Search

Risico tijdens CATT op overdracht van Xanthomonas zeer gering De belangrijkste conclusie uit het onderzoek naar de overdracht van Xanthomonas van plant naar plant tijdens CATT is dat dit risico uitermate klein is. Bij latent geïnfecteerd plantmateriaal werden geen aanwijzingen gevonden voor de verspreiding van Xanthomonas tijdens CATT. Dit suggereert dat in een partij zonder symptomatische planten het risico op verspreiding van Xanthomonas nagenoeg afwezig is. Werd zwaar besmet symptomatisch plantmateriaal blootgesteld aan CATT dan werd af en toe met de Bio-TaqMan een aanwijzing voor besmetting van doelplanten gevonden. Dit leidde overigens in geen van deze gevallen tot het daadwerkelijk isoleren van de Xanthomonas bacterie. Ook werd geen symptoomontwikkeling in de doelplanten waargenomen, nadat deze waren uitgeplant en nageteeld. Dit geeft aan dat hoewel verspreiding tijdens CATT niet geheel uit te sluiten is, het risico van infectie van Xanthomonas-vrije planten zeer klein is.

In 2012 zijn 16 partijtjes aardbeiplanten van verschillende rassen, herkomst en planttypen behandeld volgens de standaardmethode bij 35 °C en de nieuwe methode: korter behandelen gedurende 40 uur en de temperatuur in de 2e fase opvoeren naar 40 °C. Na behandeling en een korte opslagperiode zijn de partijtjes incl. onbehandeld op 8 mei 2012 uitgeplant. De nieuwe CATT behandeling bleek even succesvol te zijn als de standaardmethode. Er werden geen verschillen tussen de rassen (Darselect, Elsanta, Figaro, Korona, Sonata, Symphony en Honeoye) vastgesteld. In een sub-proef is gebleken dat het tijdstip van een CATT behandeling flexibel, ook direct na laat rooien in januari, kan worden uitgevoerd. Vastgesteld is dat de enkele, na een aangepaste CATT behandeling, nog in de (moeder)planten aanwezige wortelknobbelaaltjes niet voldoende vitaal zijn om tot reproductie en vermeerdering te komen, zelfs niet na een groeiseizoen. Ook de dochterplanten bleven na de aangepaste CATT behandeling vrij van besmetting.

Aanpassingen van de samenstelling van lucht in combinatie met hoge temperatuur inzetten tegen fytosanitaire problemen als aaltjes. PPO Boomkwekerij en Food & Biobased Research van WUR onderzochten hiervan de mogelijkheden. De eerste resultaten bieden perspectief.

Een aangepaste CATT van aardbeiplanten tegen aardbeimijt blijkt ook werkzaam te zijn tegen de plantparasitaire aaltjes Pratylenchus penetrans en Meloidogyne hapla. Een mooie meevaller voor gezond uitgangsmateriaal.

In de vermeerdering van aardbeiplanten, maar ook in de productieteelt van aardbeien kunnen plant parasitaire nematoden veel schade veroorzaken. Met schoon uitgangsmateriaal op aaltjesvrije grond wordt populatieopbouw voorkomen en inzet van chemische grondontsmettingsmiddelen sterk gereduceerd. Een aangepaste CATT (Controlled Atmosphere Temperature Treatment) behandeling tegen aardbeimijt blijkt ook werkzaam te zijn tegen de plantparasitaire aaltjes P. penetrans en M. hapla. De vraag is of door een geoptimaliseerde CATT behandeling besmet plantmateriaal voldoende vrij kan worden gemaakt van deze nematoden.

Voor de ontsmetting van aardbei(moeder)planten voor vermeerdering werden in het verleden de planten begast met methylbromide. Vanaf 2008 is deze toepassing definitief verleden tijd. De laatste jaren is met veel inzet gezocht naar alternatieve bestrijdingsmethoden. Hierbij is de nadruk gelegd op methoden zonder gebruik van chemische middelen. Dit is gedaan om een duurzame oplossing te vinden die zonder lange toelatingsprocedures meteen kan worden toegepast. Een alternatief in de vorm van een CA warmtebehandeling is nu voor de praktijk beschikbaar. De nieuwe methode wordt door de plantenkwekers kritisch gevolgd en op praktische toepassing beoordeeld.

Projectnummer: V06/909.

