijk dat er regelmatig niet-genormeerde stoffen in het bodem- en watersysteem worden aangetroffen. De aanwezigheid van deze stoffen leidt tot vragen over de risico’s voor mens en milieu en soms tot knelpunten voor het hergebruik van grond bagger. Maar is het kunnen van aantonen van een stof een goed uitgangspunt om te bepalen of werkzaamheden doorgang kunnen vinden? In dit artikel schetsen we een werkwijze die gevolgd kan worden bij het prioriteren en beoordelen van opkomende stoffen.
- Published
- 2019
5. Grondwaterverontreinigingen in de Omgevingswet: Hoe dan?! : Versnippering van verantwoordelijkheden kan langlopende saneringen schaden
- Author
-
Thomas, J., Cornelisse, R., Thomas, J., and Cornelisse, R.
- Abstract
We gaan afscheid nemen van de Wet Bodembescherming en op 1-1-2021 gaat de Omgevingswet in. De grondwaterverontreinigingen die zijn beschikt als ernstig en spoedeisend onder de Wbb (en overige nazorglocaties!), vallen dan onder het overgangsrecht. De meeste strategische grondwatertaken liggen straks bij de provincie, en de taken ten aanzien van de grond bij de gemeentes. Voor een goede bescherming van de kwaliteit van het grondwater is verduidelijking nodig over de verplichte afstemming tussen overheden.
- Published
- 2019
6. Gebiedsgericht grondwaterbeheer Woerden : Lessons learned in de samenwerking van waterpartners
- Author
-
Rood, P. and Rood, P.
- Abstract
In de gemeente Woerden spelen diverse ontwikkelingen en opgaven met betrekking tot het grondwater. Sommige specifiek voor Woerden, andere meer algemeen. Hierbij zijn diverse partijen betrokken. Dit was aanleiding om te kiezen voor gebiedsgericht grondwaterbeheer.
- Published
- 2018
7. Fluxmetingen als ontbrekend puzzelstuk : de dynamiek in onze bodem wordt nog te vaak onderschat
- Author
-
Op 't Eyndt, T., Verreydt, G., Op 't Eyndt, T., and Verreydt, G.
- Abstract
In de zoektocht naar alternatieve technieken ontdekte Goedele Verreydt tijdens haar doctoraat de potentiële meerwaarde van fluxmetingen tijdens bodemonderzoek. Deze geven niet alleen een beeld over welke verontreiniging er in de ondergrond zit, maar bovenal hoe ze zich - met welke snelheid - naar welke richtingen verplaatsen. Dit inspireerde haar tot de doorontwikkeling van een unieke passieve flux sampling technologie, die vorig jaar werd gelanceerd via de spin-off iFLUX.
- Published
- 2018
8. Afbraak van brandstof componenten : bodem en ondergrond
- Author
-
Waals, M. van der and Waals, M. van der
- Abstract
Bodem- en grondwaterverontreiniging worden vaak veroorzaakt door industrie of landbouw. Incidentele lekkage, lekkende opslagtanks of afvalverwijdering hebben in de loop der tijd onze omgeving verontreinigd met anorganische en organische verbindingen. Voorbeelden van organische verontreinigingen zijn aromatische en alifatische koolwaterstoffen. Deze chemicaliën zijn schadelijk voor de gezondheid van planten, dieren en mensen. Het aantal locaties met onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid van de mens bedroeg in 2017 nog 310 (UP 2017). Uiterlijk 2020 zullen vrijwel alle locaties in uitvoering of afgerond zijn volgens de planning van de overheden.
- Published
- 2018
9. Comparing mixed-media and conventional slow-sand filters for arsenic removal from groundwater
- Author
-
Karolina M. Śmiech, Aize Tolsma, Tímea Kovács, Kamuran Yasadi, Luewton L. F. Agostinho, Vlade Dalbosco, and Leo Groendijk
- Subjects
lcsh:Hydraulic engineering ,Continuous operation ,0208 environmental biotechnology ,Geography, Planning and Development ,chemistry.chemical_element ,02 engineering and technology ,010501 environmental sciences ,Aquatic Science ,01 natural sciences ,Biochemistry ,Iron-coated sand ,Slow sand filter ,Arsenic ,lcsh:Water supply for domestic and industrial purposes ,lcsh:TC1-978 ,Effluent ,Groundwater ,0105 earth and related environmental sciences ,Water Science and Technology ,lcsh:TD201-500 ,arsenic ,groundwater ,slow sand filer ,corrosive iron matter ,iron-coated sand ,Grondwaterzuivering ,Arsenicum ,Pulp and paper industry ,020801 environmental engineering ,Filter (aquarium) ,Arsenic contamination of groundwater ,chemistry ,Slow sand filer ,Environmental science ,Corrosive iron matter ,Grondwaterverontreiniging ,Saturation (chemistry) ,Physical Chemistry and Soft Matter - Abstract
Arsenic contamination of groundwater is a major public health concern worldwide. The problem has been reported mainly in southern Asia and, especially, in Bangladesh. Slow-sand filters (SSF) augmented with iron were proven to be a simple, low-cost and decentralized technique for the treatment of arsenic-contaminated sources. In this research, three pilot-scale SSF (flowrate 6 L·h−1) were tested regarding their capability of removing arsenic from groundwater in conditions similar to those found in countries like Bangladesh (70 µg As(III) L−1, 26 °C). From the three, two filters were prepared with mixed media, i.e., sand mixed with corrosive iron matter (CIM filter) and iron-coated sand (ICS filter), and a third conventional SSF was used as a reference. The results obtained showed that the CIM filter could remove arsenic below the World Health Organization (WHO) guideline concentration of 10 µg·L−1, even for inlet concentrations above 150 µg·L−1. After 230 days of continuous operation the arsenic concentration in the effluent started increasing, indicating depletion or saturation of the CIM layer. The effluent arsenic concentration, however, never exceeded the Bangladeshi standard of 50 µg·L−1 throughout the whole duration of the experiments.
- Published
- 2018
10. Waarde van de Biowasmachine : businessmodel sluitend voor grondwateraanpak, planontwikkelingen en duurzame energie
- Author
-
Herms, M., Linckens, M., Vries, A.J. de, Herms, M., Linckens, M., and Vries, A.J. de
- Abstract
De gemeente Utrecht is als voorloper al vele jaren bezig met de gebiedsgerichte aanpak van grondwaterverontreinigingen. Met de Biowasmachine is een landelijke trend in gang gezet. In Utrecht is deze aanpak in 2015 opgeschaald tot een gebiedsplan voor de gehele gemeente met een sluitend businessmodel. Onduidelijk is wat de gevolgen van de Omgevingswet zullen zijn voor de waardekant van dit businessmodel. Gaat de waarde van het wasprogramma langzaam richting nul of blijft samen met diverse stakeholders voldoende waardepropositie overeind voor de resterende ´was´ in de Utrechtse ondergrond?
- Published
- 2017
11. Oppervlaktewater een bedreigd object? : de waterbodem beheerst het verontreinigde grondwater
- Author
-
Wagelmans, M., Roosma, A., Euverink, S., Wagelmans, M., Roosma, A., and Euverink, S.
- Abstract
Door activiteiten in het verleden is in veel Nederlandse steden het grondwater verontreinigd geraakt. De verontreinigingspluimen kunnen terecht komen in het oppervlaktewater. Oppervlaktewater wordt gezien als een kwetsbaar object. Maar wat als door biologische processen in de waterbodem de verontreiniging wordt afgebroken voordat deze het oppervlaktewater bereikt? Dan kan de waterbodem juist actief ingezet worden voor het beheersen van verontreinigd grondwater.
- Published
- 2017
12. Reken- en informatiesystem ter onderbouwing van het IMP Milieubeheer ; een inventarisatie en aanzetten voor een ontwikkelingsrichting
- Subjects
bodemverontreiniging ,luchtverontreiniging ,stralingsbelasting ,mh ,grondwaterverontreiniging ,vgz? ,blootstellingsroutes ,kringlopen ,waterverontreiniging ,humane effecten - Abstract
Beschikbare reken- en informatiesystemen op het gebied van natuur- en landschap, humane effecten, blootstellingsroutes en kringlopen, waterverontreiniging, bodem- en grondwaterverontreiniging, luchtverontreiniging, stralingsbelasting, geluidsbelasting, afvalstoffen en continue emissies en calamiteuze emissies zijn geinventariseerd. Het rapport beoogt niet meer dan een overzicht te geven van binnen en buiten het RIVM beschikbare of in ontwikkeling zijnde systemen. De verkregen resultaten dienen mede als basis voor een thans bij het RIVM in uitvoering zijnde definitiestudie over integrale milieumodellering.
