48 results on '"Werklozen"'
Search Results
2. Landelijke doorontwikkeling van de UWV Werkverkenner: eindrapportage
- Author
-
Dusseldorp, E., Hofstetter, H., and Sonke, C.
- Subjects
Life ,CH - Child Health ,Meetinstrument ,ELSS - Earth, Life and Social Sciences ,Workplace ,Werkhervatting ,Werklozen - Abstract
Eind 2015 is de eerste versie van de Werkverkenner landelijk in gebruik genomen. Dit meetinstrument brengt, aan de hand van een online vragenlijst en registratiegegevens van UWV, de persoons- en situatiekenmerken van recent ingestroomde werklozen met een WWuitkering in kaart. Op basis hiervan kan UWV de kans op werkhervatting van individuele werkzoekenden bepalen en dienstverlening op maat aanbieden door te bepalen welke mogelijkheden en belemmeringen bij een werkzoekende beïnvloed kunnen worden om de kans op werk te vergroten. Het onderzoek achter Werkverkenner 1.0 is uitgevoerd onder een WW-instroompopulatie uit 2008-2009 in één regio in Nederland. Nieuw onderzoek was nodig om a) voor zover mogelijk de voorspellende eigenschappen van de Werkverkenner te verbeteren; b) een representatief, landelijk onderzoek uit te voeren op een actueel WW-instroombestand; c) inzicht te verschaffen in de psychometrische eigenschappen van het instrument. Inclusief bijlages.
- Published
- 2018
3. Inclusieve innovatie in de regio
- Subjects
Laagopgeleiden ,Work and Employment ,Werknemers ,SP - Sustainable Productivity and Employability ,ELSS - Earth ,Arbeidgehandicapten ,Methoden ,Life ,Arbeidsparticipatie ,Instrumenten ,Life and Social Sciences ,Arbeidsmarkt ,Workplace ,Healthy Living ,Werklozen - Abstract
Meer dan een miljoen mensen in ons land hebben geen werk, of het kost hen moeite aan het werk te komen. Doordat zij al te lang werkloos zijn, een handicap hebben, laagopgeleid zijn, er een mismatch is met de arbeidsmarkt of bang zijn om te falen. Op gemeenten rust de taak dit probleem te lijf te gaan. TNO ontwikkelt wetenschappelijk onderbouwde innovatieve methoden en instrumenten die in steeds meer regio’s vruchten afwerpen.
- Published
- 2017
4. Inclusieve innovatie in de regio
- Author
-
Blonk, R. and Wevers, C.
- Subjects
Laagopgeleiden ,Work and Employment ,Werknemers ,SP - Sustainable Productivity and Employability ,Arbeidgehandicapten ,Methoden ,Life ,Arbeidsparticipatie ,Instrumenten ,ELSS - Earth, Life and Social Sciences ,Arbeidsmarkt ,Workplace ,Healthy Living ,Werklozen - Abstract
Meer dan een miljoen mensen in ons land hebben geen werk, of het kost hen moeite aan het werk te komen. Doordat zij al te lang werkloos zijn, een handicap hebben, laagopgeleid zijn, er een mismatch is met de arbeidsmarkt of bang zijn om te falen. Op gemeenten rust de taak dit probleem te lijf te gaan. TNO ontwikkelt wetenschappelijk onderbouwde innovatieve methoden en instrumenten die in steeds meer regio’s vruchten afwerpen.
- Published
- 2017
5. Changes in physical health among participants in a multidisciplinary health programme for long-term unemployed persons
- Subjects
sense organs ,gezondheidszorg ,skin and connective tissue diseases ,werklozen - Abstract
Changes in physical health among participants in a multidisciplinary health programme for long-term unemployed persons
- Published
- 2009
6. Changes in physical health among participants in a multidisciplinary health programme for long-term unemployed persons
- Author
-
Schuring, M., Voorham, A.J.J., Buljac-Samardzic, M., and Schutgens, C.A.E.
- Subjects
sense organs ,gezondheidszorg ,skin and connective tissue diseases ,werklozen - Abstract
Changes in physical health among participants in a multidisciplinary health programme for long-term unemployed persons
- Published
- 2009
7. Participatie: iedereen doet mee!
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Job search ,Beroepsrehabilitatie ,Algemene bijstandswet ,Gezondheid ,ABW ,Gezondheidstoestand ,Arbeidsparticipatie ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Uitkeringsgerechtigden ,Nederland ,Arbeidsmarktgedrag ,Workplace ,Reintegratie ,Ziekte en Gezondheid ,Niet-actieven ,Werklozen - Abstract
Voor het vergroten van participatie en re-integratie van WWB'ers uit het zgn. granieten bestand is meer kennis nodig over hun gezondheid. Een slechte gezondheid is immers één van de belemmerende factoren hierbij. In dit artikel staat een onderzoek centraal over hoe het met de fysieke en psychische gezondheid van bijstandscliënten is gesteld. Inderdaad blijkt bij veel van de cliënten dat sprake is van een slechte gezondheid. De meesten van hen geven aan dat zij fysieke en/of psychische klachten ervaren. Met name klachten aan het bewegingsapparaat, depressieve gevoelens en stress worden vaak genoemd. Tevens blijken die gezondheidsklachten een negatieve invloed te hebben op de mate van maatschappelijke participatie van bijstandscliënten tijdens hun werkloosheid. De cliënten ervaren een slechte fysieke of psychische gezondheid bovendien als een obstakel bij het zoeken naar werk. Deze resultaten bevestigen dat een goede gezondheid van groot belang is voor de maatschappelijke participatie van bijstandscliënten. Het is belangrijk bijstandscliënten zo snel mogelijk te activeren, omdat gezondheidsklachten blijven toenemen als zij te lang werkloos zijn. Deze verslechtering van de gezondheid heeft vaak tot gevolg dat mensen minder (effectief) zoekgedrag vertonen, waardoor de kans op uitstroom afneemt. Cliënten kunnen daardoor in een vicieuze cirkel belanden. Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit Sociaal Bestek, 2009,nr.2.
- Published
- 2009
8. Participatie: iedereen doet mee!
- Author
-
Genabeek, J. van, Bennenbroek, F., Huijs, J.J.J.M., Giesen, F., and TNO Kwaliteit van Leven
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Job search ,Beroepsrehabilitatie ,Algemene bijstandswet ,Gezondheid ,ABW ,Gezondheidstoestand ,Arbeidsparticipatie ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Uitkeringsgerechtigden ,Nederland ,Arbeidsmarktgedrag ,Workplace ,Reintegratie ,Ziekte en Gezondheid ,Niet-actieven ,Werklozen - Abstract
Voor het vergroten van participatie en re-integratie van WWB'ers uit het zgn. granieten bestand is meer kennis nodig over hun gezondheid. Een slechte gezondheid is immers één van de belemmerende factoren hierbij. In dit artikel staat een onderzoek centraal over hoe het met de fysieke en psychische gezondheid van bijstandscliënten is gesteld. Inderdaad blijkt bij veel van de cliënten dat sprake is van een slechte gezondheid. De meesten van hen geven aan dat zij fysieke en/of psychische klachten ervaren. Met name klachten aan het bewegingsapparaat, depressieve gevoelens en stress worden vaak genoemd. Tevens blijken die gezondheidsklachten een negatieve invloed te hebben op de mate van maatschappelijke participatie van bijstandscliënten tijdens hun werkloosheid. De cliënten ervaren een slechte fysieke of psychische gezondheid bovendien als een obstakel bij het zoeken naar werk. Deze resultaten bevestigen dat een goede gezondheid van groot belang is voor de maatschappelijke participatie van bijstandscliënten. Het is belangrijk bijstandscliënten zo snel mogelijk te activeren, omdat gezondheidsklachten blijven toenemen als zij te lang werkloos zijn. Deze verslechtering van de gezondheid heeft vaak tot gevolg dat mensen minder (effectief) zoekgedrag vertonen, waardoor de kans op uitstroom afneemt. Cliënten kunnen daardoor in een vicieuze cirkel belanden. Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit Sociaal Bestek, 2009,nr.2.
- Published
- 2009
9. De lange weg naar werk : beleid voor langdurig uitkeringsgerechtigden in de WW en de WWB
- Subjects
Activering ,Arbeidsmarktpolitiek ,Arbeidsparticipatie ,Uitkeringsgerechtigden ,Workplace ,Trajectmiddeling ,werkloosbestrijding ,Werklozen - Abstract
Re-integratietrajecten hebben een toegevoegde waarde bij het terugdringen van het aantal zeer langdurig uitkeringsgerechtigden. Hoewel de resultaten nog bescheiden zijn, blijkt dat dit zogeheten "granieten bestand" minder weerbarstig is dan altijd werd aangenomen. Een opvallende conclusie is dat sociale activering een behoorlijk effect blijkt te hebben op re-integratiekansen van uitkeringsgerechtigden. Voor bijna de helft van de uitkeringsgerechtigden in een sociaal activeringstraject geldt dat dit wordt gevolgd door een traject naar regulier betaald werk. De afgelopen jaren is het aantal mensen met een uitkering fors gedaald. De groep mensen die lang in een uitkering zit, groeit echter. Langdurig uitkeringsgerechtigden profiteren niet automatisch mee wanneer de economie opbloeit en de werkgelegenheid toeneemt. Derhalve verdient deze groep meer aandacht. Temeer daar gebleken is dat de effectiviteit van de re-integratietrajecten voor deze categorie niet ver achter hoeft te blijven in vergelijking met personen die korter in een uitkering zitten. In het algemeen geldt dat de re-integratietrajecten die zijn begonnen in de periode 2004/2005 effectiever zijn dan de trajecten die daarvoor zijn gestart. De kans op succesvolle re-integratie van langdurig uitkeringsgerechtigden wordt ook aanmerkelijk groter wanneer wordt ingezet op de motivatie van cliënten. Vertrouwen in succes neemt toe naarmate een cliënt meer zeggenschap heeft in het traject. Ook beroepsgerichte scholing en bemiddeling zijn belangrijke succesfactoren.
