45 results on '"Verheuvel, M"'
Search Results
2. Plasmid diversity among genetically related Klebsiella pneumoniae bla KPC-2 and bla KPC-3 isolates collected in the Dutch national surveillance
- Author
-
Hendrickx, A.P.A. (Antoni), Landman, F., Haan, A. (Alexander) de, Borst, D., Witteveen, S., Santen-Verheuvel, M. (Marga) van, van der Heide, H.G.J., Schouls, L.M., Halaby, T, Steingrover, R. (Radjin), Stuart, JWTC, Melles, D.C. (Damian), Dijk, K. (Korine) van, Spijkerman, I.J.B., Notermans, D.W. (Daan), Oudbier, J.H., van Ogtrop, M.L., van Dam, A., den Reijer, M., Kluytmans, JAJW, van der Linden, MPG, Mattsson, E.E., van der Vusse, M., Jong, E. (Eefje), Maijer-Reuwer, A., van Trijp, M., van Griethuysen, A.J., Ott, A. (Alewijn), Bathoorn, E., Sinnige, J.C., Heikens, E., Brauwer, E.I.G.B. (E. I G B) de, Stals, F.S. (Frans), Silvis, W., Dorigo-Zetsma, J.W., Waar, K., van Mens, S.P., Roescher, N., Voss, A. (Andreas), Wertheim, H.F.L. (Heiman), Slingerland, B.C.G.C. (Bibi), Frenay, H.M.E., Schülin, T. (Tanja), Diederen, BMW, Bode, L.G.M. (Lonneke), van Rijn, M., Dinant, S., Damen, M. (Mark), de Man, P., Leversteijn-van Hall, M.A., Elzakker, E. van, Muller, A.E., Schneeberger, P., van Dam, D.W., Buiting, AG, Vlek, ALM, Stam, A., Troelstra, A. (Annet), Overdevest, I.T.M.A., Bosboom, R.W., Trienekens, T.A.M., Wolfhagen, M.J., Paltansing, S, Hendrickx, A.P.A. (Antoni), Landman, F., Haan, A. (Alexander) de, Borst, D., Witteveen, S., Santen-Verheuvel, M. (Marga) van, van der Heide, H.G.J., Schouls, L.M., Halaby, T, Steingrover, R. (Radjin), Stuart, JWTC, Melles, D.C. (Damian), Dijk, K. (Korine) van, Spijkerman, I.J.B., Notermans, D.W. (Daan), Oudbier, J.H., van Ogtrop, M.L., van Dam, A., den Reijer, M., Kluytmans, JAJW, van der Linden, MPG, Mattsson, E.E., van der Vusse, M., Jong, E. (Eefje), Maijer-Reuwer, A., van Trijp, M., van Griethuysen, A.J., Ott, A. (Alewijn), Bathoorn, E., Sinnige, J.C., Heikens, E., Brauwer, E.I.G.B. (E. I G B) de, Stals, F.S. (Frans), Silvis, W., Dorigo-Zetsma, J.W., Waar, K., van Mens, S.P., Roescher, N., Voss, A. (Andreas), Wertheim, H.F.L. (Heiman), Slingerland, B.C.G.C. (Bibi), Frenay, H.M.E., Schülin, T. (Tanja), Diederen, BMW, Bode, L.G.M. (Lonneke), van Rijn, M., Dinant, S., Damen, M. (Mark), de Man, P., Leversteijn-van Hall, M.A., Elzakker, E. van, Muller, A.E., Schneeberger, P., van Dam, D.W., Buiting, AG, Vlek, ALM, Stam, A., Troelstra, A. (Annet), Overdevest, I.T.M.A., Bosboom, R.W., Trienekens, T.A.M., Wolfhagen, M.J., and Paltansing, S
- Published
- 2020
- Full Text
- View/download PDF
3. Surveillance van penicillinase vormende gonokokken in Nederland; incidentie en prevalentie in 1988
- Author
-
Klingeren B van, Dessens-Kroon M, and Verheuvel M
- Subjects
resistentie ,genococcen ,pvg ,trg/pvg ,neisseria gonorrhoeae - Abstract
In de serie "Surveillance van penicillinase vormende gonokokken (PVG) in Nederland" worden in dit verslag de gegevens over 1988 weergegeven. Uit de jaarlijkse enquetering en de overzichten van de GHI volgt dat de in 1985 ingezette daling van het aantal gonorroe gevallen in ons land doorgaat en dat de incidentie in 1988 nog slechts 1/4 tot 1/3 bedroeg van die in 1985. De prevalentie van PVG blijkt daarentegen toe te nemen. Van de geisoleerde gonokokken stammen bleek 14,0% penicillinase vormer (vgl. 11,4% in 1987 en 9,6% in 1986). Het percentage in Amsterdam bedroeg, evenals in 1987, ca. 20%. Dit jaar werden 416 PVG voor nader onderzoek naar het RIVM gezonden. Het meest opvallend is de toename van plasmide-gecodeerde tetracycline resistentie bij PVG ; 38 isolaten (9,1%) bleken dit kenmerk te bevatten. Deze zgn. TRG/PVG werden vooral aangetroffen in Den Haag, waar in de 2e helft van 1988 ca. 60% van de PVG tevens TRG was. Deze stijging blijkt inmiddels in 1989 door te gaan. Voorts werden belangrijke verschuivingen in overheersende auxotypen en plasmiden patronen geconstateerd. Details van dit onderzoek zullen elders worden gepubliceerd.
- Published
- 2012
4. Surveillance van meticilline resistance Staphylococcus aureus in Nederland in 1989
- Author
-
Frenay HME, Klingeren B van, Leeuwen WJ van, Verheuvel M, and Rost JA
- Subjects
staphylococcus aureus ,faagtypering ,bacteriophage typing ,meticilline ,aureus ,antibiotics ,microbial drug resistance ,methicillin resistance ,resistentie ,surveillance ,mrsa ,methicillin ,antibiotica - Abstract
niet beschikbaar
- Published
- 2012
5. Onderzoek naar de werkzaamheid van middelen bestemd voor oppervlaktedesinfectie volgens het voorschrift van de 'Quantitative Carrier Test'
- Author
-
Pullen W, Klingeren B van, and Verheuvel M
- Subjects
desinfectantie ,plaatjestest ,tuberculocidal activity ,dragertest ,surface disinfection ,est ,microbicide werking - Abstract
niet beschikbaar
- Published
- 2012
6. Molecular characterisation of PFGE non-typable methicillin-resistant Staphylococcus aureus in the Netherlands, 2007
- Author
-
Huijsdens, X W, primary, Bosch, T, additional, van Santen-Verheuvel, M G, additional, Spalburg, E, additional, Pluister, G N, additional, van Luit, M, additional, Heck, M E, additional, Haenen, A, additional, and de Neeling, A J, additional
- Published
- 2009
- Full Text
- View/download PDF
7. An outbreak of non-typeable MRSA within a residential care facility
- Author
-
Fanoy, E, primary, van der Vaart, W L, additional, Helmhout, L C, additional, Weijdema, K, additional, van Santen-Verheuvel, M G, additional, Thijsen, S F, additional, de Neeling, A J, additional, van Wamel, W J, additional, Maňásková, S H, additional, and Kingma-Thijssen, J L, additional
- Published
- 2009
- Full Text
- View/download PDF
8. Variant esp gene as a marker of a distinct genetic lineage of vancomycinresistant Enterococcus faecium spreading in hospitals
- Author
-
Willems, RJL, Homan, W, Top, J, van Santen-Verheuvel, M, Tribe, D, Manzioros, X, Gaillard, C, Vandenbroucke-Grauls, CMJE, Mascini, EM, van Kregten, E, van Embden, JDA, Bonten, MJM, Willems, RJL, Homan, W, Top, J, van Santen-Verheuvel, M, Tribe, D, Manzioros, X, Gaillard, C, Vandenbroucke-Grauls, CMJE, Mascini, EM, van Kregten, E, van Embden, JDA, and Bonten, MJM
- Published
- 2001
9. Multiple Cases of Familial Transmission of Community-Acquired Methicillin-Resistant Staphylococcus aureus
- Author
-
Huijsdens, X. W., primary, van Santen-Verheuvel, M. G., additional, Spalburg, E., additional, Heck, M. E. O. C., additional, Pluister, G. N., additional, Eijkelkamp, B. A., additional, de Neeling, A. J., additional, and Wannet, W. J. B., additional
- Published
- 2006
- Full Text
- View/download PDF
10. Surveillance van resistentie bij gonokokken in Nederland ; incidentie en frequentie in 1992 en 1993
- Author
-
LBA, van Klingeren B, van Santen-Verheuvel M, Dessens-Kroon M, LBA, van Klingeren B, van Santen-Verheuvel M, and Dessens-Kroon M
- Abstract