- Published
- 2017
13. Permeatie van contaminanten vanuit grondwater door polyethyleen-drinkwaterleidingen : Methodiek voor de beoordeling van risico's voor de drinkwaterkwaliteit
- Subjects
sanering ,permeation risks ,bodemverontreiniging ,grondwaterverontreiniging ,remediation ,RIVM rapport 2016-0107 ,groundwater contamination ,permeatierisico's ,drinkwaterkwaliteit ,water quality ,soil contamination - Abstract
alleen digitaal verschenen
- Published
- 2017
14. Permeatie van contaminanten vanuit grondwater door polyethyleen-drinkwaterleidingen : Methodiek voor de beoordeling van risico's voor de drinkwaterkwaliteit
- Author
-
Otte PF, van der Schans ML, Meerkerk MA, Swartjes FA, DDB, and M&V
- Subjects
sanering ,permeation risks ,bodemverontreiniging ,grondwaterverontreiniging ,remediation ,RIVM rapport 2016-0107 ,groundwater contamination ,permeatierisico's ,drinkwaterkwaliteit ,water quality ,soil contamination - Abstract
alleen digitaal verschenen
- Published
- 2017
15. Permeatie van contaminanten vanuit grondwater door polyethyleen-drinkwaterleidingen : Methodiek voor de beoordeling van risico's voor de drinkwaterkwaliteit
- Author
-
DDB, M&V, Otte PF, van der Schans ML, Meerkerk MA, Swartjes FA, DDB, M&V, Otte PF, van der Schans ML, Meerkerk MA, and Swartjes FA
- Abstract
RIVM rapport:Het is mogelijk dat organische verontreinigingen in grondwater via kunststof (polyethyleen) drinkwaterleidingen de kwaliteit van het drinkwater aantasten. De verontreinigingen kunnen door de buiswand dringen en zo in het drinkwater terechtkomen (permeatie). Het RIVM heeft met het KWR Watercycle Research Institute een stappenplan ontwikkeld om de risico's voor de drinkwaterkwaliteit hiervan te beoordelen. Hiermee kunnen de risico's tijdig worden onderkend en wordt onnodig onderzoek zo veel mogelijk vermeden. Kunststof drinkwaterleidingen worden vooral gebruikt voor de aansluiting van woningen op de hoofdwaterleiding. Het stappenplan is een combinatie van toetsing aan grondwaterconcentraties, aandacht voor klachten van gebruikers, de modellering van permeatie en, in geval van twijfel, metingen. Voorgesteld wordt dat het stappenplan en het model voor de berekening van permeatie de huidige werkwijze van het bevoegd gezag voor bodemsanering en de drinkwaterbedrijven vervangt. Bovendien wordt voorgesteld om voor de beoordeling van de risico's van grondwaterverontreiniging de beoordelingsmethodiek aan te passen aan de nieuwe inzichten. Voor deze methodiek zijn onder meer praktijkdata afkomstig van risicovolle situaties geanalyseerd. Tevens is een model ontwikkeld om de hoeveelheid aan verontreiniging die in het drinkwater terecht kan komen te voorspellen. De modelontwikkeling is beschreven in een separaat rapport., It is possible that organic contaminants in groundwater penetrate through plastic (polyethylene) drinking water pipes which harms the drinking water quality. RIVM and the KWR Water Cycle Research Institute have developed a step-by-step plan to assess the risks of permeation. With the step-by-step plan, risks for drinking water quality can be identified early while unnecessary measurements are minimized. Polyethylene drinking water pipes are mainly used for connecting homes to the main water supply. The step-by-step plan is a combination of testing groundwater concentrations, attention to user complaints, the modeling of permeation and, in case of doubt, measurements of drinking water. It is proposed that the new method will replace the current practice of both the water companies and the competent authority for soil remediation. For this method, field data from suspected locations were analyzed. In addition, a model was developed to predict the amount of pollution that can end up in the drinking water. The model development has been described in a separate report.
- Published
- 2016
16. Handen ineen voor schoon water resulteert in win-win
- Author
-
Lienen, F. van, Schuerhoff, M., Lienen, F. van, and Schuerhoff, M.
- Abstract
Een gezonder ecosysteem heeft een positief effect op de grondwaterkwaliteit. Voor drinkwaterbedrijf Brabant Water reden om te streven naar een gezond bodem- en watersysteem. Uit het praktijkproject Schoon Water blijkt dat er verschillende mogelijkheden zijn om economie en natuurlijk kapitaal te laten samen gaan. Maar dat gaat niet vanzelf.
- Published
- 2016
17. Wat zit er precies in het grondwater van Utrecht?
- Author
-
Vissers, M., Gelderen, J. van, Vissers, M., and Gelderen, J. van
- Abstract
In 2015 heeft de provincie Utrecht voor het eerst gezocht naar nieuwe stoffen en geneesmiddelen in het Utrechtse grondwater. Het onderzoek moest een beeld geven van verspreidingsrisico’s in grondwater. Er is daarom behalve in het reguliere meetnet ook gemeten in de steden Utrecht en Amersfoort, op risicolocaties van de drinkwaterbedrijven en nabij rioolwaterzuiveringen, overal op tien meter diepte. Veel geneesmiddelen en nieuwe stoffen worden vaak aangetroffen, soms in hoge concentraties. In de komende jaren zullen de provincies samen met de waterschappen en drinkwaterbedrijven werken aan een landelijk beeld van geneesmiddelen en nieuwe stoffen in grondwater, inclusief de herkomst (lokale bronnen, oppervlaktewater, effluent van rioolwaterzuiveringen).
- Published
- 2016
18. Nieuw inzicht in geneesmiddelen en nieuwe stoffen in het grondwater van de provincie Utrecht
- Author
-
Vissers, M., Gelderen, J. van, Vissers, M., and Gelderen, J. van
- Abstract
In 2015 heeft de provincie Utrecht voor het eerst gezocht naar nieuwe stoffen en geneesmiddelen in het Utrechtse grondwater. Het onderzoek moest een beeld geven van verspreidingsrisico’s in grondwater. Er is daarom behalve in het reguliere meetnet ook gemeten in de steden Utrecht en Amersfoort, op risicolocaties van de drinkwaterbedrijven en nabij rioolwaterzuiveringen. Veel geneesmiddelen en nieuwe stoffen worden vaak aangetroffen, soms in hoge concentraties. In de komende jaren zullen de provincies samen met de waterschappen en drinkwaterbedrijven werken aan een landelijk overzicht van de situatie voor geneesmiddelen en nieuwe stoffen in grondwater, inclusief de herkomst (lokale bronnen, oppervlaktewater, RWZI-effluent).
- Published
- 2016
19. Modelling and monitoring of Aquifer Thermal Energy Storage : impacts of soil heterogeneity, thermal interference and bioremediation
- Author
-
Sommer, W.T., Wageningen University, Huub Rijnaarts, Tim Grotenhuis, and J. Valstar
- Subjects
economic impact ,groundwater pollution ,WIMEK ,milieueffect ,energy recovery ,grondwaterverontreiniging ,opslag ,soil remediation ,watervoerende lagen ,aquifers ,environmental impact ,thermische energie ,storage ,thermal energy ,energieterugwinning ,economische impact ,bodemsanering ,Environmental Technology ,Milieutechnologie - Abstract
Modelling and monitoring of Aquifer Thermal Energy Storage Impacts of heterogeneity, thermal interference and bioremediation Wijbrand Sommer PhD thesis, Wageningen University, Wageningen, NL (2015) ISBN 978-94-6257-294-2 Abstract Aquifer thermal energy storage (ATES) is applied world-wide to provide heating and cooling to buildings. Application of ATES, instead of traditional heating and cooling installations, reduces primary energy consumption and related CO2 emissions. Intensified use of the subsurface for thermal applications requires more accurate methods to measure and predict the development of thermal plumes in the subsurface related to thermal interference between systems and address issues concerning subsurface urban planning and wide spread presence of contaminants in urban groundwater systems. In this thesis, subsurface heat transport in ATES and the associated influence on storage performance for thermal energy was assessed. Detailed monitoring of subsurface temperature development around the wells of an existing system was achieved by a unique application of Distributed Temperature Sensing (DTS) using glass fibre optical cables. The measurements reveal unequal distribution of flow rate over different parts of the well screen and preferential flow due to aquifer heterogeneity. Heat transport modelling shows that heterogeneity causes preferential flow paths that can affect thermal interference between systems, mainly depending on well-to-well distance and hydrogeological conditions. At present, design rules are applied in such way that all negative interference is avoided. However, this limits the number of ATES systems that can be realized in a specific area, especially as these systems generally use only 60% of their permitted capacity. To optimize the use of available aquifer volume, the amount of thermal interference that is acceptable from an economical and environmental perspective was studied for different zonation patterns and well-to-well distances. Selecting the hydrogeological conditions of Amsterdam, the Netherlands, as a case study, this method shows that it is cost-effective to allow a limited amount of thermal interference, such that 30–40% more energy can be provided than compared to the case in which all negative thermal interference is avoided. Because many urbanized areas deal with contaminated soil and groundwater, ambitions to increase the number of ATES systems are confronted with the presence of groundwater contaminants. This is of concern, because groundwater movement induced by the ATES system can result in increased mobility and spreading of these contaminants. However, the combination between ATES and soil and groundwater remediation could be a promising integrated technique, both for improving groundwater quality and development of ATES. Opportunities to use ATES as a continuous biostimulation tool for enhanced reductive dechlorination (ERD) have been explored with a reactive transport model.