- Published
- 2008
10. De lange weg naar werk : beleid voor langdurig uitkeringsgerechtigden in de WW en de WWB
- Author
-
Groot, I., Graaf-Zijl, M. de, Hop, P., Kok, l., Fermin, B., Ooms, D., Zwinkels, W., and TNO Kwaliteit van Leven
- Subjects
Activering ,Arbeidsmarktpolitiek ,Arbeidsparticipatie ,Uitkeringsgerechtigden ,Workplace ,Trajectmiddeling ,werkloosbestrijding ,Werklozen - Abstract
Re-integratietrajecten hebben een toegevoegde waarde bij het terugdringen van het aantal zeer langdurig uitkeringsgerechtigden. Hoewel de resultaten nog bescheiden zijn, blijkt dat dit zogeheten "granieten bestand" minder weerbarstig is dan altijd werd aangenomen. Een opvallende conclusie is dat sociale activering een behoorlijk effect blijkt te hebben op re-integratiekansen van uitkeringsgerechtigden. Voor bijna de helft van de uitkeringsgerechtigden in een sociaal activeringstraject geldt dat dit wordt gevolgd door een traject naar regulier betaald werk. De afgelopen jaren is het aantal mensen met een uitkering fors gedaald. De groep mensen die lang in een uitkering zit, groeit echter. Langdurig uitkeringsgerechtigden profiteren niet automatisch mee wanneer de economie opbloeit en de werkgelegenheid toeneemt. Derhalve verdient deze groep meer aandacht. Temeer daar gebleken is dat de effectiviteit van de re-integratietrajecten voor deze categorie niet ver achter hoeft te blijven in vergelijking met personen die korter in een uitkering zitten. In het algemeen geldt dat de re-integratietrajecten die zijn begonnen in de periode 2004/2005 effectiever zijn dan de trajecten die daarvoor zijn gestart. De kans op succesvolle re-integratie van langdurig uitkeringsgerechtigden wordt ook aanmerkelijk groter wanneer wordt ingezet op de motivatie van cliënten. Vertrouwen in succes neemt toe naarmate een cliënt meer zeggenschap heeft in het traject. Ook beroepsgerichte scholing en bemiddeling zijn belangrijke succesfactoren.
- Published
- 2008
11. Handboek meetmethoden voor effectiviteit van activerend arbeidsmarktbeleid op persoonsniveau : een handvat voor beleidsmakers en onderzoekers voor het vaststellen van de (netto-)effectiviteit van activerend arbeidsmarktbeleid242
- Author
-
Vos, E. de, Zwinkels, W., Besseling, J., Heyma, A., Klaveren, C. van, and TNO Kwaliteit van Leven
- Subjects
Meethoden ,Arbeidsmarktpolitiek ,Trajectbemiddeling ,Arbeidsparticipatie ,Arbeidsproductiviteit ,Kosten-baten analyse ,Ergonomics ,Reintegratie ,Vakkennis ,Werklozen - Abstract
Nederland investeert vele miljoenen euro’s in de reïntegratie en activering van werklozen, gedeeltelijk arbeidsongeschikten en niet-uitkeringsgerechtigden (NUG’ers). Dit handboek geeft de state-of-the-art weer van methoden voor onderzoek naar de effectiviteit van investeringen in activerend arbeidsmarktbeleid. De nadruk ligt daarbij op het vaststellen van de netto-effectiviteit op micro-niveau, d.w.z. de mate waarin individuele cliënten aan het werk zijn gekomen dankzij de inzet van beleid. Hoofdstuk 1 tot en met 4 zijn gericht op beleidsmakers die in de opzet en uitwerking van het activerend arbeidsmarktbeleid rekening willen houden met de manier waarop dit beleid kan worden geëvalueerd. De technische uitwerking van zo’n evaluatie vindt plaats in hoofdstuk 5, 6, 7 en is met name gericht op onderzoekers. Hoofdstuk 5 geeft een overzicht van de belangrijkste methoden voor het meten van effectiviteit. Daar wordt ook beschreven in welke situaties welke methode het meest geschikt is. Hoofdstuk 6 besteedt uitvoerig aandacht aan verschillende mogelijkheden voor empirische specificaties binnen de meest gebruikte methoden, afhankelijk van de doelpopulatie, de uitkomstmaat en de beschikbare gegevens voor de effectiviteitsanalyse. Hoofdstuk 7 ten slotte gaat in op de benodigde gegevens voor het kunnen uitvoeren van de verschillende evaluatiemethoden, de manier waarop die gegevens dienen te worden bewerkt en de manier waarop onderzoeksresultaten kunnen worden gepresenteerd
- Published
- 2008
12. Werkhervatting van zieke en niet-zieke werklozen
- Author
-
K. Jettinghoff, R. Steenbeek, and TNO Kwaliteit van Leven
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Health (social science) ,Veilig en Gezond Werken ,WERKLOZEN ,Beroepsrehabilitatie ,Health Policy ,ZIEKTEVERZUIMBELEID ,ZIEKTEVERZUIMBEGELEIDING ,Health Information Management ,Arbeidsparticipatie ,Overheidsbeleid ,OUDERE ARBEIDSKRACHTEN ,TRAJECTBEMIDDELING REINTEGRATIE WERKLOZEN ,NEDERLAND ,BEROEPSREHABILITATIE REINTEGRATIE ARBEIDSGEHANDICAPTEN ,Workplace ,Reintegratie - Abstract
Het doel van dit onderzoek is het krijgen van inzicht in belemmerende en bevorderende factoren ten aanzien van gezondheidsherstel en terugkeer naar werk van werklozen. Het betreft een longitudinaal vragenlijstonderzoek van twee metingen met een jaar ertussen onder 870 werklozen uit de WW- en ZW-bestanden van oktober 2005. Uit dit onderzoek blijkt dat ziek zijn op de eerste meting de belangrijkste voorspeller vormt voor (nog steeds) ziek zijn een jaar later. Voor werkhervatting blijkt de belangrijkste belemmerende factor een hogere leeftijd te zijn. Van de werkloze 55-plussers in onze dwarsdoorsnede van de WW- en ZW-bestanden is slechts 3,6% na een jaar weer aan het werk. Herstel van zieke werklozen kan bevorderd worden door vroegtijdig contact met de zieke werkloze, meer aandacht voor de gezondheidsproblemen, stimuleren van zelfvertrouwen en een positieve mening over werk, en het leveren van meer "maatwerk" door UWV, CWI en re-integratiebedrijven. Om werkhervatting te bevorderen is het van belang ervoor te zorgen dat het aannemen van oudere werklozen wordt gestimuleerd en dat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt goed op elkaar worden afgestemd. De lage kans op werk van ouderen staat op gespannen voet met het streven van het kabinet tot verhoging van de arbeidsparticipatie.
- Published
- 2008
13. Werkhervatting van zieke en niet-zieke werklozen
- Subjects
Veilig en Gezond Werken ,WERKLOZEN ,OUDERE ARBEIDSKRACHTEN ,TRAJECTBEMIDDELING REINTEGRATIE WERKLOZEN ,NEDERLAND ,BEROEPSREHABILITATIE REINTEGRATIE ARBEIDSGEHANDICAPTEN ,ZIEKTEVERZUIMBELEID ,Workplace ,ZIEKTEVERZUIMBEGELEIDING - Abstract
Het doel van dit onderzoek is het krijgen van inzicht in belemmerende en bevorderende factoren ten aanzien van gezondheidsherstel en terugkeer naar werk van werklozen. Het betreft een longitudinaal vragenlijstonderzoek van twee metingen met een jaar ertussen onder 870 werklozen uit de WW- en ZW-bestanden van oktober 2005. Uit dit onderzoek blijkt dat ziek zijn op de eerste meting de belangrijkste voorspeller vormt voor (nog steeds) ziek zijn een jaar later. Voor werkhervatting blijkt de belangrijkste belemmerende factor een hogere leeftijd te zijn. Van de werkloze 55-plussers in onze dwarsdoorsnede van de WW- en ZW-bestanden is slechts 3,6% na een jaar weer aan het werk. Herstel van zieke werklozen kan bevorderd worden door vroegtijdig contact met de zieke werkloze, meer aandacht voor de gezondheidsproblemen, stimuleren van zelfvertrouwen en een positieve mening over werk, en het leveren van meer "maatwerk" door UWV, CWI en re-integratiebedrijven. Om werkhervatting te bevorderen is het van belang ervoor te zorgen dat het aannemen van oudere werklozen wordt gestimuleerd en dat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt goed op elkaar worden afgestemd. De lage kans op werk van ouderen staat op gespannen voet met het streven van het kabinet tot verhoging van de arbeidsparticipatie.
- Published
- 2008
14. Opleiden voor professionele bemiddeling naar werk
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Interviews ,Overijssel ,Beroepsrehabilitatie ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,HBO ,Nederland ,Reintegratie ,Arbeidsbemiddeling ,Werklozen ,Hoger beroepsonderwijs - Abstract
Professionals met uiteenlopende benamingen (coaches, consulenten, arbeidsadviseurs en re-integratiedeskundigen) houden zich bezig met werkzoekenden die moeite hebben om op eigen kracht werk te vinden. Veel van deze professionals worden deskundigen op grond van jarenlange werkervaring. De afgelopen jaren hebben met name hogescholen beroepsopleidingen ontwikkeld voor dit vakgebied. Zo bieden bijvoorbeeld de opleidingen van de Academie Mens en Arbeid (AMA) binnen de Saxion Hogescholen goede kansen op banen in de sectoren personeel en organisatie. Maar ook een functie bij organisaties die zich bezig houden met verzuim en re-integratie behoort tot de mogelijkheden. Saxion heeft van alle hogescholen in Nederland het breedste uitstroomprofiel. Een gesprek met Ad van der Stadt en Jan Woldendorp, die werkzaam zijn als docent bij de Saxion Hogescholen in Deventer. Zij zijn multifunctioneel in een nieuwe opleidingspoot. Want zij verzorgen lesprogramma's, geven les, zijn bezig met commerciële contractactiviteiten en ontwikkelen onderwijs.
