92 results on '"Van Klaveren JD"'
Search Results
2. Monte Carlo Risk Assessment (MCRA) software: maintenance and management 2016
- Author
-
Boon PE, van der Voet H, Boer WJ, Kruisselbrink J, van Lenthe M, van Klaveren JD, VVH, and V&Z
- Subjects
probabilistisch modelleren ,intake calculations ,cumulative exposure ,risk maangement ,innameberekeningen ,RIVM rapport 2017-0014 ,probabilistic modelling ,MCRA ,cumulatieve blootstelling ,risicomanagement - Abstract
This report shows the adjustments in the Monte Carlo Risk Assessment (MCRA) computational model implemented by RIVM and Wageningen UR Biometris in 2016. MCRA is a computational tool that presently gives the most realistic chemical intake via food. The model is available for registered users via the internet (https://mcra.rivm.nl). The new version of MCRA, version 8.2, was published in December 2016. This version contains new functionalities to calculate the cumulative intake of chemical mixtures via food. Furthermore, this version contains a number of adjustments that easily allow data from several countries to be included simultaneously in an exposure assessment. These new functionalities have been implemented as part of the partnership agreement between RIVM and the European Food Safety Authority (EFSA) and the EU project EuroMix, among other things. Furthermore, an analysis was carried out in 2016 to identify options to reduce potential health risks of certain chemicals in food. To quantify these options, a general tool design was developed within MCRA; this design will be implemented in 2017. MCRA was used in 2016 in the risk assessment of acrylamide in Ras fries (fries made from potato flour) for the Front Office Food and Product Safety. It was also used to calculate the intake of various chemicals that can contaminate food and food additives such as 3-MCPD, flame retardants and nitrite
- Published
- 2020
3. Monte Carlo Risk Assessment (MCRA) computational model: maintenance and management 2017
- Author
-
Boon PE, Broek I van den, Kruisselbrink J, van Lenthe M, te Biesebeek JD, van Klaveren JD, van der Voet H, VVH, and VPZ
- Subjects
risicobeoordeling ,probabilistisch modelleren ,voedsel ,intake calculations ,RIVM report 2018-0001 ,chemische stoffen ,innameberekeningen ,food ,probabilistic modelling ,MCRA ,chemicals ,risk assessment - Abstract
In dit rapport zijn de aanpassingen in het rekenmodel Monte Carlo Risk Assessment (MCRA) beschreven die het RIVM en Wageningen University & Research in 2017 hebben uitgevoerd. MCRA is een rekenmodel waarmee de meest realistische inname van stoffen via voedsel kan worden verkregen die op dit moment mogelijk is, en eventuele gezondheidsrisico's kunnen worden geëvalueerd. Het rekenmodel is voor geregistreerde gebruikers beschikbaar via internet. De huidige versie van MCRA is versie 8.2. In 2017 zijn verschillende nieuwe functionaliteiten aan deze versie toegevoegd om de innameberekeningen van enkelvoudige stoffen of mengsels van stoffen via voedsel te verbeteren. Ook is binnen MCRA de koppeling verbeterd tussen de uitkomsten van innameberekeningen en berekeningen die de dosis aangeven waarbij een schadelijk effect van een stof kan optreden (dosis-respons modellen). Deze koppeling is een belangrijk onderdeel van een geïntegreerde risicobeoordeling. De nieuwe functionaliteiten zijn onder andere geïmplementeerd vanuit het partnership tussen het RIVM en de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA), en vanuit het Europese project EuroMix. Het MCRA-rekenmodel is in 2017 gebruikt om de inname te berekenen van lood via de totale voeding, en van fipronil via de consumptie van ei, producten die ei bevatten, en plantaardige producten. Deze berekeningen zijn in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) uitgevoerd door het Front Office Voedsel- en Productveiligheid van het RIVM en Wageningen UR, RIKILT. Dit Front Office beantwoordt ad-hoc-vragen van de NVWA over de veiligheid van voedsel en consumentenproducten. Het Front Office heeft MCRA ook gebruikt voor een geïntegreerde risicobeoordeling van titaniumdioxide nanodeeltjes op basis van de blootstelling via voedsel. Daarnaast is MCRA gebruikt om de inname te berekenen van verschillende stoffen die in voedsel kunnen zitten, zoals bisphenol A, minerale oliën en mengsels van bestrijdingsmiddelen.
- Published
- 2020
4. Modellen om de humane blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen te berekenen: een stand van zaken
- Author
-
te Biesebeek, JD, van Klaveren, JD, Rietveld, AG, Wezenbeek, JM, and Komen, CMD
- Subjects
aggregatie ,EFSA calculator ,directe blootstelling ,EuroMix ,aggregation ,European Food Safety Authority (EFSA) calculator ,pesticides ,BROWSE ,plant protection products ,dietary exposure ,EFSA OPEX ,ACROPOLIS ,direct exposure ,dieetblootstelling ,RIVM rapport 2019-0031 ,non-dietary exposure ,cumulation ,niet-dieetblootstelling ,MCRA ,cumulatie ,gewasbeschermingsmiddelen - Abstract
Mensen kunnen op twee manieren worden blootgesteld aan gewasbeschermingsmiddelen: tijdens of na het gebruik van deze middelen, en via resten van deze middelen die ze via voeding binnenkrijgen. Iedereen wordt blootgesteld via voeding. De blootstelling tijdens of na het gebruik geldt voor vier groepen: degenen die de middelen gebruiken, de mensen die in de gewassenteelt werken, degenen die zich buiten het terrein bevinden (zoals fietsers), en de omwonenden van landbouwgrond. Met modellen wordt voor al deze groepen berekend hoe groot de blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen is. Het RIVM heeft een overzicht gemaakt van de rekenmodellen die sinds begin 2000 in Nederland zijn gebruikt. Daaruit blijkt dat de modellen de afgelopen jaren zijn verbeterd en op Europees niveau meer zijn geharmoniseerd. De modellen voor de blootstelling via voeding zijn verder ontwikkeld dan die van de blootstelling tijdens of na het gebruik. Dit komt mede doordat er veel gegevens zijn over de voedselconsumptie en over de concentraties van resten van gewasbeschermingsmiddelen in verschillende voedingsmiddelen. Voor de blootstelling tijdens of na het gebruik zijn veel minder gegevens beschikbaar. Veel van het huidige onderzoek is erop gericht om dat te verbeteren. Voor beide soorten modellen wordt eraan gewerkt om de beoordeling van risico's van blootstelling aan mengsels van stoffen te verbeteren. Hetzelfde geldt voor de risico's van de totale blootstelling aan een stof vanuit verschillende bronnen. Het RIVM onderstreept het belang om beide aspecten zo snel als mogelijk een plek te geven in de risicobeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen.
- Published
- 2020
5. Modellen om de humane blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen te berekenen: een stand van zaken
- Author
-
te Biesebeek, JD, van Klaveren, JD, Rietveld, AG, Wezenbeek, JM, Komen, CMD, te Biesebeek, JD, van Klaveren, JD, Rietveld, AG, Wezenbeek, JM, and Komen, CMD
- Abstract
RIVM rapport:Mensen kunnen op twee manieren worden blootgesteld aan gewasbeschermingsmiddelen: tijdens of na het gebruik van deze middelen, en via resten van deze middelen die ze via voeding binnenkrijgen. Iedereen wordt blootgesteld via voeding. De blootstelling tijdens of na het gebruik geldt voor vier groepen: degenen die de middelen gebruiken, de mensen die in de gewassenteelt werken, degenen die zich buiten het terrein bevinden (zoals fietsers), en de omwonenden van landbouwgrond. Met modellen wordt voor al deze groepen berekend hoe groot de blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen is. Het RIVM heeft een overzicht gemaakt van de rekenmodellen die sinds begin 2000 in Nederland zijn gebruikt. Daaruit blijkt dat de modellen de afgelopen jaren zijn verbeterd en op Europees niveau meer zijn geharmoniseerd. De modellen voor de blootstelling via voeding zijn verder ontwikkeld dan die van de blootstelling tijdens of na het gebruik. Dit komt mede doordat er veel gegevens zijn over de voedselconsumptie en over de concentraties van resten van gewasbeschermingsmiddelen in verschillende voedingsmiddelen. Voor de blootstelling tijdens of na het gebruik zijn veel minder gegevens beschikbaar. Veel van het huidige onderzoek is erop gericht om dat te verbeteren. Voor beide soorten modellen wordt eraan gewerkt om de beoordeling van risico's van blootstelling aan mengsels van stoffen te verbeteren. Hetzelfde geldt voor de risico's van de totale blootstelling aan een stof vanuit verschillende bronnen. Het RIVM onderstreept het belang om beide aspecten zo snel als mogelijk een plek te geven in de risicobeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen., People can be exposed to pesticides in two ways: during or after the application of these substances and via residues that they ingest via their food. Everyone is exposed via the food they eat. Exposure during or after the application of a pesticide applies to four groups: the people applying the pesticides, the people working in crop cultivation, the people outside the site of application (such as cyclists who are passing) and the people living in the vicinity of agricultural land. Models are used to calculate the extent of exposure to pesticides for all these groups. RIVM has drawn up an overview of the calculation models that have been used in the Netherlands since early in 2000. This shows that, in recent years, the models have been improved and better harmonised at European level. The models used for exposure via the food ingested have been developed further than those used for exposure during or after application. This is partly because there is more data available about food consumption and the concentrations of residues of pesticides in various foods than about exposure during or after application. Much of current research focuses on improving this situation. Work is being carried out on both types of models to improve the assessment of the risks of exposure to mixtures of substances. The same applies to the risks of the total exposure to a substance from various sources. RIVM emphasises the importance of including both aspects in the risk assessment of plant protection products as soon as possible.
- Published
- 2019
6. Monte Carlo Risk Assessment (MCRA) computational model: maintenance and management 2017
- Author
-
VVH, VPZ, Boon PE, Broek I van den, Kruisselbrink J, van Lenthe M, te Biesebeek JD, van Klaveren JD, van der Voet H, VVH, VPZ, Boon PE, Broek I van den, Kruisselbrink J, van Lenthe M, te Biesebeek JD, van Klaveren JD, and van der Voet H
- Abstract
RIVM rapport:In dit rapport zijn de aanpassingen in het rekenmodel Monte Carlo Risk Assessment (MCRA) beschreven die het RIVM en Wageningen University & Research in 2017 hebben uitgevoerd. MCRA is een rekenmodel waarmee de meest realistische inname van stoffen via voedsel kan worden verkregen die op dit moment mogelijk is, en eventuele gezondheidsrisico's kunnen worden geëvalueerd. Het rekenmodel is voor geregistreerde gebruikers beschikbaar via internet. De huidige versie van MCRA is versie 8.2. In 2017 zijn verschillende nieuwe functionaliteiten aan deze versie toegevoegd om de innameberekeningen van enkelvoudige stoffen of mengsels van stoffen via voedsel te verbeteren. Ook is binnen MCRA de koppeling verbeterd tussen de uitkomsten van innameberekeningen en berekeningen die de dosis aangeven waarbij een schadelijk effect van een stof kan optreden (dosis-respons modellen). Deze koppeling is een belangrijk onderdeel van een geïntegreerde risicobeoordeling. De nieuwe functionaliteiten zijn onder andere geïmplementeerd vanuit het partnership tussen het RIVM en de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA), en vanuit het Europese project EuroMix. Het MCRA-rekenmodel is in 2017 gebruikt om de inname te berekenen van lood via de totale voeding, en van fipronil via de consumptie van ei, producten die ei bevatten, en plantaardige producten. Deze berekeningen zijn in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) uitgevoerd door het Front Office Voedsel- en Productveiligheid van het RIVM en Wageningen UR, RIKILT. Dit Front Office beantwoordt ad-hoc-vragen van de NVWA over de veiligheid van voedsel en consumentenproducten. Het Front Office heeft MCRA ook gebruikt voor een geïntegreerde risicobeoordeling van titaniumdioxide nanodeeltjes op basis van de blootstelling via voedsel. Daarnaast is MCRA gebruikt om de inname te berekenen van verschillende stoffen die in voedsel kunnen zitten, zoals bisphenol A, minerale oliën en mengsels van bestrijdingsmiddelen., This report describes the adjustments made regarding the Monte Carlo Risk Assessment (MCRA) computational model implemented by RIVM and Wageningen University & Research in 2017. MCRA is a computational model that presently gives the most realistic chemical intake via food, and that can evaluate possible health risks. The model is available for registered users via the internet (https://mcra.rivm.nl). The current operable version of MCRA is version 8.2. In 2017, several new functionalities were added to this version to improve the exposure assessment to single chemicals or chemical mixtures via food. Within MCRA also the link was improved between the exposure estimates and calculations that indicate at which dose a harmful effect of a compound can occur (dose-response models). This link is an important part of an integrated risk assessment. These new functionalities have among others been implemented as part of the partnership between RIVM and the European Food Safety Authority (EFSA) and the EU project EuroMix. The MCRA computational model was used in 2017 to calculate the intake of lead via the total diet and of fipronil via the consumption of egg, products containing egg as an ingredient, and vegetable products. These calculations were performed by the Front Office Food and Product Safety, commissioned by the Dutch Food and Product Safety Authority. The Front Office also used MCRA to perform an integrated risk assessment of titanium dioxide nanoparticles based on the exposure via food. Furthermore, MCRA was used to calculate the intake of various chemicals that may be present in food, such as bisphenol A, mineral oils and mixtures of pesticides.