- Published
- 2015
20. Ontwikkeling emissietoetswaarden voor het beoordelen van duurzaam stortbeheer op pilotstortplaatsen : fase 2: Voorstellen voor emissietoetswaarden (Nederlandstalige verkorte versie van RIVM-rapport 607710002)
- Author
-
Brand, E., de Nijs, T., Claessens, J., Dijkstra, J., Comans, R.N.J., and Lieste, R.
- Subjects
diffusion models ,groundwater pollution ,water pollution ,Bodemscheikunde en Chemische Bodemkwaliteit ,grondwaterverontreiniging ,modelleren ,risk assessment ,modeling ,waste disposal sites ,waterkwaliteit ,water quality ,risicoschatting ,emissie ,afvalstortplaatsen ,emission ,groundwater ,grondwater ,waterverontreiniging ,dumping ,diffusiemodellen ,Soil Chemistry and Chemical Soil Quality - Abstract
Sinds de jaren negentig wordt internationaal onderzoek verricht naar ‘duurzaam stortbeheer’. Het idee hierachter is dat de bron, de stortplaats zelf, schoner wordt, zodat er minder verontreinigingen uit de stortplaatsen kunnen weglekken. Op deze manier worden de bodem en het nabijgelegen grondwater beschermd. Tot nu toe zijn er nog geen technieken beschikbaar waarvan het effect op grote schaal bewezen is. In dat verband heeft het RIVM, in samenwerking met het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), onderzoek gedaan voor drie vuilstortlocaties in Nederland. Voor deze locaties zijn ‘emissietoetswaarden’ afgeleid, waarmee kan worden vastgesteld hoeveel schadelijke stoffen er maximaal in het water afkomstig van de stortplaats mag zitten.
- Published
- 2015
21. Modelling and monitoring of Aquifer Thermal Energy Storage : impacts of soil heterogeneity, thermal interference and bioremediation
- Subjects
economic impact ,groundwater pollution ,WIMEK ,milieueffect ,energy recovery ,grondwaterverontreiniging ,opslag ,soil remediation ,watervoerende lagen ,aquifers ,environmental impact ,thermische energie ,storage ,thermal energy ,energieterugwinning ,economische impact ,bodemsanering ,Environmental Technology ,Milieutechnologie - Abstract
Modelling and monitoring of Aquifer Thermal Energy Storage Impacts of heterogeneity, thermal interference and bioremediation Wijbrand Sommer PhD thesis, Wageningen University, Wageningen, NL (2015) ISBN 978-94-6257-294-2 Abstract Aquifer thermal energy storage (ATES) is applied world-wide to provide heating and cooling to buildings. Application of ATES, instead of traditional heating and cooling installations, reduces primary energy consumption and related CO2 emissions. Intensified use of the subsurface for thermal applications requires more accurate methods to measure and predict the development of thermal plumes in the subsurface related to thermal interference between systems and address issues concerning subsurface urban planning and wide spread presence of contaminants in urban groundwater systems. In this thesis, subsurface heat transport in ATES and the associated influence on storage performance for thermal energy was assessed. Detailed monitoring of subsurface temperature development around the wells of an existing system was achieved by a unique application of Distributed Temperature Sensing (DTS) using glass fibre optical cables. The measurements reveal unequal distribution of flow rate over different parts of the well screen and preferential flow due to aquifer heterogeneity. Heat transport modelling shows that heterogeneity causes preferential flow paths that can affect thermal interference between systems, mainly depending on well-to-well distance and hydrogeological conditions. At present, design rules are applied in such way that all negative interference is avoided. However, this limits the number of ATES systems that can be realized in a specific area, especially as these systems generally use only 60% of their permitted capacity. To optimize the use of available aquifer volume, the amount of thermal interference that is acceptable from an economical and environmental perspective was studied for different zonation patterns and well-to-well distances. Selecting the hydrogeological conditions of Amsterdam, the Netherlands, as a case study, this method shows that it is cost-effective to allow a limited amount of thermal interference, such that 30–40% more energy can be provided than compared to the case in which all negative thermal interference is avoided. Because many urbanized areas deal with contaminated soil and groundwater, ambitions to increase the number of ATES systems are confronted with the presence of groundwater contaminants. This is of concern, because groundwater movement induced by the ATES system can result in increased mobility and spreading of these contaminants. However, the combination between ATES and soil and groundwater remediation could be a promising integrated technique, both for improving groundwater quality and development of ATES. Opportunities to use ATES as a continuous biostimulation tool for enhanced reductive dechlorination (ERD) have been explored with a reactive transport model.
- Published
- 2015
22. Ontwikkeling emissietoetswaarden voor het beoordelen van duurzaam stortbeheer op pilotstortplaatsen : fase 2: Voorstellen voor emissietoetswaarden (Nederlandstalige verkorte versie van RIVM-rapport 607710002)
- Subjects
diffusion models ,groundwater pollution ,water pollution ,Bodemscheikunde en Chemische Bodemkwaliteit ,grondwaterverontreiniging ,modelleren ,risk assessment ,modeling ,waste disposal sites ,waterkwaliteit ,water quality ,risicoschatting ,emissie ,afvalstortplaatsen ,emission ,groundwater ,grondwater ,waterverontreiniging ,dumping ,diffusiemodellen ,Soil Chemistry and Chemical Soil Quality - Abstract
Sinds de jaren negentig wordt internationaal onderzoek verricht naar ‘duurzaam stortbeheer’. Het idee hierachter is dat de bron, de stortplaats zelf, schoner wordt, zodat er minder verontreinigingen uit de stortplaatsen kunnen weglekken. Op deze manier worden de bodem en het nabijgelegen grondwater beschermd. Tot nu toe zijn er nog geen technieken beschikbaar waarvan het effect op grote schaal bewezen is. In dat verband heeft het RIVM, in samenwerking met het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), onderzoek gedaan voor drie vuilstortlocaties in Nederland. Voor deze locaties zijn ‘emissietoetswaarden’ afgeleid, waarmee kan worden vastgesteld hoeveel schadelijke stoffen er maximaal in het water afkomstig van de stortplaats mag zitten.