- Published
- 2007
15. Reïntegratie en activering van moeders met jonge kinderen: onderzoek JOBS
- Subjects
Arbeid door vrouwen met kinderen ,Algemene bijstandswet ,ABW ,Herintreding door vrouwen ,Herintreedsters ,Gelderland ,Jeugd en Gezondheid ,Sociale activering ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Activerende arbeidsmarktpolitiek ,Uitkeringsgerechtigden ,Nederland ,Niet-actieven ,Werklozen - Abstract
Hoewel het aantal (alleenstaande) ouders met een bijstandsuitkering sinds de invoering van de Wet werk en bijstand is gedaald, ontvangen volgens CBS-cijfers in 2006 nog steeds bijna 90.000 alleenstaande ouders een uitkering. Verschillende onderzoeken laten echter zien dat het hebben van werk belangrijk is voor het welzijn van ouders en hun kinderen. In dit kader heeft de gemeente Rheden, in samenwerking met TNO en de gemeente Arnhem, een project opgezet om de arbeidstoeleiding van werkloze moeders met kinderen in de leeftijd van nul tot vijf jaar te vergroten. Een training, de zogeheten JOBS-training, vormt een belangrijk onderdeel van dit project. Hiervoor is gekozen gezien de positieve resultaten van JOBS met betrekking tot het vinden van werk bij verschillende groepen werklozen. Centraal in de studie staat de vraag: Hoe effectief is de JOBS-training in het bevorderen van uitstroom naar regulier werk of activering van werkloze vrouwen met kinderen tot vijf jaar? OP de wat langere termijn bezien zien de resultaten van JOBS veelbelovend.
- Published
- 2007
16. Opleiden voor professionele bemiddeling naar werk
- Author
-
Cremer, R.
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Interviews ,Overijssel ,Beroepsrehabilitatie ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,HBO ,Nederland ,Reintegratie ,Arbeidsbemiddeling ,Werklozen ,Hoger beroepsonderwijs - Abstract
Professionals met uiteenlopende benamingen (coaches, consulenten, arbeidsadviseurs en re-integratiedeskundigen) houden zich bezig met werkzoekenden die moeite hebben om op eigen kracht werk te vinden. Veel van deze professionals worden deskundigen op grond van jarenlange werkervaring. De afgelopen jaren hebben met name hogescholen beroepsopleidingen ontwikkeld voor dit vakgebied. Zo bieden bijvoorbeeld de opleidingen van de Academie Mens en Arbeid (AMA) binnen de Saxion Hogescholen goede kansen op banen in de sectoren personeel en organisatie. Maar ook een functie bij organisaties die zich bezig houden met verzuim en re-integratie behoort tot de mogelijkheden. Saxion heeft van alle hogescholen in Nederland het breedste uitstroomprofiel. Een gesprek met Ad van der Stadt en Jan Woldendorp, die werkzaam zijn als docent bij de Saxion Hogescholen in Deventer. Zij zijn multifunctioneel in een nieuwe opleidingspoot. Want zij verzorgen lesprogramma's, geven les, zijn bezig met commerciële contractactiviteiten en ontwikkelen onderwijs.
- Published
- 2007
17. Reïntegratie en activering van moeders met jonge kinderen: onderzoek JOBS
- Author
-
Bennenbroek, F., Brenninkmeijer, V., Lagerveld, S., Groenestege, M., and TNO Kwaliteit van Leven
- Subjects
Arbeid door vrouwen met kinderen ,Algemene bijstandswet ,ABW ,Herintreding door vrouwen ,Herintreedsters ,Gelderland ,Jeugd en Gezondheid ,Sociale activering ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Activerende arbeidsmarktpolitiek ,Uitkeringsgerechtigden ,Nederland ,Niet-actieven ,Werklozen - Abstract
Hoewel het aantal (alleenstaande) ouders met een bijstandsuitkering sinds de invoering van de Wet werk en bijstand is gedaald, ontvangen volgens CBS-cijfers in 2006 nog steeds bijna 90.000 alleenstaande ouders een uitkering. Verschillende onderzoeken laten echter zien dat het hebben van werk belangrijk is voor het welzijn van ouders en hun kinderen. In dit kader heeft de gemeente Rheden, in samenwerking met TNO en de gemeente Arnhem, een project opgezet om de arbeidstoeleiding van werkloze moeders met kinderen in de leeftijd van nul tot vijf jaar te vergroten. Een training, de zogeheten JOBS-training, vormt een belangrijk onderdeel van dit project. Hiervoor is gekozen gezien de positieve resultaten van JOBS met betrekking tot het vinden van werk bij verschillende groepen werklozen. Centraal in de studie staat de vraag: Hoe effectief is de JOBS-training in het bevorderen van uitstroom naar regulier werk of activering van werkloze vrouwen met kinderen tot vijf jaar? OP de wat langere termijn bezien zien de resultaten van JOBS veelbelovend.
- Published
- 2007
18. Gemeente moet durven ondernemen : sociale economie biedt gemeente kansen
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Beroepsrehabilitatie ,Arbeid door gehandicapten ,Sociale werkplaatsen ,Wet maatschappelijke ondersteuning ,Engeland ,Sociale activering ,Arbeidsparticipatie ,Gemeentelijk beleid ,WMO ,Activerende arbeidsmarktpolitiek ,Nederland ,Belgie ,Sociale werkvoorziening ,Workplace ,Reintegratie ,Bevordering deelname aan arbeidsproces ,Werklozen - Abstract
Met de WWB en de WMO hebben gemeenten de taak om mensen met weinig kansen op de arbeidsmarkt aan een baan te helpen. Dat wordt echter steeds moeilijker. In dit artikel wordt ingegaan op het bevorderen van ondernemerschap in de sociale economie als strategie om zoveel mogelijk mensen actief te laten deelnemen aan de samenleving. Kenmerkend voor sociale economie is het combineren van sociale doelen met een economische doelstelling. In een aantal landen hebben overheden, sociale partners en organisaties uit het sociale middenveld afspraken gemaakt om het concept van de sociale economie verder in te vullen. De sociale werkvoorziening is van oudsher een belangrijke speler op dit terrein, maar zij bedient niet alle groepen die moeilijk aan werk komen. Andere spelers (in opkomst) zijn de sociale ondernemingen, ook wel bedrijven met een dubbele doelstelling of sociale firma's genoemd. De auteurs kijken wat dit betreft jaloers naar België, omdat zij op het terrein van sociale economie een landelijk beleid inclusief een minister hebben. Omgekeerd zijn de Belgen jaloers op de verantwoordelijkheden en ruimte die de Nederlandse gemeenten hebben. In het artikel wordt ook het project "Driekant ambachtscentrum BV" in Zutphen besproken. Het gaat hierbij om een biologische bakkerij met een winkel en een lunchcafé in het centrum van Zutphen. Het bedrijf biedt leerwerkplekken voor 20 tot 25 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit Sociaal Bestek, 2006,nr.2.
- Published
- 2006
19. Na rechten, plichten en verzakelijking: ruimte voor persoonlijke benadering in Almelo
- Subjects
Overijssel ,Wet sociale werkvoorziening ,Algemene bijstandswet ,Gemeentelijke sociale dienst ,ABW ,Sociale werkplaatsen ,GSD ,Clienten ,Interviews ,Werkloosheidsbestrijding ,Arbeidsparticipatie ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Gemeentelijk beleid ,WSW ,Nederland ,Sociale werkvoorziening ,Klanten ,Werklozen - Abstract
In het maartnummer 2005 van het Maandblad reïntegratie werd een impressie gegeven van de wijze waarop de gemeente Almelo vorm geeft aan de uitvoering van de Wet werk en bijstand. Ook in Almelo is invulling gegeven aan het uitgangspunt "werk boven uitkering" en dat die uitkering als een tijdelijke voorziening beschouwd moet worden. Bijzonder is dat de gemeente Almelo daarbij heeft besloten om zoveel mogelijk van de op werk gerichte activiteiten in eigen beheer uit te voeren. Daartoe heeft zij het reïntegratiebedrijf Convince opgericht. Om beter uitvoering te kunnen geven aan de WWB worden, onder de titel "Arbeidsmarktoffensief", diverse initiatieven genomen. In een gesprek met Jeroen Spruit, teamleider Economie, Werk en Beleid van de gemeente Almelo, komt de huidige stand van zaken aan de orde. Men zal eens goed gaan kijken naar de caseload van de consulenten en zal hun vaardigheden verder gaan ontwikkelen. Immers de persoonlijke benadering vraagt een andere rol van de consulent. De consulent wordt meer een coach die de klant stimuleert. Daarnaast is er de modernisering van de WSW. Die biedt de gemeente ruimte om het SW-bedrijf te benutten als een mensontwikkelbedrijf dat niet alleen de WSW-er, maar ook de WWB-er bedient.