- Published
- 2018
7. Monte Carlo Risk Assessment (MCRA) software: maintenance and management 2016
- Author
-
VVH, V&Z, Boon PE, van der Voet H, Boer WJ, Kruisselbrink J, van Lenthe M, van Klaveren JD, VVH, V&Z, Boon PE, van der Voet H, Boer WJ, Kruisselbrink J, van Lenthe M, and van Klaveren JD
- Abstract
RIVM rapport:This report shows the adjustments in the Monte Carlo Risk Assessment (MCRA) computational model implemented by RIVM and Wageningen UR Biometris in 2016. MCRA is a computational tool that presently gives the most realistic chemical intake via food. The model is available for registered users via the internet (https://mcra.rivm.nl). The new version of MCRA, version 8.2, was published in December 2016. This version contains new functionalities to calculate the cumulative intake of chemical mixtures via food. Furthermore, this version contains a number of adjustments that easily allow data from several countries to be included simultaneously in an exposure assessment. These new functionalities have been implemented as part of the partnership agreement between RIVM and the European Food Safety Authority (EFSA) and the EU project EuroMix, among other things. Furthermore, an analysis was carried out in 2016 to identify options to reduce potential health risks of certain chemicals in food. To quantify these options, a general tool design was developed within MCRA; this design will be implemented in 2017. MCRA was used in 2016 in the risk assessment of acrylamide in Ras fries (fries made from potato flour) for the Front Office Food and Product Safety. It was also used to calculate the intake of various chemicals that can contaminate food and food additives such as 3-MCPD, flame retardants and nitrite, In dit rapport staan de ontwikkelingen rond het rekenmodel Monte Carlo Risk Assessment (MCRA) beschreven die het RIVM en Wageningen UR, Biometris in 2016 hebben uitgevoerd. MCRA is een rekenmodel waarmee de meest realistische innamen van stoffen via voedsel kan worden verkregen die op dit moment mogelijk is. Het rekenmodel is voor geregistreerde gebruikers beschikbaar via internet. In december 2016 is een nieuwe versie van MCRA, versie 8.2, gepubliceerd. Deze versie bevat nieuwe functionaliteiten om de cumulatieve inname van stoffen via voedsel te berekenen. Verder bevat deze versie een aantal aanpassingen waardoor het rekenmodel beter geschikt is om de inname van stoffen via voedsel te berekenen met gegevens uit meerdere landen. Deze nieuwe functionaliteiten zijn geïmplementeerd als onderdeel van een aantal (internationale) projecten, waaronder de partnershipovereenkomst tussen het RIVM en het Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) en het EU project EuroMix. Verder is in 2016 een analyse uitgevoerd naar opties om mogelijke gezondheidsrisico's door de aanwezigheid van stoffen in voedsel te verkleinen. Om deze opties te kwantificeren is een algemeen ontwerp van een tool binnen MCRA ontwikkeld. Dit ontwerp zal in 2017 worden geïmplementeerd. De rekentool is in 2016 gebruikt bij één risicobeoordeling voor het Front Office Voedsel- en Productveiligheid (aanwezigheid van acrylamide in Ras-patat) en om de inname te berekenen van verschillende stoffen die voedsel kunnen besmetten en van voedseladditieven, zoals 3-MCPD, vlamvertragers en nitriet
- Published
- 2017
8. Exposure assessment of food additives with use levels provided by industry : A pilot study
- Author
-
SIR, vgc, Wapperom D, van Donkersgoed G, Koopman N, Niekerk EM, van Rossum CTM, van Klaveren JD, Bakker MI, SIR, vgc, Wapperom D, van Donkersgoed G, Koopman N, Niekerk EM, van Rossum CTM, van Klaveren JD, and Bakker MI
- Abstract
RIVM rapport:Door gebruik te maken van door de voedingsindustrie aangeleverde gegevens kan de blootstelling aan kleurstoffen nauwkeuriger worden geschat. Het RIVM concludeert dit na een pilotstudy waarin de blootstelling van Nederlandse kinderen aan twee kleurstoffen geschat wordt met behulp van door fabrikanten opgegeven gebruikte hoeveelheden in voedingsproducten. De aanleiding voor deze studie was dat blootstelling aan additieven vaak wordt overschat. Voorheen werden voor de schatting van inname van additieven vaak de maximaal toegestane hoeveelheden voor een product gebruikt, die meestal hoger zijn dan de door de fabrikanten gebruikte hoeveelheden. Daarnaast was vaak een uitgangspunt dat deze hoeveelheden voor de gehele voedselcategorie (zoals alle soepen) gelden, in plaats van voor bepaalde typen producten (zoals tomatensoep). In het huidige onderzoek zijn de specifieke gegevens van de producttypen gebruikt. De nieuwe data van de hoeveelheden kleurstoffen zijn vervolgens gekoppeld aan de mate waarin mensen kleurstofbevattende producten consumeren. Deze laatste gegevens zijn ontleend aan de consumptiedata uit de Voedselconsumptiepeiling onder jonge kinderen (2005/2006). Met deze methode worden de blootstellingschattingen naar verwachting lager en realistischer. Dit onderzoek is in samenwerking met de industrie uitgevoerd op initiatief van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Hiervoor heeft de industrie data aangeleverd van het gebruik van de kleurstoffen E120 (karmijnrood) en E133 (briljantblauw) in voedselproducten. Deze data blijken geschikt te zijn om de blootstelling te monitoren, op voorwaarde dat ze de in Nederland veel geconsumeerde voedselproducten goed vertegenwoordigen. Daarnaast is een goede communicatie tussen het RIVM en de industrie belangrijk om eventuele onduidelijkheden in de verkregen data op te helderen. De methode lijkt bruikbaar om uiteenlopende additieven te kunnen monito, The exposure levels to food colourings can be assessed more accurately by using data forthcoming from the food industry. This is the conclusion made by the RIVM from a pilot study in which the dietary intake of two food colourings was estimated using the used levels as provided by manufacturers. The reason for initiating this study was the frequent overestimation of exposure to additives in food. Previously, maximum permitted levels (MPLs) were used in the assessment, but these are often higher than the actual levels used. In addition, it was assumed that the amounts of food colouring used covered an entire food category (e.g. all soups) instead of one specific product (e.g. tomato soup). In the present study, data on specific products were used. These data were subsequently linked to the consumption of foods containing the food colouring. Food consumption information was derived from the Dutch National Food Consumption Survey (DNFCS)- Young Children 2005/2006. It is expected that this new assessment method will result in lower and more realistic exposure estimates. This pilot study was carried out on the initiative of the Federation of the Dutch Food and Grocery Industry (FNLI) and the Dutch Ministry of Health, Welfare and Sport (VWS). The industry reported used levels of the food colourings E120 (Carmine red) and E133 (Brilliant blue). The reported data were considered suitable for the assessment of exposure levels provided that they were sufficiently representative for the foods consumed in the Netherlands. Furthermore, the possibility of communicating with food manufacturers is a prerequisite for success as questions on the details of the levels used are likely to arise. The monitoring system could also be used to assess levels of other groups of additives and can be adapted for use in other European Member States. This study was carried out in a public private partnership.
- Published
- 2012
9. Evaluatie van de nota Duurzame gewasbescherming : Deelrapport voedselveiligheid
- Author
-
SIR, vgc, Boon PE, van Donkersgoed G, Noordam M, te Biesebeek JD, van de Ven-van den Hoogen BM, van Klaveren JD, SIR, vgc, Boon PE, van Donkersgoed G, Noordam M, te Biesebeek JD, van de Ven-van den Hoogen BM, and van Klaveren JD
- Abstract
RIVM rapport:Het percentage groente- en fruitmonsters waarop in Nederland te veel resten van gewasbeschermingsmiddelen zijn aangetroffen, is tussen 2003 en 2010 met 70% gedaald. Daarnaast is de absolute hoeveelheid resten van gewasbeschermingsmiddelen op dit type voedsel verminderd. De meeste producten waarop resten zijn aangetroffen, zijn afkomstig uit het buitenland. Verder is de voedselveiligheid sinds 2003 verbeterd. Dit blijkt uit een evaluatie van het beleidsdoel voor voedselveiligheid, zoals geformuleerd in de nota Duurzame gewasbescherming van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (nu Economische Zaken, Landbouw en Innovatie). Het doel hiervan is het aantal overschrijdingen met 50% te verminderen. Redenen daling resten gewasbeschermingsmiddelen in voedsel: De verlaging is toe te schrijven aan zorgvuldiger gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door telers. Dit komt onder andere door de strengere eisen van supermarkten voor de aanwezigheid van resten van gewasbeschermingsmiddelen op groente en fruit en door de verbeterde kennis over de bestrijding van ziekten en plagen bij telers. Voedselveiligheid verbeterd: Voor dit onderzoek zijn de aangetroffen resten van gewasbeschermingsmiddelen vergeleken met de maximale hoeveelheid die hiervoor is toegestaan (Maximale Residu Limiet). Aangezien een overschrijding van deze maximale hoeveelheid niet direct kan worden gerelateerd aan de voedselveiligheid is deze apart getoetst. Hiervoor zijn gegevens over de hoeveelheid groente en fruit die mensen consumeren (voedselconsumptiepeiling) gecombineerd met de gevonden hoeveelheden resten van gewasbeschermingsmiddelen voor de berekening van de inname van deze middelen. Vervolgens zijn deze innamen vergeleken met de gezondheidsnorm. Vooral het verbod op bepaalde stoffen waarvan frequent overschrijdingen van de gezondheidsnorm waren aangetroffen, zoals carbaryl, carbendazim, procymidone en stoffen behorende tot de groep organofosfaten, heeft de voedselveiligheid in de onderzo, Between 2003 and 2010, the percentage of fruit and vegetable samples with too many pesticide residues in the Netherlands decreased by 70%. Moreover, the absolute concentration of pesticide residues in this food type decreased. Most products containing residues originate from abroad. Food safety was also found to have improved during this period. This is the result of an evaluation of the policy goal regarding food safety as formulated in the Policy document Sustainable Crop Protection issued by the Dutch Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality (now the Ministry of Economic Affairs, Agriculture and Innovation). The goal was to achieve a 50% reduction in the number of food samples exceeding the residue limit. Reasons for the decrease in pesticide residues in food: The decrease can be ascribed to a more cautious use of pesticides by farmers. This is partly due to stricter demands made by retailers regarding the presence of pesticide residues on fruit and vegetables. Another contributing factor is the improved knowledge of how to use pesticides to control diseases and pests by farmers. Food safety improved: In this study the analysed pesticide residue concentrations were compared with the maximum concentration (Maximum Residue Limit) allowed by Dutch legislation. Since exceeding this limit cannot directly be related to food safety, the effect on food safety had to be tested differently. For this purpose, data on the amount of fruit and vegetables consumed by people (based on food consumption survey data) were combined with analysed concentrations of pesticide residues in order to assess the pesticide intake. Subsequently, these intakes were compared with the health limit. In particular, the ban on certain substances, e.g. carbaryl, carbendazim, procymidone and compounds belonging to the group organophosphates, for which the health limit had been exceeded in the past had helped to improve food safety during the period studied.
- Published
- 2012
10. Risk assessment of the dietary exposure to contaminants and pesticide residues in young children in the Netherlands
- Author
-
CVG, Boon PE, Bakker MI, van Klaveren JD, van Rossum CTM, CVG, Boon PE, Bakker MI, van Klaveren JD, and van Rossum CTM
- Abstract
RIVM rapport:De voeding van peuters en kleuters in Nederland is veilig voor wat betreft de blootstelling aan fumonisine B1, deoxynivalenol, patuline (gifstoffen veroorzaakt door schimmelgroei), nitraat en organofosfor-bestrijdingsmiddelen. Voor dioxines (vooral aanwezig in dierlijke vetten) bestaat er een beperkte kans dat er een negatief gezondheidseffect optreedt. Ook voor acrylamide (aanwezig in gebakken en gefrituurde producten) is er een kans dat een negatief gezondheidseffect optreedt in peuters en kleuters. Echter de grootte van deze kans kan niet worden geschat. Voor aflatoxine B1 en ochratoxine A (beide ook gifstoffen veroorzaakt door schimmelgroei) kon niet worden beoordeeld of de voeding veilig is voor peuters en kleuters. Dit blijkt uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het RIKILT-Instituut voor Voedselveiligheid. Voor acrylamide, aflatoxine B1, dioxines en ochratoxine A is aanvullend onderzoek nodig om de risicobeoordeling te verfijnen. De meest belangrijke elementen hiervoor zijn het genereren van 1) representatieve concentratiedata van aflatoxine B1 and ochratoxine A in de voeding, en 2) kennis over het schadelijke effect van acrylamide. Het doel van dit rapport was om de inname van een groep stoffen, en het mogelijk daarmee samenhangende gezondheidsrisico, te berekenen in peuters en kleuters in Nederland. Hiervoor zijn consumptiegegevens van de Voedselconsumptiepeiling onder peuters en kleuters gecombineerd met monitoringgegevens van concentraties van de onderzochte stoffen in producten. Met behulp van de aanwezige literatuur op toxicologiegebied is vervolgens het gezondheidsrisico voor de kinderen geschat., The diet of children aged 2 to 6 years in the Netherlands is safe regarding the exposure to fumonisin B1, deoxynivalenol, patulin (toxic compounds produced by fungi), nitrate and organophosphorus pesticides. For dioxins, that are mainly present in animal fats, there is a limited probability that an adverse health effect will occur. For acrylamide, that is present in baked and fried foods, there is also a probability of an adverse health effect occurring in young children. However, the extent to which this could happen is as yet unclear. For aflatoxin B1 and ochratoxin A (both also toxic compounds produced by fungi) it was not feasible to determine whether or not adverse health effects occur in this age group. These are the results of a study performed by the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) and the RIKILT-Institute of Food Safety. For acrylamide, aflatoxin B1, dioxins and ochratoxin A, more research is needed to refine the risk assessment. The most important requirements for this purpose are the generation of representative concentration data for aflatoxin B1 and ochratoxin A in food and a better understanding of the toxicological effect of acrylamide. The aim of the study described in this report was to assess the dietary exposure and the related possible health risk, to a selected group of compounds in young children in the Netherlands. For this purpose, food consumption data from the Dutch National Food Consumption Survey 2005/2006-Young children were linked to data on the concentration of these compounds in foods. The health risk of children was subsequently assessed with the help of the available literature regarding the toxicology of these compounds.
