957 results on '"Sloten"'
Search Results
2. BoerenNatuur Kennisuur - Bepalen slootpotentie - 24 januari 2024
- Abstract
BoerenNatuur Kennisuur – Bepalen slootpotentie. Spreker: Maik Janssen, FLORON. Nederland telt 300.000 km aan sloten. Hoe kan je als collectief op een eenvoudige wijze bepalen welke sloten potentie hebben om ANLb doelsoorten te herbergen en hoe kan je bepalen welke sloten dit in potentie kunnen gaan doen. Waar moet je energie opzetten en welke maatregelen zijn dan noodzakelijk.
- Published
- 2024
3. Broedvogels en watergangenbeheer : Onderzoek in werkgebieden waterschap Hunze en Aa’s en Noorderzijlvest in 2021-2022
- Author
-
Ottens, H.J., Wiersma, P., Hoenders, T., Franken, M., Ottens, H.J., Wiersma, P., Hoenders, T., and Franken, M.
- Abstract
Het algemene doel van dit onderzoek is om tot een kwaliteitsbeoordeling van het beheer te komen en of er, indachtig de habitatbenadering van de Wet Natuurbescherming, daadwerkelijk veilig broedhabitat wordt geboden. De waterschappen Hunze en Aa’s en Noorderzijlvest voeren in de provincies Groningen en Drenthe het beheer over ca. 6275 kilometer aan watergangen. Ze zijn opgericht om voor droge voeten te zorgen en zijn met hun takenpakket dienend aan de belangen van landbouw, de bebouwde omgeving en natuur. Los daarvan vormen de watergangen een geheel eigen leefgebied voor tal van planten- en dierensoorten. Vissen, libellen, amfibieën, reptielen, dagvlinders, zoogdieren en vogels gebruiken allemaal op eigen wijze dit leefgebied. De watergangen vormen voor een flink aantal vogelsoorten een belangrijke plek voor de reproductie, zowel om te broeden, te foerageren en/of veilig jongen groot te brengen. De Wet Natuurbescherming omvat een zorgplicht voor alle soorten, waarbij kwetsbare of beschermde soorten in principe gespaard moeten worden.
- Published
- 2023
4. Variabele waterjuffer: indicator van basiskwaliteit
- Author
-
G. Bos and G. Bos
- Abstract
De variabele waterjuffer is geen zeldzame soort. Toch verdient de soort aandacht, omdat het een indicator is van goed ontwikkelde sloten.
- Published
- 2023
5. Platte schijfhoren en oeverschijfhoren, verspreiding en beheeradvies
- Author
-
A. Gmelig Meyling, M. van Wieringen, R. de Bruyne, A. Gmelig Meyling, M. van Wieringen, and R. de Bruyne
- Abstract
De platte schijfhoren en oeverschijfhoren zijn indicatief voor gezonde sloten met een hoge biodiversiteit. Ze leven vooral buiten Natura 2000-gebieden en zijn kwetsbaar voor vervuiling, intensief slootbeheer en exotische rivierkreeften.
- Published
- 2023
6. Broedvogels in Nederland 2022
- Author
-
Boele, A., Vergeer, J.-W., Bruggen, J. van, Goffin, B., Kavelaars, M., Kooijmans, J.L., Koffijberg, K., Kleunen, A. van, Schoppers, J., Turnhout, C. van, Jansen, D., Boele, A., Vergeer, J.-W., Bruggen, J. van, Goffin, B., Kavelaars, M., Kooijmans, J.L., Koffijberg, K., Kleunen, A. van, Schoppers, J., Turnhout, C. van, and Jansen, D.
- Abstract
Dit rapport vat de belangrijkste resultaten samen van het Meetnet Broedvogels in 2022. Na een bespreking van methode en materiaal (hoofdstuk 2) en de weersomstandigheden en waterstanden in 2022 (hoofdstuk 3) komen de belangrijkste ontwikkelingen bij broedvogels in dat jaar aan de orde (hoofdstuk 4). Daarbij is er ook aandacht voor de provinciale meetnetten en trends (1246 provinciale trends van in totaal 167 verschillende soorten) en ontwikkelingen in de Zoete Rijkswateren. In hoofdstuk 5 worden 70 zeldzame broedvogels (5.3) en 20 kolonievogels (5.4) kort besproken en komen 53 schaarse of algemene soorten uitgebreider aan bod (5.5). Veel van de besproken soorten spelen een rol bij Natura 2000 of staan op de Rode Lijst. In de uitgebreidere soortteksten wordt onder andere ingegaan op provinciale ontwikkelingen en wordt gebruik gemaakt van gegevens uit het Meetnet Nestkaarten en/of CES. Tabel 5.1 geeft een overzicht van getelde aantallen en schattingen van een selectie van soorten. De landelijke indexen (199 soorten) staan in bijlage 2 en zijn, net als de provinciale indexen, tevens beschikbaar via de website van Sovon (stats.sovon.nl). Hetzelfde geldt voor de trends en aantalsinformatie van de Natura 2000-gebieden.
- Published
- 2023
7. Denken en doen vanuit de sloot : handleiding ecologisch slootschonen
- Author
-
Jonkheer, E. and Jonkheer, E.
- Abstract
In het Friese weidegebied rond Echtenerbrug schonen drie loonwerkers samen 300 kilometer ecologisch beheerde sloten, in nauwe samenwerking met de agrarische natuurvereniging. Samen brengen ze ecologisch slootschonen in de praktijk. “Het helpt als je er aardigheid aan hebt, maar ingewikkeld is het niet.”
- Published
- 2023
8. Herkennen, vastleggen en communiceren : Invasieve exoten vragen zorgvuldig berm- en slootwerk
- Author
-
Pol, H. van den and Pol, H. van den
- Abstract
Dankzij wegen kunnen we ons snel van A naar B verplaatsen. Bermen en watergangen vervullen eenzelfde rol voor planten en dieren en krijgen daardoor steeds meer waardering. Helaas blijkt het ook een ideale manier voor invasieve exoten om zich te verplaatsen. “Herkennen, vastleggen en communiceren”, daarmee kunnen we het beheersbaar maken, zegt Joyce Penninkhof, senior adviseur van Probos. Verdwijnen zullen veel exoten namelijk niet meer.
- Published
- 2023
9. Ecologisch slootschonen in veenweidegebied
- Abstract
GLB pilot Biologisch in ontwikkeling. Bij biologisch melkveehouder Klaas Oevering uit Idzega (Fr.) werd een demonstratie ecologisch slootschonen gehouden. Klaas houdt zijn biologisch melkvee op veenweide met verhoogd waterpeil. Naast de vele weidevogels op zijn bedrijf en een gezonde veestapel, vindt Klaas het belangrijk om zijn sloten op een ecologische manier te schonen. Hiermee vergroot hij de biodiversiteit aan flora en fauna in het water.
