Search

In 2021, the EU Commission announced it intends to phase out stalls for sows after weaning and in early pregnancy by 2027. The announcement was part of the Commission’s response to the European Citizens’ Initiative “End the Cage Age” launched in 2018, which joined over 170 organizations and gained over 1.6. million signatures calling for a ban on crating farmed animals in the EU (www.endthecageage.eu). At the present time, EU regulations still allow sow stalls from weaning until four weeks after service (see Council Directive 2008/120/EC, Article 3, Point 4.). A change of existing EU animal welfare legislation will most likely further reduce the possibility for farmers to use sow stalls, thus relying more on alternatives to sow stalls, also during early pregnancy. However, group-housing at this reproductive stage harbours risk, such as injuries or reproductive failure due to agonistic and oestrus behaviours (e.g. mounting). This review addresses important events from weaning, oestrus and implantation in the sow’s reproductive cycle and provides measures to reduce the risks associated with group-housing. The review ends with a compilation of examples of group-housing systems for sows after weaning and in early pregnancy.

Larger organic farrowing pens with more opportunities to perform nest building and maternal behaviour are a potential way for better care for the piglets. Behaviour and performance of 60 sows and litters was studied on a commercial organic pig farm during 1.5 years in farrowing pens of 8 or 24m². Video footage was recorded from 24 h before birth of the first piglet until 72 h after birth of the last piglet. Activity and postural changes of the sows, piglets and position of the nest were scored by scan sampling. The results showed more nest building behaviour and lower piglet mortality in larger pens, but without a difference in prepartum activity or risky postural changes postpartum. This outcome suggests that it might be beneficial to provide organic sows more space around farrowing.

Deze brochure is bedoeld voor varkenshouders. Er wordt ingegaan op de vereiste eigenschappen en juiste wijze van aanbieden van hokverrijking. Die kennis stelt een varkenshouder in staat op een onderbouwde manier zelf keuzes te maken voor effectieve hokverrijking, die past in de bedrijfsvoering, maar ook voldoet aan de wettelijke norm.

Biologisch opgefokte gelten zijn socialer en spenen meer en zwaardere biggen dan gangbaar opgefokte gelten. Biggen die al in de zoogperiode een stukje weide krijgen als uitloop hebben na het spenen sneller diarree, maar doen het tot 25 kg beter dan biggen zonder weidegang. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit de allerlaatste proef van 50 jaar onderzoek op het varkensproefbedrijf in Raalte.

De Star+-stal werd tweeënhalf jaar geleden in gebruik genomen op het Varkens Innovatie Centrum Sterksel. Het lig- en mestgedrag van de vleesvarkens werd gedurende zes ronden gevolgd. Uit het onderzoek blijkt dat varkens vooral binnen op de dichte vloer liggen en in de uitloop op de roostervloer mesten. De dichte vloer werd aanvankelijk bevuild. Dit werd teruggedrongen door de drinkbakjes in de uitloop te plaatsen, te kiezen voor composietroosters en door de dichte vloer te laten meegroeien met de dieren.

Group housing of gestating sows is currently replacing individual housing systems around the world. Modern group housing systems allow performance in groups to be equal to that in individual housing systems. A crucial element in the success of a housing system is the way in which it deals with social (aggressive) interactions of the animals: sows will fight to ascertain their position in the group, or to get access to resources. This is normal sow behaviour, but management, feeder design and pen layout can help to avoid potential negative consequences such as injury, reduction in welfare and loss of production. Applied research has identified several elements of successful management of group housing systems. It appears that mixing unfamiliar animals during weeks 2-4 of pregnancy should be avoided. Sows should have sufficient space to be able to avoid each other or to flee from aggression, particularly shortly after unfamiliar animals are introduced. The size of the group seems less relevant, but it is advisable to house first and second parity sows separate from older parity sows. Presence of a (vasectomised) boar in the group may help to reduce aggression among the sows. Finally, gilts can be taught to deal with social interactions in an adequate way, or can be familiarised with the group they are about to enter. Both approaches will reduce the impact of social interactions at introduction into the group. The design and type of feeder have a great impact on aggression over access to food. Sequential and consecutive feeding systems are used and can both be effective. Important elements are the level of protection from other sows during feeding, and the degree to which dominant sows can steal food from subordinates. Feeding level can also affect aggression: restricted feeding promotes activity level and social interactions near the feeder. Finally, the layout of the pen should allow for separate feeding, sleeping and defecating areas. In addition, climate control to avoid overheating and presence of a comfortable lying area will support normal resting behaviour, and promote sow health and welfare. Several types of group housing systems exist, one of the main distinctive features being the way in which the food is offered to the sow. The choice of system depends on what the farmer finds most important: economic aspects, animal health and welfare, level of control and labour requirement are all elements which may differ between systems. With the right management, each system can be the basis of a successful way to keep gestating sows in groups.Keywords : sow, group housing, animal welfare, aggression, sow productivity, sow housing system