- Published
- 2009
11. Trichothecenes in baby food
- Author
-
ARO, SIR, Schothorst RC, van Egmond HP, de Mul A, Boon PE, van Klaveren JD, Speijers GJA, ARO, SIR, Schothorst RC, van Egmond HP, de Mul A, Boon PE, van Klaveren JD, and Speijers GJA
- Abstract
RIVM rapport:Uit dit onderzoek blijkt dat voor een aantal van de onderzochte trichothecenen de dagelijkse inname bij ongeveer 10% van de kinderen boven de geaccepteerde veilige dagelijkse dosis ligt. Nu is deze geaccepteerde veilige dagelijkse dosis gebaseerd op een levenslange blootstelling en incidentele overschrijding betekent daarmee niet automatisch dat er een gezondheidsrisico is. Echter, een van de effecten die deoxynivalenol -het meest voorkomende trichotheceen- kan veroorzaken, is groeivertraging. Jonge kinderen groeien snel, zodat overschrijding van de geaccepteerde veilige dagelijkse dosis, juist voor deze groep, voorkomen moet worden. De volksgezondheidsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie (EU) hebben een groeiende belangstelling voor de aanwezigheid van door schimmels geproduceerde gifstoffen (zoals aflatoxinen, trichothecenen en ochratoxine A) in de voeding. In EU onderzoeksprojecten wordt daarom onderzocht in welke mate de Europese bevolking blootgesteld wordt aan dit soort gifstoffen. Een van deze projecten richtte zich op de trichothecenen en had als een van de belangrijkste conclusies dat er vooral voor de jongere bevolkingsgroepen betrouwbare blootstellinggegevens ontbreken. In de huidige studie zijn analytisch-chemische metingen verricht aan voedingen van jonge kinderen. Aan de hand van de gevonden resultaten is berekend wat de dagelijkse inname van trichothecenen via de voeding is., There is a growing interest and concern of the public health authorities for the presence of mycotoxins in human food, such as aflatoxins, trichothecenes and ochratoxin A. In the European Union (EU) efforts to assess human exposure to mycotoxins have been undertaken within SCOOP (SCOOP: Scientific Co-operation on Questions relating to Food) projects. One of the major outcomes of the SCOOP project dealing with trichothecenes was that for a more accurate assessment of the exposure of the European population, exposure data of specific population groups (like children and infants) are needed. In the present study analytical measurements in duplicate diets of young children are done in order to investigate the real exposure to trichothecenes. Based on the individual results, exposure calculations were made. For deoxynivalenol the TDI (1 g/kg bw) was exceeded by 9 children. For the combined intake of T-2 and HT-2 toxin the tTDI (0.06 g/kg bw) was exceeded by 9 children. One child exceeded the (t)TDI for both DON and combined HT-2 and T-2. The exposure to the other trichothecenes was very low (nivalenol) or almost absent. As the TDI concept is based on a life-time exposure, an incidental exposure above the TDI does not necessarily indicate that there is an appreciable risk for adverse health effects. However as one of the effects of deoxynivalenol is growth inhibition in experimental animals and young children are in a fast growing phase, exceeding of the TDI should be avoided.
- Published
- 2006
12. Dietary intake of brominated diphenyl ether congeners by the Dutch population
- Author
-
SIR, de Mul A, de Winter-Sorkina R, Boon PE, van Donkersgoed G, Bakker MI, van Klaveren JD, SIR, de Mul A, de Winter-Sorkina R, Boon PE, van Donkersgoed G, Bakker MI, and van Klaveren JD
- Abstract
RIVM rapport:De inname van de som van tien gebromeerde bifenylethers (PBDEs, brandvertragende stoffen) via de voeding door de Nederlandse bevolking op de lange termijn is geschat op 1.7 ng per kg lichaamsgewicht per dag (mediane waarde). De consumptie van olie en vetten, melk, vis en vlees draagt het meeste bij aan de berekende inname. De inname is vergelijkbaar met de waarden die zijn berekend voor Canada, Zweden en Finland en is lager dan die voor Spanje en het Verenigd Koninkrijk. De innameberekeningen werden uitgevoerd met behulp van recente metingen in voedselproducten die in Nederland waren verkregen in 2003/2004 en de consumptiegegevens van de derde Nederlandse Voedselconsumptiepeiling uit 1997/1998. Hierbij is aan de monsters waarin geen PBDEs konden worden aangetoond (zgn. non-detects) de helft van de waarde van de detectielimiet toegekend. Als in plaats hiervan de waarde nul wordt toegekend bedraagt de innameschatting 1.0 ng/kg lg/dag. De waarden van de P97.5 (de waarde waar de inname van 97.5 % van de bevolking onder blijft) zijn 3.3 en 2.2 ng/kg lg/dag (non-detects vervangen door respectievelijk de helft van detectielimiet en door nul). De hoogste concentraties van de som van de PBDEs werden gemeten in vis (met name in haring). De meest voorkomende PBDE is BDE 47., The long-term intake of the sum of ten brominated diphenyl ethers (PBDEs, flame retarding substances) via food by the Dutch population is estimated at 1.7 ng per kg bodyweight per day (median value). The consumption of oil and fats and of milk, fish and meat have the highest contirubutions to the total intake. The intake is comparable to the values calculated for Canada, Sweden and Finland, and lower than those for Spain and the United Kingdom. The intake calculations were performed using recent analyses in food products obtained in The Netherlands in 2003/2004 and the consumption data of the Third Dutch National Food Consumption Survey (1997/1998). In the calculation the samples in which PBDEs could not be detected (so-called non-detects) were assigned the value of the limit of detection (LOD) divided by two. If a value of zero is assigned instead, the intake estimation shifts to 1.0 ng/kg bw/day. The values of the 97.5th percentile (the intake of 97.5 % of the population is below this value) are 3.3 and 2.2 ng/kg bw/d (non-detects assigned =WLOD and zero, respectively). The highest concentrations of the sum of the PBDEs were measured in fish (especially herring). BDE 47 is the PBDE with the highest incidence.
- Published
- 2005
13. Dietary intake of brominated flame retardants by the Dutch population
- Author
-
SIR, de Winter-Sorkina R, Bakker MI, van Donkersgoed G, van Klaveren JD, SIR, de Winter-Sorkina R, Bakker MI, van Donkersgoed G, and van Klaveren JD
- Abstract
RIVM rapport:De gemiddelde inname van een aantal gebromeerde vlamvertragers via de voeding door de Nederlandse bevolking is geschat op basis van metingen van het Rijks Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) en gegevens van de derde Voedsel Consumptie Peiling (VCP). Van de volgende gebromeerde vlamvertragers is een inname geschat: de polybroomdifenylether (PBDE) congeneren BDE #28, #47, #99, #100, #153 en #154, tetrabroombisfenyl-A (TBBP-A) en hexabroomcyclododecaan (HBCD). Polybroombifenylen en de PBDE congeneren BDE #71, #77, #190 en #209 konden door het RIVO niet gedetecteerd worden in voedingsmiddelen. Doordat er slechts een beperkt aantal monsters is gemeten en bovendien de concentraties in de monsters in veel gevallen niet hoger waren dan de detectielimiet kan met de huidige data slechts een grove innameschatting worden gedaan. Er zijn twee scenario's gehanteerd bij de innameberekeningen. De berekende gemiddelde inname van het "middelste" scenario (non-detects krijgen de waarde van de halve detectielimiet) en het "ondergrens"scenario (non-detects op nul gesteld; de resultaten worden tussen haakjes weergegeven), zijn 3,2-3,5 (0,2) ng/kg lg/dag voor de som van PBDEs, 0,04 (0,04) ng/kg lg/dag voor TBBP-A en 2,9 (1,5) ng/kg lg/dag voor HBCD. De verschillen tussen de resultaten van de twee innamescenario's zijn voor de meeste vlamvertragers groot. Ook zijn de procentuele bijdragen van de verschillende voedselgroepen aan de totale inname van gebromeerde vlamvertragers voor de twee scenario's vaak sterk verschillend. De toegekende waarden aan de non-detects hebben blijkbaar een grote invloed op het eindresultaat. Hieruit kan geconcludeerd worden dat gevoeligere analysetechnieken nodig zijn om een nauwkeuriger innameberekening van gebromeerde vlamvertragers via voeding door de Nederlandse bevolking te kunnen uitvoeren. Tevens zou een groter aantal monsters per voedselgroep moeten worden geanalyseerd om de verdeling binnen de populatie te kunnen berekenen., The mean dietary intake of a number of brominated flame retardants (BFRs) by the Dutch population is estimated using measurements from The Netherlands Institute for Fisheries Research (RIVO) and the consumption data from the third Dutch National Food Consumption Survey. The polybrominated diphenylether (PBDE) congeners BDE #28, #47, #99, #100, #153, #154, tetrabromobisphenol-A (TBBP-A) and hexabromocyclododecane (HBCD) were analysed by RIVO. Polybrominated biphenyls and PBDE congeners BDE #71, #77, #190, #209 were not detected in the food products. Since only a limited number of samples was measured and furthermore, the concentrations of a high percentage of the samples were below the limit of detection (LOD), the present study only gives a rough estimate of the dietary intake of BFRs. The calculated mean dietary intakes of the "middle" scenario (assuming a value of 0.5*LOD for non-detects) and the "low" scenario (non-detects are set to zero; the values from this scenario are placed between brackets)are 3.2-3.5 (0.2) ng/kg bw/day for the sum of PBDEs, 0.04 (0.04) ng/kg bw/day for TBBP-A and 2.9 (1.5) ng/kg bw/day for HBCD. For most BFRs the differences between the results of the two scenarios are large. The attributed values to the non-detects apparently have a large influence on the result. In order to reduce the uncertainty in the estimate of the dietary intake of brominated flame retardants by the Dutch population more sensitive analysis techniques in food products as well as a larger number of analysed samples per food commodity are needed.