- Published
- 2023
10. Hoe florissant zijn onze sloten? Een sneakpreview
- Author
-
B. Schenkeveld and B. Schenkeveld
- Abstract
Tijdens twee recente veldbezoeken aan gebiedenin Culemborg, de Zump en Molenzicht/Parijsch, werden sloten en slootkanten geïnspecteerd. De Zump toonde een bescheiden soortenrijkdom met 41 vaatplanten, voornamelijk indicatief voor voedselrijk water. In Molenzicht/Parijsch werden echter meer dan 20 extra soorten aangetroffen, waaronder kwelindicatoren en zeldzaamheden zoals gewoon blaasjeskruid en krabbenscheer. Het verschil wordt toegeschreven aan kwel in Molenzicht/Parijsch, wat leidt tot minder voedselrijk water en een verhoogde biodiversiteit. Onderzoek naar biodiversiteit in relatie tot de waterhuishouding in andere delen van Culemborg wordt voortgezet.
- Published
- 2022
11. Broedvogelinventarisatie Wormer- en Jisperveld 2022
- Author
-
Abma, J., Slaterus, R., Prop, D., Abma, J., Slaterus, R., and Prop, D.
- Abstract
In 2022 zijn in het hele Wormer- en Jisperveld (1623 ha) in opdracht van Natuurmonumenten, Water, Land en Dijken en de Provincie Noord-Holland de broedvogels geteld. Het Wormer- en Jisperveld is samen met de Kalverpolder Natura 2000-gebied met onder andere doelstellingen voor drie broedvogels. Doelsoorten Roerdomp en Rietzanger waren tijdens deze kartering als broedvogel aanwezig, de Kemphaan is niet als broedvogel vastgesteld. Het weidse landschap met natte, smalle percelen tussen slootjes, afgewisseld met brede wateren vormt een belangrijk broedgebied voor diverse weidevogelsoorten.
- Published
- 2022
12. Op weg naar een New Deal tussen boer en samenleving : Melkveehouderij in Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
- Author
-
Gies, T.J.A., Bos, A.P., Gies, T.J.A., and Bos, A.P.
- Abstract
Deze brochure zoomt in op maatregelen die de veehouders willen nemen. Het is hun aanbod aan de samenleving, dat als basis kan dienen om gezamenlijk afspraken te maken voor het gebied. De voorgenomen maatregelen zijn het resultaat van een driedaags ontwerpatelier waaraan 15 melkveehouders, het agrarisch Collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en Wageningen University & Research hebben deelgenomen. Het atelier is een initiatief van Groene Cirkel Kaas en Bodemdaling.
- Published
- 2022
13. Factsheet natte dooradering
- Abstract
De natte dooradering is een van de 4 leefgebieden binnen het Agrarisch Natuur- en landschapsbeheer (ANLb). Deze dooradering vormt een netwerk bestaande uit natte landschapselementen in de vorm van sloten, beken, oevers, poelen en andere kleine wateren. Het is belangrijk dat zowel beheer als inrichting op de juiste manier en op de juiste plek plaats vindt. Dit om de doelsoorten een kans te geven zich in het agrarisch gebied te vestigen en om vanuit omliggende gebieden zich te verspreiden. Het is daarom belangrijk dat collectieven en de beheerders (boeren en loonwerkers) de juiste tools in handen krijgen om dit voor elkaar te krijgen.
- Published
- 2022
14. Factsheet agrarisch waterbeheer
- Abstract
Water is onmisbaar voor voedselproductie en biodiversiteit. Doordat de landbouw 60% van Nederland beslaat, heeft hij aanzienlijke invloed op de waterkwaliteit en -kwantiteit. Dat geldt niet alleen voor de 300.000 kilometer aan boerensloten, maar bijvoorbeeld ook voor het grondwater onder landbouwgebieden – en daarmee voor de drinkwatervoorziening en verdrogingsbestrijding – en in veengebieden voor het tempo van bodemdaling. Er worden steeds meer eisen gesteld aan het waterbeheer in het landelijk gebied. Voor een deel zijn die wettelijk verplicht, bijvoorbeeld vanuit de EU- Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water. Daarnaast heeft de landbouw tal van mogelijkheden om vrijwillig – al dan niet tegen betaling – bij te dragen aan een beter waterbeheer. Meer nog dan bij andere groenblauwe diensten is regionale samenwerking daarbij cruciaal.
- Published
- 2022
15. Slotenonderhoudsplan 2023-2028 : werkboek
- Abstract
Standaard formulier voor een slotenplan voor een bedrijf, in te vullen door de ondernemer. Er wordt gewerkt volgens de werkzaamheden, en beheervoorschriften zoals deze zijn vastgelegd in de pakketten van het agrarisch natuurbeheer (ANLb; pakket Duurzaam slootbeheer (Pakket 10, 12 en 13)). Het bedrijf heeft hiervoor een contract afgesloten met Collectief Rijn, Vecht en Venen. Dit slotenplan gaat om de periode 2023 – 2028. In het slotenplan is het volgende vastgelegd: 1. Bedrijfskaart; 2. Uitgangssituatie sloten; 3. Natuurdoel sloten.
- Published
- 2022
16. Op weg naar een New Deal tussen boer en samenleving : Melkveehouderij in Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
- Subjects
dairy farming ,ditches ,biodiversiteit ,soil water ,Emissie & Mestverwaarding ,oevers ,waterbeheer ,Regional Development and Spatial Use ,nature-inclusive agriculture ,sloten ,Regionale Ontwikkeling en Ruimtegebruik ,bodemwater ,nutrientenbeheer ,shores ,Alblasserwaard ,natuurinclusieve landbouw ,nutrient management ,bodemwaterbalans ,water management ,melkveehouderij ,soil water balance ,Emissions & Manure Valorisation ,biodiversity - Abstract
Deze brochure zoomt in op maatregelen die de veehouders willen nemen. Het is hun aanbod aan de samenleving, dat als basis kan dienen om gezamenlijk afspraken te maken voor het gebied. De voorgenomen maatregelen zijn het resultaat van een driedaags ontwerpatelier waaraan 15 melkveehouders, het agrarisch Collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en Wageningen University & Research hebben deelgenomen. Het atelier is een initiatief van Groene Cirkel Kaas en Bodemdaling.
- Published
- 2022
17. Helofytensloot in Dronten blijkt goed voor biodiversiteit
- Author
-
Court, J. de la and Court, J. de la
- Abstract
Een boerensloot kan als biofilter een belangrijke rol spelen om de kwaliteit van het oppervlaktewater en de biodiversiteit te verbeteren. Dat blijkt uit een meerjarige proef van Aeres Hogeschool in Dronten. 'We gaan eigenlijk weer terug naar de sloot van vroeger', zegt lector agrarisch waterbeheer Wolter van der Kooij.
- Published
- 2021
18. Beter waterbeheer dankzij Waterwijzer, onderzoeker Koos Verloop
- Abstract
Wageningse onderzoekers werken aan een tool om het waterbeheer te verbeteren. Die kennis is belangrijk voor veehouders, want de productie van melk is afhankelijk van de productie van gras en mais.