RIVM rapport:In dit rapport worden de resultaten samengevat van de resistentie surveillance bij Neisseria gonorrhoeae in 1992 en 1993. Uit de enquete bij de medische microbiologische laboratoria blijkt dat de landelijke frequentie van penicillinase vormende gonokokken (PVG) na een aanvankelijke daling weer is gestegen tot ruim 20% van alle gonokokken isolaten in 1993. Het onderzoek in het RIVM van een collectie aselect verzamelde N.gonorrhoeae isolaten uit 5 centra toont aan dat in de periode 1991-1993 resistentie tegen tetracycline zich bij non-PVG handhaaft op 6 a 7% en bij PVG op ruim 10%. Resistentie-ontwikkeling tegen cefalosporines is nog niet waargenomen, maar isolaten met verminderde gevoeligheid voor fluorchinolonen worden reeds met een frequentie van ca. 1% gevonden. Uit het auxo- en serotyperingsonderzoek blijkt dat zowel bij PVG als non-PVG een grote diversiteit van A/S klassen voorkomt, waarbij prototrofe stammen en IB-serovars overheersen. Het merendeel van de isolaten zijn overigens geclusterd in een beperkt aantal A/S klassen. In hoeverre de isolaten binnen eenzelfde A/S klasse identiek zijn zal m.b.v. DNA-typering worden onderzocht., Within the framework of a continuing surveillance of resistance in Neisseria gonorrhoeae in the Netherlands, the results are presented for the period 1992-1993. An inquiry among the laboratories for medical microbiology showed that, after a temporary decrease, the frequency of penicillinase producing strains (PPGN) among the isolated gonococci increased again to a level of more than 20% in 1993. Susceptibility testing in our laboratory of a random collection of N.gonorrhoeae isolates from 5 centres indicated that in the period 1991-1993 the frequency of resistance against tetracycline among non-PPNG is maintained at 6 a 7% and among PPNG at more than 10%. Development of resistance against cephalosporins has not been observed yet, but isolates showing a decreased susceptibility to fluoroquinolones were found in nearly 1% of the strains. Auxo- and serotyping revealed a great variety of A/S classes among PPNG and non-PPNG with a predominance of auxotrofic strains belonging to IB-serovars. However the majority of the isolates are clustered in a limited number of A/S classes. The identity (clonality) of isolates within clusters will be studied using DNA-typing methods.
- Published
- 1995
11. Surveillance van resistentie bij gonokokken in Nederland ; incidentie en prevalentie in 1991
- Author
-
van Klingeren B, Dessens-Kroon M, van Santen-Verheuvel M, van Klingeren B, Dessens-Kroon M, and van Santen-Verheuvel M
- Abstract
RIVM rapport:As part of the continuing surveillance of resistance among gonococci in the Netherlands the PPNG prevalence was estimated by questionnaire as well as by the study of 535 random isolates from 5 centres in Amsterdam The Hague and Rotterdam. In 1991 18% of all isolates of N.gonorrhoeae were PPNG, as compared to 30% in 1990. The prevalence of tetracycline resistance (TRNG) among PPNG further decreased to 8% (was 12% in 1990 and 40% in 1989) and remained low among non-PPNG (3 a 4%). No signs of increasing resistance to cefalosporines and fluoroquinolones were found. Among PPNG and non-PPNG many auxotypes (serovar classes) were determined ; but only a limited number of mainly non-requiring IB serovars was predominant.
- Published
- 1993
12. Een epidemische verheffing van gonokokken met resistentie tegen penicilline en tetracyline
- Author
-
van de Laar MJW, van Duynhoven YTHP, van Klingeren B, Dessens-Kroon M, Verheuvel M, van de Laar MJW, van Duynhoven YTHP, van Klingeren B, Dessens-Kroon M, and Verheuvel M
- Abstract
RIVM rapport:This report describes a study which was carried out to investigate an epidemic of gonococci with resistance to penicillin and tetracyclin (TRNG/PPNG). This study involved all PPNG-isolates which were sent in by five laboratories from Amsterdam, Rotterdam and The Hague in 1989-1990. The epidemic of TRNG/PPNG was found to be related mainly to three strains: NR/IB-6, PRO/IA-3, PRO/IA-6 with the plasmid pattern 3.2+25.2. The introduction of TRNG/PPNG presumably took place in The Hague in 1988. Independent risk factors of an infection due to TRNG/PPNG were for men: age above 40 years, and sexual contact with a prostitute (only for men in Rotterdam and The Hague). No relation with prostitution was found for men in Amsterdam. Independent risk factors were for women: age above 40 years and Turkish or Latin American nationality. Strains from The Hague were also independently correlated to TRNG/PPNG. Further spread of resistant strains seems to be related to prostitution, but only in Rotterdam and The Hague. The outbreak of TRNG/PPNG underlined the necessity for a continuous surveillance of resistance of gonococci including some background variables of patients.
- Published
- 1993
13. Surveillance van penicillinase vormende gonokokken in Nederland; incidentie en prevalentie in 1990
- Author
-
Klingeren B van, Dessens-Kroon M, Verheuvel M, Klingeren B van, Dessens-Kroon M, and Verheuvel M
- Abstract
RIVM rapport:Abstract niet beschikbaar, In this report the data from the surveillance of penicillinase producing Neisseria gonorrhoeae (PPNG) in the Netherlands in 1990 are summarized. The inquiry among participating laboratories and the survey of the Health Inspectorate indicate that the incidence of gonorrhoeae - after a strong decrease in the mid-eighties followed by a stabilization in the period 1988-89 around 3000 cases annually - has increased again to approximately 3600 in 1990. The prevalence of PPNG among gonococcal isolates further increased to 30%. In only 2 of the 23 municipalities PPNG-frequencies below 10% were found. The outbreak of tetracycline resistant PPNG, reaching its peak in 1989, seems to fade-away. Nevertheless still 12% of all PPNG in 1990 were resistant to tetracyclines. The more than 1000 PPNG isolates tested were susceptible to the newer cefalosporines (e.g. cefotaxime and ceftriaxone) and fluoroquinolones (e.g. ciprofloxacin). However, caution is warranted since the MIC values for some isolates indicated decreased susceptibility.
- Published
- 1992
14. Onderzoek naar de werkzaamheid van middelen bestemd voor oppervlaktedesinfectie volgens het voorschrift van de 'Quantitative Carrier Test'
- Author
-
Pullen W, Klingeren B van, Verheuvel M, Pullen W, Klingeren B van, and Verheuvel M
- Abstract
RIVM rapport:Abstract niet beschikbaar, In this report experience is descrived with a quantitative carrier test or QCT for the evaluation of surface disinfectants, that has been developed in our laboratory. the results confirm that with normal use ditlutions the threshold microbicidal effect (M.E.) value of 5 decimals reduction (D.R.), that is requested for the European Suspension Test (EST), is often not reacht`ed in the QCT. for the latter a minimum required reduction of 3 D.R., as proposed earlier (van Klingeren, 1983) is apparently more reasonable. As in the EST Treptococcus faecium was found to be more resistant tot disinfectants than S.aureaus. Agains yeast (Candida albicans and Saccharomyces cerevisiae) the proposed minimum required reduction of 3 D.R. within 15 minutes is usually attained. In experiments using relatively low concentrations of a quaternary ammonium compound and a phenolic product the microbicidal effect was not or hardly found to increase at prolonged exposure times. From the studies with ethanol and propanols it can be concluded that small amounts of 40% n-propanol, 50% 2-propanol and 60% ethanol (v/v) on surfaces rapidly kill Gram-positive and Gram-negative bacteria (> 5 D.R. in 2 minutes). Finally the tuberculocidal effect of Lyorthol, active chlorine and formaldehyde in the QCT was tested against Mycobacterium terrae as a representative testorganism showing similar resistance to disinfectants as M.tuberculosis. We conclude that the experiments described and discussed in this report confirm that the present Quantitative Carrier Test allow the reproducable evaluation of the microbicidal activity of disinfectants under circumstances simulating practical conditions.