- Published
- 2003
14. Dietary intake of heavy metals (cadmium, lead and mercury) by the Dutch population
- Author
-
SIR, de Winter-Sorkina R, Bakker MI, van Donkersgoed G, van Klaveren JD, SIR, de Winter-Sorkina R, Bakker MI, van Donkersgoed G, and van Klaveren JD
- Abstract
RIVM rapport:De blootstelling van de Nederlandse bevolking aan cadmium, lood en kwik via voeding is geschat met behulp van concentraties gemeten in 1999-2002 en met de consumptiegegevens van de derde Voedsel Consumptie Peiling. De blootstelling is berekend met het MCRA (Monte Carlo Risico Analyse) programma van het RIKILT (ontwikkeld door Biometris, Universiteit Wageningen). De mediane lange-termijn inname van cadmium via de voeding van de Nederlandse bevolking wordt geschat op 0,14 ug/kg lg/dag. Voor kinderen in de leeftijd van 1 tot met 6 jaar is de geschatte inname 0,32 ug/kg lg/dag. Het 97,5e percentiel van de inname van de gehele bevolking wordt geschat op 0,32 ug/kg lg/dag. Dit komt overeen met 64 % van de toelaatbare dagelijkse inname (TDI) voor de orale blootstelling aan cadmium (0,5 ug/kg lg/dag). De TDI wordt wel overschreden door ongeveer 2,5 % van Nederlandse kinderen in de leeftijd van 1 tot met 6 jaar.De geschatte mediane lange-termijn inname van lood via voeding door de Nederlandse bevolking is 0,05 ug/kg lg/dag en door kinderen in de leeftijd van 1 tot met 6 jaar 0,10 ug/kg lg/dag. De 95e percentielen van de geschatte inname zijn laag ten opzichte van de TDI (3,6 ug/kg lg/dag). De geschatte mediane lange-termijn inname van kwik via voeding door de gehele bevolking en door kinderen in de leeftijd van 1 tot met 6 jaar op basis van de beschikbare data is 9 ng/kg lg/dag, respectievelijk 33 ng/kg lg/dag. De TDI voor orale blootstelling aan organisch kwik van 0,1 ug/kg lg/dag en voor inorganisch kwik van 2 ug/kg lg/dag worden niet overschreden door de 95e percentielen van de geschatte innames., The exposure of the Dutch population to cadmium, lead and mercury via food is assessed based on concentration data from 1999-2002 and on consumption data from the third Dutch National Food Consumption Survey. To this end, the dietary intake estimation method using the MCRA (Monte Carlo Risk Analysis) programme of the Intstitute of Food Safety (RIKILT) was used in the assessment. The estimated median long-term dietary intake of cadmium by the whole population is 0.14 ug/kg body weight/day, while by 1-6 year-old children it is 0.32 ug/kg bw/day. The 97.5th percentile of the intake of the whole population is estimated at 0.32 ug/kg bw/day, which is 64 % of the tolerable daily intake (TDI). It is estimated that the TDI of 0.50 ug/kg bw/day is exceeded by 2.5 % of the 1-6 year-old children. The estimated median long-term dietary intake of lead by the whole population is 0.05 ug/kg bw/day, while by 1-6 year-old children it is 0.10 ug/kg bw/day. The estimated 95th percentiles for the intake of lead by the whole population and by 1-6 year-old children are low compared to the TDI (3.6 ug/kg bw/day). The median long-term dietary intake of mercury by the whole population and by 1-6 year-old children is estimated at 9 and 33 ng/kg bw/day, respectively. The TDI of organic mercury (0.1 ug/kg bw/day) and of inorganic mercury (2 ug/kg bw/day) are not exceeded by the 95th percentiles of the estimated long-term intake
- Published
- 2003
15. Dioxins and dioxin-like PCBs in foodstuff: Occurence and dietary intake in The Netherlands at the end of the 20th century
- Author
-
LOC, Freijer JI, Hoogerbrugge R, van Klaveren JD, Traag WA, Hoogenboom LAP, Liem AKD, LOC, Freijer JI, Hoogerbrugge R, van Klaveren JD, Traag WA, Hoogenboom LAP, and Liem AKD
- Abstract
RIVM rapport:Er wordt een overzicht gegeven van het recente (1998/99) voorkomen van dioxinen in voedingsmiddelen, gebaseerd op twee meetprogramma's waarbij in verschillende consumentenproducten en primaire agrarische producten concentraties werden gemeten van PCDD/PCDF's (dioxinen) en dioxine-achtige PCBs. Door deze informatie te combineren met recente voedselconsumptiegegevens (de derde Voedsel Consumptie Peiling) kon een berekening gemaakt worden van de lange termijn inname van dioxinen en dioxine-achtige PCB's. De mediane inname in de bevolking wordt geschat op 1.2 pg WHO TEQ/kg lichaamsgewicht/dag. Voor 50% van de bevolking ligt de inname hoger dan dit niveau. De bijdrage van de verschillende groepen voedingsmiddelen aan de inname van dioxinen en dioxine-achtige PCB's is redelijk uniform verspreid over ons voedselpakket, met 70% via dierlijke producten (vleesproducten 23%, melkproducten 27%, vis 16% en eieren 4%). Daarnaast dragen plantaardige producten 13% en industriele olien en vetten 17% bij aan de totale inname. De belangrijkste constatering in het rapport is dat sinds 1991 de concentraties in de meeste voedingsmiddelen sterk zijn afgenomen. Dit heeft geleid tot meer dan een halvering van de inname van dioxinen en dioxine-achtige PCB's vergeleken met 1991. Desalniettemin is de verdeling van de inname over de bevolking zodanig dat voor een aanzienlijk deel (8%) van de bevolking de niveaus hoger zijn dan de TDI (tolereerbare dagelijkse inname) van 2 pg WHO TEQ/kg lichaamsgewicht/dag, zoals afgeleid door de Scientific Committee on Food (SCF) van de Europese Commissie., Here a survey is presented of the most recent (1998/99) information on the occurrence of dioxins and dioxin-like PCBs in foodstuffs in the Netherlands. The data on occurrence collected during measurement programmes on occurrence were combined with food consumption data to assess the dietary intake of dioxins and dioxin-like PCBs in the general population. This yielded the following results. The estimated median lifelong-averaged intake of dioxins in the population is 0.65 pg WHO-TEQ/kg bw per day. The estimate for the sum of dioxins and dioxin-like PCBs is 1.2 pg WHO-TEQ per/kg bw per day. The 90th percentile of intake in the population is 1.6 times higher than the median intake. The contribution of different food groups to the total intake of TEQ (dioxins and dioxin-like PCBs) is fairly uniformly distributed over the foods consumed: meat products (23%), dairy products (27%), fish (16%), eggs (4%), vegetable products (13%), and industrial oils and fats (17%). A comparison was made between these results and those of the 1990/91 survey. After a correction was made for methodological differences, an average reduction in intake of 50% for dioxins (PCDDs and PCDFs) and 60% for non-ortho PCBs was estimated. This substantial reduction is related to the decrease in the concentration of dioxins (PCDDs and PCDFs) and dioxin-like PCBs in the majority of foodstuffs. Nevertheless, 8% of the population is exposed to intake levels above the TDI (Tolerable Daily Intake) of 2 pg TEQ/kg bw per day, as recently derived by the Scientific Committe on Food (SCF) of the European Commission.
- Published
- 2002
16. Scenario studies on maximum levels for dioxins, dibenzofurans and dioxin-like PCBs in fish
- Author
-
CSR, LOC, Hoogenboom LAP, van Klaveren JD, Baars AJ, van Leeuwen FXR, Hoogerbrugge R, van Leeuwen SPJ, Boer J, CSR, LOC, Hoogenboom LAP, van Klaveren JD, Baars AJ, van Leeuwen FXR, Hoogerbrugge R, van Leeuwen SPJ, and Boer J
- Abstract
RIVM rapport:Dioxinen, dibenzofuranen en dioxine-achtige polychloorbiphenylen (samen aangeduid als 'dioxinen') zijn persistente milieucontaminanten met een vergelijkbare chemische structuur en overeenkomstige toxische eigenschappen. Daar vis als voedselproduct sterk wisselende en soms hoge gehalten aan dioxinen bevat, hebben de Ministeries van VWS en LNV aan RIVM, RIKILT en RIVO gevraagd onderzoek te verrichten naar de mogelijkheid van normstelling voor dioxinen in vis teneinde de consumenten van vis te beschermen tegen een hoge dioxine-inname.Daartoe zijn scenario-studies uitgevoerd waarin een aantal hypothetische normen zijn onderzocht voor wat betreft de effecten op de dioxine-inname en het percentage van verschillende vissoorten dat als gevolg van die normen zouden moeten worden afgekeurd voor consumptie. De studies tonen aan dat de effecten op de dioxine-inname beperkt blijven tot een reductie van 2-8%, terwijl het afkeuringspercentage varieert van 0,1 tot 10%. Opgemerkt wordt dat de gegevens waar de berekeningen op zijn gebaseerd, uiterst beperkt van omvang zijn. Bovendien wordt aangetekend dat de consumptie van vis ook positieve gezondheidseffecten heeft als gevolg van het gehalte aan omega-3 onverzadigde vetzuren., Dioxins, dibenzofurans and dioxin-like polychlorinated biphenyls (together called 'dioxins') are persistent environmental contaminants with a comparable chemical structure and similar toxicological characteristics. Since fish is one of the food items containing variable and sometimes high amounts of dioxins, the authorities asked RIVM, RIKILT and RIVO to investigate the possibility of setting maximum levels for dioxins in fish in order to protect fish consumers from high intake of these contaminants. To this, scenario studies were performed estimating the effect of several hypothetical maximum levels for dioxins in fish on the intake of these compounds by fish consumers and the percentage of various fish species that can be expected not to comply with these maximum levels. The studies show that in general the intake reduction will be limited to about 2-8%, while the percentage of non-compliance varies between 0.1 and 10. The available datasets on which these estimations had to be based are very limited. Moreover, the regular consumption of fish has positive health effects too due to the amounts of omega-3 unsaturated fatty acids.
- Published
- 2001
17. Scenario studies on maximum levels for dioxins, dibenzofurans and dioxin-like PCBs in fish
- Author
-
RIKILT-VGV, RIVO-MKTV, CSR, LOC, Hoogenboom, LAP, van Klaveren, JD, Baars, AJ, van Leeuwen, FXR, Hoogerbrugge, R, van Leeuwen, SPJ, de Boer, J, RIKILT-VGV, RIVO-MKTV, CSR, LOC, Hoogenboom, LAP, van Klaveren, JD, Baars, AJ, van Leeuwen, FXR, Hoogerbrugge, R, van Leeuwen, SPJ, and de Boer, J
- Abstract
RIVM rapport:Dioxins, dibenzofurans and dioxin-like polychlorinated biphenyls (together called 'dioxins') are persistent environmental contaminants with a comparable chemical structure and similar toxicological characteristics. Since fish is one of the food items containing variable and sometimes high amounts of dioxins, the authorities asked RIVM, RIKILT and RIVO to investigate the possibility of setting maximum levels for dioxins in fish in order to protect fish consumers from high intake of these contaminants. To this, scenario studies were performed estimating the effect of several hypothetical maximum levels for dioxins in fish on the intake of these compounds by fish consumers and the percentage of various fish species that can be expected not to comply with these maximum levels. The studies show that in general the intake reduction will be limited to about 2-8%, while the percentage of non-compliance varies between 0.1 and 10. The available datasets on which these estimations had to be based are very limited. Moreover, the regular consumption of fish has positive health effects too due to the amounts of omega-3 unsaturated fatty acids., Dioxinen, dibenzofuranen en dioxine-achtige polychloorbiphenylen (samen aangeduid als 'dioxinen') zijn persistente milieucontaminanten met een vergelijkbare chemische structuur en overeenkomstige toxische eigenschappen. Daar vis als voedselproduct sterk wisselende en soms hoge gehalten aan dioxinen bevat, hebben de Ministeries van VWS en LNV aan RIVM, RIKILT en RIVO gevraagd onderzoek te verrichten naar de mogelijkheid van normstelling voor dioxinen in vis teneinde de consumenten van vis te beschermen tegen een hoge dioxine-inname.Daartoe zijn scenario-studies uitgevoerd waarin een aantal hypothetische normen zijn onderzocht voor wat betreft de effecten op de dioxine-inname en het percentage van verschillende vissoorten dat als gevolg van die normen zouden moeten worden afgekeurd voor consumptie. De studies tonen aan dat de effecten op de dioxine-inname beperkt blijven tot een reductie van 2-8%, terwijl het afkeuringspercentage varieert van 0,1 tot 10%. Opgemerkt wordt dat de gegevens waar de berekeningen op zijn gebaseerd, uiterst beperkt van omvang zijn. Bovendien wordt aangetekend dat de consumptie van vis ook positieve gezondheidseffecten heeft als gevolg van het gehalte aan omega-3 onverzadigde vetzuren.
- Published
- 2001
18. Risk Assessment and Risk Management of Dioxins and PCBs in Food
- Author
-
TOX, RIKILT/DLO, Hoogenboom LAP, Kramer HJ, Jansen EHJM, Mengelers MJB, van Klaveren JD, van Dooren M, Traag WA, Kuiper HA, Konemann WH, TOX, RIKILT/DLO, Hoogenboom LAP, Kramer HJ, Jansen EHJM, Mengelers MJB, van Klaveren JD, van Dooren M, Traag WA, Kuiper HA, and Konemann WH
- Abstract
RIVM rapport:In dit rapport wordt in het kort een overzicht gegeven van de stand van zaken op het gebied van PCBs en dioxines in voedsel. Achtergrondblootstelling en de manier waarop deze achtergrondblootstelling ontstaat wordt besproken. In de risicobeoordeling wordt een overzicht gegeven van de toxicologische effecten, de wijze waarop een norm voor PCBs en dioxines is afgeleid, welke meetmethoden gebruikt worden en welke concentraties van PCBs en dioxines in verschillende voedingsmiddelen voorkomen. In het risico management deel wordt inzicht gegeven in de maatregelen die genomen zijn om de risico's ten gevolge van blootstelling aan PCBs en dioxines te verminderen., In this report a brief overview is given concerning PCBs and dioxins in food. Background levels and the way PCBs and dioxins enter the environment are described. In the risk assessment part of the report an evaluation of toxicity is given, the way standards for dioxins and PCBs have been determined, which analysis methods are used as well as which levels of PCBs and dioxins have been measured in various food items. Finally, in the risk management part of this report it is tried to make clear what measures have been taken to reduce the risks related to exposure to dioxin and PCB.
- Published
- 1995
19. Intake of nitrate and nitrite and the risk of gastric cancer: a prospective cohort study
- Author
-
van Loon, AJM, primary, Botterweck, AAM, additional, Goldbohm, RA, additional, Brants, HAM, additional, van Klaveren, JD, additional, and van den Brandt, PA, additional
- Published
- 1998
- Full Text
- View/download PDF
20. Combined chronic dietary exposure to four nephrotoxic metals exceeds tolerable intake levels in the adult population of 10 European countries.
- Author
-
Sprong RC, van den Brand AD, van Donkersgoed G, Blaznik U, Christodoulou D, Crépet A, da Graça Dias M, Hamborg Jensen B, Morretto A, Rauscher-Gabernig E, Ruprich J, Sokolić D, van Klaveren JD, Luijten M, and Mengelers MJB
- Subjects
- Cadmium analysis, Dietary Exposure, Europe, Arsenic analysis, Mercury analysis
- Abstract
A mixture risk assessment (MRA) for four metals relevant to chronic kidney disease (CKD) was performed. Dietary exposure to cadmium or lead alone exceeded the respective reference values in the majority of the 10 European countries included in our study. When the dietary exposure to those metals and inorganic mercury and inorganic arsenic was combined following a classical or personalised modified reference point index (mRPI) approach, not only high exposure (95th percentile) estimates but also the mean exceeded the tolerable intake of the mixture in all countries studied. Cadmium and lead contributed most to the combined exposure, followed by inorganic arsenic and inorganic mercury. The use of conversion factors for inorganic arsenic and inorganic mercury from total arsenic and total mercury concentration data was a source of uncertainty. Other uncertainties were related to the use of different principles to derive reference points. Yet, MRA at the target organ level, as performed in our study, could be used as a way to efficiently prioritise assessment groups for higher-tier MRA. Since the combined exposure to the four metals exceeded the tolerable intake, we recommend a refined MRA based on a common, specific nephrotoxic effect and relative potency factors (RPFs) based on a similar effect size.
