Search

Grote delen van de wereld hebben of krijgen mede door klimaatverandering in toenemende mate te maken met waterschaarsterisico’s. Ook Europa en Nederland zullen de dans niet ontspringen en zulle adequaat adaptatiebeleid moeten ontwikkelen en uitvoeren. Daarnaast zijn er binnen de EU en Nederland vergaande ambities om in 2050 een volledig circulaire economie tot stand te hebben gebracht. Eén van de strategieën om deze risico’s te lijf te gaan en bij te dragen aan de verwezenlijking van deze ambities is het hergebruik van (stedelijk) afvalwater. In dit artikel bespreken wij het Europeesrechtelijke kader en de implementatie daarvan in Nederland voor hergebruik van stedelijk afvalwater, met bijzondere aandacht voor Verordening 2020/741 inzake minimumeisen voor hergebruik van water die per 26 juni 2023 van kracht zal zijn. Vervolgens onderwerpen wij de ontwikkelingen in dit verband aan een discussie, waarbij we ingaan op de vraag of naar verwachting inderdaad grootschalig gebruik zal worden gemaakt van de mogelijkheden die de Verordening biedt en welke volgende ontwikkelingen te verwachten zijn.

The Dutch competition authority, the Authority for Consumers and Markets (ACM), can impose significant fines for infringements of the cartel prohibition. Once the authority has reviewed its own decision in the ‘objection procedure’, legal recourse is available against the fines imposed at the two specialised courts, the District Court Rotterdam and the Trade and Industry Appeal Tribunal (TIAT). The reason for this study was the observation that the Dutch enforcement of the European and Dutch cartel prohibition is characterised by high rates of litigation and successful litigation. As a result, the legal proceedings for resolving disputes (objection, appeal and further appeal) concerning imposed cartel fines seem to function differently than in other areas of administrative law. This observation attracted the researcher’s attention and formed the motive to dedicate a PhD thesis to analysing and explaining the high rates of (successful) litigation in Dutch anti-cartel enforcement and thereby the factors influencing those deviations. The proposed research therefore focuses on the following question: Which factors influence the high rates of litigation and successful litigation against fines for anti-competitive agreements in the Netherlands? A total of four methods were used to answer the research question: an analysis of Dutch enforcement practice, a comparison with various other national competition authorities, a comparison with four other Dutch market supervisors and interviews with practitioners, judges and officials of the competition authority. The results are divided into five articles in which (1) the TIAT’s assessment of the ACM cartel fines has been analysed and its relationship with the decisions of the Rotterdam District Court, (2) an analysis has been made of the frequency of appeals and their success in ten European Member States, (3) an analysis has been made of the factors that influence the decision to challenge the fining

Deze bijdrage bevat een analyse van de rechtspraak van de rechtbank Rotterdam ter zake van de beoordeling van boetebesluiten van de ACM ex art. 6 Mw.