- Published
- 2020
19. Gebiedskenmerken en het beheer van doelsoorten in het agrarisch leefgebied 'Natte dooradering' : Specifiek sloten in het veenweidegebied
- Author
-
Zollinger, R., Sierdsema, H., Verhofdstad, M.J.J.M., Peeters, E.T.H.M., Roelofs, J.G.M., Smolders, A.J.P., and Grunsven, R. van
- Subjects
Aquatic Ecology and Water Quality Management ,baggeren ,WIMEK ,ditches ,measures ,landschapselementen ,slootkanten ,Aquatic Ecology ,dredging ,peat grasslands ,sloten ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer ,maatregelen ,birds ,habitats ,vogels ,veenweiden ,ditch banks ,landscape elements - Abstract
Het doel van deze studie is om beter inzicht en overzicht te krijgen in de factoren die een rol spelen bij het voorkomen van ANLb doelsoorten en KRW-indicatorsoorten, die gebonden zijn aan sloten en slootkanten in het veenweidegebied. Tevens is het doel om na te gaan hoe middels beheer en inrichting verbeteringen aangebracht kunnen worden en die kennis te communiceren.
- Published
- 2021
20. Gebiedskenmerken en het beheer van doelsoorten in het agrarisch leefgebied 'Natte dooradering' : Specifiek sloten in het veenweidegebied
- Subjects
Aquatic Ecology and Water Quality Management ,baggeren ,WIMEK ,ditches ,measures ,landschapselementen ,slootkanten ,dredging ,peat grasslands ,sloten ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer ,maatregelen ,birds ,habitats ,vogels ,veenweiden ,ditch banks ,landscape elements - Abstract
Het doel van deze studie is om beter inzicht en overzicht te krijgen in de factoren die een rol spelen bij het voorkomen van ANLb doelsoorten en KRW-indicatorsoorten, die gebonden zijn aan sloten en slootkanten in het veenweidegebied. Tevens is het doel om na te gaan hoe middels beheer en inrichting verbeteringen aangebracht kunnen worden en die kennis te communiceren.
- Published
- 2021
21. Ontwerp Natuurbeheerplan 2020 : Provincie Gelderland
- Abstract
Voor u ligt het Natuurbeheerplan 2020 van de provincie Gelderland. Dit plan beschrijft de beleidsdoelen en de subsidiemogelijkheden voor ontwikkeling en beheer van (agrarische) natuurgebieden, landschaps- en waterelementen in de provincie Gelderland. Het Natuurbeheerplan Gelderland 2020 (hierna Natuurbeheerplan) vormt het subsidiekader voor de Subsidieregeling Natuur en Landschap 2016 (SNL 2016 voor het beheer) en de Regels Ruimte voor Gelderland 2016 (RRvG 2016 § 4.9 functieverandering, en § 4.8 inrichting en § 4.10 inrichting ten behoeve van agrarisch natuur- en landschapsbeheer) en de Subsidieverordeningen Natuur en Landschap 2016 (SVNL 2016).
- Published
- 2019
22. Goes - Hoge Meet, Stelleweg
- Author
-
Wilgen, L. R. van, SOB Research, and Heinenoord : SOB Research
- Subjects
Dorp ,opgraving ,Archeologische Begeleiding ,Moated site (BEWV.MBH) ,Goes ,Akker ,Middeleeuwen vroeg D: 900 - 1050 nC (VMED) ,Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC (LME) ,aardewerk ,uitbraaksleuven ,Metaal ,voorlopers ,Ophogingslagen ,kokertje (brons) ,Brons ,fasering ,Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC (LMEA) ,Archeobotanie ,begeleiding ,paalgaten ,Kuilen ,paalkuilen ,Gehucht ,Houtbouw ,gespen ,Archaeology ,Erf ,bebouwingszone ,Nieuwe Tijd A (NTA) ,uitbraakzone ,Historisch onderzoek ,Houtskool ,Nieuwe tijd C: 1850 - heden (NTC) ,vloertegels ,Nieuwe tijd B: 1650 - 1850 nC (NTB) ,gespen (koper) ,Nederzetting, onbepaald (NX) ,Nederzetting - Huisplaats, onverhoogd (NHP) ,Nietopgehoogde, individuele huisplaats (BEWV.HP) ,Sloten ,greppels ,Nieuwe tijd: 1500 - heden (NT) ,boekbeslag (koper) ,Uitbreiding ,Granen ,dakpannen ,archeologie ,Munt ,Steenbouw ,Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC (NTA) ,begeleiding (bij beperkte verstoring) AB (ABE) ,Vee ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,Puin ,Late Middeleeuwen A (MELA) ,monument ,landbouw ,Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC (LMEB) ,kokers ,Bouwmateriaal ,bewoning (inclusief verdediging) onbepaald (BEWV.X) ,Muurresten - Abstract
Met lit. opg
- Published
- 2018
- Full Text
- View/download PDF
23. Een archeologische opgraving op het terrein van de Coendershof aan de Helperbrink te Groningen (Gr)
- Author
-
A.R. Wieringa and Archaeological Research en Consultancy
- Subjects
Drents zandgebied ,opgraving ,Romeinse tijd: 12 vC - 450 nC (ROM) ,Stuwwallen ,Nederzetting, onbepaald (NX) ,maalstenen ,Midden IJzertijd (IJZM) ,losse vondsten ,Vuursteen ,Sloten ,Late Middeleeuwen (MEL) ,Hondsrug ,Middeleeuwen vroeg D: 900 - 1050 nC (VMED) ,Romeinse tijd ,greppels ,Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC (LME) ,Esdekken ,vergelijkend onderzoek ,stadsarcheologie ,archeologie ,kleinschalig ,Handgevormde ceramiek ,Bronstijd vroeg: 2000 - 1800 vC (BRONSV) ,Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC (LMEA) ,waterputten ,IJzertijd midden: 500 - 250 vC (IJZM) ,nederzetting ,Neolithicum ,Locale geschiedenis ,onzekerheden ,opgraving/opgraven DO (AOP) ,Mesolithicum: 8800 - 4900 vC (MESO) ,Kuilen ,paalkuilen ,hout ,Afwaterings-/ inundatiekanaal/ greppel/sloot (INFR.PER) ,IJzertijd: 800 - 12 vC (IJZ) ,Neolithicum: 5300 - 2000 vC (NEO) ,bewoningsgeschiedenis ,Archaeology ,Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC (LMEB) ,Vroege IJzertijd (IJZV) ,Romeinse tijd midden B: 150 - 270 nC (ROMMB) ,AMS-datering ,bewoning (inclusief verdediging) onbepaald (BEWV.X) ,Paleolithicum laat: 35000 C14 - 8800 vC (PALEOL) - Published
- 2018
- Full Text
- View/download PDF
24. Bufferstroken 2.0 met notenbomen
- Abstract
Notenproductie, inrichting van bufferstroken, biodiversiteitsbevordering, vermindering van emissies, landschapsverfraaiing: bufferstroken met notenbomen kunnen veel voordelen opleveren voor ondernemers. Daarbij zijn noten een gezonde voedingsbron voor de mens en kunnen een bijdrage leveren aan het maatschappelijk draagvlak van de bedrijfsvoering. In deze brochure, het resultaat van het POP3 innovatieproject Bufferstroken 2.0, staat informatie over de teelt van notenbomen in bufferstroken.