Ontwikkeling van schilvlekjes op Elstar van december tot en met februari en praktijkervaringen met SmartFresh

Dit is het eerste seizoen dat SmartFreshTM grootschalig werd toegepast op met name Elstar en Jonagold in Nederland. De praktijkintroductie werd begeleid met onderzoek door Agrotechnology & Food Innovations (A&F). Resultaten van dit onderzoek dat deels in de praktijk werd uitgevoerd, worden hier gepresenteerd

Biologische bestrijding van bewaarrot bij Elstar. Gegevens in bijgaande figuren: 1) De invloed van een behandeling in de boomgaard met een plantversterker vier en twee weken vòòr de pluk op het percentage blos bij een eerste pluk van Elstar in vergelijking met de controle op vier percelen, en als gemiddelde; 2) Percentage rot bij uitslag na zeven maanden bewaring in de eerste en tweede pluk Elstar van één herkomst in de onbehandelde partijen in verschillende combinaties van tijdsduur (minuten) en temperatuur (°C); 3) De invloed van een behandeling met antagonist PBGY1 in de boomgaard (Abg, twee en vier weken vòòr pluk), na de oogst (Ano, dompeling) en als combinatie van beide (Abg+Ano) op het percentage rot bij Elstar van vier percelen bij uitslag na zeven maanden bewaring; 4) Aanpak van de proeven in 2001/02 en 2002/03

Optimale bewaaradviezen voor de belangrijkste appel- en perenrassen in het seizoen 2003/04

PPO-fruit en ATO onderzochten een aantal methoden om bewaarproblemen bij biologische appelen aan te pakken: rot door schimmels en verlies van vruchtkwaliteit als gevolg van verruwing en vochtverlies. De maatregelen betroffen behandeling met heet water, warme lucht, antagonisten (bezetten de voor schimmels beschikbare plaats), plantversterkers, calciumchloride (wwerstandverhogend) en plantaardige olieën (schimmelonderdrukkend. Bij Elstar lijkt de heetwatermethode een duidelijke reductie te kunnen geven van de bewaarverliezen.

Effect van Dynamic Control System (DCS) op de hardheid, grondkleur, bewaarduur en reductie van schilvlekjes van Elstar. De investeringskosten van DCS per kilogram bewaard product worden in een kader aangegeven. Gegevens in bijgaande figuren: 1) Hardheid Elstar na ULO- en DCS-bewaring; 2) Percentage schilvlekjes na DCS-bewaring in vergelijking met ULO-bewaring (maart 2002)

Bewaaradviezen hardfruit seizoen 2002/2003. Gegevens in bijgaande tabel: bewaarcondities met betrekking tot temperatuur, zuurstof- en CO2-gehalte voor appel en peer

Vochtverlies een van de oorzaken van taaie nekken bij Conference. Onderzoek is gedaan naar factoren die vochtverlies beïnvloeden van peren na de oogst

Mucopolysaccharides derived from the husk of psyllium (Plantago ovata) have properties beneficial for wound cleansing and wound healing. Recent studies indicate that these mucopolysaccharides also limit scar formation. Our in vitro and in vivo studies aimed to investigate the mechanisms involved, e.g., fluid absorption, bacterial adherence and in vitro stimulatory effects on macrophages, which are pivotal in wound healing. The mucopolysaccharides contained in a sachet (Askina Cavity) or in a hydrocolloid mixture (Askina Hydro) were found to have a gradual and sustained absorbency over a period of 7 days, amounting to 4-6 times their weight in water. The swelling index was 9 mm after 312 h. Adherence of wound bacteria to the mucopolysaccharides started after 2 h and was more pronounced after 3 h. Semiquantitative measurements of bacterial adherence used centrifugation and subsequent optical density determinations of supernatant. These confirmed the strong adherence potential of psyllium particles. Lactic acid dehydrogenase staining of pretreated cultured human skin explants did not reveal toxicity of the mucopolysaccharides derived from psyllium husk. Langerhans' cell migration from the epidermis was negligible and interleukin-1 beta expression in the explants was not significant, supporting the very low allergenic potential of psyllium. The characteristics of mucopolysaccharide granulate derived from psyllium husk in Askina Cavity and Askina Hydro related to fluid absorption, bacterial adherence, biocompatibility, stimulation of macrophages, irritancy response and allergenicity showed an optimal profile, supporting the good clinical performance of wound healing products containing psyllium husk.

Invloed van cultuurmaatregelen, bewaaromstandigheden en verpakking ('Modified Atmosphere') op hardheid en smaak van Cox's appelen

Over de voordelen van de nieuwe bewaarmethode Dynamic Control System (DCS) bij Jonagold

Resultaten van een inventariserend onderzoek naar het verminderen van het ccc-gealte met behulp van een zogenaamde heatschock-behandeling