Search

Publication metadata By exploring key research gaps and challenges in climate change and biodiversity, this report offers insights into promoting transformative change through research and innovation. Developed through an open and participatory approach, the report builds on the extensive international network of researchers and innovators at Future Earth and beyond. It investigates research needs around topics such as planetary health, societal values, governance, the role of policy instruments, emerging tools, and new ways to work across sectors to implement and drive transformations. Through this transdisciplinary approach, the authors highlight the importance of innovative and inclusive methodologies to tackle sustainability challenges and advocate for collaborative funding initiatives to support these endeavours. The outcomes of this research agenda are crucial in directing and prioritising research funding, emphasising the imperative of systems change in addressing climate change and biodiversity loss.

Het gaat niet goed met de gezondheidstoestand van de es (Fraxinus excelsior L.). Een tiental jaren geleden bemerkten bosbeheerders op verschillende plaatsen in Vlaanderen sterfte van jonge essenaanplantingen. In Bosrevue 39 verscheen een artikel met een beschrijving van de essenziekte (Roskams & De Haeck, 2012). De schimmel kreeg toen de naam Hymenoscyphus pseudoalbidus maar was beter bekend onder de naam van de ongeslachtelijke vorm Chalara fraxinea. De herkomst van de ziekteverwekkende schimmel was nog onduidelijk. De gevolgen van de ziekte waren wel opvallend, zeker voor jonge boompjes.

Non-technical summary We summarize some of the past year's most important findings within climate change-related research. New research has improved our understanding of Earth's sensitivity to carbon dioxide, finds that permafrost thaw could release more carbon emissions than expected and that the uptake of carbon in tropical ecosystems is weakening. Adverse impacts on human society include increasing water shortages and impacts on mental health. Options for solutions emerge from rethinking economic models, rights-based litigation, strengthened governance systems and a new social contract. The disruption caused by COVID-19 could be seized as an opportunity for positive change, directing economic stimulus towards sustainable investments. Technical summary A synthesis is made of ten fields within climate science where there have been significant advances since mid-2019, through an expert elicitation process with broad disciplinary scope. Findings include: (1) a better understanding of equilibrium climate sensitivity; (2) abrupt thaw as an accelerator of carbon release from permafrost; (3) changes to global and regional land carbon sinks; (4) impacts of climate change on water crises, including equity perspectives; (5) adverse effects on mental health from climate change; (6) immediate effects on climate of the COVID-19 pandemic and requirements for recovery packages to deliver on the Paris Agreement; (7) suggested long-term changes to governance and a social contract to address climate change, learning from the current pandemic, (8) updated positive cost-benefit ratio and new perspectives on the potential for green growth in the short- A nd long-term perspective; (9) urban electrification as a strategy to move towards low-carbon energy systems and (10) rights-based litigation as an increasingly important method to address climate change, with recent clarifications on the legal standing and representation of future generations. Social media summary Stronger permafrost, QC 20211002

Resultaten van veldwaarnemingen van de gezondheidstoestand van de bossen in Vlaanderen, België, in 2004. Beschrijving van meetnet, steekproef en methodiek. De steekproef bestaat voor 2/3 uit loofbomen. De meest voorkomende soorten zijn zomereik en grove den, die respectievelijk 31% en 25% van de steekproef uitmaken. Zomereik, beuk, Amerikaanse eik, populier, grove den en Corsicaanse den zijn de boomsoorten die afzonderlijk besproken worden. De overige soorten worden gegroepeerd in een groep overige loofboomsoorten (elf soorten) en een groep overige naaldboomsoorten (drie soorten). Resultaten bevatten blad/naaldverlies en verkleuring. Tevens bespreking van factoren die de bosvitaliteit kunnen beïnvloeden, zoals zaadzetting, insecten, schimmels, weersomstandigheden, luchtverontreiniging enz.

Resultaten van de inventarisatie van de gezondheidstoestand van de bossen in Vlaanderen, België, in 2004. Beschrijving van meetnet, steekproef en methodiek. De steekproef bestaat voor 2/3 uit loofbomen. De meest voorkomende soorten zijn zomereik en grove den, die respectievelijk 31% en 25% van de steekproef uitmaken. Zomereik, beuk, Amerikaanse eik, populier, grove den en Corsicaanse den zijn de boomsoorten die afzonderlijk besproken worden. De overige soorten worden gegroepeerd in een groep overige loofboomsoorten (elf soorten) en een groep overige naaldboomsoorten (drie soorten). Resultaten bevatten blad/naaldverlies en verkleuring. Tevens bespreking van factoren die de bosvitaliteit kunnen beïnvloeden, zoals zaadzetting, insecten, schimmels, weersomstandigheden, luchtverontreiniging enz.

Reeds eeuwen geleden legden kasteelheren bomencollecties aan en werden boomsoorten vanuit verschillende continenten uitgewisseld en in tuinen en arboreta aangeplant. Hout is sinds mensenheugenis ook een noodzakelijke grondstof. Om economische redenen werden en worden nog steeds plantsoen, boomstammen en verzaagd hout getransporteerd. Paletten dienen als verpakkingshout voor allerlei producten. Tal van voorbeelden tonen aan dat de mens al eeuwenlang zaad, planten, stekken en houtmateriaal verhandelt en dit dikwijls over zeer verre afstanden. Zonder het te willen, transporteert de mens daarbij ook allerlei organismen. De economische globalisering zorgt ook voor een biologische globalisering. De mens verplaatst zich steeds verder en steeds sneller. Door de toenemende transporten neemt ook het aantal onopzettelijke introducties toe. De mens zorgt bovendien voor het opwarmen van het klimaat. Klimaatverandering en soortevolutie zorgen er ook voor dat andere (exotische) organismen zich bij ons kunnen vestigen. Slechts een minderheid van de nieuwe soorten is schadelijk, maar de schade kan wel grote proporties aannemen. In sommige gevallen kan onopzettelijke introductie leiden tot het verdwijnen van inheemse soorten.