- Published
- 2015
23. Simulation of pesticide leaching in a cracking clay soil with the PEARL model
- Subjects
water ,grondwaterverontreiniging ,translocation ,models ,herbicide ,bodemwaterbeweging ,bentazon ,pesticiden ,clay soils ,uitspoelen ,Alterra - Centre for Water and Climate ,bentazone ,sandy soil ,Wageningen Environmental Research ,modellen ,validation ,groundwater pollution ,soil water movement ,persistence ,pesticides ,zware kleigronden ,imidacloprid ,field ,leaching ,solute transport ,spatial variability ,Alterra - Centrum Water en Klimaat - Abstract
Testing of pesticide leaching models is important to increase confidence in their use in pesticide registration procedures world-wide. The chromatographic PEARL model was tested against the results of a field leaching study on a cracking clay soil with a tracer (bromide), a mobile pesticide (bentazone) and a moderately sorbing, persistent pesticide (imidacloprid). Input parameters for water flow and solute transport were obtained from site-specific measurements and from literature. The model was tested using a stepwise approach in which each sub-model was sequentially and separately tested. Uncalibrated simulations for the water flow resulted in moisture profiles that were too wet. Calibration of the hydraulic relationships resulted in a good description of the moisture profiles. Calibration of the dispersion length was necessary to obtain a good description of bromide leaching. The calibrated dispersion length was 61 cm, which is very long and indicates a large non-uniformity of solute transport. The half-life of bentazone had to be calibrated to obtain a good description of its field persistence. The calibrated half-life was 2.5 times shorter than the half-life derived from the laboratory studies. Concentrations of bentazone in drain water and groundwater were described reasonably well by PEARL. Although measured and simulated persistence of imidacloprid in soil corresponded well, the bulk of the imidacloprid movement was overestimated by PEARL. However, imidacloprid concentrations in drain water were underestimated. In spite of the extensive calibration of water flow and tracer movement, the behaviour of the moderately sorbing pesticide imidacloprid could not be simulated. This indicates that the convection-dispersion equation cannot be used for accurate simulation of pesticide transport in cracking clay soils (even if extremely long dispersion length is used). Comparison of the model results from a poorly sorbed chemical (bentazone) and a moderately sorbed chemical (imidacloprid) were useful in defining the limitations of using a chromatographic flow model to simulate the effects of preferential flow.
- Published
- 2005
24. Nutrient emission models in environmental policy evaluation at different scales—experience from the Netherlands
- Author
-
Oene Oenema, Reimund P. Rötter, and Joost Wolf
- Subjects
grondwaterverontreiniging ,netherlands ,n-movements ,nitrogen ,surface waters ,oppervlaktewater ,Nutrient ,Environmental protection ,environmental policy ,groundwater ,uitspoelen ,agricultural policy ,manures ,Wageningen Environmental Research ,Water pollution ,agriculture ,water pollution ,Ecology ,Environmental resource management ,surface water ,Soil Biology ,PE&RC ,losses ,Plant Production Systems ,milieubeleid ,stikstof ,mest ,nederland ,models ,landbouwbeleid ,nitrate ,nutrients ,Groundwater pollution ,land-use ,Agricultural policy ,Alterra - Centrum Bodem ,Bodembiologie ,modellen ,catchment scale ,groundwater pollution ,Land use ,business.industry ,Soil Science Centre ,decision-making ,voedingsstoffen ,leaching ,landbouw ,Agriculture ,Plantaardige Productiesystemen ,waterverontreiniging ,Environmental science ,Animal Science and Zoology ,business ,Agronomy and Crop Science ,Surface water ,Groundwater - Abstract
A nutrient emission modelling system, called STONE, has been developed for the Netherlands. The approach of STONE and its use in evaluating environmental policies in the Netherlands are discussed. This specific approach is then compared with that of other nutrient emission modelling systems. Emphasis is put on both the scientific–technical aspects and on the applications in quantifying environmental effects of policy interventions at different scales. Results from STONE show, for example, the areas in the Netherlands where maximally acceptable nitrate concentrations in groundwater may be exceeded in the future, the effectiveness of implemented or intended policy measures on nutrient emissions, and the advantage of its mechanistic, spatially distributed approach. Such a detailed modelling approach is shown to be required to take into account the strong and complex interacting effects of, e.g. nutrient supply, groundwater level and management on nutrient emissions.
- Published
- 2005
25. Modelling and monitoring of Aquifer Thermal Energy Storage : impacts of soil heterogeneity, thermal interference and bioremediation
- Author
-
Rijnaarts, Huub, Grotenhuis, Tim, Valstar, J., Sommer, W.T., Rijnaarts, Huub, Grotenhuis, Tim, Valstar, J., and Sommer, W.T.
- Abstract
Modelling and monitoring of Aquifer Thermal Energy Storage Impacts of heterogeneity, thermal interference and bioremediation Wijbrand Sommer PhD thesis, Wageningen University, Wageningen, NL (2015) ISBN 978-94-6257-294-2 Abstract Aquifer thermal energy storage (ATES) is applied world-wide to provide heating and cooling to buildings. Application of ATES, instead of traditional heating and cooling installations, reduces primary energy consumption and related CO2 emissions. Intensified use of the subsurface for thermal applications requires more accurate methods to measure and predict the development of thermal plumes in the subsurface related to thermal interference between systems and address issues concerning subsurface urban planning and wide spread presence of contaminants in urban groundwater systems. In this thesis, subsurface heat transport in ATES and the associated influence on storage performance for thermal energy was assessed. Detailed monitoring of subsurface temperature development around the wells of an existing system was achieved by a unique application of Distributed Temperature Sensing (DTS) using glass fibre optical cables. The measurements reveal unequal distribution of flow rate over different parts of the well screen and preferential flow due to aquifer heterogeneity. Heat transport modelling shows that heterogeneity causes preferential flow paths that can affect thermal interference between systems, mainly depending on well-to-well distance and hydrogeological conditions. At present, design rules are applied in such way that all negative interference is avoided. However, this limits the number of ATES systems that can be realized in a specific area, especially as these systems generally use only 60% of their permitted capacity. To optimize the use of available aquifer volume, the amount of thermal interference that is acceptable from an economical and environmental perspective was studied for different zonation patterns and well-to-well distanc
- Published
- 2015
26. Hoogeveen kiest voor gebiedsgerichte aanpak grondwaterproblemen
- Abstract
In de gemeente Hoogeveen hebben alle betrokken partijen gekozen voor een gebiedsgerichte aanpak van de grondwaterproblemen. Met deze aanpak wordt een beter resultaat (tegen lagere kosten) verwacht dan wanneer – zoals tot dusver de gewoonte was – elke vervuiling afzonderlijk wordt aangepakt. De projectgroep wordt gevormd door de gemeente Hoogeveen, de Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD), de provincie Drenthe en de Waterleidingmaatschappij Drenthe. Bij het proces zijn verder aanwezig: het waterschap Hunze en Aa’s en betrokken bedrijven.
- Published
- 2015
27. Schoon Water : resultaten
- Author
-
Klerks, R. and Klerks, R.
- Abstract
Schoon Water voor Brabant is een stimuleringsproject van de Provincie Noord-Brabant, Brabant Water, ZLTO, Stichting Duinboeren, Waterschappen Aa en Maas, De Dommel, Brabantse Delta en Rivierenland. Het doel van het project is het reduceren van bestrijdingsmiddelen die het water schaden, bronnen van drinkwater beschermen en optimale productie, schone straten en goede sportvelden behouden.
- Published
- 2015
28. Economic and environmental effects of the manure policy in The Netherlands: synthesis of integrated ex-post and ex-ante evaluation
- Subjects
animal manures ,grondwaterverontreiniging ,netherlands ,Research Institute for Animal Husbandry ,legislation ,LEI Sector en Ondernemerschap ,nitrogen ,government policy ,nederland ,milieubescherming ,mineralenboekhouding ,uitspoelen ,nitraten ,phosphorus ,dierlijke meststoffen ,evaluatie ,overheidsbeleid ,environmental protection ,Praktijkonderzoek Veehouderij ,groundwater pollution ,evaluation ,nitrates ,farm management ,PRI Bioscience ,leaching ,wetgeving ,manure surpluses ,stikstof ,mestoverschotten ,community ,agrarische bedrijfsvoering ,nutrient accounting system ,fosfor - Abstract
This paper summarises the results of both an ex-post evaluation of the Dutch Mineral Accounting System (MINAS) and an ex-ante evaluation of the effect of different levy-free surplus values. The MINAS system has been introduced in 1998 in order to reduce nitrate and phosphate leaching from agricultural soils. MINAS resulted in a reduction of the N surplus on dairy farms of approximately 50 kg ha-1 to limited or no costs to the farms involved. MINAS resulted in higher costs for manure removal for intensive livestock farmers. Though emissions of N and P have decreased significantly during the last five years effects of this reduction in environmental quality cannot be observed, except for a small decrease in nitrate concentration of the upper groundwater. The ex-ante evaluation of different variants for possible future levy-free surplus levels indicated that under the lowest variant, the nitrate concentration in groundwater will exceed 50 mg per litre on 14% of the area. The environmental effect of the different variants for P were not distinguished. The lowering of the levy-free surplus for P will have a drastic effect on the intensive livestock farms. The incorporation of fertiliser P under the MINAS system would be a cheap option to reduce the P surplusThis paper summarises the results of both an ex-post evaluation of the Dutch Mineral Accounting System (MINAS) and an ex-ante evaluation of the effect of different levy-free surplus values. The MINAS system has been introduced in 1998 in order to reduce nitrate and phosphate leaching from agricultural soils. MINAS resulted in a reduction of the N surplus on dairy farms of approximately 50 kg ha(-1) to limited or no costs to the farms involved. MINAS resulted in higher costs for manure removal for intensive livestock farmers. Though emissions of N and P have decreased significantly during the last five years effects of this reduction in environmental quality cannot be observed, except for a small decrease in nitrate concentration of the upper groundwater. The ex.-ante evaluation of different variants for possible future levy-free surplus levels indicated that under the lowest variant, the nitrate concentration in groundwater will exceed 50 mg per litre on 14% of the I area. The environmental effect of the different variants for P were not distinguished. The lowering of the levy-free surplus for P will have a drastic effect on the intensive livestock farms. The incorporation of fertiliser P under the MINAS system would be a cheap option to reduce the P surplus.