- Published
- 2023
- Full Text
- View/download PDF
21. Dose Addition in the Induction of Craniofacial Malformations in Zebrafish Embryos Exposed to a Complex Mixture of Food-Relevant Chemicals with Dissimilar Modes of Action.
- Author
-
Van Der Ven LTM, Van Ommeren P, Zwart EP, Gremmer ER, Hodemaekers HM, Heusinkveld HJ, van Klaveren JD, and Rorije E
- Subjects
- Animals, Food, Humans, Molecular Docking Simulation, Risk Assessment, Complex Mixtures, Zebrafish
- Abstract
Background: Humans are exposed to combinations of chemicals. In cumulative risk assessment (CRA), regulatory bodies such as the European Food Safety Authority consider dose addition as a default and sufficiently conservative approach. The principle of dose addition was confirmed previously for inducing craniofacial malformations in zebrafish embryos in binary mixtures of chemicals with either similar or dissimilar modes of action (MOAs)., Objectives: In this study, we explored a workflow to select and experimentally test multiple compounds as a complex mixture with each of the compounds at or below its no observed adverse effect level (NOAEL), in the same zebrafish embryo model., Methods: Selection of candidate compounds that potentially induce craniofacial malformations was done using in silico methods-structural similarity, molecular docking, and quantitative structure-activity relationships-applied to a database of chemicals relevant for oral exposure in humans via food (EuroMix inventory, n = 1,598 ). A final subselection was made manually to represent different regulatory fields (e.g., food additives, industrial chemicals, plant protection products), different chemical families, and different MOAs., Results: A final selection of eight compounds was examined in the zebrafish embryo model, and craniofacial malformations were observed in embryos exposed to each of the compounds, thus confirming the developmental toxicity as predicted by the in silico methods. When exposed to a mixture of the eight compounds, each at its NOAEL, substantial craniofacial malformations were observed; according to a dose-response analysis, even embryos exposed to a 7-fold dilution of this mixture still exhibited a slight abnormal phenotype. The cumulative effect of the compounds in the mixture was in accordance with dose addition (added doses of the individual compounds after adjustment for relative potencies), despite different MOAs of the compounds involved., Discussion: This case study of a complex mixture inducing craniofacial malformations in zebrafish embryos shows that dose addition can adequately predicted the cumulative effect of a mixture of multiple substances at low doses, irrespective of the (expected) MOA. The applied workflow may be useful as an approach for CRA in general. https://doi.org/10.1289/EHP9888.
- Published
- 2022
- Full Text
- View/download PDF
22. Advancing tools for human early lifecourse exposome research and translation (ATHLETE): Project overview.
- Author
-
Vrijheid M, Basagaña X, Gonzalez JR, Jaddoe VWV, Jensen G, Keun HC, McEachan RRC, Porcel J, Siroux V, Swertz MA, Thomsen C, Aasvang GM, Andrušaitytė S, Angeli K, Avraam D, Ballester F, Burton P, Bustamante M, Casas M, Chatzi L, Chevrier C, Cingotti N, Conti D, Crépet A, Dadvand P, Duijts L, van Enckevort E, Esplugues A, Fossati S, Garlantezec R, Gómez Roig MD, Grazuleviciene R, Gützkow KB, Guxens M, Haakma S, Hessel EVS, Hoyles L, Hyde E, Klanova J, van Klaveren JD, Kortenkamp A, Le Brusquet L, Leenen I, Lertxundi A, Lertxundi N, Lionis C, Llop S, Lopez-Espinosa MJ, Lyon-Caen S, Maitre L, Mason D, Mathy S, Mazarico E, Nawrot T, Nieuwenhuijsen M, Ortiz R, Pedersen M, Perelló J, Pérez-Cruz M, Philippat C, Piler P, Pizzi C, Quentin J, Richiardi L, Rodriguez A, Roumeliotaki T, Sabin Capote JM, Santiago L, Santos S, Siskos AP, Strandberg-Larsen K, Stratakis N, Sunyer J, Tenenhaus A, Vafeiadi M, Wilson RC, Wright J, Yang T, and Slama R
- Abstract
Early life stages are vulnerable to environmental hazards and present important windows of opportunity for lifelong disease prevention. This makes early life a relevant starting point for exposome studies. The Advancing Tools for Human Early Lifecourse Exposome Research and Translation (ATHLETE) project aims to develop a toolbox of exposome tools and a Europe-wide exposome cohort that will be used to systematically quantify the effects of a wide range of community- and individual-level environmental risk factors on mental, cardiometabolic, and respiratory health outcomes and associated biological pathways, longitudinally from early pregnancy through to adolescence. Exposome tool and data development include as follows: (1) a findable, accessible, interoperable, reusable (FAIR) data infrastructure for early life exposome cohort data, including 16 prospective birth cohorts in 11 European countries; (2) targeted and nontargeted approaches to measure a wide range of environmental exposures (urban, chemical, physical, behavioral, social); (3) advanced statistical and toxicological strategies to analyze complex multidimensional exposome data; (4) estimation of associations between the exposome and early organ development, health trajectories, and biological (metagenomic, metabolomic, epigenetic, aging, and stress) pathways; (5) intervention strategies to improve early life urban and chemical exposomes, co-produced with local communities; and (6) child health impacts and associated costs related to the exposome. Data, tools, and results will be assembled in an openly accessible toolbox, which will provide great opportunities for researchers, policymakers, and other stakeholders, beyond the duration of the project. ATHLETE's results will help to better understand and prevent health damage from environmental exposures and their mixtures from the earliest parts of the life course onward., Competing Interests: The authors declare that they have no conflicts of interest with regard to the content of this report., (Copyright © 2021 The Authors. Published by Wolters Kluwer Health, Inc. on behalf of The Environmental Epidemiology. All rights reserved.)
- Published
- 2021
- Full Text
- View/download PDF
23. The MCRA toolbox of models and data to support chemical mixture risk assessment.
- Author
-
van der Voet H, Kruisselbrink JW, de Boer WJ, van Lenthe MS, van den Heuvel JJBH, Crépet A, Kennedy MC, Zilliacus J, Beronius A, Tebby C, Brochot C, Luckert C, Lampen A, Rorije E, Sprong C, and van Klaveren JD
- Subjects
- Adverse Outcome Pathways, Animals, Benchmarking, Data Analysis, Databases, Factual, Environmental Exposure, Hazardous Substances, Humans, Models, Statistical, No-Observed-Adverse-Effect Level, Quantitative Structure-Activity Relationship, Uncertainty, Monte Carlo Method, Risk Assessment
- Abstract
A model and data toolbox is presented to assess risks from combined exposure to multiple chemicals using probabilistic methods. The Monte Carlo Risk Assessment (MCRA) toolbox, also known as the EuroMix toolbox, has more than 40 modules addressing all areas of risk assessment, and includes a data repository with data collected in the EuroMix project. This paper gives an introduction to the toolbox and illustrates its use with examples from the EuroMix project. The toolbox can be used for hazard identification, hazard characterisation, exposure assessment and risk characterisation. Examples for hazard identification are selection of substances relevant for a specific adverse outcome based on adverse outcome pathways and QSAR models. Examples for hazard characterisation are calculation of benchmark doses and relative potency factors with uncertainty from dose response data, and use of kinetic models to perform in vitro to in vivo extrapolation. Examples for exposure assessment are assessing cumulative exposure at external or internal level, where the latter option is needed when dietary and non-dietary routes have to be aggregated. Finally, risk characterisation is illustrated by calculation and display of the margin of exposure for single substances and for the cumulation, including uncertainties derived from exposure and hazard characterisation estimates., Competing Interests: Declaration of competing interest The authors declare that they have no known competing financial interests or personal relationships that could have appeared to influence the work reported in this paper., (Copyright © 2020 The Authors. Published by Elsevier Ltd.. All rights reserved.)
- Published
- 2020
- Full Text
- View/download PDF
24. The MCRA model for probabilistic single-compound and cumulative risk assessment of pesticides.
- Author
-
van der Voet H, de Boer WJ, Kruisselbrink JW, Goedhart PW, van der Heijden GW, Kennedy MC, Boon PE, and van Klaveren JD
- Subjects
- European Union, Guidelines as Topic, Humans, Internet, Monte Carlo Method, Risk Assessment standards, Software, Software Validation, Ecotoxicology methods, Environmental Pollution adverse effects, Food Contamination prevention & control, Models, Statistical, Pesticide Residues toxicity, Pesticides toxicity
- Abstract
Pesticide risk assessment is hampered by worst-case assumptions leading to overly pessimistic assessments. On the other hand, cumulative health effects of similar pesticides are often not taken into account. This paper describes models and a web-based software system developed in the European research project ACROPOLIS. The models are appropriate for both acute and chronic exposure assessments of single compounds and of multiple compounds in cumulative assessment groups. The software system MCRA (Monte Carlo Risk Assessment) is available for stakeholders in pesticide risk assessment at mcra.rivm.nl. We describe the MCRA implementation of the methods as advised in the 2012 EFSA Guidance on probabilistic modelling, as well as more refined methods developed in the ACROPOLIS project. The emphasis is on cumulative assessments. Two approaches, sample-based and compound-based, are contrasted. It is shown that additional data on agricultural use of pesticides may give more realistic risk assessments. Examples are given of model and software validation of acute and chronic assessments, using both simulated data and comparisons against the previous release of MCRA and against the standard software DEEM-FCID used by the Environmental Protection Agency in the USA. It is shown that the EFSA Guidance pessimistic model may not always give an appropriate modelling of exposure., (Crown Copyright © 2014. Published by Elsevier Ltd. All rights reserved.)
- Published
- 2015
- Full Text
- View/download PDF
25. Testing a cumulative and aggregate exposure model using biomonitoring studies and dietary records for Italian vineyard spray operators.
- Author
-
Kennedy MC, Glass CR, Fustinoni S, Moretto A, Mandic-Rajcevic S, Riso P, Turrini A, van der Voet H, Hetmanski MT, Fussell RJ, and van Klaveren JD
- Subjects
- Adolescent, Adult, Aged, Air Pollutants, Occupational toxicity, Air Pollutants, Occupational urine, Crops, Agricultural growth & development, Diet Records, Environmental Monitoring, Farmers, Fruit growth & development, Fungicides, Industrial toxicity, Fungicides, Industrial urine, Humans, Italy, Male, Middle Aged, Pesticide Residues urine, Pesticides urine, Triazoles toxicity, Triazoles urine, Vitis growth & development, Young Adult, Diet adverse effects, Food Contamination, Models, Statistical, Occupational Exposure adverse effects, Pesticide Residues toxicity, Pesticides toxicity
- Abstract
The need for improved tools to estimate the cumulative and aggregate exposure to compounds such as plant protection products (PPPs) is recognised in the EU Regulation 1107/2009. A new model has been developed to estimate the exposure within a population to single compounds or compounds within a Cumulative Action Group, considering dietary and non-dietary sources and multiple exposure routes. To test the model a field study was carried out in Italy with operators applying tebuconazole fungicides, with measurements of dermal exposure collected. Whole urine samples were collected and analysed to provide values for the absorbed dose of tebuconazole, with duplicate diet samples collected and analysed as a measure of dietary exposures. The model provided predicted values of exposure for combined dietary and non-dietary routes of exposures which were compared to the measured absorbed dose values based on urinary analysis. The model outputs provided mean daily exposure values of 1.77 (± 1.96) µg a.s./kg BW which are comparable to measured mean values from the biomonitoring field study of 1.73 (± 1.31) µg a.s./kg BW. To supplement the limited measurement data available, comparisons against other models were also made and found to be comparable., (Crown Copyright © 2014. Published by Elsevier Ltd. All rights reserved.)
- Published
- 2015
- Full Text
- View/download PDF
26. A European model and case studies for aggregate exposure assessment of pesticides.
- Author
-
Kennedy MC, Glass CR, Bokkers B, Hart AD, Hamey PY, Kruisselbrink JW, de Boer WJ, van der Voet H, Garthwaite DG, and van Klaveren JD
- Subjects
- Adult, Child, Child, Preschool, Ecotoxicology methods, European Union, Female, Guidelines as Topic, Health Surveys, Humans, Internet, Male, Middle Aged, Monte Carlo Method, Occupational Exposure adverse effects, Risk Assessment standards, Software, Young Adult, Diet adverse effects, Environmental Exposure adverse effects, Food Contamination, Health Plan Implementation, Models, Statistical, Pesticide Residues toxicity, Pesticides toxicity
- Abstract
Exposures to plant protection products (PPPs) are assessed using risk analysis methods to protect public health. Traditionally, single sources, such as food or individual occupational sources, have been addressed. In reality, individuals can be exposed simultaneously to multiple sources. Improved regulation therefore requires the development of new tools for estimating the population distribution of exposures aggregated within an individual. A new aggregate model is described, which allows individual users to include as much, or as little, information as is available or relevant for their particular scenario. Depending on the inputs provided by the user, the outputs can range from simple deterministic values through to probabilistic analyses including characterisations of variability and uncertainty. Exposures can be calculated for multiple compounds, routes and sources of exposure. The aggregate model links to the cumulative dietary exposure model developed in parallel and is implemented in the web-based software tool MCRA. Case studies are presented to illustrate the potential of this model, with inputs drawn from existing European data sources and models. These cover exposures to UK arable spray operators, Italian vineyard spray operators, Netherlands users of a consumer spray and UK bystanders/residents. The model could also be adapted to handle non-PPP compounds., (Crown Copyright © 2014. Published by Elsevier Ltd. All rights reserved.)