- Published
- 2017
25. Vergelijking van voorspelde metaalgehalten in landbodems met (eco)toxicologische risiconiveaus
- Subjects
bodemkwaliteit ,soil pollution ,bodemverontreiniging ,dredging sludge ,accumulatie ,ditches ,toxicologie ,zware metalen ,baggerspecie ,sloten ,regional waters ,sediment ,regionale wateren ,soil quality ,heavy metals ,accumulation ,toxicology - Abstract
In een voorgaande rapportage is een beeld geschetst van de kwaliteitsontwikkeling van de landbodem met betrekking tot de vier metalen cadmium, koper, lood en zink bij verspreiding van baggerspecie. In de huidige rapportage wordt door toetsing van de in het vorige onderzoek voorspelde metaalgehalten aan een aantal bestaande (eco)toxicologische risiconiveaus of signaalwaarden een eerste indicatie gegeven van mogelijke risico's ten gevolge van het verspreiden van met metalen verontreinigde baggerspecie. Er is een overschrijding geconstateerd van (eco)toxicologische risiconiveaus voor metalen bij vergelijk van verschillende risiconiveaus met modelvoorspellingen voor metaalconcentraties in de landbodem. Nader onderzoek is geboden naar de ecotoxicologische betekenis van de overschrijdingen. De mate van norm- overschrijding, en het aantal stoffen waarvoor dit tegelijkertijd geldt, is uiteindelijk bepalend voor de mate waarin er ecotoxicologische risico's bestaan. Om de ecotoxicologische risico's te kwantificeren, wordt aanbevolen om aansluiting te zoeken bij de huidige ontwikkelingen in het (bodem)ecotoxicologische onderzoek.
- Published
- 2017
26. Ruimte voor natuur bij onderhoud aan watergangen
- Author
-
Hendriks, P., Schollema, Peter Paul, Pot, Roelf, and Verdonschot, R.C.M.
- Subjects
protected species ,nature management ,Aquacultuur en Visserij ,ditches ,nature conservation ,waterbeheer ,sloten ,beschermde soorten ,maintenance ,natuurbeheer ,Climate Resilience ,natuurbescherming ,Aquaculture and Fisheries ,Klimaatbestendigheid ,polder boards ,water management ,waterschappen ,onderhoud - Abstract
De Gedragscode Flora- en faunawet vormt sinds 2007 een belangrijke richtlijn voor de bescherming van kwetsbare en zeldzame planten- en diersoorten bij het onderhoud aan watergangen door waterschappen. Deze bescherming staat inmiddels stevig op de agenda bij de waterschappen, maar is dit voldoende? In een onderhoudsproef zijn met succes onderhoudsconcepten ontwikkeld en toegepast, gericht op peilbeheer, veilig werken én de leefomgeving van planten- en diersoorten. Hierbij was de insteek het onderhoud te richten op verbetering van de leefomgeving van soorten, in plaats van de bescherming van (individuele) soorten.
- Published
- 2016
27. The ecology of ditches : a modeling perspective
- Author
-
Luuk P.A. Gerven, Wageningen University, W.M. Mooij, Jeroen de Klein, and J.H. Janse
- Subjects
Aquatic Ecology and Water Quality Management ,aquatic plants ,aquatische ecologie ,ditches ,water flow ,modelleren ,modeling ,sloten ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer ,PE&RC ,waterplanten ,aquatic ecology ,ecologie ,aquatische ecosystemen ,ecology ,waterstroming ,aquatic ecosystems - Abstract
The Netherlands is well-known for its extended networks of drainage ditches, with a total ditch length of about 300.000 km. Their main function is to enable agriculture by draining water. Nonetheless, ditches also have important ecological functions. They serve as ecological corridors and harbor a high biodiversity in which water plants play a crucial role. The last decades, the ecological quality of ditches is at stake. Enhanced nutrient inputs promoted the invasion by dense mats of free-floating plants like duckweed. Underneath these mats the water becomes dark and anoxic, which severely constrains aquatic life. In this thesis I developed new concepts to better understand, predict and combat the dominance by free-floating plants in ditches. The following questions are addressed. Are floating plants a self-stabilizing state - an alternative stable state - which would make it more difficult to combat floating-plant dominance (chapter 2)? Does it make sense to fight floating-plant dominance by reducing nitrogen (N) inputs to the ditches or will it lead to an invasion of floating plants that can fix N2 from the atmosphere (chapter 3)? What about spatial aspects, does the vulnerability of a ditch to floating plants depend on the position of a ditch in a polder, like its distance to the polder outlet (chapter 4)? To answer these questions, I used ecological models that predict the abundance of free-floating plants based on the competition for nutrients and light with other plants such as submerged plants, and where possible validated these models with field data. Starting from the ecosystem model PCDitch, I developed and combined models with different complexity to see how theoretical concepts, developed in minimal models, translate to the ecosystem level. Chapter 5 deals with a method that facilitates this up- and downscaling in model complexity. Are floating plants an alternative stable state? To answer this question I extended mechanistic resource competition theory with a framework (minimal model) describing the competition of floating and submerged plants for light and nutrients. The model predicts that the competitive advantage of floating plants - they have a primacy for light and shade submerged plants, giving rise to asymmetry in competition for light - makes that floating plants always dominate at high supply of light and nutrients. At intermediate nutrient supply, there can be alternative stable states: either the submerged plants or the floating plants dominate depending on who established first. However, based on the traits of common floating plants (duckweed; Lemna) and submerged plants (waterweed; Elodea) the model predicts, in line with field data, that floating plants are not an alternative stable state. Furthermore, from a theoretical point of view this study shows that the asymmetry in light competition ensures that common rules from standard competition theory do not apply anymore. Like the R* rule, which states that the species that can persist at the lowest resource levels always wins the competition. Can duckweed-dominance be combatted by reducing N inputs to the ditches? Or does this promote other floating plants like water fern (Azolla) that can fix N2 from the atmosphere? Important is the question whether such N2-fixers can provide enough N to prevent N-limitation and keep the system P-limited, which would make steering on N inputs ineffective. To investigate this, I considered the competition between Lemna and Azolla for N, P and light. Both a minimal model, an ecosystem model (PCDitch) and field data reveal that N2-fixation is unlikely to lead to P-limitation. This can be explained by N2-fixers typically requiring higher P concentrations to persist, implying that they cannot keep the P concentration low enough for non-N2-fixers to become P-limited. In combination with field data that hint at constraints on N2-fixation that prevent N2-fixers from becoming abundant at low N availability, this suggests that it certainly pays off to combat floating plant-dominance by reducing N inputs. Is every ditch in a polder equally vulnerable to floating plants? Each ditch in a polder receives water and nutrients from the adjacent land. This leads to a spatial gradient in water flow and associated nutrient loading, from low in the remote polder sites to high in the direction of the polder outlet where the water leaves the polder. I explored if this spatial gradient affects the vulnerability of a ditch to floating plants, by investigating with a simple nutrient model how this gradient affects the nutrient concentration of the ditches and by subsequently predicting the gradient's effect on the ditch ecology by applying the ecosystem model PCDitch spatially, through coupling PCDitch to the 1-D hydrodynamic model SOBEK. Surprisingly, we found that every ditch is equally vulnerable to floating plants, despite the spatial gradient in water flow and nutrient loading. It turned out that the ecological state of each ditch could already be predicted by regarding only the lateral supply of water and nutrients from the adjacent land, and not the supply from upstream ditches. However, these findings are violated when there is spatial heterogeneity in the water and nutrient supply from the adjacent land or in ditch characteristics like depth and sediment type. Then, the chance on floating-plant dominance differs throughout the network and a spatial modelling approach (PCDitch-SOBEK) is required to predict this chance. Developing and combining models of different complexity plays an important role in this thesis. To do so, I used a Database Approach To Modelling (DATM), a recently developed method in which a model is stored in tables in a clear and clean way, which facilitates model development. In addition, with DATM a model can be automatically implemented in a modelling environment of choice. This relieves technical implementation issues and leaves room to focus on ecology rather than technology. I illustrated the use of DATM by implementing and analyzing the ecosystem model PCDitch and its twin model for shallow lakes PCLake in different modelling environments by using DATM. This showed that DATM allows one to use the environment one is familiar with and eases the switch to other environments for complementary analyses, including analysis in a spatial 1-D to 3-D setting. The insights provided by this thesis can help us to improve the ecological quality of ditches. A challenging task, given the fast human-driven environmental changes at both local and global level. To predict and to anticipate the effect of these changes on the ecology, it is essential to understand how the ditch ecosystem functions. The developed and applied methods described in this thesis may be helpful in that. For example, using models of different complexity makes it possible to translate fundamental theory to the ecosystem scale, which is essential to better grasp the behavior of an ecosystem. Furthermore, the in this thesis established coupling between PCDitch and SOBEK breaks new grounds for spatial ecosystem modelling. In combination with the growing amount of remote sensing data from satellites and drones, which allow for the continuous and potentially real-time validation and calibration of spatial ecosystem models, such a spatial approach has the potential to greatly increase our ecological understanding of ditches. These advances facilitate the development of successful management strategies that make our ditch ecosystems future-proof.