- Published
- 1990
15. Surveillance van meticilline resistance Staphylococcus aureus in Nederland in 1989
- Author
-
Frenay HME, Klingeren B van, Leeuwen WJ van, Verheuvel M, Rost JA, Frenay HME, Klingeren B van, Leeuwen WJ van, Verheuvel M, and Rost JA
- Abstract
RIVM rapport:Abstract niet beschikbaar, A surveillance study on methicillin resistant Staphylococcus aureus (MRSA) in the Netherlands was started in January 1989 by the National Institute of Public Health & Environmental Protection (RIVM) in Bilthoven. Twenty-nine laboratories sent about 150 MRSA-isolates of patients and personnel in 1989. These isolates were phagetyped by the Laboratory for Bacteriology and M.I.C.-values for about 14 antibiotics were determined in the Laboratory for Chemotherapy. Thirty-two phagetypes were found of which twenty phagetypes were isolated only once. Of the more frequent phagetypes, expecially phagetypes "g" and "e", were by far most prevalent, being isolated fifty and fifty-five times respectively. Both phagetypes were associated with hospital epidemics in the Netherlands in and before 1989. Almost all MRSA- isolates were multiresistant strains. One third of the isolates was resistant to rifampicin, and only one fourth of MRSA-isolates was resistant to cotrimoxazole. All isolates were sensitive to fusidic acid and vancomycin. Introduction of a MRSA-strain into a Dutch hospital is often associated with transfer of patients, who have been nursed in a foreign hospital. They have been colonized with an "endemic" MRSA-strain in this hospital. Strict isolation procedures of these patients in Dutch hospitals are necessary till repeated routine cultures are negative for MRSA. In case of interhospital transfer of MRSA-poitive patients, good communication between the hospitals concerned is important. Multiresistant staphylococci are a serious problem in hospital epidemiology and treatment of associated infections.
- Published
- 1990
16. Surveillance van penicillinase vormende gonokokken in Nederland; incidentie en prevalentie in 1989
- Author
-
Klingeren B van, Dessens-Kroon M, Verheuvel M, Klingeren B van, Dessens-Kroon M, and Verheuvel M
- Abstract
RIVM rapport:Abstract niet beschikbaar, In the series of annual reports about the surveillance of penicillinase producing Neisseria gonorrhoeae (PPNG) in the Netherlands, the results for 1989 are summarized. Our data and those of the department of the Chief Medical Officer of Health show that the sharp decrease in the incidence of gonococcal infections during the last five years has stopped. The number of reported cases in 1989 (approximately 3000) was virtually the same is in 1988. However, the prevalence of PPNG significantly increased from 14% in 1988 to 23% in 1989. In most regions this prevalence is now well above 10%. As a consequence penicillins can no longer be considered as an acceptable choice for blind therapy of gonorrhoea. Virtually all PPNG isolates are sent to the National Institute of Public Health and Environmental Protection for susceptibility testing, plasmid characterization, auxotyping and serotyping. This year the number amounted to 689 (c.f. 416 in 1988). The sharp increase of tetracycline resistant PPNG (TRNG/PPNG) continued. This outbreak started in 1988 in the area of The Hague and Rotterdam where more than 80% of the PPNG were TRNG during the first 9 months of 1989. By the end of the year a decline was noticed. Overall 40% of the 689 PPNG isolates were resistant to tetracyclines. The results of auxotyping (A) and serotyping (S) suggest that this TRNG/PPNG outbreak is caused by epidemic spread of a limited number of A/S classes.
- Published
- 1990
17. Surveillance of the antibiotic susceptibility of non-penicillinase producing Neisseria gonorrhoeae in The Netherlands from 1983 to 1986.
- Author
-
van Klingeren, B., Ansink-Schipper, M. C., Doornbos, L., Lampe, A. D., Wagenvoort, J. H. T., Dessens-Kroon, M., Verheuvel, M., Lampe, A S, and Wagenvoort, J H
- Subjects
PROLINE metabolism ,ANIMAL experimentation ,ANIMALS ,ANTIBIOTICS ,DRUG resistance in microorganisms ,HYDROLASES ,MICROBIAL sensitivity tests ,NEISSERIA ,TIME ,PHARMACODYNAMICS - Abstract
From 1983 to 1986 more than 2000 non-penicillinase producing Neisseria gonorrhoeae from Amsterdam, The Hague and Rotterdam were auxotyped and screened for susceptibility to 10 antibiotics by MIC determination. By far the commonest auxotypes were N.R. (non-requiring; 40%) and Pro- (proline requiring; 30%). During that period there was a substantial shift in the ratio of both auxotypes-roughly from 1:2 to 2:1-in The Hague. Pro- isolates were generally less susceptible than N.R. isolates, and there was a strong positive correlation between the MICs of the different drugs. The prevalence of isolates with a penicillin MIC equal to or above 0.5 IU/ml amounted to 14%, while in only 1% was the MIC above 1 IU/ml. Comparing our results with an earlier study by Stolz, Zwarte & Michel (1975, British Journal of Venereal Diseases 51, 257-64), the level of resistance to penicillin among non-PPNG has not significantly increased in The Netherlands since 1972. The prevalence of isolates showing relative resistance towards tetracycline and thiamphenicol (MIC 2-4 mg/l) decreased from approximately 20% in 1983/84 to approximately 10% in 1985/86, coinciding with a drop in the prevalence of Pro- isolates. All strains were susceptible to cefuroxime and spectinomycin and highly susceptible to cefotaxime and ciprofloxacin. [ABSTRACT FROM AUTHOR]
- Published
- 1988
18. Relationship between auxotype, plasmid pattern and susceptibility to antibiotics in penicillinase-producing Neisseria gonorrhoeae.
- Author
-
van Klingeren, B., Ansink-Schipper, M. C., Dessens-Kroon, M., and Verheuvel, M.
- Abstract
The relationship between auxotype, plasmid pattern and susceptibility to antibiotics has been studied in 2396 penicillinase-producing Neisseria gonorrhoeae isolated in The Netherlands during 1982 and 1983. The most prevalent auxotypes were proline requiring (Pro-; 44%) and non-requiring with inhibition by phenylalanine (NR Pheni; 39%). The majority (97%) of the Pro- strains carried the 4.5 Mdal resistance plasmid and 99% of the prototrophic strains the 3.2 Mdal plasmid. MICs were determined for cefuroxime, cefotaxime, erythromycin, tetracycline, thiamphenicol and sulphamethoxazole. Pro- isolates were usually less susceptible to antibiotics than prototrophic strains. Evidence was obtained that the level of relative resistance is related to the nutritional requirement as well as the plasmid type. [ABSTRACT FROM AUTHOR]
- Published
- 1985
19. Molecular epidemiology of infections with Neisseria gonorrhoeae among visitors to a sexually transmitted diseases clinic.