- Published
- 2004
29. Environmental effects of manure policy options in The Netherlands
- Subjects
animal manures ,grondwaterverontreiniging ,netherlands ,environmental impact ,nitrogen ,government policy ,nederland ,mineralenboekhouding ,uitspoelen ,Alterra - Centre for Water and Climate ,Alterra - Centrum Bodem ,nitraten ,Wageningen Environmental Research ,dierlijke meststoffen ,overheidsbeleid ,landbouwgrond ,groundwater pollution ,nitrates ,milieueffect ,Soil Science Centre ,agricultural land ,leaching ,manure surpluses ,stikstof ,mestoverschotten ,nutrient accounting system ,Alterra - Centrum Water en Klimaat - Abstract
This study explores the effects of manure policy options for agricultural land in The Netherlands on nitrate leaching to groundwater, ammonia and nitrous oxide emissions to the atmosphere and on eutrophication of surface waters. The implementation of the farm gate balance MINAS at farm level, with levy-free N surpluses in the range of 300 to 40 kg per ha per year, and levy-free P surpluses in the range of 17.5 to 0.4 kg of P per ha per year, have been examined. Results indicate that nitrate concentrations in the upper groundwater are related to N surplus, land use, soil type and groundwater level. On dry sandy soils, the N surplus has to be below 60 to 140 kg of N per ha per year, depending on land use, to decrease the nitrate concentrations in the upper groundwater to below 50 mg nitrate per litre. Decreases of N and P concentrations in surface waters, upon lowering levy-free surpluses appear relatively small. For improving the ecological state of surface waters, we recommend a combination of low levy-free N and P surpluses with dredging P rich sediments, flushing of ditches, and decreasing discharges from other sources.
- Published
- 2004
30. Effects of combinations of land use history and nitrogen application on nitrate concentration in the groundwater
- Author
-
M.P.W. Sonneveld and Johan Bouma
- Subjects
friesland ,grondwaterverontreiniging ,simulation models ,netherlands ,Plant Science ,Development ,landgebruik ,Pasture ,nederland ,chemistry.chemical_compound ,Soil series ,Nitrate ,bemesting ,Groundwater pollution ,uitspoelen ,nitraten ,Organic matter ,Directie ,Leaching (agriculture) ,organic-matter ,chemistry.chemical_classification ,groundwater pollution ,geography ,swards ,geography.geographical_feature_category ,Laboratorium voor Bodemkunde en geologie ,nitrates ,Soil organic matter ,grasslands ,land use ,fertilizer application ,Laboratory of Soil Science and Geology ,PE&RC ,simulatiemodellen ,graslanden ,pasture ,leaching ,chemistry ,Agronomy ,nitrate leaching ,Environmental science ,Animal Science and Zoology ,EU nitrate standard ,grassland ,Agronomy and Crop Science ,Groundwater ,Food Science - Abstract
Effects of differences in both land use history and levels of nitrogen (N) application on nitrate concentration in the groundwater were studied for permanent pastures located on a single soil series in the Frisian Woodlands in the north of the Netherlands. The study was carried out for three fields: A, B and C. Field A was an old pasture, field B was a reseeded pasture and field C had been previously used for growing silage maize. The models SWAP and ANIMO were used for long-term simulations of the soil organic matter and soil N dynamics. The soil data from fields A, B and C were combined with different N application levels derived from commercial dairy farms on the same soil series for 2000. Soil organic matter and soil organic N were lower in field C than in fields A and B. In field C also the probability of exceeding the environmental threshold for nitrate in groundwater of 50 mg l−1 was lowest, which was ascribed to net immobilization irrespective of the high levels of N applied. However, this probability increased rapidly when the soil properties were similar to those of the old pasture (field A). Simulated levels of N uptake were higher for field A than for fields B and C at all levels of N applied. On old pasture, reducing N application levels can lower the probability of exceeding the environmental threshold for nitrate by up to 20% whilst hardly affecting N uptake.
- Published
- 2003
31. Effects of combinations of land use history and nitrogen application on nitrate concentration in the groundwater
- Subjects
friesland ,groundwater pollution ,swards ,Laboratorium voor Bodemkunde en geologie ,nitrates ,grasslands ,grondwaterverontreiniging ,land use ,simulation models ,fertilizer application ,netherlands ,Laboratory of Soil Science and Geology ,PE&RC ,simulatiemodellen ,landgebruik ,graslanden ,nederland ,pasture ,leaching ,bemesting ,uitspoelen ,nitraten ,Directie ,grassland ,organic-matter - Abstract
Effects of differences in both land use history and levels of nitrogen (N) application on nitrate concentration in the groundwater were studied for permanent pastures located on a single soil series in the Frisian Woodlands in the north of the Netherlands. The study was carried out for three fields: A, B and C. Field A was an old pasture, field B was a reseeded pasture and field C had been previously used for growing silage maize. The models SWAP and ANIMO were used for long-term simulations of the soil organic matter and soil N dynamics. The soil data from fields A, B and C were combined with different N application levels derived from commercial dairy farms on the same soil series for 2000. Soil organic matter and soil organic N were lower in field C than in fields A and B. In field C also the probability of exceeding the environmental threshold for nitrate in groundwater of 50 mg l–1 was lowest, which was ascribed to net immobilization irrespective of the high levels of N applied. However, this probability increased rapidly when the soil properties were similar to those of the old pasture (field A). Simulated levels of N uptake were higher for field A than for fields B and C at all levels of N applied. On old pasture, reducing N application levels can lower the probability of exceeding the environmental threshold for nitrate by up to 20% whilst hardly affecting N uptake.
- Published
- 2003
32. The Dutch Mineral Accounting System and the European Nitrate Directive: implications for N and P management and farm performance
- Author
-
C.J.M. Ondersteijn, G.W.J. Giesen, A.C.G. Beldman, C.H.G. Daatselaar, and Ruud B.M. Huirne
- Subjects
dairy farming ,phosphates ,fosfaten ,eu regulations ,grondwaterverontreiniging ,accounting ,mineralen ,netherlands ,Gross margin ,nederland ,milieubescherming ,Agricultural science ,eu regelingen ,Agricultural policy ,nitraten ,boekhouding ,Dairy farming ,Agroecology ,environmental protection ,groundwater pollution ,bedrijfsresultaten in de landbouw ,Ecology ,nitrates ,Nutrient management ,business.industry ,minerals ,veehouderij ,Wageningen Economic Research ,Agrarische Bedrijfseconomie ,MGS ,Agriculture ,Nutrient pollution ,melkveehouderij ,Animal Science and Zoology ,Business ,livestock farming ,Arable land ,Agronomy and Crop Science ,farm results - Abstract
Agricultural nutrients can be a significant source of groundwater pollution. This paper studies the possible effects on farm management of a newly introduced policy instrument to control nitrogen and phosphorus pollution of groundwater bodies in The Netherlands. Ecological, technical, political, as well as financial issues, associated with the agricultural nutrient pollution problem, are considered. In response to the concern of the European Community (EC) for pollution of groundwater, The Netherlands implemented the Mineral Accounting System (MINAS), which focusses on nutrient (nitrogen and phosphorus flows) on individual farms, and taxes farms whose nutrient surplus exceeds a defined limit. To investigate the implications of MINAS for individual farm performance, financial and nutrient bookkeeping data of 194 farms, distributed over five farm types, were collected from 1997 through 1999. This paper shows that nutrient management performance of farmers varied largely between and within farm types, not only in absolute figures but also in terms of nutrient efficiency. The study also indicated that levies or taxes for excess nutrient surpluses could be high, ranging from 179 ha −1 for arable farmers to 404 ha −1 for mixed dairy and intensive livestock producers. These levies would reduce gross margin (GM) by 8% on average and can threaten continuity on an individual farm level. Therefore, current performance has to change considerably for farmers to be able to make the final surplus standards in 2003. Furthermore, as a consequence of objections of the EC to the Dutch policy, application standards for manure were introduced. This study showed that this does not prove to guarantee safe nutrient management as well as MINAS does, but will impact financial performance more, due to higher manure disposal costs.