- Published
- 2016
28. Buisdrainagekaart 2015 : update landelijke buisdrainagekaart op basis van de landbouwmeitellingen van 2012
- Subjects
Climate Resilience ,Applied Spatial Research ,Klimaatbestendigheid ,ditches ,landbouwtellingen ,agricultural censuses ,hydrology ,tile drainage ,sloten ,hydrologie ,drainage ,buisdrainage - Abstract
Voor hydrologische berekeningen is informatie over buisdrainage veelal een noodzakelijk gegeven. Op basis van de landbouwmeitellingen 2010 is een landsdekkende kaart met het voorkomen van buisdrainage afgeleid. Bij de meitellingen van 2012 is opnieuw het areaal buisdrainage geïnventariseerd en bovendien zijn enkele aanvullende vragen gesteld over o.a. de diepte vanbuisdrainage, het functioneren van buisdrainage en de aanwezigheid van maaiveldgreppels. Door de bedrijfsgegevens m.b.t. areaal buisdrainage te combineren met het BRP-gewassenbestand van 2012, met informatie over de ruimtelijke ligging van de percelen van de landbouwbedrijven, is op bedrijfsniveau buisdrainage toegekend aan gebruikspercelen. Deze kaart is aangevuld op basis van informatie van Top10NL en LGN7. Omdat tevens de draindiepte is geïnventariseerd, zijn twee drainagedieptekaarten gemaakt, nl. op basis van vuistregels en volgens opgave van de boeren. Dit heeft ook geresulteerd is twee drainageweerstandskaarten. Naast genoemde kaarten zijn kaarten gemaakt over functioneren van drainage en van de verspreiding van peilgestuurde drainage en maaiveldgreppels
- Published
- 2016
29. Buisdrainagekaart 2015 : update landelijke buisdrainagekaart op basis van de landbouwmeitellingen van 2012
- Author
-
Massop, H.T.L. and Schuiling, C.
- Subjects
Climate Resilience ,Applied Spatial Research ,Klimaatbestendigheid ,ditches ,landbouwtellingen ,agricultural censuses ,hydrology ,tile drainage ,sloten ,hydrologie ,drainage ,buisdrainage - Abstract
Voor hydrologische berekeningen is informatie over buisdrainage veelal een noodzakelijk gegeven. Op basis van de landbouwmeitellingen 2010 is een landsdekkende kaart met het voorkomen van buisdrainage afgeleid. Bij de meitellingen van 2012 is opnieuw het areaal buisdrainage geïnventariseerd en bovendien zijn enkele aanvullende vragen gesteld over o.a. de diepte vanbuisdrainage, het functioneren van buisdrainage en de aanwezigheid van maaiveldgreppels. Door de bedrijfsgegevens m.b.t. areaal buisdrainage te combineren met het BRP-gewassenbestand van 2012, met informatie over de ruimtelijke ligging van de percelen van de landbouwbedrijven, is op bedrijfsniveau buisdrainage toegekend aan gebruikspercelen. Deze kaart is aangevuld op basis van informatie van Top10NL en LGN7. Omdat tevens de draindiepte is geïnventariseerd, zijn twee drainagedieptekaarten gemaakt, nl. op basis van vuistregels en volgens opgave van de boeren. Dit heeft ook geresulteerd is twee drainageweerstandskaarten. Naast genoemde kaarten zijn kaarten gemaakt over functioneren van drainage en van de verspreiding van peilgestuurde drainage en maaiveldgreppels
- Published
- 2016
30. Ruimte voor natuur bij onderhoud aan watergangen
- Subjects
protected species ,nature management ,Aquacultuur en Visserij ,ditches ,nature conservation ,waterbeheer ,sloten ,beschermde soorten ,maintenance ,natuurbeheer ,Climate Resilience ,natuurbescherming ,Aquaculture and Fisheries ,Klimaatbestendigheid ,polder boards ,water management ,waterschappen ,onderhoud - Abstract
De Gedragscode Flora- en faunawet vormt sinds 2007 een belangrijke richtlijn voor de bescherming van kwetsbare en zeldzame planten- en diersoorten bij het onderhoud aan watergangen door waterschappen. Deze bescherming staat inmiddels stevig op de agenda bij de waterschappen, maar is dit voldoende? In een onderhoudsproef zijn met succes onderhoudsconcepten ontwikkeld en toegepast, gericht op peilbeheer, veilig werken én de leefomgeving van planten- en diersoorten. Hierbij was de insteek het onderhoud te richten op verbetering van de leefomgeving van soorten, in plaats van de bescherming van (individuele) soorten.
- Published
- 2016
31. Monitoring landbouwkundige risico’s bij actief bodembeheer in Krimpenerwaard : monitoringsplan en nulmeting
- Author
-
J.E. Groenenberg and R.P.J.J. Rietra
- Subjects
Sustainable Soil Use ,krimpenerwaard ,soil pollution ,Bodemscheikunde en Chemische Bodemkwaliteit ,bodemverontreiniging ,ditches ,vuilnisbelten ,coatings ,sloten ,afdeklagen ,bodembeheer ,refuse tips ,monitoring ,pollution ,landfills ,Duurzaam Bodemgebruik ,stortterreinen ,verontreiniging ,soil management ,Soil Chemistry and Chemical Soil Quality - Abstract
In de Krimpenerwaard liggen circa 6500 slootdempingen en vuilstorten. Het dempingsmateriaal bevat regelmatig verontreinigingen, zodat voor de hele regio sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Het gebiedsgerichte bodembeheerplan voorziet in het afdekken van de verontreinigde slootdempingen met gebiedseigen schone grond. De effectiviteit van de sanering wordt geëvalueerd op basis van monitoring van ecologische en landbouwkundige risico’s. Dit rapport beschrijft de resultaten van de monitoring in het kader van de landbouwkundige risico’s. Er zijn metingen verricht aan het dempingsmateriaal, de afdeklaag en het gras, zowel voorafgaand aan als na het afdekken. Het gras dat groeide op de demping had verhoogde gehalten aan met name zink. De kwaliteit van het gras op de afgedekte dempingen wijkt niet af van de referentielocaties zonder dempingsmateriaal. De zeer lage PCB-concentraties in de afdeklaag en de hoge concentraties in de demping op de monitoringslocaties maken het in principe mogelijk om eventueel optredende veranderingen als gevolg van bioturbatie te monitoren.