- Published
- 2006
20. De kracht van onafhankelijk advies : eindrapportage monitoring en evaluatie Arbeidsadviseur: periode januari 2005 tot en met juni 2006
- Author
-
Fermin, B.M.F., Brenninkmeijer, V., Braat, A., Bavel, H.W.M. van, and TNO Kwaliteit van Leven
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Beroepsrehabilitatie ,Veilig en Gezond Werken ,SUWI ,Arbeidsbureaus ,CWI ,Clienten ,Raden voor de arbeidsmarkt ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,één-loket-model ,SWI ,GAB ,Workplace ,Reintegratie ,Documentaire informatie ,Klanten ,Arbeidsbemiddeling ,Werklozen - Abstract
Naar aanleiding van een advies van de Landelijke Cliëntenraad (LCR) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is per 1 juli 2004 een nieuwe functie ingevoerd binnen de keten van werk en inkomen: de arbeidsadviseur. Dit is een onafhankelijke adviseur die op vrijwillige basis informatie en advies verstrekt aan werkzoekenden met vragen over werk en re-integratie. De functie is vooralsnog ingevoerd voor een periode van twee jaar, onder verantwoordelijkheid van een stuurgroep waarin CWI, UWV, Divosa en LCR zijn vertegenwoordigd. De vestigingsmanagers van de CWI's waar de arbeidsadviseurs zijn gehuisvest, veelal in een bedrijfsverzamelgebouw, zijn de functioneel leidinggevenden. Aan de onderzoeksbureaus is gevraagd om gedurende de projectperiode van de arbeidsadviseur de ontwikkelingen en bevindingen te monitoren met als doel de functie na twee jaar te evalueren. De kernvraag van deze eindevaluatie luidt dan ook: wat is de toegevoegde waarde van de arbeidsadviseur in de ketendienstverlening? Grosso modo wordt geconcludeerd dat bij de arbeidsadviseurs sprake is van een toegevoegde waarde. Er wordt dan ook voor gepleit om deze functie te continueren.
- Published
- 2006
21. Geloof in eigen kunnen: het effect van JOBS, een groepsinterventie voor werklozen
- Subjects
Attitude ,Arbeidsparticipatie ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Gedrag ,Nederland ,Arbeidsmarktpositie ,Sociale betrekkingen ,Werklozen - Abstract
In dit onderzoek staat de JOBS-training centraal. Dit betreft een groepstraining gericht op de reïntegratie van werklozen (Vinokur, Van Ryn, Gramlich & Price, 1991) door middel van het verhogen van de zelfeffectiviteit van de deelnemers. Eerst is er een theoretische vergelijking gemaakt tussen de vier bronnen van zelfeffectiviteit (Bandura, 1977) en de componenten van JOBS. Vervolgens is in een longitudinale studie onder 281 JOBS-deelnemers het effect van JOBS op de zelfeffectiviteit getoetst. Deze studie laat zien dat de JOBS-training inderdaad leidt tot een stijging van de zelfeffectiviteit op de korte en lange termijn (na één en zes maanden). De stijging op de korte termijn was sterker aanwezig bij vrouwen. De stijging in zelfeffectiviteit bleek niet samen te hangen met het vinden van werk, maar het absolute niveau van zelfeffectiviteit wel.
- Published
- 2006
22. Evaluatie SUWI 2006, perceel 2: Werk boven uitkering : 'Er is veel bereikt, maar er moet nog veel gebeuren'
- Author
-
Wevers, C.W.J., Besseling, J.J.M., Dhondt, S., Fermin, B.M.F., Genabeek, J. van, Braat, A., Brouwer, P., Hazelzet, A.M., Paagman, H.R., Piek, W.S.M., Sanders, J.M.A.F., Schoone, A.D., Wolk, J. van der, Wuite, L.D., Zwinkels, W.S., and TNO Kwaliteit van Leven
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Sociale verzekeringsbank ,Beroepsrehabilitatie ,SUWI ,Arbeidsproductiviteit ,CWI ,Raden van arbeid ,Efficiency ,Clienten ,Uitvoeringsorganen sociale verzekeringen ,UWV ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,één-loket-model ,SWI ,Ergonomics ,UVI ,Reintegratie ,Klanten ,Werklozen - Abstract
Perceel 2 van de evaluatie SUWI 2006 heeft de beoordeling van twee hoofddoelen van de Wet SUWI tot onderwerp: "Werk boven uitkering" en "De klant centraal". Het onderzoek beoogt duidelijkheid te verschaffen over de Wet SUWI en de uitvoering ervan door de SUWI-organisaties aan de realisatie van de 2 hoofddoelen. Bij het realiseren van 'Werk boven uitkering" gaat het om het beperken van de instroom (preventie); het bevorderen van de reïntegratie én het bevorderen van een tijdige en juiste uitkeringsverstrekking. Met betrekking tot beide hoofddoelen heeft de opdrachtgever verschillende evaluatiebehoeften vastgesteld. Deze zijn te herleiden tot 3 centrale vragen: in hoeverre zijn "Werk boven uitkering" en "De klant centraal" gerealiseerd; in hoeverre hebben de wijzigingen in de uitvoeringsstructuur bijgedragen aan het realiseren van beide SUWI-doelen én in hoeverre zijn de SUWI-organisaties erin geslaagd om de uitvoering van belangrijke wets- en beleidswijzigingen te regelen? Daarnaast dient dit evaluatie-onderzoek inzicht te geven in de knelpunten bij het realiseren van de hoofddoelen. Het onderzoek start met een historische analyse van onder meer de omstandigheden waaronder de wetgeving tot stand is gekomen, de problemen waarvooreen oplossing gevonden moest worden en de oplossingsrichtingen die de wet zijn meegegeven. Vervolgens worden de rol van SUWI-partners CWI, UWV, Sociale Verzekeringsbank en het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen geëvalueerd.
- Published
- 2006
23. Evaluatie SUWI 2006, perceel 2: Werk boven uitkering : 'Er is veel bereikt, maar er moet nog veel gebeuren'
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Sociale verzekeringsbank ,Beroepsrehabilitatie ,SUWI ,Arbeidsproductiviteit ,CWI ,Raden van arbeid ,Efficiency ,Clienten ,Uitvoeringsorganen sociale verzekeringen ,UWV ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,één-loket-model ,SWI ,Ergonomics ,UVI ,Reintegratie ,Klanten ,Werklozen - Abstract
Perceel 2 van de evaluatie SUWI 2006 heeft de beoordeling van twee hoofddoelen van de Wet SUWI tot onderwerp: "Werk boven uitkering" en "De klant centraal". Het onderzoek beoogt duidelijkheid te verschaffen over de Wet SUWI en de uitvoering ervan door de SUWI-organisaties aan de realisatie van de 2 hoofddoelen. Bij het realiseren van 'Werk boven uitkering" gaat het om het beperken van de instroom (preventie); het bevorderen van de reïntegratie én het bevorderen van een tijdige en juiste uitkeringsverstrekking. Met betrekking tot beide hoofddoelen heeft de opdrachtgever verschillende evaluatiebehoeften vastgesteld. Deze zijn te herleiden tot 3 centrale vragen: in hoeverre zijn "Werk boven uitkering" en "De klant centraal" gerealiseerd; in hoeverre hebben de wijzigingen in de uitvoeringsstructuur bijgedragen aan het realiseren van beide SUWI-doelen én in hoeverre zijn de SUWI-organisaties erin geslaagd om de uitvoering van belangrijke wets- en beleidswijzigingen te regelen? Daarnaast dient dit evaluatie-onderzoek inzicht te geven in de knelpunten bij het realiseren van de hoofddoelen. Het onderzoek start met een historische analyse van onder meer de omstandigheden waaronder de wetgeving tot stand is gekomen, de problemen waarvooreen oplossing gevonden moest worden en de oplossingsrichtingen die de wet zijn meegegeven. Vervolgens worden de rol van SUWI-partners CWI, UWV, Sociale Verzekeringsbank en het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen geëvalueerd.
- Published
- 2006
24. Een webportal voor de empowerment van langdurig werklozen
- Author
-
Cremers, A. and Cremer, R.
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Internet ,Arbeidsmotivatie ,Overijssel ,Beroepsrehabilitatie ,Algemene bijstandswet ,Gemeentelijke sociale dienst ,ABW ,GSD ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Langdurige werkloosheid ,Chronische werkloosheid ,Nederland ,Reintegratie ,Arbeidsattitude ,Werklozen - Abstract
De huidige ICT-systemen die voor de reïntegratie worden gebruikt zijn onvoldoende ingericht om de cliënt een actieve rol te geven in de communicatie met het reïntegratiebedrijf, de uitkerende instantie en eventuele andere partners in de keten. Om deze lacune op te vullen heeft TNO een webportal ontwikkeld: de Zelfhulpportal Reïntegratie. Deze webportal is geëvalueerd in een experiment gericht op de Wet werk en bijstand (WWB-cliënten) bij de gemeente Almelo. De kernvraag bij de ontwikkeling en evaluatie van de Zelfhulpportal Reïntegratie was de navolgende. Hoe kan de zelfhulpportal toegevoegde waarde bieden bij: het verbeteren van de informatievoorziening van gemeenten aan hun bijstandscliënten, hun onderlinge communicatie en het vergroten van de empowerment van cliënten bij het zoeken naar werk? Op termijn valt aan te raden de mogelijkheden van het gebruik van een zelfhulpportal breder te onderzoeken. Hierbij kan gedacht worden aan cliënten van het CWI en het UWV of aan zieke of gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers die in het kader van de Wet verbetering poortwachter op zoek zijn naar nieuw passend werk.