- Published
- 2015
- Full Text
- View/download PDF
27. Cumulative dietary exposure to a selected group of pesticides of the triazole group in different European countries according to the EFSA guidance on probabilistic modelling.
- Author
-
Boon PE, van Donkersgoed G, Christodoulou D, Crépet A, D'Addezio L, Desvignes V, Ericsson BG, Galimberti F, Ioannou-Kakouri E, Jensen BH, Rehurkova I, Rety J, Ruprich J, Sand S, Stephenson C, Strömberg A, Turrini A, van der Voet H, Ziegler P, Hamey P, and van Klaveren JD
- Subjects
- Adolescent, Adult, Animals, Cattle, Child, Diet Surveys, European Union, Feasibility Studies, Female, Guidelines as Topic, Humans, Male, Meat adverse effects, Meat analysis, Middle Aged, Milk adverse effects, Milk chemistry, Pesticide Residues analysis, Pesticides analysis, Risk Assessment standards, Triazoles analysis, Young Adult, Diet adverse effects, Ecotoxicology methods, Food Contamination, Models, Statistical, Pesticide Residues toxicity, Pesticides toxicity, Triazoles toxicity
- Abstract
The practicality was examined of performing a cumulative dietary exposure assessment according to the requirements of the EFSA guidance on probabilistic modelling. For this the acute and chronic cumulative exposure to triazole pesticides was estimated using national food consumption and monitoring data of eight European countries. Both the acute and chronic cumulative dietary exposures were calculated according to two model runs (optimistic and pessimistic) as recommended in the EFSA guidance. The exposures obtained with these model runs differed substantially for all countries, with the highest exposures obtained with the pessimistic model run. In this model run, animal commodities including cattle milk and different meat types, entered in the exposure calculations at the level of the maximum residue limit (MRL), contributed most to the exposure. We conclude that application of the optimistic model run on a routine basis for cumulative assessments is feasible. The pessimistic model run is laborious and the exposure results could be too far from reality. More experience with this approach is needed to stimulate the discussion of the feasibility of all the requirements, especially the inclusion of MRLs of animal commodities which seem to result in unrealistic conclusions regarding their contribution to the dietary exposure., (Copyright © 2014 Elsevier Ltd. All rights reserved.)
- Published
- 2015
- Full Text
- View/download PDF
28. The ACROPOLIS project: Its aims, achievements, and way forward.
- Author
-
van Klaveren JD, Kennedy MC, Moretto A, Verbeke W, van der Voet H, and Boon PE
- Subjects
- Animals, Ecotoxicology methods, European Union, Health Plan Implementation history, Health Promotion history, History, 21st Century, Humans, Risk Assessment, Ecotoxicology history, Environmental Pollution prevention & control, Food Contamination prevention & control, Models, Statistical, Pesticide Residues toxicity, Pesticides toxicity
- Published
- 2015
- Full Text
- View/download PDF
29. Stakeholder attitudes towards cumulative and aggregate exposure assessment of pesticides.
- Author
-
Verbeke W, Van Loo EJ, Vanhonacker F, Delcour I, Spanoghe P, and van Klaveren JD
- Subjects
- Chemical Industry education, Cross-Sectional Studies, Ecotoxicology education, European Union, Farmers education, Food Industry education, Food Safety, Humans, Needs Assessment, Risk Assessment, Surveys and Questionnaires, Uncertainty, Workforce, Diet adverse effects, Environmental Exposure adverse effects, Food Contamination, Health Knowledge, Attitudes, Practice, Models, Statistical, Pesticide Residues toxicity, Pesticides toxicity
- Abstract
This study evaluates the attitudes and perspectives of different stakeholder groups (agricultural producers, pesticide manufacturers, trading companies, retailers, regulators, food safety authorities, scientists and NGOs) towards the concepts of cumulative and aggregate exposure assessment of pesticides by means of qualitative in-depth interviews (n = 15) and a quantitative stakeholder survey (n = 65). The stakeholders involved generally agreed that the use of chemical pesticides is needed, primarily for meeting the need of feeding the growing world population, while clearly acknowledging the problematic nature of human exposure to pesticide residues. Current monitoring was generally perceived to be adequate, but the timeliness and consistency of monitoring practices across countries were questioned. The concept of cumulative exposure assessment was better understood by stakeholders than the concept of aggregate exposure assessment. Identified pitfalls were data availability, data limitations, sources and ways of dealing with uncertainties, as well as information and training needs. Regulators and food safety authorities were perceived as the stakeholder groups for whom cumulative and aggregate pesticide exposure assessment methods and tools would be most useful and acceptable. Insights obtained from this exploratory study have been integrated in the development of targeted and stakeholder-tailored dissemination and training programmes that were implemented within the EU-FP7 project ACROPOLIS., (Copyright © 2014 Elsevier Ltd. All rights reserved.)
- Published
- 2015
- Full Text
- View/download PDF
30. Computational tool for usual intake modelling workable at the European level.
- Author
-
Boon PE, van der Voet H, Ruprich J, Turrini A, Sand S, and van Klaveren JD
- Subjects
- Adolescent, Adult, Data Interpretation, Statistical, Diet, Eating, Europe, Female, Humans, Lead analysis, Male, Middle Aged, Models, Statistical, Monte Carlo Method, Risk Assessment, Young Adult, Food Contamination statistics & numerical data, Food Safety methods, Lead adverse effects
- Abstract
In this paper two models present in the computational tool Monte Carlo Risk Assessment (MCRA) were compared for assessing the usual intake of lead in five countries. For this, we used national food consumption data organised according to the format of the European Food Safety Authority (EFSA) Comprehensive database and a single lead concentration database in which analysed commodities were organised according to EFSA's Standard Sampling Description (SSD) system. This meant that both input data were coded according to the hierarchical FoodEx1 classification system. We demonstrate that the naïve Observed Individual Means model resulted in more conservative estimates of the exposure in the right tail of the exposure distribution compared to a refined usual intake model, the LogisticNormal–Normal model. With MCRA, the usual intake could be estimated with both models using food consumption and concentration data that were coded according to the hierarchical FoodEx1 classification system demonstrating that this tool can be used in EFSA's data environment. Additionally, the computational tool has functionalities 1) to check the input data quality by presenting detailed information about these data around a specified percentile of exposure and 2) to decide whether the use of a more refined usual intake model is appropriate.
- Published
- 2014
- Full Text
- View/download PDF
31. Long-term dietary exposure to lead in young European children: comparing a pan-European approach with a national exposure assessment.
- Author
-
Boon PE, Te Biesebeek JD, Sioen I, Huybrechts I, Moschandreas J, Ruprich J, Turrini A, Azpiri M, Busk L, Christensen T, Kersting M, Lafay L, Liukkonen KH, Papoutsou S, Serra-Majem L, Traczyk I, De Henauw S, and Van Klaveren JD
- Subjects
- Adolescent, Child, Child, Preschool, Databases, Factual, Diet Surveys, Europe epidemiology, Female, Food classification, Humans, Infant, Lead Poisoning epidemiology, Male, Risk Assessment, Time Factors, Diet adverse effects, Drinking, Environmental Pollutants toxicity, Food Contamination, Lead toxicity, Water Pollutants, Chemical toxicity
- Abstract
Long-term dietary exposures to lead in young children were calculated by combining food consumption data of 11 European countries categorised using harmonised broad food categories with occurrence data on lead from different Member States (pan-European approach). The results of the assessment in children living in the Netherlands were compared with a long-term lead intake assessment in the same group using Dutch lead concentration data and linking the consumption and concentration data at the highest possible level of detail. Exposures obtained with the pan-European approach were higher than the national exposure calculations. For both assessments cereals contributed most to the exposure. The lower dietary exposure in the national study was due to the use of lower lead concentrations and a more optimal linkage of food consumption and concentration data. When a pan-European approach, using a harmonised food categorisation system and "European" concentration data, results in a possible health risk related to the intake of an environmental chemical for a certain country, it is advisable to refine this assessment, as part of a tiered approach, using national occurrence data, including an optimised linkage between foods analysed and consumed for that country. In the case of lack of occurrence data, these data can be supplemented with data from the "European" concentration database or by generating additional concentration data at country level.
- Published
- 2012
- Full Text
- View/download PDF
32. Dietary exposure assessments for children in europe (the EXPOCHI project): rationale, methods and design.
- Author
-
Huybrechts I, Sioen I, Boon PE, Ruprich J, Lafay L, Turrini A, Amiano P, Hirvonen T, De Neve M, Arcella D, Moschandreas J, Westerlund A, Ribas-Barba L, Hilbig A, Papoutsou S, Christensen T, Oltarzewski M, Virtanen S, Rehurkova I, Azpiri M, Sette S, Kersting M, Walkiewicz A, Serra-Majem L, Volatier JL, Trolle E, Tornaritis M, Busk L, Kafatos A, Fabiansson S, De Henauw S, and Van Klaveren JD
- Abstract
Background/purpose: The number of dietary exposure assessment studies focussing on children is very limited. Children are however a vulnerable group due to their higher food consumption level per kg body weight. Therefore, the EXPOCHI project aims 1 to create a relational network of individual food consumption databases in children, covering different geographical areas within Europe, and 2 to use these data to assess the usual intake of lead, chromium, selenium and food colours., Methods: EXPOCHI includes 14 food consumption databases focussed on children (1-14 y old). The data are considered representative at national/regional level: 14 regions covering 13 countries. Since the aim of the study is to perform long-term exposure assessments, only data derived from 24 hr dietary recalls and dietary records recorded on at least two non-consecutive days per individual were included in the dietary exposure assessments. To link consumption data and concentration data of lead, chromium and selenium in a standardised way, categorisation of the food consumption data was based on the food categorisation system described within the SCOOP Task report 3.2.11. For food colours, the food categorisation system specified in the Council Directive 94/36/EC was used., Conclusion: The EXPOCHI project includes a pan-European long-term exposure assessment of lead, chromium, selenium and food colours among children living in 13 different EU countries. However, the different study methods and designs used to collect the data in the different countries necessitate an in-depth description of these different methods and a discussion about the resulting limitations.
- Published
- 2011
- Full Text
- View/download PDF
33. Comparison of different exposure assessment methods to estimate the long-term dietary exposure to dioxins and ochratoxin A.
- Author
-
Boon PE, Bonthuis M, van der Voet H, and van Klaveren JD
- Subjects
- Europe, Diet, Dioxins administration & dosage, Environmental Exposure, Mycotoxins administration & dosage, Ochratoxins administration & dosage
- Abstract
Long-term exposures to dioxins (PCCD/F and dioxin-like PCBs) and ochratoxin A were calculated using food consumption data of the European concise database combined with concentration data of the Netherlands (NL) using a deterministic approach. To refine these assessments, exposures were also calculated using three long-term exposure models, observed individual means (OIM), Iowa State University Foods (ISUF), and betabinomial-normal (BBN) models, combined with individual food consumption data of NL. BBN and ISUF correct the variation in long-term exposure for the within-person variation, whereas OIM calculates the mean exposure over the days in the food consumption survey. Exposures obtained with the concise database were highest, and those obtained with OIM higher than with BBN and ISUF. Contribution of the major sources of exposure differed between the concise database and the three models. Given the constraints of the concise database, exposures obtained with this database should be interpreted as a first tier assessment. Preferably, refined assessments using models that correct the variation in long-term exposure for the within-person variation combined with individual food consumption data and national concentration data should be used to assess the long-term exposure. We recommend the use of BBN since it can model exposure distributions that depend on covariates., (Copyright © 2011 Elsevier Ltd. All rights reserved.)
- Published
- 2011
- Full Text
- View/download PDF
34. Harmonisation of food categorisation systems for dietary exposure assessments among European children.
- Author
-
De Neve M, Sioen I, Boon PE, Arganini C, Moschandreas J, Ruprich J, Lafay L, Amiano P, Arcella D, Azpiri M, Busk L, Christensen T, D'addezio L, Fabiansson S, Hilbig A, Hirvonen T, Kersting M, Koulouridaki S, Liukkonen KH, Oltarzewski M, Papoutsou S, Rehurkova I, Ribas-Barba L, Serra-Majem L, Tornaritis M, Trolle E, Van Klaveren JD, Verger E, Walkiewicz A, Westerlund A, De Henauw S, and Huybrechts I
- Subjects
- Adolescent, Child, Child, Preschool, Chromium administration & dosage, Chromium analysis, Databases, Factual, Europe, Female, Food Coloring Agents administration & dosage, Food Coloring Agents analysis, Food Safety methods, Humans, Infant, Internationality, Lead administration & dosage, Lead analysis, Male, Selenium administration & dosage, Selenium analysis, Beverages classification, Diet, Food classification, Food Contamination statistics & numerical data
- Abstract
Within the European project called EXPOCHI (Individual Food Consumption Data and Exposure Assessment Studies for Children), 14 different European individual food consumption databases of children were used to conduct harmonised dietary exposure assessments for lead, chromium, selenium and food colours. For this, two food categorisation systems were developed to classify the food consumption data in such a way that these could be linked to occurrence data of the considered compounds. One system served for the exposure calculations of lead, chromium and selenium. The second system was developed for the exposure assessment of food colours. The food categories defined for the lead, chromium and selenium exposure calculations were used as a basis for the food colour categorisation, with adaptations to optimise the linkage with the food colour occurrence data. With this work, an initial impetus was given to make user-friendly food categorisation systems for contaminants and food colours applicable on a pan-European level. However, a set of difficulties were encountered in creating a common food categorisation system for 14 individual food consumption databases that differ in the type and number of foods coded and in level of detail provided about the consumed foods. The work done and the problems encountered in this project can be of interest for future projects in which food consumption data will be collected on a pan-European level and used for common exposure assessments.