- Published
- 2016
32. The ecology of ditches : a modeling perspective
- Author
-
Mooij, W.M., de Klein, Jeroen, Janse, J.H., Gerven, Luuk P.A., Mooij, W.M., de Klein, Jeroen, Janse, J.H., and Gerven, Luuk P.A.
- Abstract
The Netherlands is well-known for its extended networks of drainage ditches, with a total ditch length of about 300.000 km. Their main function is to enable agriculture by draining water. Nonetheless, ditches also have important ecological functions. They serve as ecological corridors and harbor a high biodiversity in which water plants play a crucial role. The last decades, the ecological quality of ditches is at stake. Enhanced nutrient inputs promoted the invasion by dense mats of free-floating plants like duckweed. Underneath these mats the water becomes dark and anoxic, which severely constrains aquatic life. In this thesis I developed new concepts to better understand, predict and combat the dominance by free-floating plants in ditches. The following questions are addressed. Are floating plants a self-stabilizing state - an alternative stable state - which would make it more difficult to combat floating-plant dominance (chapter 2)? Does it make sense to fight floating-plant dominance by reducing nitrogen (N) inputs to the ditches or will it lead to an invasion of floating plants that can fix N2 from the atmosphere (chapter 3)? What about spatial aspects, does the vulnerability of a ditch to floating plants depend on the position of a ditch in a polder, like its distance to the polder outlet (chapter 4)? To answer these questions, I used ecological models that predict the abundance of free-floating plants based on the competition for nutrients and light with other plants such as submerged plants, and where possible validated these models with field data. Starting from the ecosystem model PCDitch, I developed and combined models with different complexity to see how theoretical concepts, developed in minimal models, translate to the ecosystem level. Chapter 5 deals with a method that facilitates this up- and downscaling in model complexity. Are floating plants an alternative stable state? To answer this question I extended mechanistic resource competition theory
- Published
- 2016
33. Monitoring landbouwkundige risico’s bij actief bodembeheer in Krimpenerwaard : monitoringsplan en nulmeting
- Author
-
Groenenberg, J.E., Rietra, R.P.J.J., Groenenberg, J.E., and Rietra, R.P.J.J.
- Abstract
In de Krimpenerwaard liggen circa 6500 slootdempingen en vuilstorten. Het dempingsmateriaal bevat regelmatig verontreinigingen, zodat voor de hele regio sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Het gebiedsgerichte bodembeheerplan voorziet in het afdekken van de verontreinigde slootdempingen met gebiedseigen schone grond. De effectiviteit van de sanering wordt geëvalueerd op basis van monitoring van ecologische en landbouwkundige risico’s. Dit rapport beschrijft de resultaten van de monitoring in het kader van de landbouwkundige risico’s. Er zijn metingen verricht aan het dempingsmateriaal, de afdeklaag en het gras, zowel voorafgaand aan als na het afdekken. Het gras dat groeide op de demping had verhoogde gehalten aan met name zink. De kwaliteit van het gras op de afgedekte dempingen wijkt niet af van de referentielocaties zonder dempingsmateriaal. De zeer lage PCB-concentraties in de afdeklaag en de hoge concentraties in de demping op de monitoringslocaties maken het in principe mogelijk om eventueel optredende veranderingen als gevolg van bioturbatie te monitoren.
- Published
- 2016
34. Koeien & Kansen: het bedrijfswaterplan deel 2
- Abstract
Sloten moeten worden schoon gehouden om doorstroming van het water te garanderen. Maaisel dat uit deze sloten komt, kan weer goed gebruikt worden op het akkerland. Dit maaisel worden gecomposteerd en uitgereden over het veld om te voorzien in organische stof en nutriënten.
- Published
- 2016
35. Almaar breder
- Author
-
Smits, M. and Smits, M.
- Abstract
Maaikorven worden steeds breder, waardoor de capaciteit toeneemt. Maar hoe moet dat over de weg?
- Published
- 2016
36. Laseraltimetrie veelbelovend voor meten waterbodemhoogte in sloten
- Author
-
Hennepe, E. ter, Harren, L., Velden, R. van der, Crook, R. de, Batlle Vazquez, D., Hennepe, E. ter, Harren, L., Velden, R. van der, Crook, R. de, and Batlle Vazquez, D.
- Abstract
Er is behoefte aan een meetmethode van de waterbodemhoogte die nauwkeurig, arbeidsextensief en gebiedsdekkend is. De techniek is er voor mariene doeleinden, maar werkt deze ook voor smalle en ondiepe sloten in veenweide- of kleigebieden? Waternet heeft in 2015 een pilot laten uitvoeren in veenweidegebied. Dit heeft meer inzicht opgeleverd in de invloedsfactoren, maar de omstandigheden in veenweidegebied blijken lastig. Er is vervolgonderzoek nodig om de meetmethode te verbeteren en naar hetzelfde bruikbaarheidsniveau te brengen als de infrarode laseraltimetrie voor het AHN. Het onderzoek richt zich op mogelijke verbetering van de groene laser en de ontwikkeling van een gele laser.
- Published
- 2016
37. Uitloging is vlekje op SuperSub : waterschap niet blij met kalk in de sloot
- Author
-
Oldenkotte, G. and Oldenkotte, G.
- Abstract
De realisatie van twee kunstgrasvelden op het trainingscomplex van AZ was alleen mogelijk dankzij een dikke laag lichtgewicht schuimbeton. Maar met deze innovatieve oplossing deed zich ook een nieuw probleem voor. Is de keuze voor beton als toepassing in de onderbouw wel de juiste?
- Published
- 2016
38. Hoe geschikt zijn lasers om de diepte van sloten te bepalen?
- Author
-
Hennepe, E. ter, Harren, L., Velden, R. van der, Crook, R. de, Batlle Vazquez, D., Hennepe, E. ter, Harren, L., Velden, R. van der, Crook, R. de, and Batlle Vazquez, D.
- Abstract
Het is voor waterschappen nuttig om te weten hoe diep sloten zijn. Traditionele meetmethoden zijn echter arbeidsintensief en duur. Is laseraltimetrie een geschikte optie? Die meetmethode met lasers is gangbaar voor het meten van de hoogte van het land (maaiveld) of de diepte van ondiepe zeeën. De pilot die Waternet samen met hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden uitvoerde, leverde veel informatie op.