- Author
-
van Duynhoven YT, van Klingeren B, van Santen-Verheuvel MG, van der Meijden WI, van de Laar MJ, van Duynhoven, Y T, van Klingeren, B, van Santen-Verheuvel, M G, van der Meijden, W I, and van de Laar, M J
- Published
- 1997
- Full Text
- View/download PDF
20. Surveillance van penicillinase vormende gonokokken in Nederland; incidentie en prevalentie in 1987
- Author
-
Klingeren B van, Dessens-Kroon M, Verheuvel M, Klingeren B van, Dessens-Kroon M, and Verheuvel M
- Abstract
RIVM rapport:In de reeks van jaarlijkse rapportages inzake de prevalentie van penicillinase vormende (penicilline resistente) geonokokken (PVG) in Nederland worden hier de gegevens over 1987 gepresenteerd. Op basis van enquetering, de gegevens van de GHI en het aantal PVG dat voor nader onderzoek naar het RIVM werd gezonden kan worden geconcludeerd, dat het totaal aantala ggonorrhoeae gevallen weliswaar scherp is gedaald maar dat de PVG-prevalentie - d.w.z. het percentage van alle positieve kweken van Neisseria gonorrhoeae dat penicillinase vormt - t.o.v. 1986 nog enigzins is gestegen van 9.6% naar 11.4%. De meeste stammen werden geisoleerd in Amsterdam, waar het PVG-percentage sinds medio 1986 varieert van 15 tot 20%. Van de 522 onderzochte PVG-isolaten waren er 9 (1.7%) resistent tegen tetracycline (MRC 16-32 mug/ml). Er werd eens terke toename geconstateerd van isolaten met een afwijkend (kleiner) penicillinase-plasmide. Deze bleken als regel minder gevoelig voor antibiotica (hogere MRC-waarden) dan de stammen met de bekende plasmiden-patronen. Een en ander illustreert, dat permanente surveillance van het gevoeligheidsniveau bij PVG geindiceerd blijft., not available
- Published
- 1988
21. Surveillance van penicillinase vormende gonokokken in Nederland; incidentie en prevalentie in 1988
- Author
-
Klingeren B van, Dessens-Kroon M, Verheuvel M, Klingeren B van, Dessens-Kroon M, and Verheuvel M
- Abstract
RIVM rapport:In de serie "Surveillance van penicillinase vormende gonokokken (PVG) in Nederland" worden in dit verslag de gegevens over 1988 weergegeven. Uit de jaarlijkse enquetering en de overzichten van de GHI volgt dat de in 1985 ingezette daling van het aantal gonorroe gevallen in ons land doorgaat en dat de incidentie in 1988 nog slechts 1/4 tot 1/3 bedroeg van die in 1985. De prevalentie van PVG blijkt daarentegen toe te nemen. Van de geisoleerde gonokokken stammen bleek 14,0% penicillinase vormer (vgl. 11,4% in 1987 en 9,6% in 1986). Het percentage in Amsterdam bedroeg, evenals in 1987, ca. 20%. Dit jaar werden 416 PVG voor nader onderzoek naar het RIVM gezonden. Het meest opvallend is de toename van plasmide-gecodeerde tetracycline resistentie bij PVG ; 38 isolaten (9,1%) bleken dit kenmerk te bevatten. Deze zgn. TRG/PVG werden vooral aangetroffen in Den Haag, waar in de 2e helft van 1988 ca. 60% van de PVG tevens TRG was. Deze stijging blijkt inmiddels in 1989 door te gaan. Voorts werden belangrijke verschuivingen in overheersende auxotypen en plasmiden patronen geconstateerd. Details van dit onderzoek zullen elders worden gepubliceerd., not available
- Published
- 1989
22. Surveillance van penicillinase vormende gonokokken in Nederland; incidentie in 1984
- Author
-
van Klingeren, B, Dessens-Kroon, M, Verheuvel, M, van Klingeren, B, Dessens-Kroon, M, and Verheuvel, M
- Abstract
RIVM rapport:In het kader van de surveillance van penicillinase vormende gonococcen (PVG's) in ons land zijn door enquetering van de inzendende laboratoria gegevens verzameld over de PVG-incidentie in 1984. Daaruit blijkt dat in dat jaar gemiddeld over Nederland ruim 7% van alle gonococcen isolaten een penicillinase-vormer was en derhalve resistent tegen penicilline G en aanverwante antibiotica. Deze incidentie is vrijwel gelijk aan die in 1983 (8%). Van de belangrijkste drie centra (Amsterdam, Rotterdam en Den Haag) lag in 1984 alleen in Den Haag de PVG-frequentie nog rond 10% de grens waarboven penicilline niet meer als middel van keuze wordt aanbevolen bij infecties door Neisseria gonorrhoeae., not available
- Published
- 1985
23. Kwantitatief onderzoek naar de gevoeligheid van Bordetella bronchiseptica en Pasteurella multocida voor sulfonamiden
- Author
-
van Klingeren, B, Dessens-Kroon, M, Verheuvel, M, van Klingeren, B, Dessens-Kroon, M, and Verheuvel, M
- Abstract
RIVM rapport:Teneinde kwantitatieve informatie te verkrijgen over de gevoeligheid en het resistentieniveau van Bordetella bronchiseptica en Pasteurella multocida voor sulfonamiden werd voor resp. 119 en 151 bij biggen/varkens geisoleerde stammen van deze species uit een vijftal veterinair bacteriologische centra de minimale remmingsconcentratie (MRC) bepaald van sulfadimidine (SDM) en sulfamethoxazol (SMX). De MRC's van SDM t.o.v. sulfa-gevoelige stammen waren doorgaans een factor 4 hoger dan die van SMZ. Ongeveer 1 op de 3 isolaten van B.bronchiseptica bleek resistent (MRC > 64 ug/ml) tegen beide sulfonamiden. Van de P.multocida isolaten was ca. 7% resistent tegen SMZ en 21% tegen SDM. Op grond hiervan kan worden betwijfeld of SDM onder de sulfonamiden de beste keus is bij atrofische rhinitis., not available
- Published
- 1985
24. Surveillance van penicillinase vormende gonokokken in Nederland; incidentie in 1983
- Author
-
van Klingeren, B, Dessens-Kroon, M, Verheuvel, M, van Klingeren, B, Dessens-Kroon, M, and Verheuvel, M
- Abstract
RIVM rapport:In 1983 bleek dat gemiddeld over Nederland ca 8% van alle positieve gonokokkenkweken een penicillinase vormer was. Dit betekent ten opzichte van 1982 (ca 11%) een daling, die voornamelijk wordt veroorzaakt door een halvering van de PVG-frequentie in Amsterdam. In de loop van het jaar is ook in Den Haag de PVG-frequentie aanzienlijk gedaald, namelijk van bijna 20% tot ca 5%. Aan het eind van 1983 was de incidentie van penicillinase vormende gonokokken in alle belangrijke centra lager dan 10%, de grens waar boven penicilline niet meer als eerste keus middel wordt aanbevolen bij infecties door N.gonorrhoeae., not available
- Published
- 1984
25. Surveillance van penicillinase vormende gonokokken in Nederland; incidentie in 1985
- Author
-
van Klingeren, B, Dessens-Kroon, M, Verheuvel, M, van Klingeren, B, Dessens-Kroon, M, and Verheuvel, M
- Abstract
RIVM rapport:Evenals in voorafgaande jaren is voor 1985 op basis van enquetering en ontvangen isolaten een schatting gemaakt van de incidentie van penicillinase vormende gonokokken (PVG) binnen de totale populatie van positieve kweken van Neisseria gonorrhoeae in Nederland. Deze bedroeg 6,5%, hetgeen iets lager is dan in 1984 (7,2%). In het belangrijkste centrum, t.w. Amsterdam, was echter een lichte stijging waarneembaar tot ca. 9%. e belangrijkste daling deed zich voor in Den Haag, van ca. 11% in 1983 en 1984 tot ca. 5% in 1985., not available
- Published
- 1986
26. Resistentiepeiling bij Neisseria gonorrhoeae in 1983 en 1984
- Author
-
van Klingeren, B, Dessens-Kroon, M, Verheuvel, M, van Klingeren, B, Dessens-Kroon, M, and Verheuvel, M
- Abstract
RIVM rapport:In 1983 werd een aanvang gemaakt met de surveillance van de gevoeligheid van niet-penicillinase vormende gonokokken voor antimicrobiele geneesmiddelen in Nederland. In de periode 1983 t/m 1984 werden 869 isolaten onderzocht, afkomstig uit drie peilcentra t.w. Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Ongeveer 1 op de 6 isolaten bleek verminderd gevoelig voor penicilline G en amoxicilline (MRC 0,5 - 1 E(ug)/ml) en 20% was verminderd gevoelig voor tetracycline en tiamfenicol (MRC 2-4 ug/ml) 97% van alle stammen werd geremd door 0,25 ug/ml cefuroxim en 100% door 0,12 ug/ml cefotaxim. De meest voorkomende auxotypen zijn NR (non-requiring, 36%) en Pro-(proline afhankelijk, 33%). Verminderde gevoeligheid is vooral gerelateerd aan proline- afhankelijkheid, een eigenschap die ook bij penicillinase vormende gonokokken is waargenomen., not available
- Published
- 1985
27. Surveillance van penicillinase vormende gonokokken in Nederland; incidentie en prevalentie in 1986
- Author
-
van Klingeren, B, Dessens-Kroon, M, Verheuvel, M, van Klingeren, B, Dessens-Kroon, M, and Verheuvel, M
- Abstract
RIVM rapport:In het kader van de surveillancea van penicillinase vormende gonokokken (PVG) is op basis van enquetering en van het aantal PVG-isolaten dat voor nader onderzoek naar het RIVM werd gezonden, een schatting gemaakt van de prevalentie van dergelijke stammen binnen de totale populatie van positieve kweken van Neisseria gonorrhoeae in Nederland in 1986. Deze bedroeg gemiddeld 9,6%, hetgeen t.o.v. 1985 (6,5%) een stijging betekent. In Amsterdam, waar de meeste gonokokken worden geisoleerd, steeg de PVG-prevalentie in het 3e en 4e kwartaal tot ca. 20%., not available
- Published
- 1987
28. INCREASED TETRACYCLINE RESISTANCE IN GONOCOCCI IN THE NETHERLANDS
- Author
-
Klingeren, B.Van, primary, Dessens-Kroon, M., additional, and Verheuvel, M., additional