In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en het Productschap Vee en Vlees is op Varkens Innovatie Centrum (VIC) Sterksel en een praktijkbedrijf onderzocht of er een relatie is tussen ongewenst gedrag van beren en berengeur. Mocht deze relatie er zijn, dan wordt bij selectie op minder berengeur mogelijk ook geselecteerd op minder ongewenst gedrag van beren. Daarnaast is op 9 praktijkbedrijven nagegaan wat het effect is op berengeur bij de inzet van eindberen met een lage fokwaarde voor berengeur.

Vleesvarkens hebben graag een emmer snijmais. Dat blijkt uit praktijkonderzoek op Varkens Innovatie Centrum Sterksel, onderdeel van Wageningen UR. In vergelijking met stro heeft snijmais meer voederwaarde en het leidt minder snel tot verstoppingen in de mestput.

In this study, organically raised pigs received an increasing proportion of grass silage up to 10 and 20% dry matter in the daily ration in the grower and finisher period, respectively, to determine the effects of grass silage on feed intake and growth performance. The pigs receiving a mixture of grass silage and compound feed ingested 0.3 kg DM/d (13% of their daily ration) as grass silage and realised a similar daily net energy intake as pigs fed compound feed only. However, the silage fed pigs realised a lower daily gain (37 g/d) and a lower calculated net energy utilisation (1.6 MJ/kg) for gain and a lower dressing percentage (1.1%) of the carcass. The optimal feeding system and the nutritive value of grass silage for growing pigs requires further investigation to improve the silage intake and clarify and minimise the loss in animal performance.

Dit rapport betreft het laatste rapport van het project Animal Welfare Check Points (2012-2014) waarin vanuit de wetenschap en in de praktijk is gekeken naar het proces van laden, transporteren, lossen en verdoven van slachtdieren in Nederland.

In deze waaier staan weetjes en praktische tips om uw diergezondheidsmanagement op uw biologische varkensbedrijf te versterken en daarmee het gebruik van antibiotica te minimaliseren. De weetjes en tips zijn o.a. gebaseerd op de ervaringen die biologische varkenshouders hebben opgedaan in een onderzoek naar minimaliseren van antibioticagebruik.

This study determined the success and risk factors for mounting and aggressive behaviour in boars and for boar taint prevalence. It is possible to keep boars successfully. The risk on sexual and aggressive behaviour is low when everything is optimal for the boars. When the farm conditions regarding feeding and drinking water, housing and climate, health of the pigs and/or management are not optimal, there is a risk that increased levels of sexual and aggressive behaviour and skin lesions will occur. Nagegaan is wat de succes- en risicofactoren zijn voor ongewenst gedrag van beren en voor berengeur. Het blijkt dat succesvol beren houden kan en dat de kans op ongewenst gedrag klein is als alle omstandigheden voor de beren optimaal zijn. Bij suboptimale omstandigheden ten aanzien van voeding en drinkwater, huisvesting en klimaat, gezondheid en/of management is er kans op het optreden van ongewenst gedrag en bij de beren.

Finishing entire male organic pigs on 4 farms showed that mounting and aggression were not more frequent than on conventional pig farms, but the proportion of pigs with boar taint was higher. Ervaringen op 4 varkensbedrijven met het houden van biologische beren toonden aan dat er niet meer springgedrag en agressie was dan op gangbare varkensbedrijven, maar het aandeel karkassen met berengeur was wel hoger.

Experiences of organic pig farms with minimizing antibiotic use through strengthening the animal health management. Ervaringen van biologische varkensbedrijven met minimaliseren van antibioticagebruik via versterking van het diergezondheidsmanagement. In de experimentele fase hebben 6 geselecteerde bedrijven perspectiefvolle aanpakken in de praktijk uitgeprobeerd. Kern van de aanpak was voor ieder bedrijf het werken met een managementteam aangevuld met een externe veterinaire coach. Antibioticagebruik en slachtlijnafwijkingen zijn gemonitord. Vanuit de knelpuntanalyses per bedrijf is binnen de managementteams en in de workshops gewerkt aan oplossingsrichtingen om het antibioticagebruik te reduceren en de diergezondheid te verbeteren. Dit heeft o.a. geleid tot aanvullende experimenten in de praktijk. De bedrijven hebben geëxperimenteerd op de volgende thema's: waterkwaliteit, klimaat, hokbevuiling, streptokokken/diergezondheid in de kraamstal en arbeidsorganisatie/prioritering verbetermaatregelen.