- Published
- 2006
25. Effectieve reïntegratie in Rotterdam
- Author
-
Zwinkels, W., Roelevink, J., Hekelaar, A., and TNO Kwaliteit van Leven
- Subjects
Algemene bijstandswet ,Gemeentelijke sociale dienst ,ABW ,Zuid-Holland ,GSD ,Clienten ,Rijnmondgebied ,Werkloosheidsbestrijding ,Arbeidsparticipatie ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Gemeentelijk beleid ,Uitkeringsgerechtigden ,Nederland ,Workplace ,Klanten ,Niet-actieven ,Werklozen - Abstract
Sinds de invoering van de Wet werk en bijstand (WWB) in 2004 ontvangt elke gemeente een budget in twee delen: het inkomensdeel voor het verstrekken van uitkeringen en het werkdeel voor het aanbieden van reïntegratietrajecten. Overschrijdingen van de budgetten komen primair ten laste van de eigen gemeente. Gezien de geleidelijke reductie van het voor reïntegratie bestemde deel van het budget is het van groot belang dat de inzet van de trajecten bijdraagt aan een vermindering van het aantal bijstandsafhankelijken. Het is dus de hoogste tijd voor gemeenten om hun reïntegratiebeleid kritisch onder de loep te nemen. In het jongste maartnummer van Sociaal bestek besteedden Meihuizen en Van Eekert in hun artikel "Effectiviteitsmeting onbegonnen werk?" aandacht aan het meten van de gemeentelijke effectiviteit. De vraag of effectiviteitsmeting onbegonnen werk is, beantwoorden de auteurs van dit artikel met neen. De gemeente Rotterdam vindt dat effectiviteit leidend moet zijn bij de inzet van reïntegratiemiddelen. Onderzoeksinstituut TNO stelde samen met de sociaal-wetenschappelijke afdeling van de gemeente Rotterdam de effectiviteit vast van de diverse soorten reïntegratietrajecten voor verschillende klantcategorieen. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in het rapport "De juiste klant op het juiste traject: een onderzoek naar de netto-effectiviteit van het Rotterdamse reïntegratiebeleid voor het ontwikkelen van klantprofielen" (Rotterdam/Hoofddorp, 2006). Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit Sociaal Bestek, 2006,nr.2.
- Published
- 2006
26. Een webportal voor de empowerment van langdurig werklozen
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Internet ,Arbeidsmotivatie ,Overijssel ,Beroepsrehabilitatie ,Algemene bijstandswet ,Gemeentelijke sociale dienst ,ABW ,GSD ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Langdurige werkloosheid ,Chronische werkloosheid ,Nederland ,Reintegratie ,Arbeidsattitude ,Werklozen - Abstract
De huidige ICT-systemen die voor de reïntegratie worden gebruikt zijn onvoldoende ingericht om de cliënt een actieve rol te geven in de communicatie met het reïntegratiebedrijf, de uitkerende instantie en eventuele andere partners in de keten. Om deze lacune op te vullen heeft TNO een webportal ontwikkeld: de Zelfhulpportal Reïntegratie. Deze webportal is geëvalueerd in een experiment gericht op de Wet werk en bijstand (WWB-cliënten) bij de gemeente Almelo. De kernvraag bij de ontwikkeling en evaluatie van de Zelfhulpportal Reïntegratie was de navolgende. Hoe kan de zelfhulpportal toegevoegde waarde bieden bij: het verbeteren van de informatievoorziening van gemeenten aan hun bijstandscliënten, hun onderlinge communicatie en het vergroten van de empowerment van cliënten bij het zoeken naar werk? Op termijn valt aan te raden de mogelijkheden van het gebruik van een zelfhulpportal breder te onderzoeken. Hierbij kan gedacht worden aan cliënten van het CWI en het UWV of aan zieke of gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers die in het kader van de Wet verbetering poortwachter op zoek zijn naar nieuw passend werk.
- Published
- 2006
27. De kracht van onafhankelijk advies : eindrapportage monitoring en evaluatie Arbeidsadviseur: periode januari 2005 tot en met juni 2006
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Beroepsrehabilitatie ,Veilig en Gezond Werken ,SUWI ,Arbeidsbureaus ,CWI ,Clienten ,Raden voor de arbeidsmarkt ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,één-loket-model ,SWI ,GAB ,Workplace ,Reintegratie ,Documentaire informatie ,Klanten ,Arbeidsbemiddeling ,Werklozen - Abstract
Naar aanleiding van een advies van de Landelijke Cliëntenraad (LCR) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is per 1 juli 2004 een nieuwe functie ingevoerd binnen de keten van werk en inkomen: de arbeidsadviseur. Dit is een onafhankelijke adviseur die op vrijwillige basis informatie en advies verstrekt aan werkzoekenden met vragen over werk en re-integratie. De functie is vooralsnog ingevoerd voor een periode van twee jaar, onder verantwoordelijkheid van een stuurgroep waarin CWI, UWV, Divosa en LCR zijn vertegenwoordigd. De vestigingsmanagers van de CWI's waar de arbeidsadviseurs zijn gehuisvest, veelal in een bedrijfsverzamelgebouw, zijn de functioneel leidinggevenden. Aan de onderzoeksbureaus is gevraagd om gedurende de projectperiode van de arbeidsadviseur de ontwikkelingen en bevindingen te monitoren met als doel de functie na twee jaar te evalueren. De kernvraag van deze eindevaluatie luidt dan ook: wat is de toegevoegde waarde van de arbeidsadviseur in de ketendienstverlening? Grosso modo wordt geconcludeerd dat bij de arbeidsadviseurs sprake is van een toegevoegde waarde. Er wordt dan ook voor gepleit om deze functie te continueren.
- Published
- 2006
28. Na rechten, plichten en verzakelijking: ruimte voor persoonlijke benadering in Almelo
- Author
-
Cremer, R., Schipper, K., and TNO Kwaliteit van Leven
- Subjects
Overijssel ,Wet sociale werkvoorziening ,Algemene bijstandswet ,Gemeentelijke sociale dienst ,ABW ,Sociale werkplaatsen ,GSD ,Clienten ,Interviews ,Werkloosheidsbestrijding ,Arbeidsparticipatie ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Gemeentelijk beleid ,WSW ,Nederland ,Sociale werkvoorziening ,Klanten ,Werklozen - Abstract
In het maartnummer 2005 van het Maandblad reïntegratie werd een impressie gegeven van de wijze waarop de gemeente Almelo vorm geeft aan de uitvoering van de Wet werk en bijstand. Ook in Almelo is invulling gegeven aan het uitgangspunt "werk boven uitkering" en dat die uitkering als een tijdelijke voorziening beschouwd moet worden. Bijzonder is dat de gemeente Almelo daarbij heeft besloten om zoveel mogelijk van de op werk gerichte activiteiten in eigen beheer uit te voeren. Daartoe heeft zij het reïntegratiebedrijf Convince opgericht. Om beter uitvoering te kunnen geven aan de WWB worden, onder de titel "Arbeidsmarktoffensief", diverse initiatieven genomen. In een gesprek met Jeroen Spruit, teamleider Economie, Werk en Beleid van de gemeente Almelo, komt de huidige stand van zaken aan de orde. Men zal eens goed gaan kijken naar de caseload van de consulenten en zal hun vaardigheden verder gaan ontwikkelen. Immers de persoonlijke benadering vraagt een andere rol van de consulent. De consulent wordt meer een coach die de klant stimuleert. Daarnaast is er de modernisering van de WSW. Die biedt de gemeente ruimte om het SW-bedrijf te benutten als een mensontwikkelbedrijf dat niet alleen de WSW-er, maar ook de WWB-er bedient.
- Published
- 2006
29. Gemeente moet durven ondernemen : sociale economie biedt gemeente kansen
- Author
-
Smit, A., Fermin, B., and TNO Kwaliteit van Leven
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Beroepsrehabilitatie ,Arbeid door gehandicapten ,Sociale werkplaatsen ,Wet maatschappelijke ondersteuning ,Engeland ,Sociale activering ,Arbeidsparticipatie ,Gemeentelijk beleid ,WMO ,Activerende arbeidsmarktpolitiek ,Nederland ,Belgie ,Sociale werkvoorziening ,Workplace ,Reintegratie ,Bevordering deelname aan arbeidsproces ,Werklozen - Abstract
Met de WWB en de WMO hebben gemeenten de taak om mensen met weinig kansen op de arbeidsmarkt aan een baan te helpen. Dat wordt echter steeds moeilijker. In dit artikel wordt ingegaan op het bevorderen van ondernemerschap in de sociale economie als strategie om zoveel mogelijk mensen actief te laten deelnemen aan de samenleving. Kenmerkend voor sociale economie is het combineren van sociale doelen met een economische doelstelling. In een aantal landen hebben overheden, sociale partners en organisaties uit het sociale middenveld afspraken gemaakt om het concept van de sociale economie verder in te vullen. De sociale werkvoorziening is van oudsher een belangrijke speler op dit terrein, maar zij bedient niet alle groepen die moeilijk aan werk komen. Andere spelers (in opkomst) zijn de sociale ondernemingen, ook wel bedrijven met een dubbele doelstelling of sociale firma's genoemd. De auteurs kijken wat dit betreft jaloers naar België, omdat zij op het terrein van sociale economie een landelijk beleid inclusief een minister hebben. Omgekeerd zijn de Belgen jaloers op de verantwoordelijkheden en ruimte die de Nederlandse gemeenten hebben. In het artikel wordt ook het project "Driekant ambachtscentrum BV" in Zutphen besproken. Het gaat hierbij om een biologische bakkerij met een winkel en een lunchcafé in het centrum van Zutphen. Het bedrijf biedt leerwerkplekken voor 20 tot 25 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit Sociaal Bestek, 2006,nr.2.