- Published
- 1989
- Full Text
- View/download PDF
29. Increased tetracycline resistance in gonococci in The Netherlands.
- Author
-
van Klingeren, B, Dessens-Kroon, M, and Verheuvel, M
- Published
- 1989
- Full Text
- View/download PDF
30. Molecular characterization of MRSA collected during national surveillance between 2008 and 2019 in the Netherlands.
- Author
-
Schouls LM, Witteveen S, van Santen-Verheuvel M, de Haan A, Landman F, van der Heide H, Kuijper EJ, Notermans DW, Bosch T, and Hendrickx APA
- Abstract
Background: Although the Netherlands is a country with a low endemic level, methicillin-resistant Staphylococcus aureus (MRSA) poses a significant health care problem. Therefore, high coverage national MRSA surveillance has been in place since 1989. To monitor possible changes in the type-distribution and emergence of resistance and virulence, MRSA isolates are molecularly characterized., Methods: All 43,321 isolates from 36,520 persons, collected 2008-2019, were typed by multiple-locus variable number tandem repeats analysis (MLVA) with simultaneous PCR detection of the mecA, mecC and lukF-PV genes, indicative for PVL. Next-generation sequencing data of 4991 isolates from 4798 persons were used for whole genome multi-locus sequence typing (wgMLST) and identification of resistance and virulence genes., Results: We show temporal change in the molecular characteristics of the MRSA population with the proportion of PVL-positive isolates increasing from 15% in 2008-2010 to 25% in 2017-2019. In livestock-associated MRSA obtained from humans, PVL-positivity increases to 6% in 2017-2019 with isolates predominantly from regions with few pig farms. wgMLST reveals the presence of 35 genogroups with distinct resistance, virulence gene profiles and specimen origin. Typing shows prolonged persistent MRSA carriage with a mean carriage period of 407 days. There is a clear spatial and a weak temporal relationship between isolates that clustered in wgMLST, indicative for regional spread of MRSA strains., Conclusions: Using molecular characterization, this exceptionally large study shows genomic changes in the MRSA population at the national level. It reveals waxing and waning of types and genogroups and an increasing proportion of PVL-positive MRSA., (© 2023. Springer Nature Limited.)
- Published
- 2023
- Full Text
- View/download PDF
31. Genomic comparison of mecC-carrying methicillin-resistant Staphylococcus aureus from hedgehogs and humans in the Netherlands.
- Author
-
Dierikx C, Hengeveld P, Witteveen S, van Hoek A, van Santen-Verheuvel M, Montizaan M, Kik M, Maas M, Schouls L, Hendrickx A, and van Duijkeren E
- Subjects
- Animals, Humans, Netherlands epidemiology, Bacterial Proteins genetics, Hedgehog Proteins, Genomics, Microbial Sensitivity Tests, Methicillin-Resistant Staphylococcus aureus genetics, Staphylococcal Infections epidemiology, Staphylococcal Infections veterinary
- Abstract
Objectives: MRSA carrying the mecC gene (mecC-MRSA) have been found in humans and animals worldwide. A high carriage rate of mecC-MRSA has been described among hedgehogs in different countries. We performed genomic comparison of mecC-MRSA from hedgehogs and humans using next-generation sequencing (NGS) to investigate possible zoonotic transmission in the Netherlands., Methods: Nasal swabs from hedgehogs (n = 105) were cultured using pre-enrichment and selective plates. Isolates were sequenced using Illumina NGS platforms. These data were compared with sequence data of mecC-MRSA (n = 62) from the Dutch national MRSA surveillance in humans., Results: Fifty hedgehogs were found to be MRSA positive, of which 48 carried mecC. A total of 60 mecC-MRSA isolates derived from 50 hedgehogs were compared with the human isolates. Fifty-nine mecC-MRSA from hedgehogs and all but one isolate from humans belonged to clonal complexes CC130 and CC1943. The mecC gene was located within the SCCmec XI element. Most mecC-MRSA did not carry other resistance genes besides mecC and blaZ. Two human isolates carried erm(C). Isolates differed in the presence of various virulence genes, which were linked to distinct STs and clonal complexes. Some isolates had up to 17 virulence genes, which underlines their pathogenic potential. No genetic clusters of hedgehog and human isolates were found., Conclusions: mecC-MRSA from hedgehogs and humans mainly belonged to the same two clonal complexes, indicating a common source. No firm evidence for recent zoonotic transmission was found. Further studies are needed to investigate the role of hedgehogs in the occurrence of mecC-MRSA in humans., (© The Author(s) 2023. Published by Oxford University Press on behalf of British Society for Antimicrobial Chemotherapy. All rights reserved. For permissions, please e-mail: journals.permissions@oup.com.)
- Published
- 2023
- Full Text
- View/download PDF
32. A genetic cluster of OXA-244 carbapenemase-producing Escherichia coli ST38 with putative uropathogenicity factors in the Netherlands.
- Author
-
Notermans DW, Schoffelen AF, Landman F, Wielders CCH, Witteveen S, Ganesh VA, van Santen-Verheuvel M, de Greeff SC, Kuijper EJ, and Hendrickx APA
- Subjects
- Humans, Netherlands epidemiology, beta-Lactamases genetics, Bacterial Proteins genetics, Anti-Bacterial Agents pharmacology, Microbial Sensitivity Tests, Escherichia coli genetics, Escherichia coli Infections epidemiology
- Published
- 2022
- Full Text
- View/download PDF
33. cfr and fexA genes in methicillin-resistant Staphylococcus aureus from humans and livestock in the Netherlands.
- Author
-
Schouls LM, Veldman K, Brouwer MSM, Dierikx C, Witteveen S, van Santen-Verheuvel M, Hendrickx APA, Landman F, Hengeveld P, Wullings B, Rapallini M, Wit B, and van Duijkeren E
- Abstract
Background: Although the Netherlands is a country with a low endemic level of methicillin-resistant Staphylococcus aureus (MRSA), a national MRSA surveillance has been in place since 1989. In 2003 livestock emerged as a major reservoir of MRSA and currently livestock-associated MRSA (clonal complex CC398) make up 25% of all surveillance isolates. To assess possible transfer of resistant strains or resistance genes, MRSA obtained from humans and animals were characterized in detail., Methods: The sequenced genomes of 6327 MRSA surveillance isolates from humans and from 332 CC398 isolates from livestock-related samples were analyzed and resistance genes were identified. Several isolates were subjected to long-read sequencing to reconstruct chromosomes and plasmids., Results: Here we show the presence of the multi-resistance gene cfr in seven CC398 isolates obtained from humans and in one CC398 isolate from a pig-farm dust sample. Cfr induces resistance against five antibiotic classes, which is true for all but two isolates. The isolates are genetically unrelated, and in seven of the isolates cfr are located on distinct plasmids. The fexA gene is found in 3.9% surveillance isolates and in 7.5% of the samples from livestock. There is considerable sequence variation of fexA and geographic origin of the fexA alleles., Conclusions: The rare cfr and fexA resistance genes are found in MRSA from humans and animals in the Netherlands, but there is no evidence for spread of resistant strains or resistance plasmids. The proportion of cfr -positive MRSA is low, but its presence is worrying and should be closely monitored., Competing Interests: Competing interestsThe authors declare no competing interests., (© The Author(s) 2022.)