Over het gedrag van beren en de factoren, die daarop van invloed zijn, wordt steeds meer bekend. Beren kunnen onrust veroorzaken in een groep door onderling te vechten en elkaar te bespringen. Voor varkenshouders is het belangrijk om te weten welke factoren dit gedrag in positieve of negatieve zin kunnen beïnvloeden.

At Pig Innovation Centre Sterksel it was investigated whether mounting and aggressive behaviour of boars can be reduced by: 1) green light or an increasing light schedule; 2) more total space per pen (24 pigs versus 12 pigs); 3) a hiding wall. Green light, increasing light schedule, more space and a hiding wall did not reduce mounting behaviour. Increasing light however did reduce aggressive behaviour around delivery of the pigs. Op VIC Sterksel is onderzocht of het ongewenste gedrag van beren verminderd kan worden door: 1) groen licht of een oplopend lichtregime; 2) vergroten van het totale hokoppervlak (24 dieren in plaats van 12 dieren in een hok); 3) het plaatsen van een schuilwand in het hok. Groen licht, een oplopend lichtregime, een groter totaal hokoppervlak en een schuilwand in het hok verminderden het springgedrag van de beren niet. Het oplopende lichtregime reduceerde wel het agressief gedrag van de beren rond afleveren.

The WQ animal based welfare measuring protocol for pigs is time consuming. This report shows that simplification for sows is hardly possible and for growing finishing pigs it can be simplified by reducing the sample size and potentially by using specific measures at the slaughter line instead of on farm measures. Het meten van welzijn bij varkens aan diergerichte waarnemingen volgens het WQ protocol is tijdrovend. Bekorten van het protocol is bij zeugen nauwelijks mogelijk, bij vleesvarkens is het protocol te vereenvoudigen door halveren van de steekproefgrootte en mogelijk door specifieke slachtlijn-observaties te doen in plaats van waarnemingen in de stal.

Met het stoppen met castreren van beerbiggen wordt tegemoetgekomen aan een belangrijke maatschappelijke wens om dieren intact te houden. Tevens maken de betere technische resultaten het ook economisch aantrekkelijk. Op sommige bedrijven, waar niet meer gecastreerd wordt, blijkt er ook een keerzijde te zijn: de puberende beren blijken seksueel opdringerig en soms agressief te worden. Omdat er ook veel bedrijven zijn die succesvol beren houden, komen daarvoor binnen het lopende onderzoek ongetwijfeld heldere adviezen naar boven.

A two-level pen is an option to create more floor area for pigs. Fattening pigs used the second level as lying room. An optimal pen design is substantially for a good use of a second level. Een plateau in een varkensstal biedt mogelijkheid voor extra ruimte. Vleesvarkens gebruiken het plateau vooral als ligruimte. Een optimale uitvoering van het systeem is essentieel voor een goed gebruik van het plateau. De doelstelling van dit onderzoek is het in kaart brengen van plateaustallen in Nederland en het verzamelen van parameters voor welzijn, economie en milieu om deze systemen te kunnen evalueren en verder te ontwikkelen.

Grouping 5 organic farrowing sows and piglets from 3 to 9 weeks after birth resulted in similar health and daily gain as in individual farrowing pens with a weaning age of 6 weeks. The treatments did not result in a systematic lactational estrus. Groeperen van 5 biologische kraamzeugen met biggen van 3 tot 9 weken resulteerde in gelijke gezondheid en groei als in individuele zooghokken en een speenleeftijd van 6 weken. Het opwekken van een systematische lactatiebronst was nog niet succesvol.

De combinatie van voerkennis van Schothorst Feed Research (SFR) en de genetische kennis van TOPIGS zorgt voor 1 + 1 = 3. Daar zijn het Kennisinstituut Diervoeding en de Fokkerijorganisatie van overtuigd. Zij openen eind oktober 2012 een gezamenlijk onderzoeksbedrijf in Lelystad. Varkens ging vast een kijkje nemen.

At Swine Innovation Centre Sterksel the effects of litters versus single sex groups, simultaneous feeding versus sequential feeding, and feeding a boar taint reducing diet versus a conventional diet on behaviour of boars, performance and boar taint were studied. The results are described in this report. Op VIC Sterksel is onderzocht wat de effecten zijn op gedrag van beren, technische resultaten en berengeur van: 1) het bij elkaar houden van volledige tomen versus het mengen van beren uit verschillende tomen; 2) gelijktijdig voeren via een lange trog versus volgtijdig voeren via een droogvoerbak; 3) voeren van een aflevervoer, gericht op minder berengeur, versus voeren van een standaard eindvoer. De resultaten van het onderzoek zijn in dit rapport beschreven.