- Published
- 2016
39. Impressie : Gallmac TG12 : kranen en sloten
- Author
-
Beerling, W. and Beerling, W.
- Abstract
Tot voor kort werkte Arnold Beverloo, medewerker bij Waterschap Rivierenland, met een John Deere 6830 met Herder-werktuigenarm. Bij inruil pleitte Beverloo voor een breder inzetbaar alternatief. Het werd een Gallmac TG12 met enkele aanpassingen.
- Published
- 2016
40. PCLake - PCDitch : ecologisch model rond eutrofiering van ondiepe meren en sloten
- Abstract
De ecologische modellen PCLake (voor meren) en PCDitch (voor sloten) beschrijven de belangrijkste processen die bepalend zijn voor de waterkwaliteit. Met de modellen kan de nutriëntenbelasting van een plas of sloot waarbij waterplanten terugkeren, worden bepaald. Hiermee zijn de modellen uniek. Door het toetsen, verbeteren en ontsluiten van de modellen, willen de projectpartners w.o. STOWA de drempels voor het gebruik van de instrumenten wegnemen. Het project is vormgegeven rondom door waterbeheerders ingebrachte casestudies, waarin de modellen worden geconfronteerd met de weerbarstige werkelijkheid.
- Published
- 2016
41. Inzicht in de prestatie van watergangen
- Author
-
Berends, T., Buijs, P., Smit, C., Berends, T., Buijs, P., and Smit, C.
- Abstract
De herfst is in aantocht en de maaiboten varen weer uit. Het baggeren en maaien van sloten staat gepland. Dit betekent lang niet altijd dat het ook echt nodig is. Visuele inspecties zijn echter tijdrovend en waterbeheerders willen voorkomen dat wateroverlast optreedt door slechte doorstroming. Dus wordt het zekere voor het onzekere genomen en periodiek onderhoud uitgevoerd in de watergangen. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier vraagt zich af of prestatie- en risicogericht gestuurd kan worden in het beheer van watergangen. In samenwerking met adviesbureau Nelen & Schuurmans is een prestatie-indicator (PI) voor de doorstroomcapaciteit ontworpen.
- Published
- 2016
42. digitale flora- en faunacheck bij maaibeheer
- Author
-
Olthof, R. and Olthof, R.
- Abstract
Waterschap Vechtstromen voert sinds dit jaar voordat het maaiseizoen begint een digitale flora - en faunacheck uit in het onderhoudsprogramma Gisratio . Met behulp van gegevens uit de Nationale Databank Flora en Fauna ( NDFF ) worden watergangen vóór ingeplande maaimaatregelen gecontroleerd op de aanwezigheid van beschermde flora en fauna. Vechtstromen is hiermee het eerste waterschap dat ingeplande maaima atregelen koppel t aan de soortlocatie langs de watergang. Dit creëert een dialoog tussen ecologen en beheerders. De kans op een probleemloze voortgang van de uitvoering van maaiwerkzaamheden en de kans op overlev en van beschermde soorten neemt daardoor toe.
- Published
- 2016
43. Slootranden net zo interessant als kruidenrijk grasland? : Voedsel voor weidevogels
- Author
-
Jansma, A., Wit, J. de, Jansma, A., and Wit, J. de
- Abstract
Deelnemers aan Kringloopboeren Midden-Delfland zoeken naar mogelijkheden om hun bedrijf rendabel te houden in een gebied dat zwaar onder druk staat door verdere verstedelijking. In het programma van de kringloopboeren zijn weidevogels en waterkwaliteit belangrijke aandachtspunten. Bij tien deelnemende veehouders is onderzoek gedaan naar de voedselbeschikbaarheid voor weidevogelkuikens en zijn slootranden vergeleken met het midden van de percelen. Ter vergelijking zijn ook metingen gedaan in percelen van Natuurmonumenten in het gebied.
- Published
- 2016
44. Differential response to climatic variation of free-floating and submerged macrophytes in ditches
- Subjects
Aquatic Ecology and Water Quality Management ,WIMEK ,climatic change ,model ,aquatic plants ,freshwater ecology ,shallow lakes ,ditches ,temperature ,netherlands ,klimaatverandering ,sloten ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer ,dominance ,waterplanten ,states ,north-atlantic oscillation ,nederland ,eutrophication ,plankton dynamics ,zoetwaterecologie ,drainage ditches ,mesocosms - Abstract
1. Experimental studies have indicated in freshwater ecosystems that a shift in dominance from submerged to free-floating macrophytes may occur with climate change because of increased water surface temperatures and eutrophication. Field evidence is, however, rare. 2. Here, we analysed long-term (26 years) dynamics of macrophyte cover in Dutch ditches in relation to Dutch weather variables and the North Atlantic Oscillation (NAO) winter index. The latter appears to be a good proxy for Dutch weather conditions. 3. Cover of both free-floating macrophytes and evergreen overwintering submerged macrophytes was positively related to mild winters (positive NAO winter index). On the other hand, high cover of submerged macrophytes that die back in winter coincided with cold winters (negative NAO winter index). Our results therefore suggest that the effect of weather on macrophyte species depends strongly on their overwintering strategy. 4. The positive relation of free-floating macrophytes with the NAO winter index was significantly stronger in ditches in organic soil than in those in inorganic soil. This may be because of increased nutrient loading associated with increased decomposition of organic matter and increased run-off to these ditches during mild wet winters. 5. Our results suggest that mild winters in a changing climate may cause submerged macrophytes with an evergreen overwintering strategy and free-floating macrophytes to outcompete submerged macrophytes that die back in winter.
- Published
- 2011
45. Effects of aquatic vegetation type on denitrification
- Author
-
Jeroen J. M. de Klein, Marten Scheffer, Wilco J. J. de Bruijne, Edwin T. H. M. Peeters, and Annelies J. Veraart
- Subjects
Aquatic Ecology and Water Quality Management ,lemna-minor ,Denitrification ,aquatic plants ,ditches ,plant ,Elodea nuttallii ,sloten ,waterplanten ,nitrate removal ,nitrogen ,submersed macrophytes ,nitrificatie ,aquatic ecology ,zoetwaterecologie ,Aquatic plant ,Environmental Chemistry ,Earth-Surface Processes ,Water Science and Technology ,WIMEK ,Lemna ,biology ,freshwater ecology ,aquatische ecologie ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer ,biology.organism_classification ,nitrification ,Macrophyte ,eutrophication ,fresh-water ,sediment ,Agronomy ,stikstof ,Environmental science ,Nitrification ,drainage ditches ,ecosystems ,Eutrophication ,Microcosm - Abstract
In a microcosm 15N enrichment experiment we tested the effect of floating vegetation (Lemna sp.) and submerged vegetation (Elodea nuttallii) on denitrification rates, and compared it to systems without macrophytes. Oxygen concentration, and thus photosynthesis, plays an important role in regulating denitrification rates and therefore the experiments were performed under dark as well as under light conditions. Denitrification rates differed widely between treatments, ranging from 2.8 to 20.9 μmol N m−2 h−1, and were strongly affected by the type of macrophytes present. These differences may be explained by the effects of macrophytes on oxygen conditions. Highest denitrification rates were observed under a closed mat of floating macrophytes where oxygen concentrations were low. In the light, denitrification was inhibited by oxygen from photosynthesis by submerged macrophytes, and by benthic algae in the systems without macrophytes. However, in microcosms with floating vegetation there was no effect of light, as the closed mat of floating plants caused permanently dark conditions in the water column. Nitrate removal was dominated by plant uptake rather than denitrification, and did not differ between systems with submerged or floating plants.