- Published
- 2022
- Full Text
- View/download PDF
34. National surveillance pilot study unveils a multicenter, clonal outbreak of VIM-2-producing Pseudomonas aeruginosa ST111 in the Netherlands between 2015 and 2017.
- Author
-
Pirzadian J, Persoon MC, Severin JA, Klaassen CHW, de Greeff SC, Mennen MG, Schoffelen AF, Wielders CCH, Witteveen S, van Santen-Verheuvel M, Schouls LM, and Vos MC
- Subjects
- Anti-Bacterial Agents pharmacology, Geography, Medical, History, 21st Century, Humans, Microbial Sensitivity Tests, Multilocus Sequence Typing, Netherlands epidemiology, Phylogeny, Pilot Projects, Pseudomonas Infections history, Pseudomonas aeruginosa classification, Pseudomonas aeruginosa drug effects, Pseudomonas aeruginosa isolation & purification, Public Health Surveillance, beta-Lactam Resistance, beta-Lactamases biosynthesis, Disease Outbreaks, Pseudomonas Infections epidemiology, Pseudomonas Infections microbiology, Pseudomonas aeruginosa genetics, beta-Lactamases genetics
- Abstract
Verona Integron-encoded Metallo-beta-lactamase (VIM) is the most frequently-encountered carbapenemase in the healthcare-related pathogen Pseudomonas aeruginosa. In the Netherlands, a low-endemic country for antibiotic-resistant bacteria, no national surveillance data on the prevalence of carbapenemase-producing P. aeruginosa (CPPA) was available. Therefore, in 2016, a national surveillance pilot study was initiated to investigate the occurrence, molecular epidemiology, genetic characterization, and resistomes of CPPA among P. aeruginosa isolates submitted by medical microbiology laboratories (MMLs) throughout the country. From 1221 isolates included in the study, 124 (10%) produced carbapenemase (CIM-positive); of these, the majority (95, 77%) were positive for the bla
VIM gene using PCR. Sequencing was performed on 112 CIM-positive and 56 CIM-negative isolates (n = 168), and genetic clustering revealed that 75/168 (45%) isolates were highly similar. This genetic cluster, designated Group 1, comprised isolates that belonged to high-risk sequence type ST111/serotype O12, had similar resistomes, and all but two carried the blaVIM-2 allele on an identical class 1 integron. Additionally, Group 1 isolates originated from around the country (i.e. seven provinces) and from multiple MMLs. In conclusion, the Netherlands had experienced a nationwide, inter-institutional, clonal outbreak of VIM-2-producing P. aeruginosa for at least three years, which this pilot study was crucial in identifying. A structured, national surveillance program is strongly advised to monitor the spread of Group 1 CPPA, to identify emerging clones/carbapenemase genes, and to detect transmission in and especially between hospitals in order to control current and future outbreaks., (© 2021. The Author(s).)- Published
- 2021
- Full Text
- View/download PDF
35. A genetic cluster of MDR Enterobacter cloacae complex ST78 harbouring a plasmid containing bla VIM-1 and mcr-9 in the Netherlands.
- Author
-
Hendrickx APA, Debast S, Pérez-Vázquez M, Schoffelen AF, Notermans DW, Landman F, Wielders CCH, Cañada Garcia JE, Flipse J, de Haan A, Witteveen S, van Santen-Verheuvel M, de Greeff SC, Kuijper E, and Schouls LM
- Abstract
Background: Carbapenemases produced by Enterobacterales are often encoded by genes on transferable plasmids and represent a major healthcare problem, especially if the plasmids contain additional antibiotic resistance genes. As part of Dutch national surveillance, 50 medical microbiological laboratories submit their Enterobacterales isolates suspected of carbapenemase production to the National Institute for Public Health and the Environment for characterization. All isolates for which carbapenemase production is confirmed are subjected to next-generation sequencing., Objectives: To study the molecular characteristics of a genetic cluster of Enterobacter cloacae complex isolates collected in Dutch national surveillance in the period 2015-20 in the Netherlands., Methods: Short- and long-read genome sequencing was used in combination with MLST and pan-genome MLST (pgMLST) analyses. Automated antimicrobial susceptibility testing (AST), the Etest for meropenem and the broth microdilution test for colistin were performed. The carbapenem inactivation method was used to assess carbapenemase production., Results: pgMLST revealed that nine E. cloacae complex isolates from three different hospitals in the Netherlands differed by <20 alleles and grouped in a genetic cluster termed EclCluster-013. Seven isolates were submitted by one hospital in 2016-20. EclCluster-013 isolates produced carbapenemase and were from ST78, a globally disseminated lineage. EclCluster-013 isolates harboured a 316 078 bp IncH12 plasmid carrying the bla
VIM-1 carbapenemase and the novel mcr-9 colistin resistance gene along with genes encoding resistance to different antibiotic classes. AST showed that EclCluster-013 isolates were MDR, but susceptible to meropenem (<2 mg/L) and colistin (<2 mg/L)., Conclusions: The EclCluster-013 reported here represents an MDR E. cloacae complex ST78 strain containing an IncH12 plasmid carrying both the blaVIM-1 carbapenemase and the mcr-9 colistin resistance gene., (© The Author(s) 2021. Published by Oxford University Press on behalf of the British Society for Antimicrobial Chemotherapy.)- Published
- 2021
- Full Text
- View/download PDF
36. Multiple-locus variable number tandem repeat analysis is superior to spa typing and sufficient to characterize MRSA for surveillance purposes.
- Author
-
Bosch T, Pluister GN, van Luit M, Landman F, van Santen-Verheuvel M, Schot C, Witteveen S, van der Zwaluw K, Heck ME, and Schouls LM
- Subjects
- DNA, Bacterial genetics, Electrophoresis, Gel, Pulsed-Field, Humans, Staphylococcal Infections diagnosis, Staphylococcal Infections epidemiology, Bacterial Typing Techniques methods, Methicillin-Resistant Staphylococcus aureus classification, Methicillin-Resistant Staphylococcus aureus genetics, Minisatellite Repeats, Molecular Epidemiology methods, Staphylococcal Infections microbiology, Staphylococcal Protein A genetics
- Abstract
Aim: Assess the best approach to type methicillin-resistant Staphylococcus aureus (MRSA), Staphylococcal protein A (spa) typing, multiple-locus variable number tandem repeat analysis (MLVA) or both., Materials & Methods: Discriminatory power of spa typing and MLVA was determined using 20,771 MRSA isolates., Results: There were twice as many MLVA types (MTs) as spa types present in the collection. Among the top 70% of the isolates, 37 spa types and 139 MTs were found. MLVA diversity among the top-10 spa types was high (diversity index 0.96), while spa diversity among the top-10 MTs was much lower (diversity index 0.83). The probability that two MRSA isolates with the same spa type also had the same MT was low (Wallace's coefficient 0.27). By contrast, most MRSA isolates yielding the same MT also had the same spa type (Wallace's coefficient 0.90)., Conclusion: MLVA is superior to spa typing and will suffice to characterize MRSA isolates for surveillance.
- Published
- 2015
- Full Text
- View/download PDF
37. Occurrence of methicillin-resistant Staphylococcus aureus in rats living on pig farms.
- Author
-
van de Giessen AW, van Santen-Verheuvel MG, Hengeveld PD, Bosch T, Broens EM, and Reusken CB
- Subjects
- Agriculture standards, Animals, Cattle, Cattle Diseases epidemiology, Cattle Diseases microbiology, Cattle Diseases prevention & control, Humans, Methicillin-Resistant Staphylococcus aureus drug effects, Methicillin-Resistant Staphylococcus aureus isolation & purification, Netherlands epidemiology, Rats, Rodent Diseases epidemiology, Rodent Diseases microbiology, Staphylococcal Infections epidemiology, Staphylococcal Infections prevention & control, Staphylococcal Infections transmission, Swine, Swine Diseases prevention & control, Swine Diseases transmission, Methicillin Resistance physiology, Staphylococcal Infections veterinary, Staphylococcus aureus drug effects, Swine Diseases microbiology
- Abstract
In The Netherlands, MRSA ST398 has emerged in hospitals and human carriers have been associated with exposure to pigs and cattle. High prevalences of MRSA ST398 in pigs and pig farmers have been determined and the transmission routes of MRSA on pig farms need to be elucidated. In the south of the Netherlands, in recent years, the black rat (Rattus rattus) has emerged as a prominent rodent on livestock farms. From March till May 2008, a survey on MRSA in rats living on livestock farms in the south of The Netherlands and the north of Belgium was conducted. In total, 40 black rats (R. rattus) and 3 brown rats (Rattus norvegicus) were collected on 12 farms including five pig farms, five poultry farms, one mixed pig and veal farm and one goat farm. MRSA ST398 was detected in black rats captured at two of the five pig farms as well as in a black rat living on the mixed pig and veal farm. From one black rat captured at another pig farm MRSA ST 97 was isolated. Considering the behaviour of rats on livestock farms, it is concluded that rats might play a role in the spread and persistence of MRSA on pig farms.
