251 results on '"Meetinstrumenten"'
Search Results
2. The complexity of constructing empowerment measuring instruments: a delphi study*.
- Author
-
Noordink, Thomas, Verharen, Lisbeth, Schalk, René, and Van Regenmortel, Tine
- Subjects
EXPERIMENTAL design ,CONSENSUS (Social sciences) ,RESEARCH evaluation ,RESEARCH methodology ,CRITICISM ,SELF-efficacy ,CONCEPTUAL structures ,DESCRIPTIVE statistics ,THEMATIC analysis ,SOCIAL case work ,DELPHI method - Abstract
Copyright of European Journal of Social Work is the property of Taylor & Francis Ltd and its content may not be copied or emailed to multiple sites or posted to a listserv without the copyright holder's express written permission. However, users may print, download, or email articles for individual use. This abstract may be abridged. No warranty is given about the accuracy of the copy. Users should refer to the original published version of the material for the full abstract. (Copyright applies to all Abstracts.)
- Published
- 2023
- Full Text
- View/download PDF
3. Chronische pijn bij dementie en bij aandoeningen met een verhoogd risico op cognitieve achteruitgang
- Author
-
EJA Scherder, JM Oosterman, ME Ooms, MW Ribbe, and DF Scwaab
- Subjects
chronische pijn ,dementie ,ziekte van Parkinson ,multiple sclerose ,meetinstrumenten ,Medicine - Abstract
De kans op het krijgen van chronische pijnklachten e´n op het ontstaan van dementie neemt toe naarmate men ouder wordt. Dit betekent dat door de toenemende vergrijzing het aantal demente ouderen met chronische pijn eveneens sterk zal toenemen. De vraag rijst of en op welke wijze demente ouderen pijn ervaren. Het tekortschieten van de pijndiagnostiek, vooral in een gevorderd stadium van dementie, wordt weerspiegeld in een verminderd gebruik van pijnstillers door ouderen met een dementie. Inzicht in mogelijke veranderingen in pijnbeleving zoals die worden waargenomen in de slechts enkele klinische studies, kan vergroot worden door kennis over de neuropathologie die per subtype dementie kan verschillen. Het is opvallend dat er helemaal geen studies zijn verricht naar pijnbeleving bij aandoeningen van het centrale zenuwstelsel met een verhoogd risico op cognitieve achteruitgang zoals de ziekte van Parkinson en multiple sclerose. Bij deze ziekten behoort pijn tot e´e´n van de klinische symptomen en het is tot dusver onbekend of er veranderingen in pijnbeleving optreden in een fase waarin het cognitief functioneren achteruitgaat. Tenslotte worden kort een aantal instrumenten besproken welke het meest geschikt zijn om pijn te diagnostiseren bij communicatieve en non-communicatieve patie¨nten met een dementie.
- Published
- 2024
- Full Text
- View/download PDF
4. Linken van termen aan de ICF
- Author
-
Stallinga, H. A., Heerkens, Y. F., Stallinga, Gonda, editor, and Heerkens, Yvonne, editor
- Published
- 2021
- Full Text
- View/download PDF
5. Onzichtbare beperkingen in beeld?
- Author
-
Muller, Elza, Hoving, Jan, and Donker-Cools, Birgit
- Published
- 2020
- Full Text
- View/download PDF
6. Continue monitoring van vitale waarden
- Author
-
Leenen, Job, van Rossum, Mathilde, Kalkman, Cor, Schoonhoven, Lisette, and Patijn, Gijs
- Published
- 2022
- Full Text
- View/download PDF
7. KWALITEITSSTANDAARDEN VOOR HET ONTWIKKELEN VAN MEETINSTRUMENTEN GERICHT OP EMPOWERMENT: EEN KRITISCHE BESCHOUWING.
- Author
-
NOORDINK, THOMAS, VERHAREN, LISBETH, SCHALK, RENÉ, and VAN REGENMORTEL, TINE
- Abstract
Copyright of Journal of Social Intervention: Theory & Practice is the property of Universiteit Utrecht and its content may not be copied or emailed to multiple sites or posted to a listserv without the copyright holder's express written permission. However, users may print, download, or email articles for individual use. This abstract may be abridged. No warranty is given about the accuracy of the copy. Users should refer to the original published version of the material for the full abstract. (Copyright applies to all Abstracts.)