- Published
- 2002
33. Gedrag van chloorprofam en 3-chlooraniline in de bodem : bepaling van adsorptie, omzetting en uitloging met tarragrond van aardappelen
- Subjects
Environmental Risk Assessment ,groundwater pollution ,germination inhibitors ,adsorptie ,aardappelen ,CWC - Environmental Risk Assessment ,grondwaterverontreiniging ,opslag ,aardappelopslagplaatsen ,potato stores ,storage ,leaching ,CWK - Environmental Risk Assessment ,adsorption ,uitspoelen ,potatoes ,kiemremmers - Abstract
Bij de bewaring van aardappelen wordt als kiemremmer de werkzame stof chloorprofam gebruikt. Na verwerking van de aardappelen in de fabriek blijft chloorprofam en haar omzettingsprodukt 3-chlooraniline in de resterende tarragrond aanwezig. De tarragrond wordt hergebruikt in grootschalige bodemtoepassingen. Omzetting, adsorptie en uitloging van chloorprofam en haar metaboliet 3-chlooraniline zijn onderzocht met tarragrond van aardappelen (onbelast en belast met chloorprofam) en met bouwvoorgrond. De omzettingssnelheid van chloorprofam en 3-chlooraniline is bepaald in bouwvoorgrond, in onverzadigde onbelaste tarragrond en in waterverzadigde onbelaste tarragrond. De adsorptieparameters van de Freundlich sorptie isotherm zijn bepaald voor 3-chlooraniline in onbelaste tarragrond en in bouwvoorgrond. De uitloogproeven zijn gedaan met onverzadigde belaste tarragrond en met waterverzadigde belaste tarragrond. De omzettingssnelheden en adsorptieparameters uit deze studie worden gebruikt voor het bepalen van het risico van uitspoeling van chloorprofam en 3-chlooraniline uit grote bodemtoepassingen naar het grondwater.
- Published
- 2014
34. Gedrag van chloorprofam en 3-chlooraniline in de bodem : bepaling van adsorptie, omzetting en uitloging met tarragrond van aardappelen
- Author
-
Beltman, W.H.J., Matser, A.M., van der Linden, A.M.A., and Brand, E.
- Subjects
Environmental Risk Assessment ,groundwater pollution ,germination inhibitors ,adsorptie ,aardappelen ,CWC - Environmental Risk Assessment ,grondwaterverontreiniging ,opslag ,aardappelopslagplaatsen ,potato stores ,storage ,leaching ,CWK - Environmental Risk Assessment ,adsorption ,uitspoelen ,potatoes ,kiemremmers - Abstract
Bij de bewaring van aardappelen wordt als kiemremmer de werkzame stof chloorprofam gebruikt. Na verwerking van de aardappelen in de fabriek blijft chloorprofam en haar omzettingsprodukt 3-chlooraniline in de resterende tarragrond aanwezig. De tarragrond wordt hergebruikt in grootschalige bodemtoepassingen. Omzetting, adsorptie en uitloging van chloorprofam en haar metaboliet 3-chlooraniline zijn onderzocht met tarragrond van aardappelen (onbelast en belast met chloorprofam) en met bouwvoorgrond. De omzettingssnelheid van chloorprofam en 3-chlooraniline is bepaald in bouwvoorgrond, in onverzadigde onbelaste tarragrond en in waterverzadigde onbelaste tarragrond. De adsorptieparameters van de Freundlich sorptie isotherm zijn bepaald voor 3-chlooraniline in onbelaste tarragrond en in bouwvoorgrond. De uitloogproeven zijn gedaan met onverzadigde belaste tarragrond en met waterverzadigde belaste tarragrond. De omzettingssnelheden en adsorptieparameters uit deze studie worden gebruikt voor het bepalen van het risico van uitspoeling van chloorprofam en 3-chlooraniline uit grote bodemtoepassingen naar het grondwater.
- Published
- 2014
35. Analytical approximation to characterize the performance of in situ aquifer bioremediation
- Author
-
H. Keijzer, M.I.J. van Dijke, and S.E.A.T.M. van der Zee
- Subjects
verwijdering ,bioremediëring ,grondwaterverontreiniging ,Aquifer ,Soil science ,Sub-department of Soil Quality ,aquifers ,models ,Bioremediation ,bioremediation ,Position (vector) ,Groundwater pollution ,Geotechnical engineering ,geohydrology ,modellen ,Water Science and Technology ,groundwater pollution ,geography ,Hydrogeology ,geography.geographical_feature_category ,removal ,digestive, oral, and skin physiology ,Front (oceanography) ,geohydrologie ,watervoerende lagen ,Contamination ,Sectie Bodemkwaliteit ,Environmental science ,contaminants ,besmetters ,Groundwater - Abstract
The performance of in situ bioremediation to remove organic contaminants from contaminated aquifers depends on the physical and biochemical parameters. We characterize the performance by the contaminant removal rate and the region where biodegradation occurs, the biologically active zone (BAZ). The numerical fronts obtained by one-dimensional in situ bioremediation modeling reveal a traveling wave behavior: fronts of microbial mass, organic contaminant and electron acceptor move with a constant velocity and constant front shape through the domain. Hence, only one front shape and a linear relation between the front position and time is found for each of the three compounds. We derive analytical approximations for the traveling wave front shape and front position that agree perfectly with the traveling wave behavior resulting from the bioremediation model. Using these analytical approximations, we determine the contaminant removal rate and the BAZ. Furthermore, we assess the influence of the physical and biochemical parameters on the performance of the in situ bioremediation technique.
- Published
- 1999
36. Uitdagingen voor WKO in gebiedsgericht grondwaterbeheer : worden alle mogelijkheden voldoende benut?
- Author
-
Mars, J.F., Herms, M., Brans, E., Braams, W., Winterink, K., Mars, J.F., Herms, M., Brans, E., Braams, W., and Winterink, K.
- Abstract
Het stimuleren van de toepassing van warmte koude opslag (WKO) in combinatie met gebiedsgerichte aanpak van grondwaterverontreiniging biedt kansen. Om deze initiatieven tot een succes te maken is het van belang dat publieke en private partijen nauw samenwerken en dat vooraf alle (juridische) mogelijkheden en onmogelijkheden in beeld worden gebracht.
- Published
- 2014
37. Modeling of air sparging in a layered soil: Numerical and analytical approximations
- Author
-
M.I.J. van Dijke and S.E.A.T.M. van der Zee
- Subjects
Materials science ,Capillary action ,grondwaterverontreiniging ,Flow (psychology) ,Airflow ,Sub-department of Soil Quality ,water quality ,law.invention ,pollution control ,verontreinigingsbeheersing ,law ,Vadose zone ,Geotechnical engineering ,Water Science and Technology ,groundwater pollution ,grondwaterstroming ,Steady state ,Computer simulation ,bescherming ,waterkwaliteit ,Mechanics ,protection ,Sectie Bodemkwaliteit ,groundwater flow ,Hydrostatic equilibrium ,Air sparging - Abstract
Air sparging in an aquifer below a less permeable horizontal layer is modeled using a two-phase flow approach. Supported by numerical simulations, we show that a steady state situation is reached. For an analysis of the steady state, we distinguish three different flow regimes, which occur between the well screen and the unsaturated zone. Just below the interface that separates the high and the low permeable layers a regime with almost hydrostatic capillary pressures develops. We use this observation to derive an ordinary differential equation for the pressure at the interface, which leads to an approximation of the air flow pattern just below and within the low permeable layer. The approximation provides an estimate for the radius of influence as a function of the physical parameters. The agreement between the analytical approximation and the numerical steady state results is almost perfect when heterogeneity is increased. With a few modifications the analysis applies also to a dense non-aqueous phase liquid (DNAPL) spill above a less permeable layer. Comparison with an illustrative numerical simulation shows that the analytical approximation provides a good estimate of the radial spreading of the DNAPL flow on top of and within the low permeable layer.