- Published
- 2006
30. Werking Wet verbetering poortwachter onder vangnetters : eerste cohort en herhaalonderzoek; tweede cohort
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Bonus/malussysteem ,Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering ,WAO-gat ,Beroepsrehabilitatie ,Volumebeleid ,Ziekteverzuimbeleid ,WAO ,Veilig en gezond werken ,Nederland ,Tijdelijke arbeidskrachten ,Workplace ,Reintegratie ,Uitzendarbeidskrachten ,Ziekteverzuimbegeleiding ,Arbeidsongeschikten ,Werklozen - Abstract
Als onderdeel van de evaluatie van de Wet verbetering poortwachter (Wvp) heeft TNO voor het ministerie van SZW een serie onderzoeken uitgevoerd waarin de reïntegratie-inspanningen bij langdurige uitval wegens ziekte centraal staan. Dit betreft twee onderzoeken onder werknemers en drie onderzoeken onder vangnetgevallen (werklozen, uitzendkrachten, overige flexwerkers). Onderhavige publicatie bevat de resultaten van de drie onderzoeken onder de vangnetgevallen. Het eerste onderzoek (eerste cohort vangnetgevallen) is uitgevoerd in 2004 onder vangnetters die zich in de periode 1 augustus 2003 - 31 oktober hadden ziekgemeld en minimaal 13 weken ziek zijn gebleven. Deze vangnetters zijn 7, 8 of 9 maanden na de ziekmelding met een schriftelijke vragenlijst bevraagd over de werkhervatting, het herstel van de gezondheid en de reïntegratie-inspanningen. Het tweede onderzoek (herhaalonderzoek) betreft een herhaalmeting die in 2005 is verricht onder deze vangnetters. Dit onderzoek gaat over hun werkhervatting en de rol daarbij van interventies. Het derde onderzoek (tweede cohort) betreft een vergelijking van de situatie in 2004 (resultaten eerste onderzoek) met die in 2005.
- Published
- 2006
31. Werking Wet verbetering poortwachter onder vangnetters : eerste cohort en herhaalonderzoek; tweede cohort
- Author
-
Ybema, J.F., Evers, M., Lagerveld, S., Berg, R. van den, Vuuren, T. van, and TNO Kwaliteit van Leven
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Bonus/malussysteem ,Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering ,WAO-gat ,Beroepsrehabilitatie ,Volumebeleid ,Ziekteverzuimbeleid ,WAO ,Veilig en gezond werken ,Nederland ,Tijdelijke arbeidskrachten ,Workplace ,Reintegratie ,Uitzendarbeidskrachten ,Ziekteverzuimbegeleiding ,Arbeidsongeschikten ,Werklozen - Abstract
Als onderdeel van de evaluatie van de Wet verbetering poortwachter (Wvp) heeft TNO voor het ministerie van SZW een serie onderzoeken uitgevoerd waarin de reïntegratie-inspanningen bij langdurige uitval wegens ziekte centraal staan. Dit betreft twee onderzoeken onder werknemers en drie onderzoeken onder vangnetgevallen (werklozen, uitzendkrachten, overige flexwerkers). Onderhavige publicatie bevat de resultaten van de drie onderzoeken onder de vangnetgevallen. Het eerste onderzoek (eerste cohort vangnetgevallen) is uitgevoerd in 2004 onder vangnetters die zich in de periode 1 augustus 2003 - 31 oktober hadden ziekgemeld en minimaal 13 weken ziek zijn gebleven. Deze vangnetters zijn 7, 8 of 9 maanden na de ziekmelding met een schriftelijke vragenlijst bevraagd over de werkhervatting, het herstel van de gezondheid en de reïntegratie-inspanningen. Het tweede onderzoek (herhaalonderzoek) betreft een herhaalmeting die in 2005 is verricht onder deze vangnetters. Dit onderzoek gaat over hun werkhervatting en de rol daarbij van interventies. Het derde onderzoek (tweede cohort) betreft een vergelijking van de situatie in 2004 (resultaten eerste onderzoek) met die in 2005.
- Published
- 2006
32. Changes in physical health among participants in a multidisciplinary health programme for long-term unemployed persons
- Author
-
M. Schuring, A.J.J. Voorham, M. Buljac-Samardzic, C.A.E. Schutgens, M. Schuring, A.J.J. Voorham, M. Buljac-Samardzic, and C.A.E. Schutgens
- Abstract
Changes in physical health among participants in a multidisciplinary health programme for long-term unemployed persons
- Published
- 2009
33. Werkgevers over het functioneren en ziekteverzuim van hun (ex)arbeidsongeschikte werknemers
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Sociaal ondernemingsbeleid ,Beroepsrehabilitatie ,Werkgevers ,Arbeidsparticipatie ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Arbeidsongeschiktheid ,Personeelsbeleid ,Statistieken ,Nederland ,Ziekteverzuim ,Workplace ,Reintegratie ,Sociaal verzuim ,Arbeidsongeschikten ,Werklozen - Abstract
Doel van dit onderzoek is bij te dragen aan perspectieven op succesvolle arbeidsreïntegratie voor herbeoordeelde (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten. Om dit doel te bereiken is er behoefte aan een realistisch beeld van de praktijkervaringen van werkgevers met de reïntegratie van deze werknemers. De centrale vraagstelling van dit onderzoek is: Welke feitelijke ervaringen hebben werkgevers die hervatte (ex-)arbeidsongeschikten in dienst hebben (genomen). Na een inleiding en een bespreking van de onderzoeksmethode wordt stilgestaan bij de kenmerken van hervatte (ex-)arbeidsongeschikten, en bij kenmerken van de organisatie en aanpak van reïntegratie. Daarna worden de uitkomsten van werkhervatting weergegeven en worden tips en suggesties voor leidinggevenden beschreven. Vervolgens wordt ingegaan op het Servicecentrum Werkgevers en Reïntegratie. Geconcludeerd wordt onder meer dat werkgevers op grond van hun feitelijke ervaring stellen dat hun hervatte werknemer qua functioneren niet of nauwelijks onderdoet voor andere werknemers op de afdeling. Wat betreft het ziekteverzuim van werknemers oordelen leidinggevenden dat ruim driekwart van de hervatte werknemers minder dan of hoogstens evenveel verzuimt als de gemiddelde werknemers op de afdeling.
- Published
- 2005
34. Profiel arbeid en gezondheid 2005
- Author
-
Ybema, J.F. and Evers, M.
- Subjects
Lichaamshouding ,Ziekteverzuimbeleid ,Lichaamsbeweging ,Werknemers ,Gezondheid ,Ziekteverzuim ,Workplace ,Lifestyle ,Sociaal verzuim ,Arbeid ,Werklozen - Abstract
Het Profiel Arbeid en Gezondheid 2005 beoogt een overzicht te geven van de ontwikkelingen op het gebied van arbeid en gezondheid dat bruikbaar is voor beleidsmakers, werkgevers, werknemers en zorgverleners. Centraal daarbij staat de manier waarop arbeid en gezondheid elkaar wederzijds beïnvloeden. Het Profiel behandelt trends in de gezondheid van werkenden en niet-werkenden in Nederland en gaat daarnaast in op enkele inhoudelijke thema's op het gebied van arbeid en gezondheid. Deze thema's betreffen de verklaring van verschillen in gezondheid tussen werkenden en niet-werkenden, de arbeidsomstandigheden van werkenden met een (chronische) aandoening, de effecten van bedrijfsfitness en de effecten van gezondheidsbeleid van werkgevers. Enkele conclusies uit het rapport zijn; werkenden in de afgelopen jaren meer RSI-klachten hebben gekregen; de gezondheid van werkenden met een aandoening extra kwetsbaar is, terwijl zij relatief slechte arbeidsomstandigheden hebben; goed gezondheidsbeleid van werkgevers (IGM) samenhangt met een lager verzuim.
- Published
- 2005
35. Profiel arbeid en gezondheid 2005
- Subjects
Lichaamshouding ,Ziekteverzuimbeleid ,Lichaamsbeweging ,Werknemers ,Gezondheid ,Ziekteverzuim ,Workplace ,Lifestyle ,Sociaal verzuim ,Arbeid ,Werklozen - Abstract
Het Profiel Arbeid en Gezondheid 2005 beoogt een overzicht te geven van de ontwikkelingen op het gebied van arbeid en gezondheid dat bruikbaar is voor beleidsmakers, werkgevers, werknemers en zorgverleners. Centraal daarbij staat de manier waarop arbeid en gezondheid elkaar wederzijds beïnvloeden. Het Profiel behandelt trends in de gezondheid van werkenden en niet-werkenden in Nederland en gaat daarnaast in op enkele inhoudelijke thema's op het gebied van arbeid en gezondheid. Deze thema's betreffen de verklaring van verschillen in gezondheid tussen werkenden en niet-werkenden, de arbeidsomstandigheden van werkenden met een (chronische) aandoening, de effecten van bedrijfsfitness en de effecten van gezondheidsbeleid van werkgevers. Enkele conclusies uit het rapport zijn; werkenden in de afgelopen jaren meer RSI-klachten hebben gekregen; de gezondheid van werkenden met een aandoening extra kwetsbaar is, terwijl zij relatief slechte arbeidsomstandigheden hebben; goed gezondheidsbeleid van werkgevers (IGM) samenhangt met een lager verzuim.
- Published
- 2005
36. Werkgevers over het functioneren en ziekteverzuim van hun (ex)arbeidsongeschikte werknemers
- Author
-
Vuuren, T. van, Besseling, J., Sanders, J., Bruin, M. de, and TNO Kwaliteit van Leven
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Sociaal ondernemingsbeleid ,Beroepsrehabilitatie ,Werkgevers ,Arbeidsparticipatie ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Arbeidsongeschiktheid ,Personeelsbeleid ,Statistieken ,Nederland ,Ziekteverzuim ,Workplace ,Reintegratie ,Sociaal verzuim ,Arbeidsongeschikten ,Werklozen - Abstract
Doel van dit onderzoek is bij te dragen aan perspectieven op succesvolle arbeidsreïntegratie voor herbeoordeelde (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten. Om dit doel te bereiken is er behoefte aan een realistisch beeld van de praktijkervaringen van werkgevers met de reïntegratie van deze werknemers. De centrale vraagstelling van dit onderzoek is: Welke feitelijke ervaringen hebben werkgevers die hervatte (ex-)arbeidsongeschikten in dienst hebben (genomen). Na een inleiding en een bespreking van de onderzoeksmethode wordt stilgestaan bij de kenmerken van hervatte (ex-)arbeidsongeschikten, en bij kenmerken van de organisatie en aanpak van reïntegratie. Daarna worden de uitkomsten van werkhervatting weergegeven en worden tips en suggesties voor leidinggevenden beschreven. Vervolgens wordt ingegaan op het Servicecentrum Werkgevers en Reïntegratie. Geconcludeerd wordt onder meer dat werkgevers op grond van hun feitelijke ervaring stellen dat hun hervatte werknemer qua functioneren niet of nauwelijks onderdoet voor andere werknemers op de afdeling. Wat betreft het ziekteverzuim van werknemers oordelen leidinggevenden dat ruim driekwart van de hervatte werknemers minder dan of hoogstens evenveel verzuimt als de gemiddelde werknemers op de afdeling.