- Published
- 2009
- Full Text
- View/download PDF
38. High prevalence of methicillin resistant Staphylococcus aureus in pigs.
- Author
-
de Neeling AJ, van den Broek MJ, Spalburg EC, van Santen-Verheuvel MG, Dam-Deisz WD, Boshuizen HC, van de Giessen AW, van Duijkeren E, and Huijsdens XW
- Subjects
- Abattoirs, Animals, Bacterial Typing Techniques, Colony Count, Microbial veterinary, Microbial Sensitivity Tests veterinary, Netherlands epidemiology, Prevalence, Staphylococcal Infections drug therapy, Staphylococcal Infections epidemiology, Staphylococcus aureus classification, Staphylococcus aureus growth & development, Swine, Swine Diseases epidemiology, Tandem Repeat Sequences, Anti-Bacterial Agents pharmacology, Methicillin pharmacology, Methicillin Resistance, Staphylococcal Infections veterinary, Staphylococcus aureus drug effects, Swine Diseases drug therapy
- Abstract
Recently methicillin resistant Staphylococcus aureus (MRSA) was isolated from pigs and pig farmers in The Netherlands. In order to assess the dissemination of MRSA in the Dutch pig population, we screened 540 pigs in 9 slaughterhouses, where a representative portion of Dutch pigs (63%) was slaughtered in 2005. We found 209 (39%) of the pigs to carry MRSA in their nares. Forty-four of 54 groups of 10 consecutive pigs (81%), each group from a different farm, and all slaughterhouses were affected. All MRSA isolates belonged to 1 clonal group, showing Multi-Locus Sequence Type 398 and closely related spa types (mainly t011, t108 and t1254). Three types of the Staphylococcal Chromosome Cassette (SCCmec) were found: III (3%), IVa (39%) and V (57%). All 44 tested isolates (1 isolate per group) were resistant to tetracycline, reflecting the high and predominant use of tetracyclines in pig husbandry. Twenty-three percent of the isolates were resistant to both erythromycin and clindamycin and 36% to kanamycin, gentamicin and tobramycin but only a single isolate was resistant to co-trimoxazole and none to ciprofloxacin and several other antibiotics. The percentage of MRSA positive pigs was significantly different among slaughterhouses and among groups within slaughterhouses, indicating a high prevalence of MRSA in pigs delivered from the farms as well as cross contamination in the slaughterhouses.
- Published
- 2007
- Full Text
- View/download PDF
39. Patterns of resistance associated with integrons, the extended-spectrum beta-lactamase SHV-5 gene, and a multidrug efflux pump of Klebsiella pneumoniae causing a nosocomial outbreak.
- Author
-
Gruteke P, Goessens W, Van Gils J, Peerbooms P, Lemmens-Den Toom N, Van Santen-Verheuvel M, Van Belkum A, and Verbrugh H
- Subjects
- ATP Binding Cassette Transporter, Subfamily B genetics, Adult, Aged, Aged, 80 and over, Anti-Bacterial Agents pharmacology, Cross Infection microbiology, DNA Gyrase genetics, DNA Topoisomerase IV genetics, Female, Humans, Klebsiella pneumoniae drug effects, Klebsiella pneumoniae metabolism, Male, Microbial Sensitivity Tests, Middle Aged, Netherlands epidemiology, Statistics as Topic, Cross Infection epidemiology, Disease Outbreaks, Drug Resistance, Bacterial genetics, Integrons genetics, Klebsiella Infections epidemiology, Klebsiella pneumoniae enzymology, beta-Lactamases metabolism
- Abstract
Multiresistant Klebsiella pneumoniae caused a nosocomial outbreak. Resistance patterns of the presumed outbreak isolates varied among and within patients. In order to control the outbreak, screening for extended-spectrum beta-lactamase (ESBL)-producing K. pneumoniae was commenced. A number of susceptible K. pneumoniae strains were stored to serve as controls in genetic strain typing. Typing by pulsed-field gel electrophoresis proved the clonality of the strains in the recognized outbreak patients. Typing of the control strains by pulsed-field gel electrophoresis showed that at least one patient had been missed by the ESBL screening procedure. Further genetic typing confirmed the presence of the SHV-5 ESBL gene in all but one of the outbreak strains. Variable presence of integrons that carried the aminoglycoside resistance genes aadB and aadA2 was found. A gyrA mutation in codon 83 was present in all outbreak strains tested, despite considerable differences in ciprofloxacin MICs. The MICs of ciprofloxacin and the chemically unrelated drug cefoxitin were correlated (r = 0.86, P < 0.01) and were compatible with the overexpression of an efflux pump in a subset of the outbreak strains. We conclude that outbreak strains that express an ESBL gene only at a low level may pass unnoticed in a screening procedure, when the laboratory is unaware of variable ESBL expression. In this particular outbreak, screening for strains for which ciprofloxacin MICs were > or =0.25 micro g/ml would in retrospect have been the most sensitive method for detection of the K. pneumoniae outbreak strain.
- Published
- 2003
- Full Text
- View/download PDF
40. Different levels of genetic homogeneity in vancomycin-resistant and -susceptible Enterococcus faecium isolates from different human and animal sources analyzed by amplified-fragment length polymorphism.
- Author
-
Bruinsma N, Willems RJ, van den Bogaard AE, van Santen-Verheuvel M, London N, Driessen C, and Stobberingh EE
- Subjects
- Algorithms, Animals, Anti-Bacterial Agents pharmacology, Feces microbiology, Genotype, Gram-Positive Bacterial Infections microbiology, Gram-Positive Bacterial Infections transmission, Humans, Phenotype, Polymorphism, Restriction Fragment Length, Poultry, Swine, Vancomycin pharmacology, Enterococcus faecium drug effects, Enterococcus faecium genetics, Vancomycin Resistance genetics
- Abstract
The genetic relationship among fecal vancomycin-resistant Enterococcus faecium (VREF) and vancomycin-susceptible E. faecium (VSEF) isolates (n = 178) from the same populations of pigs, human healthy volunteers, and hospitalized patients (from The Netherlands) and chickens (from The Netherlands and Greece) was studied by amplified-fragment length polymorphism (AFLP). The majority of VREF isolates from pigs, healthy volunteers, and hospitalized patients grouped together (genetic similarity, >or=65%). In a previous AFLP study by our group the VREF isolates from hospitalized patients grouped separately, most likely because these were clinical and not fecal isolates as in the present study. Furthermore, VSEF isolates from humans and pigs were found much more genetically diverse than VREF isolates, whereas VREF and VSEF isolates from chickens clustered together in a separate genogroup (genetic similarity, >or=65%), a pattern clearly distinct from the patterns for human and pig isolates. The present study suggests that pigs are a more important source of VREF for humans than chickens and that human- and pig-derived VSEF isolates seem much more heterogeneous than VREF isolates.
- Published
- 2002
- Full Text
- View/download PDF
41. Variant esp gene as a marker of a distinct genetic lineage of vancomycin-resistant Enterococcus faecium spreading in hospitals.