- Published
- 1998
38. Characteristic regimes for in-situ bioremediation of aquifers by injecting water containing an electron acceptor
- Subjects
groundwater pollution ,WIMEK ,bioremediëring ,grondwaterverontreiniging ,simulation models ,geohydrologie ,Sub-department of Soil Quality ,watervoerende lagen ,aquifers ,simulatiemodellen ,Sectie Bodemkwaliteit ,bioremediation ,Water Resources ,Waterhuishouding ,geohydrology - Published
- 1998
39. Verloop nitraatconcentraties in een perceel met bufferstrook
- Subjects
ditches ,bufferzones ,grondwaterverontreiniging ,slootkanten ,nature conservation ,sloten ,oppervlaktewater ,pollution control ,verontreinigingsbeheersing ,uitspoelen ,Alterra - Centrum Bodem ,nitraten ,Wageningen Environmental Research ,ditch banks ,Groene Ruimte en Vollegrondsgroente ,PPO Arable Farming ,groundwater pollution ,denitrification ,nitrates ,Soil Science Centre ,denitrificatie ,surface water ,Multifunctional Agriculture and Field Production of Vegetables ,leaching ,natuurbescherming ,buffer zones ,PPO Akkerbouw - Abstract
Voor een 3,5 jaar oude bufferstrook met gras langs een sloot op zandgrond zijn gedurende twee opeenvolgende uitspoelseizoenen de stikstofconcentraties in het bovenste grondwater regelmatig bemonsterd op diverse afstanden van de sloot. De stikstofconcentraties onder de bufferstrook waren significant lager dan onder de aangrenzende akker en namen in de richting van de sloot af. Deze verlaging is te wijten aan denitrificatie, hetgeen is aangetoond op basis van verandering in de verhouding chloride-nitraat én de natuurlijke variatie in 15N. In de bestudeerde periode bleek dat de nitraatconcentraties in het bovenste grondwater vaak boven de nitraatnorm uitkwamen. De bufferstrook zorgde dus niet voor een voldoende verlaging van de concentratie nitraat
- Published
- 2006
40. Regionale nitraatmonitoring als basis voor goed grondwater
- Subjects
groundwater pollution ,indicatoren ,soil chemistry ,nitrates ,animal manures ,grondwaterverontreiniging ,indicators ,leaching ,monitoring ,bodemchemie ,uitspoelen ,Alterra - Centre for Water and Climate ,nitraten ,Wageningen Environmental Research ,dierlijke meststoffen ,Alterra - Centrum Water en Klimaat - Abstract
In 2000 startten diverse onderzoeksinstellingen het project 'Sturen op Nitraat', waarin gezocht werd naar eenvoudig af te leiden indicatoren voor het monitoren van nitraatgehalten in het grondwater. Reden om hiernaar te zoeken was onder andere de zorg over de haalbaarheid van de milieukwaliteitsdoelstellingen voor oppervlakte- en grondwater die konden worden afgeleid uit de Nitraatrichtlijn. Aangescherpte MINAS-normen en het stelsel van mestafzetovereenkomsten leken met name voor de droge zandgronden niet ver genoeg te gaan. Een regionale aanpak met monitoring zou daarvoor een oplossing moeten bieden. Intussen is het einde van MINAS en mestafzetovereenkomsten in zicht. Maar met de komst van een nieuwe mestwetgeving is een regionale aanpak nog net zo actueel
- Published
- 2005
41. Landelijk meetnet effecten mestbeleid resultaten 2009 en 2010
- Subjects
groundwater pollution ,phosphates ,LEI Sector & Ondernemerschap ,nitrates ,fosfaten ,grondwaterverontreiniging ,manure policy ,Soil Biology ,waterkwaliteit ,LEI Agricultural sector & entrepreneurship ,water quality ,intensieve veehouderij ,mestbeleid ,nitraten ,intensive livestock farming ,Bodembiologie - Abstract
Het LMM volgt sinds 1992 de landbouwpraktijk en waterkwaliteit op geselecteerde landbouwbedrijven in Nederland. Dit meetnet vervult twee functies: toetsing of het mestbeleid effectief is en invulling van zowel Europese als nationale monitorings-verplichtingen. In de afgelopen twintig jaar is de hoeveelheid stikstof en fosfaat (nutriënten) die via mest op het land is gebracht, grosso modo afgenomen. Als gevolg van het in 2006 aangescherpte mestbeleid versnelde deze daling. De afname is ook zichtbaar in de hoeveelheid nutriënten die uitspoelt naar de ondergrond of afspoelt naar het oppervlaktewater (bodemoverschot). Dit komt tot uiting in een daling van de nitraatconcentratie in het uitspoelingswater.
- Published
- 2013
42. Belasting van grondwaterlichamen door gewasbeschermingsmiddelen
- Author
-
Kruijne, R. and Deneer, J.W.
- Subjects
Environmental Risk Assessment ,indicatoren ,groundwater quality ,tuinbouw ,grondwaterverontreiniging ,netherlands ,residuen ,nederland ,models ,residues ,herbicides ,pesticiden ,groundwater ,uitspoelen ,modellen ,agriculture ,herbiciden ,groundwater pollution ,horticulture ,pesticides ,indicators ,grondwaterkwaliteit ,leaching ,landbouw ,grondwater - Abstract
De Nationale Milieu Indicator NMI 3 is gebruikt om een overzicht te maken van de uitspoeling naar het grondwater door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in het jaar 2008 in de Nederlandse land- en tuinbouw. Vrachten op jaarbasis zijn gegeven per werkzame stof en per gewas, voor het landbouwoppervlak ter hoogte van grondwaterlichamen, die in de Kaderrichtlijn Water worden onderscheiden. De meest uitspoelingsgevoelige stoffen worden momenteel toegepast als herbicide in de teelt van snijmaïs. Controle van de vrachten met een geavanceerd model heeft geleid tot een bevestiging dat de combinaties van stof en gewas op de juiste manier zijn gerangschikt.
- Published
- 2013
43. Leaching of inorganic contaminants towards groundwater : impact assessment of the Dutch Soil Quality Decree on Groundwater
- Subjects
Sustainable Soil Use ,groundwater pollution ,soil pollution ,Bodemscheikunde en Chemische Bodemkwaliteit ,bodemverontreiniging ,metalen ,grondwaterverontreiniging ,modelleren ,metals ,modeling ,anorganische verbindingen ,semimetals ,halfmetalen ,leaching ,pollutants ,uitspoelen ,Duurzaam Bodemgebruik ,inorganic compounds ,Soil Chemistry and Chemical Soil Quality ,verontreinigende stoffen - Abstract
Dit rapport beschrijft de opzet, evaluatie en resultaten van een modellering van uitloging van metalen en metalloïden uit bodems naar het grondwater. Deze studie had de volgende doelen: 1. het bepalen van representatieve concentraties van metalen en metalloïden in het ondiepe (eerste meter) grondwater; 2. het bepalen van representatieve waarden voor bodemparameters, die de uitloging van metalen en metalloïden bepalen, zoals reactiviteit van opgelost organische koolstof, gehalten aan oxiden en reactiviteit van metalen en metalloïden; 3. het verbeteren van het bestaande modelinstrumentarium voor het modelleren van de uitloging van metalen en metalloïden uit de bodem, inclusief de onzekerheid van deze modellen.
- Published
- 2013
44. Belasting van grondwaterlichamen door gewasbeschermingsmiddelen
- Subjects
Environmental Risk Assessment ,groundwater pollution ,indicatoren ,groundwater quality ,tuinbouw ,horticulture ,grondwaterverontreiniging ,netherlands ,pesticides ,residuen ,indicators ,grondwaterkwaliteit ,nederland ,leaching ,models ,residues ,herbicides ,landbouw ,pesticiden ,groundwater ,grondwater ,uitspoelen ,modellen ,agriculture ,herbiciden - Abstract
De Nationale Milieu Indicator NMI 3 is gebruikt om een overzicht te maken van de uitspoeling naar het grondwater door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in het jaar 2008 in de Nederlandse land- en tuinbouw. Vrachten op jaarbasis zijn gegeven per werkzame stof en per gewas, voor het landbouwoppervlak ter hoogte van grondwaterlichamen, die in de Kaderrichtlijn Water worden onderscheiden. De meest uitspoelingsgevoelige stoffen worden momenteel toegepast als herbicide in de teelt van snijmaïs. Controle van de vrachten met een geavanceerd model heeft geleid tot een bevestiging dat de combinaties van stof en gewas op de juiste manier zijn gerangschikt.