- Published
- 2005
37. Voorspellende waarde van fasering
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Arbeidsmarkt en arbeidsverhoudingen ,Beroepsrehabilitatie ,Arbeidsparticipatie ,Nederland ,Werkgelegenheid ,UVI ,Arbeidsmarkt ,Workplace ,Reintegratie ,Uitvoeringsorganen sociale verzekeringen ,UWV ,Werklozen - Abstract
Onderzoek gedaan op verzoek van het ministerie van SZW om met behulp van de realisatiecijfers te bekijken hoe groot de voorspellende waarde van de fasering van niet-werkende werkzoekenden is, door middel van een analyse van instroom, fase-indeling en uitstroom, en om kennis te verkirjgen over de realtie tussen fasering en inzet van trajecten. De faseindeling bij het CWI vindt plaats aan de hand van een vragenlijst die de afstand tot de arbeidsmarkt moet schatten. Fase-1-cliënten worden geacht binnen zes maanden zonder actieve ondersteunijng werk te vinden. Cliënten die met behulp van een reïntegratietraject gereïntegreerd kunnen worden krijgen fase Nader Te Beoordelen/Bepalen. Fase 2 geldt voor cliënten die tussen zes maanden en een jaar een baan vinden, fase 3 voor hen bij wie de geschatte periode een jaar bedraagt, fase 4 voor hen voor wie de periode op langer dan een jaar geschat wordt. De voorspellende waarde van de fasering wordt berekend met behulp van de gerealiseerde inschrijvingsduur van werkzoekenden met verschillende fasering. De voorspellende waarde van de fasering wordt voldoende onderscheidend geacht. Voor fase-1-werkzoekenden was de voorspelling voor 64% juist.
- Published
- 2003
38. Weer op de rails! : handreiking duurzame arbeidsinpassing van langdurig werklozen
- Subjects
Sociaal ondernemingsbeleid ,Laaggeschoolde arbeidskrachten ,Personeelswerving ,Werkloosheid ,Werkloosheidsbestrijding ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Langdurige werkloosheid ,Personeelsbeleid ,Chronische werkloosheid ,Ongeschoolde arbeidskrachten ,Nederland ,Ziekteverzuim ,Case studies ,Workplace ,Sociaal verzuim ,Werklozen - Abstract
Veel langdurig werklozen komen aan het werk, terwijl eigenlijk nog sprake is van een zekere afstand tot de arbeidsmarkt. Vaak is er bij deze groep sprake van een combinatie van belemmeringen, zoals weinig opleiding en werkervaring, psychosociale problemen, gebrek aan zelfvertrouwen, onvoldoende taalvaardigheid en fysieke of psychische beperkingen. Veel werkgevers verkijken zich op de extra aandacht die deze werknemers nodig hebben en op de noodzaak van een adequaat personeelsbeleid. De consequenties hiervan zijn hoge uitval, verzuim en WAO-instroom. Dit rapport kan dienen als handleiding voor leidinggevenden, begeleiders en P&O-functionarissen die werk willen maken van de arbeidsinpassing van langdurig werklozen. De nadruk ligt daarbij op werknemers met een zekere afstand tot de arbeidsmarkt. De publicatie berust vooral op de pilotprojecten bij werkgevers met voormalig langdurig werklozen in dienst. De auteurs belichten de verschillende onderdelen van personeelsbeleid die van belang zijn voor een goede arbeidsinpassing van de doelgroep. Aan de orde komen werving en selectie, inwerken, begeleiding, ontwikkeling en doorstroom, communicatie, verzuimbeleid en reïntegratie.
- Published
- 2003
39. Voorspellende waarde van fasering
- Author
-
Vos, E.L. de, Berg, R. van den, Vroome, E.M.M., and TNO Arbeid
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Arbeidsmarkt en arbeidsverhoudingen ,Beroepsrehabilitatie ,Werkgelegenheid ,Uitvoeringsorganen sociale verzekeringen ,UWV ,Arbeidsparticipatie ,Nederland ,UVI ,Arbeidsmarkt ,Workplace ,Reintegratie ,Werklozen - Abstract
Onderzoek gedaan op verzoek van het ministerie van SZW om met behulp van de realisatiecijfers te bekijken hoe groot de voorspellende waarde van de fasering van niet-werkende werkzoekenden is, door middel van een analyse van instroom, fase-indeling en uitstroom, en om kennis te verkirjgen over de realtie tussen fasering en inzet van trajecten. De faseindeling bij het CWI vindt plaats aan de hand van een vragenlijst die de afstand tot de arbeidsmarkt moet schatten. Fase-1-cliënten worden geacht binnen zes maanden zonder actieve ondersteunijng werk te vinden. Cliënten die met behulp van een reïntegratietraject gereïntegreerd kunnen worden krijgen fase Nader Te Beoordelen/Bepalen. Fase 2 geldt voor cliënten die tussen zes maanden en een jaar een baan vinden, fase 3 voor hen bij wie de geschatte periode een jaar bedraagt, fase 4 voor hen voor wie de periode op langer dan een jaar geschat wordt. De voorspellende waarde van de fasering wordt berekend met behulp van de gerealiseerde inschrijvingsduur van werkzoekenden met verschillende fasering. De voorspellende waarde van de fasering wordt voldoende onderscheidend geacht. Voor fase-1-werkzoekenden was de voorspelling voor 64% juist.
- Published
- 2003
40. Steekproef en kader voor onderzoek door de Raad voor Werk en Inkomen
- Subjects
Werkloosheid ,Trajectbemiddeling ,Workplace ,Reintegratie ,Raad voor Werk en Inkomen ,UWV ,Werklozen - Abstract
De Raad voor Werk en Inkomen (RWI) wil beoordelen of de "Sluitende Aanpak" voor werklozen voldoende sluitend is. Daarom wordt gebruik gemaakt van een a-selecte gestratificeerde steekproef uit de bestanden van het UWV. Doel van de RWI is om dossiers van personen te selecteren die nieuw werkloos zijn geworden in de periode van januari 2001 tot en met maart 2001. Deze personen zullen in de loop der tijd worden gevolgd. TNO Arbeid heeft de steekproef getrokken. De RWI wil tevens inzicht krijgen in het steekproefkader en de daarbij gebruikte bestanden en in de dynamiek van in- en uitstroom van de doelgroep Sluitende Aanpak. Zij verzocht daarom aan TNO Arbeid om voor het eerste cohort dat in 2001 instroomde in de WW, een beperkte analyse uit te voeren op het gekoppelde UWV- en CWI-bestand. In dit rapport worden alleen de resultaten vermeld in verband met de beschrijving van het steekproefkader. Uit de analyses in het kader van de steekproeftrekking en andere recent gestarte analyses blijkt dat de bronbestanden van het CWI en het UWV goed geschikt zijn voor het trekken van een betrouwbare steekproef, en dat geldt met name voor het bestand van het UWV GAK in genoemde periode.
- Published
- 2003
41. Weer op de rails! : handreiking duurzame arbeidsinpassing van langdurig werklozen
- Author
-
Smit, A.A., Andriessen, S., and TNO Arbeid
- Subjects
Sociaal ondernemingsbeleid ,Laaggeschoolde arbeidskrachten ,Personeelswerving ,Werkloosheid ,Werkloosheidsbestrijding ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Langdurige werkloosheid ,Personeelsbeleid ,Chronische werkloosheid ,Ongeschoolde arbeidskrachten ,Nederland ,Ziekteverzuim ,Case studies ,Workplace ,Sociaal verzuim ,Werklozen - Abstract
Veel langdurig werklozen komen aan het werk, terwijl eigenlijk nog sprake is van een zekere afstand tot de arbeidsmarkt. Vaak is er bij deze groep sprake van een combinatie van belemmeringen, zoals weinig opleiding en werkervaring, psychosociale problemen, gebrek aan zelfvertrouwen, onvoldoende taalvaardigheid en fysieke of psychische beperkingen. Veel werkgevers verkijken zich op de extra aandacht die deze werknemers nodig hebben en op de noodzaak van een adequaat personeelsbeleid. De consequenties hiervan zijn hoge uitval, verzuim en WAO-instroom. Dit rapport kan dienen als handleiding voor leidinggevenden, begeleiders en P&O-functionarissen die werk willen maken van de arbeidsinpassing van langdurig werklozen. De nadruk ligt daarbij op werknemers met een zekere afstand tot de arbeidsmarkt. De publicatie berust vooral op de pilotprojecten bij werkgevers met voormalig langdurig werklozen in dienst. De auteurs belichten de verschillende onderdelen van personeelsbeleid die van belang zijn voor een goede arbeidsinpassing van de doelgroep. Aan de orde komen werving en selectie, inwerken, begeleiding, ontwikkeling en doorstroom, communicatie, verzuimbeleid en reïntegratie.