- Published
- 2019
- Full Text
- View/download PDF
8. Evaluatieve eigenschappen van de Nederlandse versie Vande Two-Minute Step Test bij intramuraal wonende ouderen
- Subjects
endurance ,intramuraal wonend ,intramural living ,ouderen ,meetinstrumenten ,fysiotherapie ,physical therapy ,measurement instruments ,elderly ,physiotherapy ,uithoudingsvermogen - Abstract
Achtergrond: De Two-Minute Step Test (TMST) is een meetinstrument gericht op het beoordelen van uithoudingsvermogen. Verscheidene psychometrische eigenschappen van de TMST-NL (Nederlands vertaalde versie) zijn onderzocht bij intramuraal wonende ouderen. De gevoeligheid voor verandering en de responsiviteit is bij deze patiëntenpopulatie nog niet vastgesteld. Doel: Het vaststellen van de gevoeligheid voor verandering en de responsiviteit (Minimal Clinical Important Difference) van de TMST-NL bij intramuraal wonende ouderen. Design: Prospectief responsiviteitsonderzoek. Methode: De onderzoekspopulatie bestond uit intramuraal wonende ouderen. Deelnemers hebben twee meetmomenten (T0 en T1) ondergaan waartussen ze drie maanden fysiotherapie gericht op uithoudingsvermogen ontvingen. Om de gevoeligheid van verandering te meten werd de distributie methode gebruikt waarbij de correlatie met de 6-minuten wandeltest (6MWT) werd getoetst. Via de anker methode met de Receiver Operating Characteristic (ROC) curve werd de MCID bepaald. Metingen voor het aerobe uithoudingsvermogen werden verricht met de TMST-NL en de 6-minuten wandeltest (6MWT). De Global Rating of Change (GRC) en de Borg Category-Ratio10 (BORG-CR10) werden gebruikt als subjectieve vragenlijsten om verandering van de gezondheidssituatie en vermoeidheid te meten. Resultaten: Intramurale ouderen (N=50) met een gemiddelde (SD) leeftijd van 83,96 jaar (6,96) zijn geïncludeerd. De correlatie tussen de verschilscores van de TMST-NL en de 6MWT over de deelnemerspopulatie die T1 ook hebben afgerond (N= 36) kwam uit op r=0.51 (P
- Published
- 2022
9. Evaluatieve eigenschappen van de Nederlandse versie Vande Two-Minute Step Test bij intramuraal wonende ouderen
- Author
-
Drenth, Hans, Hobbelen, Johannes, Nieuwenhuis, Marjolein, Douma, Sipke, Kortdurende zorg en interprofessionele samenwerking bij kwetsbare ouderen, and Ageing and Allied Health Care
- Subjects
endurance ,intramuraal wonend ,intramural living ,ouderen ,meetinstrumenten ,fysiotherapie ,physical therapy ,measurement instruments ,elderly ,physiotherapy ,uithoudingsvermogen - Abstract
Achtergrond: De Two-Minute Step Test (TMST) is een meetinstrument gericht op het beoordelen van uithoudingsvermogen. Verscheidene psychometrische eigenschappen van de TMST-NL (Nederlands vertaalde versie) zijn onderzocht bij intramuraal wonende ouderen. De gevoeligheid voor verandering en de responsiviteit is bij deze patiëntenpopulatie nog niet vastgesteld. Doel: Het vaststellen van de gevoeligheid voor verandering en de responsiviteit (Minimal Clinical Important Difference) van de TMST-NL bij intramuraal wonende ouderen. Design: Prospectief responsiviteitsonderzoek. Methode: De onderzoekspopulatie bestond uit intramuraal wonende ouderen. Deelnemers hebben twee meetmomenten (T0 en T1) ondergaan waartussen ze drie maanden fysiotherapie gericht op uithoudingsvermogen ontvingen. Om de gevoeligheid van verandering te meten werd de distributie methode gebruikt waarbij de correlatie met de 6-minuten wandeltest (6MWT) werd getoetst. Via de anker methode met de Receiver Operating Characteristic (ROC) curve werd de MCID bepaald. Metingen voor het aerobe uithoudingsvermogen werden verricht met de TMST-NL en de 6-minuten wandeltest (6MWT). De Global Rating of Change (GRC) en de Borg Category-Ratio10 (BORG-CR10) werden gebruikt als subjectieve vragenlijsten om verandering van de gezondheidssituatie en vermoeidheid te meten. Resultaten: Intramurale ouderen (N=50) met een gemiddelde (SD) leeftijd van 83,96 jaar (6,96) zijn geïncludeerd. De correlatie tussen de verschilscores van de TMST-NL en de 6MWT over de deelnemerspopulatie die T1 ook hebben afgerond (N= 36) kwam uit op r=0.51 (P