- Published
- 2010
46. Effecten van de rode Amerikaanse rivierkreeft op de vegetatie en macrofauna van sloten
- Subjects
geïntroduceerde soorten ,aquatic plants ,crayfish ,freshwater ecology ,aquatische ecologie ,rivierkreeft ,ditches ,hydrobiologie ,sloten ,invasion ,vegetatie ,waterplanten ,Centrum Ecosystemen ,Centre for Ecosystem Studies ,introduced species ,aquatic ecology ,macrofauna ,vegetation ,invasie ,zoetwaterecologie ,hydrobiology ,Wageningen Environmental Research - Abstract
Exotische rivierkreeften breiden zich zeer sterk uit in Nederland. Wat voor effecten dit heeft op de inheemse waterplantenvegetaties en macrofauna is onbekend. In het kader van het project PLONS voerde Alterra daarom bij wijze van case-studie een experiment uit, waarin de invloed van de rode Amerikaanse rivierkreeft op slootecosystemen onderzocht is. In afgesloten cilinders zijn de veranderingen gevolgd die optraden in de biomassa van verschillende soorten waterplanten en de samenstelling van de macrofaunagemeenschap na introductie van de rivierkreeft. De invloed bleek variabel en soortspecifiek. Met name afstervende planten werden gegeten. Een aantal waterplanten raakte los door het omwoelen van de bodem. De macrofaunagemeenschap werd niet merkbaar beïnvloed. In het maag-darmstelsel van de kreeften werd met name organisch bodemmateriaal en plantenresten aangetroffen, wat een aanwijzing is dat de kreeften een rol spelen bij de afbraak van organisch materiaal. Exoten hoeven dus niet altijd een negatieve invloed te hebben op zoetwaterecosystemen.
- Published
- 2009
47. Polders inrichten voor poldervissen
- Subjects
krimpenerwaard ,baggeren ,CL - Ecological Networks ,aquatische ecologie ,ditches ,ecological restoration ,CL - Ecologische Netwerken ,dredging ,sloten ,fishes ,polders ,aquatic ecology ,ecologisch herstel ,vissen ,Wageningen Environmental Research - Abstract
Veel beheerders treffen in de praktijk maatregelen voor poldervissen. Dat doen ze echter vaak op het gevoel, zonder monitoring op effect. Toch blijkt regelmatig dat deze maatregelen succesvol kunnen zijn. Tijdens een veldwerkplaats afgelopen zomer in de Krimpenerwaard bekeken onderzoekers en beheerders samen habitatverbeterende maatregelen. In dit artikel een overzicht
- Published
- 2009
48. SWASH Manual 5.3 : user’s guide version 5
- Subjects
Environmental Risk Assessment ,Earth Observation and Environmental Informatics ,ditches ,pesticides ,sloten ,waterkwaliteit ,water quality ,models ,monitoring ,pesticiden ,WOT Natuur & Milieu ,Aardobservatie en omgevingsinformatica ,drainage ,modellen - Abstract
SWASH (Surface WAter Scenarios Help) assists the user in calculating pesticide exposure concentration in the EU FOCUS surface water scenarios. It is part of the exposure calculation procedure, being part of the obligatory evaluation procedure to place an active substance on List 1 according to EU Directive 91/414/EEC. SWASH encompasses: (i) FOCUS Drift Calculator, calculating pesticide entries through spray drift deposition, (ii) PRZM-3, calculating pesticide entries through run-off, (iii) MACRO, calculating pesticide entries through drainage and (iv) TOXSWA, calculating the behaviour of pesticides in small surface waters. It is linked to SPIN, a pesticide properties tool, and prepares input for the PRZM, MACRO and TOXSWA models. Via the SWASH shell the user can enter the shells of the other models to perform the PRZM or MACRO model runs needed to assess the fate of the substance in he FOCUS water body systems using TOXSWA.
- Published
- 2015
49. SWASH Manual 5.3 : user’s guide version 5
- Author
-
van den Berg, F., Beltman, W.H.J., Adriaanse, P.I., de Jong, A., and te Roller, J.A.
- Subjects
Environmental Risk Assessment ,Earth Observation and Environmental Informatics ,ditches ,pesticides ,sloten ,waterkwaliteit ,water quality ,models ,monitoring ,pesticiden ,WOT Natuur & Milieu ,Aardobservatie en omgevingsinformatica ,drainage ,modellen - Abstract
SWASH (Surface WAter Scenarios Help) assists the user in calculating pesticide exposure concentration in the EU FOCUS surface water scenarios. It is part of the exposure calculation procedure, being part of the obligatory evaluation procedure to place an active substance on List 1 according to EU Directive 91/414/EEC. SWASH encompasses: (i) FOCUS Drift Calculator, calculating pesticide entries through spray drift deposition, (ii) PRZM-3, calculating pesticide entries through run-off, (iii) MACRO, calculating pesticide entries through drainage and (iv) TOXSWA, calculating the behaviour of pesticides in small surface waters. It is linked to SPIN, a pesticide properties tool, and prepares input for the PRZM, MACRO and TOXSWA models. Via the SWASH shell the user can enter the shells of the other models to perform the PRZM or MACRO model runs needed to assess the fate of the substance in he FOCUS water body systems using TOXSWA.
- Published
- 2015
50. Surface WAter Scenario Help (SWASH) version 5.3 : technical description
- Author
-
te Roller, J.A., van den Berg, F., Adriaanse, P.I., de Jong, A., and Beltman, W.H.J.
- Subjects
Environmental Risk Assessment ,Earth Observation and Environmental Informatics ,databases ,ditches ,emission reduction ,pesticides ,sloten ,waterkwaliteit ,water quality ,emissiereductie ,models ,pesticiden ,WOT Natuur & Milieu ,Aardobservatie en omgevingsinformatica ,databanken ,modellen - Abstract
The user-friendly shell SWASH, acronym for Surface WAter Scenarios Help, assists the user in calculating pesticide exposure concentrations in the EU FOCUS surface water scenarios. SWASH encompasses five separate tools and models: (i) FOCUS Drift Calculator, calculating pesticide entries through spray drift deposition, (ii) PRZM-3, calculating pesticide entries through run-off, (iii) MACRO, calculating pesticide entries through drainage, (iv) TOXSWA, calculating the behaviour of pesticides in small surface waters, and (v) SPIN is a central database for storage and editing of pesticide properties. The SWASH database contains information on projects and runs created by the user. This report gives a detailed description of the necessary flow of data between the various models, to make them communicate smoothly with each other. It also specifies the installation requirements for the MACRO, PRZM and TOXSWA models. The MACRO model uses an MS-Access database to store its substance and run information, while PRZM makes use of separate data files. TOXSWA uses the central SWASH database. After completing a SWASH session the user should manually perform simulations with the three individual models
- Published
- 2015
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.