- Published
- 2010
- Full Text
- View/download PDF
35. Harmonisation of food consumption data format for dietary exposure assessments of chemicals analysed in raw agricultural commodities.
- Author
-
Boon PE, Ruprich J, Petersen A, Moussavian S, Debegnach F, and van Klaveren JD
- Subjects
- Databases, Factual, Humans, Netherlands, Diet Surveys, Eating, Environmental Exposure analysis, Models, Theoretical, Risk Assessment methods
- Abstract
In this paper, we present an approach to format national food consumption data at raw agricultural commodity (RAC) level. In this way, the data is both formatted in a harmonised way given the comparability of RACs between countries, and suitable to assess the dietary exposure to chemicals analysed in RACs at a European level. In this approach, consumption data needs to be converted to edible part of RAC (e-RAC) level using a RAC conversion database. To subsequently use this data in exposure assessments, both e-RACs and RACs analysed in chemical control programmes should be classified via a uniform system. Furthermore, chemical concentrations in RACs may need to be converted to e-RAC level using processing factors. To illustrate the use of this approach, we describe how the Dutch RAC conversion database was used to convert consumption data of four national consumption surveys to e-RAC level, and the use of the FAO/WHO Codex Classification system of Foods and Animal Feeds to harmonise the classification. We demonstrate that this approach works well for pesticides and glycoalkaloids, and is an essential step forward in the harmonisation of risk assessment procedures within Europe when addressing chemicals analysed in RACs by all national food control systems.
- Published
- 2009
- Full Text
- View/download PDF
36. Probabilistic risk assessment of dietary exposure to single and multiple pesticide residues or contaminants: summary of the work performed within the SAFE FOODS project.
- Author
-
van Klaveren JD and Boon PE
- Subjects
- Europe, Humans, Environmental Exposure, Food Contamination, Models, Statistical, Pesticide Residues analysis, Risk Assessment methods
- Abstract
This introduction to the journal's supplement on probabilistic risk assessment of single and multiple exposure to pesticide residues or contaminants summarizes the objectives and results of the work performed in work package 3 of the EU-funded project SAFE FOODS. Within this work package, we developed an electronic platform of food consumption and chemical concentration databases harmonised at raw agricultural commodity level. In this platform the databases are connected to probabilistic software to allow probabilistic modelling of dietary exposure in a standardised way. The usefulness of this platform is demonstrated in two papers, which describe the exposure to pesticides and glycoalkaloids in several European countries. Furthermore, an integrated probabilistic risk assessment (IPRA) model was developed: a new tool to integrate exposure and effect modelling, including uncertainty analyses. The use of this model was shown in a paper on the cumulative exposure to anti-androgen pesticides. Combined with a health impact prioritization system, developed within this work package to compare heath risks between chemicals, the IPRA tool can also be used to compare health risks between multiple chemicals in complex risk assessment situation such as risk-benefit and risk trade-off analyses. Both the electronic platform of databases as the IPRA model may proof to be powerful tools to tackle the challenges risk managers are or will be faced with in the future.
- Published
- 2009
- Full Text
- View/download PDF
37. Probabilistic acute dietary exposure assessments to captan and tolylfluanid using several European food consumption and pesticide concentration databases.
- Author
-
Boon PE, Svensson K, Moussavian S, van der Voet H, Petersen A, Ruprich J, Debegnach F, de Boer WJ, van Donkersgoed G, Brera C, van Klaveren JD, and Busk L
- Subjects
- Databases, Factual, Diet Surveys, Europe, Humans, Eating, Environmental Exposure, Models, Statistical, Pesticide Residues
- Abstract
Probabilistic dietary acute exposure assessments of captan and tolylfluanid were performed for the populations of the Czech Republic, Denmark, Italy, the Netherlands and Sweden. The basis for these assessments was national databases for food consumption and pesticide concentration data harmonised at the level of raw agricultural commodity. Data were obtained from national food consumption surveys and national monitoring programmes and organised in an electronic platform of databases connected to probabilistic software. The exposure assessments were conducted by linking national food consumption data either (1) to national pesticide concentration data or (2) to a pooled database containing all national pesticide concentration data. We show that with this tool national exposure assessments can be performed in a harmonised way and that pesticide concentrations of other countries can be linked to national food consumption surveys. In this way it is possible to exchange or merge concentration data between countries in situations of data scarcity. This electronic platform in connection with probabilistic software can be seen as a prototype of a data warehouse, including a harmonised approach for dietary exposure modelling.
- Published
- 2009
- Full Text
- View/download PDF
38. Comparison of human health risks resulting from exposure to fungicides and mycotoxins via food.
- Author
-
Muri SD, van der Voet H, Boon PE, van Klaveren JD, and Brüschweiler BJ
- Subjects
- Humans, Spiro Compounds poisoning, Triazoles poisoning, Trichothecenes poisoning, Zearalenone poisoning, Food Microbiology, Fungicides, Industrial poisoning, Models, Statistical, Mycotoxins poisoning, Risk Assessment methods, Risk Reduction Behavior
- Abstract
The interest in holistic considerations in the area of food safety is increasing. Risk managers may face the problem that reducing the risk of one compound may increase the risk of another compound. An example is the potential increase in mycotoxin levels due to a reduced use of fungicides in crop production. The Integrated Probabilistic Risk Assessment (IPRA) model was used to compare the estimated health impacts on humans caused by crops contaminated with the fungicides spiroxamine (SPI) and tebuconazole (TEB) or with the mycotoxins deoxynivalenol (DON) and zearalenone (ZEA). The IPRA model integrates a distribution characterising the exposure of individuals with a distribution characterising the susceptibility of individuals towards toxic effects. Its outcome, a distribution of Individual Margins of Exposure (IMoE), served as basis to perform comparisons of compounds, effects, countries, and population groups. Based on the available data and the assumptions made, none of the four compounds was found to have impact on human health in the addressed scenarios. The IMoE distributions were located as follows: DON
- Published
- 2009
- Full Text
- View/download PDF
39. Probabilistic modelling of exposure doses and implications for health risk characterization: glycoalkaloids from potatoes.
- Author
-
Ruprich J, Rehurkova I, Boon PE, Svensson K, Moussavian S, Van der Voet H, Bosgra S, Van Klaveren JD, and Busk L
- Subjects
- Eating, Europe, Humans, Solanine analysis, Environmental Exposure analysis, Models, Statistical, Solanine analogs & derivatives, Solanum tuberosum chemistry
- Abstract
Potatoes are a source of glycoalkaloids (GAs) represented primarily by alpha-solanine and alpha-chaconine (about 95%). Content of GAs in tubers is usually 10-100 mg/kg and maximum levels do not exceed 200 mg/kg. GAs can be hazardous for human health. Poisoning involve gastrointestinal ailments and neurological symptoms. A single intake of >1-3 mg/kg b.w. is considered a critical effect dose (CED). Probabilistic modelling of acute and chronic (usual) exposure to GAs was performed in the Czech Republic, Sweden and The Netherlands. National databases on individual consumption of foods, data on concentration of GAs in tubers (439 Czech and Swedish results) and processing factors were used for modelling. Results concluded that potatoes currently available at the European market may lead to acute intakes >1 mg GAs/kg b.w./day for upper tail of the intake distribution (0.01% of population) in all three countries. 50 mg GAs/kg raw unpeeled tubers ensures that at least 99.99% of the population does not exceed the CED. Estimated chronic (usual) intake in participating countries was 0.25, 0.29 and 0.56 mg/kg b.w./day (97.5% upper confidence limit). It remains unclear if the incidence of GAs poisoning is underreported or if assumptions are the worst case for extremely sensitive persons.
- Published
- 2009
- Full Text
- View/download PDF
40. Cumulative risk assessment of the exposure to organophosphorus and carbamate insecticides in the Dutch diet.
- Author
-
Boon PE, Van der Voet H, Van Raaij MT, and Van Klaveren JD
- Subjects
- Adolescent, Adult, Aged, Aged, 80 and over, Carbamates analysis, Child, Child, Preschool, Eating drug effects, Female, Humans, Infant, Insecticides analysis, Male, Middle Aged, Models, Statistical, Netherlands, Organophosphorus Compounds analysis, Organothiophosphorus Compounds analysis, Organothiophosphorus Compounds toxicity, Pesticide Residues analysis, Phosphoramides, Risk Assessment, Carbamates toxicity, Diet, Insecticides toxicity, Organophosphorus Compounds toxicity
- Abstract
We report the acute cumulative exposure to organophosphorus insecticides (OPs) and carbamates in the Dutch population and young children (1-6 years) via the diet. Residue data were derived from Dutch monitoring programmes performed during 2003-2005, and food consumption levels from the Dutch National Food Consumption Survey 1997/1998. The relative potency factor (RPF) approach was used to cumulate the exposure to OPs and carbamates using acephate and oxamyl as index compound respectively. The exposure was estimated using the probabilistic approach, including unit variability and processing effects. We demonstrate that about 3% of the composite samples analysed for OPs and 0.2% for carbamates contain combinations of these pesticides. The P99.9 of exposure to OPs and carbamates in the total Dutch population equals 23 and 0.64microg/kg BW/d respectively. For young children the corresponding exposure levels are 57 and 1.47microg/kg BW/d. When comparing the P99.9 of exposure with the ARfD, 50 and 9microg/kg BW/d for acephate and oxamyl respectively, there is only a possible health risk for young children. Spinach contributed most to the exposure to OPs in both age groups, followed by orange and mandarin. For carbamates apple (sauce) was the main product determining the exposure.
- Published
- 2008
- Full Text
- View/download PDF
41. Dietary intake and risk evaluation of polybrominated diphenyl ethers in The Netherlands.
- Author
-
Bakker MI, de Winter-Sorkina R, de Mul A, Boon PE, van Donkersgoed G, van Klaveren JD, Baumann BA, Hijman WC, van Leeuwen SP, de Boer J, and Zeilmaker MJ
- Subjects
- Adult, Animals, Child, Child, Preschool, Fishes, Flame Retardants analysis, Halogenated Diphenyl Ethers, Humans, Male, Meat analysis, Mice, Nervous System drug effects, Nervous System growth & development, Netherlands, Phenyl Ethers administration & dosage, Phenyl Ethers toxicity, Polybrominated Biphenyls analysis, Polybrominated Biphenyls toxicity, Reproduction, Risk Factors, Spermatogenesis drug effects, Diet, Flame Retardants administration & dosage, Food Contamination analysis, Polybrominated Biphenyls administration & dosage
- Abstract
The current study aims at estimating the dietary intake of PBDEs in the Netherlands and evaluating the resultant risk. Dietary intake was estimated using results of PBDE analyses in Dutch food products from 2003/2004 and consumption data of the third Dutch National Food Consumption Survey (1997/1998). Assuming that non-detects represent levels of half the detection limit, the median long-term intake of the Dutch population of the sum of five major PBDEs (namely PBDEs 47, 99, 100, 153+154) is 0.79 ng/kg body weight bw/day (P97.5: 1.62 ng/kg bw/day). When non-detects are considered as zeros the values are 0.53 (median) and 1.34 (P97.5) ng/kg bw/day. Environmental concentrations of PBDEs in Europe are expected to decline in the near future because of the ban on penta- and octaBDE technical products. However, it will take at least a decade before this will result in lower PBDE concentrations in food products. Hence, a regular monitoring program for PBDEs is recommended. A risk evaluation at the most sensitive endpoints of BDE 99 carried out in this paper indicates that, although the long-term exposure to BDE 99 is well below the human exposure threshold level for neurodevelopmental toxicity, it may be close to that for reproductive toxicity.
- Published
- 2008
- Full Text
- View/download PDF
42. A probabilistic model for simultaneous exposure to multiple compounds from food and its use for risk-benefit assessment.
- Author
-
van der Voet H, de Mul A, and van Klaveren JD
- Subjects
- Animals, Computer Simulation, Diet, Fishes, Humans, Monte Carlo Method, Risk Assessment, Seafood, Dioxins administration & dosage, Eating, Fatty Acids, Omega-3 administration & dosage, Models, Statistical
- Abstract
A model is presented which allows to quantify the simultaneous distribution of the exposure to two compounds, for example a health-risk and a health promoting compound. The model considers the total dietary intake, and can be used as a first step to study the effects on the balance between risks and benefits following changes in the consumption pattern. The exposure is modelled separately for intake probabilities using a betabinomial model, and for intake amounts using a lognormal model, and these parts are afterwards integrated by Monte Carlo simulation. The model is illustrated using the risk-benefit case of dioxins and the omega-3 fatty acids eicosapentaenoic acid (EPA) and docosahexaenoic acid (DHA). High concentrations of both the health adverse compounds and the health promoting compounds are simultaneously present in fatty fish. Calculated exposures were compared with intake limits: the adequate intake for EPA+DHA and the tolerable daily intake (TDI) for dioxins. We estimate the probability that dioxin exposure is below TDI, the probability that EPA+DHA exposure is above the adequate intake, and the probability that both conditions occur simultaneously. We also model the dependence of these probabilities on age. In the studied population the exposure to both compounds is almost completely below the limits. A scenario study in which meat consumption was replaced by fatty fish consumption shows an increase in the fraction of the population with the recommended intake of EPA+DHA, however also the fraction of the population exceeding the TDI for dioxins is increased. For the example scenario the optimal amount of fatty fish consumption is derived.