- Published
- 2003
42. Steekproef en kader voor onderzoek door de Raad voor Werk en Inkomen
- Author
-
Vos, E.L. de, Berg, R. van den, and TNO Arbeid
- Subjects
Werkloosheid ,Trajectbemiddeling ,Workplace ,Reintegratie ,Raad voor Werk en Inkomen ,UWV ,Werklozen - Abstract
De Raad voor Werk en Inkomen (RWI) wil beoordelen of de "Sluitende Aanpak" voor werklozen voldoende sluitend is. Daarom wordt gebruik gemaakt van een a-selecte gestratificeerde steekproef uit de bestanden van het UWV. Doel van de RWI is om dossiers van personen te selecteren die nieuw werkloos zijn geworden in de periode van januari 2001 tot en met maart 2001. Deze personen zullen in de loop der tijd worden gevolgd. TNO Arbeid heeft de steekproef getrokken. De RWI wil tevens inzicht krijgen in het steekproefkader en de daarbij gebruikte bestanden en in de dynamiek van in- en uitstroom van de doelgroep Sluitende Aanpak. Zij verzocht daarom aan TNO Arbeid om voor het eerste cohort dat in 2001 instroomde in de WW, een beperkte analyse uit te voeren op het gekoppelde UWV- en CWI-bestand. In dit rapport worden alleen de resultaten vermeld in verband met de beschrijving van het steekproefkader. Uit de analyses in het kader van de steekproeftrekking en andere recent gestarte analyses blijkt dat de bronbestanden van het CWI en het UWV goed geschikt zijn voor het trekken van een betrouwbare steekproef, en dat geldt met name voor het bestand van het UWV GAK in genoemde periode.
- Published
- 2003
43. Duurzame arbeidsinpassing gaat niet vanzelf
- Author
-
Smit, A.
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Sociaal ondernemingsbeleid ,Beroepsrehabilitatie ,Additionele arbeid ,Ontslag ,Creatie van arbeidsplaatsen ,Werkloosheid ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Langdurige werkloosheid ,Personeelsbeleid ,Chronische werkloosheid ,Ziekteverzuimbeleid ,Nederland ,Workplace ,Reintegratie ,Werklozen - Abstract
Veel werklozen die een gesubsidieerde of reguliere baan vinden, komen terecht bij een werkgever die niet veel tijd heeft voor intensieve begeleiding. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn. Maar de laatste jaren gaan er steeds vaker werklozen met een behoorlijke afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk. Als deze mensen psychosociale problemen hebben, niet goed worden ingewerkt en onder slechte omstandigheden moeten werken, dreigt het gevaar van uitval en verzuim. Veel werkgevers hebben hierop geen adequaat antwoord. In dit artikel wordt ingegaan op een (nog lopend) onderzoek van TNO Arbeid naar deze problematiek. Doel van het project is het gangbare HRM-beleid toe te spitsen op de "ongeschoolde en laaggeschoolde kwetsbare werknemer" en door middel van een praktische handreiking werkgevers te stimuleren meer te investeren in deze doelgroep. Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit Sociaal Bestek, 2002,nr.7-8.
- Published
- 2002
44. Duurzame arbeidsinpassing gaat niet vanzelf
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Sociaal ondernemingsbeleid ,Beroepsrehabilitatie ,Additionele arbeid ,Ontslag ,Creatie van arbeidsplaatsen ,Werkloosheid ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Langdurige werkloosheid ,Personeelsbeleid ,Chronische werkloosheid ,Ziekteverzuimbeleid ,Nederland ,Workplace ,Reintegratie ,Werklozen - Abstract
Veel werklozen die een gesubsidieerde of reguliere baan vinden, komen terecht bij een werkgever die niet veel tijd heeft voor intensieve begeleiding. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn. Maar de laatste jaren gaan er steeds vaker werklozen met een behoorlijke afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk. Als deze mensen psychosociale problemen hebben, niet goed worden ingewerkt en onder slechte omstandigheden moeten werken, dreigt het gevaar van uitval en verzuim. Veel werkgevers hebben hierop geen adequaat antwoord. In dit artikel wordt ingegaan op een (nog lopend) onderzoek van TNO Arbeid naar deze problematiek. Doel van het project is het gangbare HRM-beleid toe te spitsen op de "ongeschoolde en laaggeschoolde kwetsbare werknemer" en door middel van een praktische handreiking werkgevers te stimuleren meer te investeren in deze doelgroep. Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit Sociaal Bestek, 2002,nr.7-8.
- Published
- 2002
45. Inzicht in ketenspecifieke succes- en faalfactoren, toegepast op de reïntegratieketen voor (ontslag) werklozen
- Author
-
Achten, B.P.T., Besseling, J.J.M., Fermin, B.M.F., and TNO Arbeid
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Beroepsrehabilitatie ,Administratieve automatisering ,Sociale zekerheid ,Ontslag ,Modellenonderzoek ,Workplace ,Reintegratie ,Sociale verzekeringen ,Werklozen ,Wetgeving - Abstract
In het kader van het doelfinancieringsprogramma ICT & sociaal beleid heeft TNO Arbeid de ketenstructuur van de nieuwe uitvoeringsopzet voor de sociale zekerheid (SUWI) theoretisch verkend vanuit een bestuurskundig perspectief. In dit onderzoeksrapport wordt nader ingegaan op enkele succes- en faalfactoren voor samenwerking binnen een ketenstructuur en wordt beschreven in hoeverre deze factoren zijn terug te vinden in de SUWI-beleidsnota's over de reïntegratieketen van (ontslag)werklozen. Het concept van ketens is een besturingsvorm die in het bedrijfsleven al geruime ingezet wordt als antwoord op de vraag naar kwalitatief hoogwaardige diensten en producten in een tijd die wordt gekenmerkt door een toenemende professionalisering, globalisering en informatisering. Gedreven door een organisatieoverstijgend doel voert elke partij in een keten die taken uit waarin zij het beste is om uiteindelijk gezamenlijk aan de hoge eisen van de klant tegemoet te kunnen komen. De laatste jaren doet het bedrijfsmatige ketenconcept ook voorzichtig haar intrede in het publieke domein.
- Published
- 2002
46. Inzicht in ketenspecifieke succes- en faalfactoren, toegepast op de reïntegratieketen voor (ontslag) werklozen
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Beroepsrehabilitatie ,Administratieve automatisering ,Sociale zekerheid ,Ontslag ,Modellenonderzoek ,Workplace ,Reintegratie ,Sociale verzekeringen ,Werklozen ,Wetgeving - Abstract
In het kader van het doelfinancieringsprogramma ICT & sociaal beleid heeft TNO Arbeid de ketenstructuur van de nieuwe uitvoeringsopzet voor de sociale zekerheid (SUWI) theoretisch verkend vanuit een bestuurskundig perspectief. In dit onderzoeksrapport wordt nader ingegaan op enkele succes- en faalfactoren voor samenwerking binnen een ketenstructuur en wordt beschreven in hoeverre deze factoren zijn terug te vinden in de SUWI-beleidsnota's over de reïntegratieketen van (ontslag)werklozen. Het concept van ketens is een besturingsvorm die in het bedrijfsleven al geruime ingezet wordt als antwoord op de vraag naar kwalitatief hoogwaardige diensten en producten in een tijd die wordt gekenmerkt door een toenemende professionalisering, globalisering en informatisering. Gedreven door een organisatieoverstijgend doel voert elke partij in een keten die taken uit waarin zij het beste is om uiteindelijk gezamenlijk aan de hoge eisen van de klant tegemoet te kunnen komen. De laatste jaren doet het bedrijfsmatige ketenconcept ook voorzichtig haar intrede in het publieke domein.
- Published
- 2002
47. Bemiddelingsproblematiek of problematiek van de zeer moeilijk bemiddelbaren : een zoektocht naar kritische variabelen
- Subjects
Sociale activering ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Arbeidsongeschiktheid ,Activerende arbeidsmarktpolitiek ,Nederland ,Workplace ,Arbeidsbemiddeling ,Werklozen - Abstract
In deze studie, gebaseerd op literatuuronderzoek en veldstudie, in het kader van het SZW-TNO meerjaren onderzoeksprogramma is antwoord gezocht op de volgende algemene vraag: welke verklarende factoren zijn er voor de problematiek van de zeer moeilijk bemiddelbare groep werklozen? Bij het zoeken naar antwoorden op deze vraag wordt onderscheid gemaakt tussen attitude kenmerken van de cliënt, kenmerken van het proces zelf en werkwijze van de professional. Uit de analyse moet duidelijk worden welk advies gegeven kan worden om de gesignaleerde problemen te verhelpen en voorkomen. Uitgaande van ervaringen en opvattingen van professionals bij het werken met de doelgroep wordt gezocht naar 'best practice' voorbeelden. Synthese van problematische ervaringen en goed werkende procedures vormen de basis voor aanbevelingen over hoe het beter kan.
- Published
- 2000
48. Bemiddelingsproblematiek of problematiek van de zeer moeilijk bemiddelbaren : een zoektocht naar kritische variabelen
- Author
-
Cremer, R., Tijken, J.H., and TNO Arbeid
- Subjects
Sociale activering ,Trajectbemiddeling reintegratie werklozen ,Arbeidsongeschiktheid ,Activerende arbeidsmarktpolitiek ,Nederland ,Workplace ,Arbeidsbemiddeling ,Werklozen - Abstract
In deze studie, gebaseerd op literatuuronderzoek en veldstudie, in het kader van het SZW-TNO meerjaren onderzoeksprogramma is antwoord gezocht op de volgende algemene vraag: welke verklarende factoren zijn er voor de problematiek van de zeer moeilijk bemiddelbare groep werklozen? Bij het zoeken naar antwoorden op deze vraag wordt onderscheid gemaakt tussen attitude kenmerken van de cliënt, kenmerken van het proces zelf en werkwijze van de professional. Uit de analyse moet duidelijk worden welk advies gegeven kan worden om de gesignaleerde problemen te verhelpen en voorkomen. Uitgaande van ervaringen en opvattingen van professionals bij het werken met de doelgroep wordt gezocht naar 'best practice' voorbeelden. Synthese van problematische ervaringen en goed werkende procedures vormen de basis voor aanbevelingen over hoe het beter kan.
- Published
- 2000
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.