- Published
- 2013
45. Nitrate concentrations in drainage water in marine clay areas : exploratory research of the causes of increased nitrate concentrations
- Subjects
groundwater pollution ,Integraal water-en stroomgeb.management ,grondwaterverontreiniging ,manure policy ,zware kleigronden ,drainage water ,complex mixtures ,nitrogen ,mestbeleid ,emissie ,Biometris ,stikstof ,clay soils ,emission ,drainagewater - Abstract
The nitrate concentrations measured in drainage water and groundwater at LMM farms (farms participating in the National Manure Policy Effects Measurement Network (LLM)) in marine clay areas have decreased with 50% since the mid-nineties. The nitrate concentrations in marine clay areas are on average below 50 mg/L EU target value. A geographical analysis of the monitoring results shows, however, that the nitrate concentrations in 22% of the measurements, mainly taken in the south-western and central marine clay areas, exceed the EU target. The Ministry of Economic Affairs (EZ) commissioned a study to investigate the possible causes of the differences in nitrate concentrations between clay regions. This study shows that the differences in nitrate concentrations are largely due to the specific form of land use combined with the volume of seepage water occurring at LMM farms. This accounts for 43% to 62% of the variation in nitrate concentrations in samples taken from drain pipes at LMM farms from 2006 to 2008. Statistical analysis shows that the average nitrogen surplus of the soil balance of the LMM farms in marine clay areas does not explain the differences in measured (average) nitrate concentrations between these farms. However, the number of farms on clay soils of the LMM-dataset is limited (83 farms in total).
- Published
- 2013
46. Landelijk meetnet effecten mestbeleid resultaten 2009 en 2010
- Author
-
de Goffau, A., Doornewaard, G.J., and Buis, E.
- Subjects
LEI Sector & Ondernemerschap ,groundwater pollution ,phosphates ,nitrates ,fosfaten ,grondwaterverontreiniging ,manure policy ,Soil Biology ,waterkwaliteit ,LEI Agricultural sector & entrepreneurship ,water quality ,intensieve veehouderij ,mestbeleid ,nitraten ,intensive livestock farming ,Bodembiologie - Abstract
Het LMM volgt sinds 1992 de landbouwpraktijk en waterkwaliteit op geselecteerde landbouwbedrijven in Nederland. Dit meetnet vervult twee functies: toetsing of het mestbeleid effectief is en invulling van zowel Europese als nationale monitorings-verplichtingen. In de afgelopen twintig jaar is de hoeveelheid stikstof en fosfaat (nutriënten) die via mest op het land is gebracht, grosso modo afgenomen. Als gevolg van het in 2006 aangescherpte mestbeleid versnelde deze daling. De afname is ook zichtbaar in de hoeveelheid nutriënten die uitspoelt naar de ondergrond of afspoelt naar het oppervlaktewater (bodemoverschot). Dit komt tot uiting in een daling van de nitraatconcentratie in het uitspoelingswater.
- Published
- 2013
47. Leaching of inorganic contaminants towards groundwater : impact assessment of the Dutch Soil Quality Decree on Groundwater
- Author
-
Spijker, J., Groenenberg, J.E., Comans, R.N.J., and Dijkstra, J.J.
- Subjects
Sustainable Soil Use ,groundwater pollution ,soil pollution ,Bodemscheikunde en Chemische Bodemkwaliteit ,bodemverontreiniging ,metalen ,grondwaterverontreiniging ,modelleren ,metals ,modeling ,anorganische verbindingen ,semimetals ,halfmetalen ,leaching ,pollutants ,uitspoelen ,Duurzaam Bodemgebruik ,inorganic compounds ,Soil Chemistry and Chemical Soil Quality ,verontreinigende stoffen - Abstract
Dit rapport beschrijft de opzet, evaluatie en resultaten van een modellering van uitloging van metalen en metalloïden uit bodems naar het grondwater. Deze studie had de volgende doelen: 1. het bepalen van representatieve concentraties van metalen en metalloïden in het ondiepe (eerste meter) grondwater; 2. het bepalen van representatieve waarden voor bodemparameters, die de uitloging van metalen en metalloïden bepalen, zoals reactiviteit van opgelost organische koolstof, gehalten aan oxiden en reactiviteit van metalen en metalloïden; 3. het verbeteren van het bestaande modelinstrumentarium voor het modelleren van de uitloging van metalen en metalloïden uit de bodem, inclusief de onzekerheid van deze modellen.
- Published
- 2013
48. Nitrate concentrations in drainage water in marine clay areas : exploratory research of the causes of increased nitrate concentrations
- Author
-
van Boekel, E.M.P.M., Roelsma, J., Massop, H.T.L., Hendriks, R.F.A., Goedhart, P.W., and Jansen, P.C.
- Subjects
groundwater pollution ,Integraal water-en stroomgeb.management ,grondwaterverontreiniging ,manure policy ,zware kleigronden ,drainage water ,complex mixtures ,nitrogen ,mestbeleid ,emissie ,Biometris ,stikstof ,clay soils ,emission ,drainagewater - Abstract
The nitrate concentrations measured in drainage water and groundwater at LMM farms (farms participating in the National Manure Policy Effects Measurement Network (LLM)) in marine clay areas have decreased with 50% since the mid-nineties. The nitrate concentrations in marine clay areas are on average below 50 mg/L EU target value. A geographical analysis of the monitoring results shows, however, that the nitrate concentrations in 22% of the measurements, mainly taken in the south-western and central marine clay areas, exceed the EU target. The Ministry of Economic Affairs (EZ) commissioned a study to investigate the possible causes of the differences in nitrate concentrations between clay regions. This study shows that the differences in nitrate concentrations are largely due to the specific form of land use combined with the volume of seepage water occurring at LMM farms. This accounts for 43% to 62% of the variation in nitrate concentrations in samples taken from drain pipes at LMM farms from 2006 to 2008. Statistical analysis shows that the average nitrogen surplus of the soil balance of the LMM farms in marine clay areas does not explain the differences in measured (average) nitrate concentrations between these farms. However, the number of farms on clay soils of the LMM-dataset is limited (83 farms in total).
- Published
- 2013
49. Inventarisatie van de mogelijkheden van opberging van niet-radioactieve afvalstoffen in een droge zoutmijn
- Author
-
Glasbergen, Obdam, Meijer, P.J., and Lokhorst
- Subjects
grondwaterverontreiniging ,mh ,steenzout ,scenario-analyse ,deponiet - Abstract
Ondergrondse opberging wordt thans in het buitenland toegepast. De hoeveelheden afvalstoffen die voor berging in Nederland in aanmerking komen zijn geinventariseerd en er is een prognose voor de hoeveelheden omstreeks het jaar 2000 gemaakt. Minimaal zal dan een hoeveelheid van ruim een half miljoen ton/jr beschikbaar zijn. Ondergrondse opberging biedt een meervoudige barriere tegen verspreiding in de biosfeer. De scenario's die tot onverhoopt vrijkomen aanleiding kunnen geven zijn beschreven alsmede de consewuenties in globale zin. Uit indicatieve berekeingen blijkt dat zelfs na een waterinbreuk in de opbergmijn de verontreiniging zeer beperkt is.
- Published
- 2012
50. Sorptie van chloorfenolen in de bodem
- Author
-
Lagas, Snell, M.C., and Wytzes
- Subjects
bodem ,adsorptie ,mh ,chloorfenolen ,grondwater ,grondwaterverontreiniging ,uitspoeling ,bodem - verontreiniging ,sorptiemodel - Abstract
Het sorptieproces alsmede de kinetiek van sorptie van chloorfenolen in natuurlijke en synthetische grondsoorten werd bestudeerd met behulp van laboratoriumexperimenten. Uit de resultaten bleek dat sorptie van chloorfenolen kan worden beschouwd als tweestapsproces. De eerste stap verloopt snel. De tweede stap verloopt langzaam. In kalkrijke gronden kan fenolaatsorptie van tetrachloor- en pentachloorfenol een rol spelen. Uit de resultaten blijkt dat potentiele mogelijkheden van uitspoeling van alle chloorfenolen aanwezig zijn bij kalkhoudende en humusarme gronden, zoals kleigrond, podzol en duinzand.
- Published
- 2012
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.