- Published
- 2007
- Full Text
- View/download PDF
43. Effect of increased vegetable and fruit consumption on plasma folate and homocysteine concentrations.
- Author
-
Bogers RP, Dagnelie PC, Bast A, van Leeuwen M, van Klaveren JD, and van den Brandt PA
- Subjects
- Adult, Female, Folic Acid administration & dosage, Homocysteine administration & dosage, Humans, Netherlands, Nutrition Assessment, Nutrition Policy, Nutritional Requirements, Women's Health, Folic Acid blood, Fruit, Homocysteine blood, Vegetables, Vitamin B Complex blood
- Abstract
Objective: We assessed the effects of an intervention aimed at increasing the consumption of fruits and vegetables on plasma folate and homocysteine concentrations., Methods: Seventy-one healthy non-smoking women (mean +/- SD 41 +/- 4 y of age) were randomized to an intervention or a control group. Participants in the intervention group (n = 36) received weekly packets containing fruits and vegetables free of charge and were asked to consume a daily amount of >or=200 g of vegetables and two pieces of fruit (the Dutch recommended intake level) over a period of 1 mo. Control subjects did not receive any intervention., Results: Compared with the control group, reported fruit and vegetable intakes in the intervention group increased by 133 g/d (95% confidence interval [CI] 87-179, P < 0.001) for fruits and juice and 64 g/d (95% CI 37-91, P < 0.001) for vegetables and estimated folate intake from fruits and vegetables increased by 40 microg/d (95% CI 22-58, P < 0.001). However, no effect was observed on plasma folate concentrations (intervention effect 0.3 nmol/L, 95% CI -1.8 to 2.8, P = 0.77) or homocysteine concentrations (intervention effect 0.26 micromol/L, 95% CI -0.34 to 0.87, P = 0.39)., Conclusion: The results suggest that 4 wk of increased fruit and vegetable consumption to the recommended amounts may be insufficient to change plasma folate and homocysteine concentrations.
- Published
- 2007
- Full Text
- View/download PDF
44. Analysis of multivariate extreme intakes of food chemicals.
- Author
-
Paulo MJ, van der Voet H, Wood JC, Marion GR, and van Klaveren JD
- Subjects
- Databases, Factual, Eating, Feeding Behavior, Humans, Models, Statistical, Monte Carlo Method, Multivariate Analysis, Pesticide Residues analysis, Risk Assessment, Diet statistics & numerical data, Food Analysis, Food Contamination analysis, Pesticides analysis
- Abstract
A recently published multivariate Extreme Value Theory (EVT) model is applied to the estimation of population risks associated with dietary intake of pesticides. The objective is to quantify the acute risk of pesticide intake above a threshold and relate it to the consumption of specific primary food products. As an example daily intakes of a pesticide from three foods are considered. The method models and extrapolates simultaneous intakes of pesticide, and estimates probability of exceeding unobserved large intakes. Multivariate analysis was helpful in identifying whether the avoidance of certain food combinations would reduce the likelihood of exceeding a threshold. We argue that the presented method can be an important contribution to exposure assessment studies.
- Published
- 2006
- Full Text
- View/download PDF
45. Risk assessment of dietary exposure to pesticides using a Bayesian method.
- Author
-
Paulo MJ, van der Voet H, Jansen MJ, ter Braak CJ, and van Klaveren JD
- Subjects
- Bayes Theorem, Humans, Models, Biological, Monte Carlo Method, Risk Assessment, Food Contamination, Pesticide Residues toxicity
- Abstract
Risk assessment of pesticides can be a statistically difficult problem because pesticides occur only occasionally, but they may occur on multiple components in the diet. A Bayesian statistical model is presented which incorporates multivariate modelling of food consumption and modelling of pesticide measurements which are for a large part below a measurement threshold. It is shown that Bayesian modelling is feasible for a limited number of food components, and that in a data-rich situation the model compares well with an empirical Monte Carlo modelling., (2005 Society of Chemical Industry)
- Published
- 2005
- Full Text
- View/download PDF
46. Calculations of dietary exposure to acrylamide.
- Author
-
Boon PE, de Mul A, van der Voet H, van Donkersgoed G, Brette M, and van Klaveren JD
- Subjects
- Adolescent, Adult, Aged, Aged, 80 and over, Child, Child, Preschool, Humans, Infant, Middle Aged, Netherlands, Risk Assessment, Acrylamide administration & dosage, Diet Surveys, Food Contamination, Models, Theoretical
- Abstract
In this paper we calculated the usual and acute exposure to acrylamide (AA) in the Dutch population and young children (1-6 years). For this AA levels of different food groups were used as collected by the Institute for Reference Materials and Measurements (IRMM) of the European Commission's Directorate General Joint Research Centre (JRC) from April 2003 up to May 2004. This database contained about 3500 AA levels received from mainly Germany, The Netherlands, Ireland, Greece, Austria, UK and from food industry. Food consumption levels used were derived from the Dutch National Food Consumption Survey of 1997/1998 (n=6250 of which 530 children aged 1-6 years). The exposure was estimated using the probabilistic approach. The results of the exposure calculations are discussed in relation to different methodological aspects of AA exposure calculations and possible uncertainties related to this. The items discussed include quality of the AA levels measured in food items, the allocation of AA levels to food categories, the quality of food consumption levels, and relevant exposure model in relation to reported toxicity of AA. Furthermore, we demonstrate that scenario studies and probabilistic modelling of exposure are potential useful tools to evaluate the effect of processing techniques to reduce AA levels in food on AA exposure. The scenarios studied reduced total AA exposure ranging from <1% up to 17%.
- Published
- 2005
- Full Text
- View/download PDF
47. Determination of trichothecenes in duplicate diets of young children by capillary gas chromatography with mass spectrometric detection.
- Author
-
Schothorst RC, Jekel AA, Van Egmond HP, De Mul A, Boon PE, and Van Klaveren JD
- Subjects
- Body Weight, Edible Grain chemistry, Food Analysis methods, Gas Chromatography-Mass Spectrometry methods, Humans, Infant, Trichothecenes administration & dosage, Diet, Food Contamination analysis, Trichothecenes analysis
- Abstract
Trichothecenes are mycotoxins produced by several fungal genera, mainly Fusarium species, that can contaminate a wide range of cereals used for human and animal consumption. They are associated with various adverse health effects in animals and humans such as feed refusal, vomiting and immunotoxic effects. A method based on capillary gas chromatography with mass spectrometric detection was developed and validated in-house for the determination of nine trichothecenes in duplicate diets of young children. The trichothecenes were extracted from the sample matrix by water/ethanol (90/10). The extracts were cleaned by means of ChemElut and Mycosep columns. The cleaned extracts were evaporated to dryness and derivatized to trimethylsilyl ethers at room temperature. The residues were dissolved in iso-octane and washed with water. The final extracts were analysed for trichothecenes by GC-MS. The response was linear in the range tested (1-10 microg kg(-1)). Recoveries for the trichothecenes were between 70 and 111%, with the exception of nivalenol, which had a low recovery (34%). The limit of quantification for all trichothecenes was below 0.4 microg kg(-1). Seventy-four food samples from young children collected by 74 respondents in a duplicate diet study were analysed for trichothecenes with the developed method. The mean levels of deoxynivalenol, nivalenol, HT-2 toxin and T-2 toxin were 5.8, 0.3, 0.3 and 0.1 microg kg(-1), respectively. Based on the individual results, dietary intake calculations were made. For deoxynivalenol, the tolerable daily intake of 1 microg kg(-1) body weight was exceeded by nine respondents. For the combined intake of T-2 and HT-2 toxin, the temporary tolerable daily intake of 0.06 microg kg(-1) body weight was exceeded by nine respondents.
- Published
- 2005
- Full Text
- View/download PDF
48. Dioxins, dioxin-like PCBs and non-dioxin-like PCBs in foodstuffs: occurrence and dietary intake in The Netherlands.
- Author
-
Baars AJ, Bakker MI, Baumann RA, Boon PE, Freijer JI, Hoogenboom LA, Hoogerbrugge R, van Klaveren JD, Liem AK, Traag WA, and de Vries J
- Subjects
- Adolescent, Adult, Aged, Aged, 80 and over, Body Burden, Child, Child, Preschool, Environmental Exposure adverse effects, Female, Humans, Infant, Male, Middle Aged, Netherlands, Benzofurans analysis, Dioxins analysis, Food Analysis, Polychlorinated Biphenyls analysis
- Abstract
Data on occurrence of dioxins (polychlorinated dibenzo-p-dioxins [PCDDs] and dibenzofurans [PCDFs]), dioxin-like PCBs (polychlorinated non-ortho and mono-ortho biphenyls) and non-dioxin-like PCBs (as represented by the so-called indicator-PCBs: congeners 28, 52, 101, 118, 138, 153 and 180) in food products consumed in The Netherlands that were collected in measurement programs carried out during 1998 and 1999, and combined with food consumption data to assess the dietary intake of these persistent food contaminants. The estimated median life-long-averaged intake of the sum of dioxins and dioxin-like PCBs in the population is 1.2 pg WHO-TEQ (toxic equivalents) per kg body weight (bw) per day, while the estimated median life-long-averaged intake of indicator-PCBs is 5.6 ng per kg bw per day. The contribution of different food groups to the total intake of both dioxins + dioxin-like PCBs and non-dioxin-like PCBs is fairly uniformly distributed over the foods consumed: meat products (23% and 27%, respectively), dairy products (27% and 17%, respectively), fish (16% and 26%, respectively), eggs (4% and 5%, respectively), vegetable products (13% and 7%, respectively), and industrial oils and fats (17% and 18%, respectively). Compared with earlier intake estimations the present estimation shows a continued reduction in the intake of dioxins as well as PCBs. This reduction is related to the decrease in the concentration of these substances in the majority of foodstuffs. Nevertheless, a small part of the population still has a rather high life-long averaged intake: 8% of the population is exposed to intake levels above the tolerable weekly intake for dioxins and dioxin-like PCBs of 14 pg WHO-TEQ per kg bw per week, as recently derived by the Scientific Committee on Food of the European Commission. For the non-dioxin-like PCBs an internationally accepted maximum intake level is still lacking. However, to provide risk managers with a health-based guideline to prevent health effects of exposure to non-dioxin-like PCBs, the (international) derivation of a tolerable daily intake is recommended. Monitoring the dietary intake of PCBs is just as important as monitoring the intake of dioxins and dioxin-like PCBs, and attempts to decrease the exposure to both compound classes need continuous attention.
- Published
- 2004
- Full Text
- View/download PDF
49. Acrylamide exposure from foods of the Dutch population and an assessment of the consequent risks.
- Author
-
Konings EJ, Baars AJ, van Klaveren JD, Spanjer MC, Rensen PM, Hiemstra M, van Kooij JA, and Peters PW
- Subjects
- Adolescent, Adult, Age Factors, Aged, Aged, 80 and over, Carcinogens toxicity, Child, Child, Preschool, Chromatography, Liquid, Data Collection, Female, Health, Humans, Infant, Male, Mass Spectrometry, Middle Aged, Netherlands, Quality Control, Risk Assessment, Acrylamides adverse effects, Acrylamides analysis, Diet, Food Analysis
- Abstract
At the end of April 2002, the Swedish Food Administration reported the presence of acrylamide in heat treated food products. Acrylamide has been shown to be toxic and carcinogenic in animals, and has been classified by the WHO/IARC among others as 'probably carcinogenic for humans'. The purposes of this study were firstly to analyse acrylamide contents of the most important foods contributing to such exposure, secondly, to estimate the acrylamide exposure in a representative sample of the Dutch population, and thirdly to estimate the public health risks of this consumption. We analysed the acrylamide content of foods with an LC-MS-MS method. The results were then used to estimate the acrylamide exposure of consumers who participated in the National Food Consumption Survey (NFCS) in 1998 (n=6250). The exposure was estimated using the probabilistic approach for the total Dutch population and several age groups. For 344 food products, acrylamide amounts ranged from <30 to 3100 microg/kg. Foods with the highest mean acrylamide amounts were potato crisps (1249 microg/kg), chips (deep-fried) (351 microg/kg), cocktail snacks (1060 microg/kg), and gingerbread (890 microg/kg). The mean acrylamide exposure of the NFCS participants was 0.48 microg/kg bw/day. Risk of neurotoxicity is negligible. From exposure estimations it appears that the additional cancer risk might not be negligible.
- Published
- 2003
- Full Text
- View/download PDF
50. Validation of a probabilistic model of dietary exposure to selected pesticides in Dutch infants.
- Author
-
Boon PE, van der Voet H, and van Klaveren JD
- Subjects
- Food Analysis, Humans, Infant, Netherlands, Reproducibility of Results, Diet, Food Contamination analysis, Models, Statistical, Pesticide Residues analysis
- Abstract
A probabilistic model for dietary exposure to pesticides was validated. For this, we evaluated the agreement of dietary exposure to six pesticides as estimated with the model with exposures measured in duplicate diet samples (='real intake') and those calculated with the point estimate. To calculate the exposure with the model and point estimate, consumption data of the duplicate diet survey and pesticide residue measurements from Dutch monitoring programmes in 2000 and 2001 were used. The model was considered validated when the outcome was both higher than the real intake and lower than the point estimate. Results showed that exposures estimated with the model were closer to the real intake than those of the point estimate, and that the model outcome was lower than the point estimate. Furthermore, it was shown that the probabilistic approach can address the exposure to a pesticide via the consumption of different food products, while the point estimate only estimates the exposure through the consumption of one product. The model validated is a valuable asset when estimating the dietary exposure to pesticides in both the authorization of new pesticides and the evaluation of exposures using monitoring data.
- Published
- 2003
- Full Text
- View/download PDF
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.