- Author
-
Willems RJ, Homan W, Top J, van Santen-Verheuvel M, Tribe D, Manzioros X, Gaillard C, Vandenbroucke-Grauls CM, Mascini EM, van Kregten E, van Embden JD, and Bonten MJ
- Subjects
- DNA, Bacterial genetics, Enterococcus faecium drug effects, Enterococcus faecium pathogenicity, Genetic Markers, Genotype, Humans, Phylogeny, Polymorphism, Restriction Fragment Length, Vancomycin pharmacology, Virulence genetics, Bacterial Proteins genetics, Cross Infection microbiology, Enterococcus faecium genetics, Membrane Proteins genetics, Vancomycin Resistance
- Abstract
In the USA, vancomycin-resistant Enterococcus faecium (VREF) is endemic in hospitals, despite lack of carriage among healthy individuals. In Europe, however, hospital outbreaks are rare, but VREF carriage among healthy individuals and livestock is common. We used amplified fragment-length polymorphism analysis to genotype 120 VREF isolates associated with hospital outbreaks and 45 non-epidemic isolates from the USA, Europe, and Australia. We also looked for the esp virulence gene in these isolates and in 98 VREF from animals. A specific E. faecium subpopulation genetically distinct from non-epidemic VREF isolates was found to be the cause of the hospital epidemics in all three continents. This subpopulation contained a variant of the esp gene that was absent in all non-epidemic and animal isolates. Identification of the variant esp gene will be important in guiding infection-control strategies, and the Esp protein could be a new target for antibacterial therapy.
- Published
- 2001
- Full Text
- View/download PDF
42. Antimicrobial resistance of Neisseria gonorrhoeae and emerging ciprofloxacin resistance in the Netherlands, 1991 to 1998.
- Author
-
de Neeling AJ, van Santen-Verheuvel M, Spaargaren J, and Willems RJ
- Subjects
- DNA Gyrase, DNA Topoisomerase IV, DNA Topoisomerases, Type II genetics, DNA Topoisomerases, Type II metabolism, Drug Resistance, Microbial physiology, Humans, Microbial Sensitivity Tests, Neisseria gonorrhoeae enzymology, Netherlands, beta-Lactamases metabolism, Anti-Infective Agents pharmacology, Ciprofloxacin pharmacology, Neisseria gonorrhoeae drug effects
- Abstract
Surveillance of antibiotic resistance in Neisseria gonorrhoeae showed a decrease in the percentage of beta-lactamase-producing isolates but an increase in intermediately penicillin-resistant strains and strains resistant to a high level of tetracycline. MICs for the ciprofloxacin-resistant isolates that emerged increased, and these isolates had mutations in gyrA and parC similar to those observed in the Far East.
- Published
- 2000
- Full Text
- View/download PDF
43. Molecular diversity and evolutionary relationships of Tn1546-like elements in enterococci from humans and animals.
- Author
-
Willems RJ, Top J, van den Braak N, van Belkum A, Mevius DJ, Hendriks G, van Santen-Verheuvel M, and van Embden JD
- Subjects
- Animals, Anti-Bacterial Agents pharmacology, DNA Transposable Elements, DNA, Bacterial analysis, DNA, Bacterial genetics, Drug Resistance, Microbial, Electrophoresis, Polyacrylamide Gel, Enterococcus isolation & purification, Enterococcus metabolism, Humans, Microbial Sensitivity Tests, Point Mutation, Polymorphism, Restriction Fragment Length, Vancomycin pharmacology, Bacterial Proteins genetics, Carbon-Oxygen Ligases genetics, Enterococcus genetics, Evolution, Molecular, Genetic Variation
- Abstract
We report on a detailed study on the molecular diversity and evolutionary relationships of Tn1546-like elements in vancomycin-resistant enterococci (VRE) from humans and animals. Restriction fragment length polymorphism (RFLP) analysis of the VanA transposon of 97 VRE revealed seven different Tn1546 types. Subsequent sequencing of the complete VanA transposons of 13 VRE isolates representing the seven RFLP types followed by sequencing of the identified polymorphic regions in 84 other VanA transposons resulted in the identification of 22 different Tn1546 derivatives. Differences between the Tn1546 types included point mutations in orf1, vanS, vanA, vanX, and vanY. Moreover, insertions of an IS1216V-IS3-like element in orf1, of IS1251 in the vanS-vanH intergenic region, and of IS1216V in the vanX-vanY intergenic region were found. The presence of insertion sequence elements was often associated with deletions in Tn1546. Identical Tn1546 types were found among isolates from humans and farm animals in The Netherlands, suggesting the sharing of a common vancomycin resistance gene pool. Application of the genetic analysis of Tn1546 to VRE isolates causing infections in Hospitals in Oxford, United Kingdom, and Chicago, Ill., suggested the possibility of the horizontal transmission of the vancomycin resistance transposon. The genetic diversity in Tn1546 combined with epidemiological data suggest that the DNA polymorphism among Tn1546 variants can successfully be exploited for the tracing of the routes of transmission of vancomycin resistance genes.
- Published
- 1999
- Full Text
- View/download PDF
44. [Epidemic of penicillinase-producing, tetracycline-resistant gonococci; risk factors for their spread].
- Author
-
van Duynhoven YT, van de Laar MJ, Dessens-Kroon M, Verheuvel M, and van Klingeren B
- Subjects
- Adult, Demography, Disease Outbreaks, Female, Gonorrhea transmission, Humans, Male, Netherlands epidemiology, Regression Analysis, Retrospective Studies, Seroepidemiologic Studies, Tetracycline Resistance, Gonorrhea epidemiology, Gonorrhea microbiology, Neisseria gonorrhoeae enzymology, Penicillinase biosynthesis
- Abstract
Objective: To assess whether the 1989 epidemic of tetracycline-resistant (TRNG) and penicillinase-producing Neisseria gonorrhoeae (PPNG) was caused by a small number of imported strains, and what the risk factors for infection were., Design: Retrospective., Setting: The National Institute of Public Health and Environmental Protection (NIPHEP)., Method: A total of 1257 questionnaires were sent to the 5 microbiological laboratories which had contributed most to the number of isolates sent to NIPHEP, in order to obtain additional information of all patients infected in 1989 and 1990 with PPNG. Of all these patients the results of quantitative sensitivity testing, auxotype, serotype and plasmid pattern of the PPNG were obtained., Results: The questionnaire response was 1047/1257 (83.3%). A part of the isolates from the non-responders was included in the study. Determinations were performed in 1185 PPNG isolates (94.3%). In 1988 and 1989 an increase of TRNG among PPNG was observed. The PPNG isolates in 1989 (n - 472) and 1990 (n = 713) from 5 laboratories in Amsterdam. Rotterdam and The Hague, showed that the epidemic was caused mainly by the spread of three strains. NR/IB-6, PRO/IA-3 and PRO/IA-6. The introduction probably took place in The Hague in 1988 and import from abroad could not be confirmed. The TRNG risk was increased for men and women over 40 years and for men from The Hague and Rotterdam having contacts with prostitutes; the latter did not apply to Amsterdam. For women, a Turkish or Latin American nationality increased the TRNG risk., Conclusion: Because of the continuing threat of developing resistance and the instability of microbiological characteristics of gonococci, a continuous national surveillance is necessary, including information about risk factors for infection with resistant gonococci, to improve the control of the infection.
- Published
- 1995
45. [Quantitative study of the sensitivity of Bordetella bronchiseptica and Pasteurella multocida to sulfonamides].
- Author
-
van Klingeren B, Dessens-Kroon M, and Verheuvel M
- Subjects
- Microbial Sensitivity Tests, Sulfamethazine pharmacology, Sulfamethoxazole pharmacology, Bordetella drug effects, Pasteurella drug effects, Sulfonamides pharmacology
- Abstract
Information concerning the resistance to sulfonamides in the Netherlands was obtained by determining the minimal inhibitory concentrations (MIC's) of 119 strains of Bordetella bronchiseptica and 151 strains of Pasteurella multocida, obtained from pigs at five veterinary bacteriology centres, to sulfadimidine (SDM) and sulfamethoxazole (SMX). The MIC's of SDM against Su-susceptible strains were usually 4 times higher than those of SMX. About one third of B. bronchiseptica isolates were resistant (MIC greater than 64 micrograms/ml) to both sulfonamides. Approximately 7% of P. multocida isolates were resistant to SMX, and 21% to SDM. It is concluded that the use of SDM as the sulfonamide of choice for the treatment of atrophic rhinitis is questionable.
- Published
- 1987
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.