- Published
- 2022
10. Evaluatie van relatievorming in de laagdrempelige verslavingszorg
- Author
-
Esther Kuis, Anja Knoope, and Anne Goossensen
- Subjects
quality of relationship-building ,low-threshold addiction care ,research instrument ,patient-centred care ,kwaliteit relatievorming ,laagdrempelige verslavingszorg ,meetinstrumenten ,patiëntgerichte zorg ,Sociology (General) ,HM401-1281 - Abstract
Quality of relationship-building in low-threshold addiction and mental health care The goal of this article is to report about a quest to find a measure for evaluation of the quality of relationship-building in health care. First the importance of quality of relationship building in low threshold care is discussed. We search concepts and questionnaires that have value in this context. From this overview a questionnaire is chosen that covers aspects of the quality of relationshipbuilding best. This instrument was adapted to the care context and we collected data among 80 visitors of low-threshold institutions in four different cities. We evaluate to what extent the instrument meets our requests and explore further possibilities for application. Evaluatie van relatievorming in de laagdrempelige verslavingszorg Dit artikel vraagt aandacht voor de relationele kwaliteiten van professionals in de laagdrempelige verslavingszorg. Allereerst wordt beargumenteerd dat de kwaliteit van de relatie een belangrijk onderdeel is van de laagdrempelige verslavingszorg. Vervolgens wordt een literatuuroverzicht gepresenteerd waarmee een aantal aspecten van de kwaliteit van de relatie wordt blootgelegd. Omdat kwaliteit van de relatie van belang blijkt binnen patiëntgerichte zorg, worden verschillende instrumenten die patiëntgerichtheid meten vergeleken. De auteurs selecteerden op basis van deze vergelijking de vragenlijst die de meeste aspecten van de kwaliteit van de relatie meet, en bewerkten deze. Daarna is dit instrument getoetst in een onderzoek onder 80 bezoekers van laagdrempelige verslavingscentra in vier verschillende steden. De auteurs concluderen dat de bewerkte vragenlijst onderscheidend vermogen bezit voor verschillende werkers en instellingen. De lijst is behulpzaam bij het meten van de kwaliteit van de relatie tussen cliënt en hulpverlener.
- Published
- 2010
- Full Text
- View/download PDF
11. Sociale cognitie bij psychose: is meten ook weten?
- Author
-
de Jong, Steven, Gallouh, Anouar, Castelein, Stynke, and Pijnenborg, G. H. Marieke
- Published
- 2019
- Full Text
- View/download PDF
12. MY DAILY MOVES Determinants and measurement of movement behaviors from the child-perspective
- Author
-
Hidding, Lisan Mariët, Chin A Paw, J.M.M., Altenburg, Taetske Maria, Chinapaw, Mai, Altenburg, Teatske, APH - Health Behaviors & Chronic Diseases, and Public and occupational health
- Subjects
Fysieke activiteit ,Measurement ,Physical activity ,Co-creation ,Photovoice ,Meetinstrumenten ,Adolescents ,Co-creatie ,Kinderen ,Determinanten ,Sedentary behavior ,Adolescenten ,Sedentair gedrag ,Concept mapping ,Slaap ,Sleep ,Children ,Determinants - Abstract
Background The majority of children around the world do not meet the physical activity guidelines, spend too much time in sedentary behavior, and children’s sleep duration has declined over the past century. Importantly, sufficient physical activity and sleep are associated with many health benefits. Accurate measurement instruments are necessary to measure these behaviors, e.g. questionnaires, as they can provide additional information on the context of children’s behavior, e.g. what type of activities children engage in. Insight into the levels and contextual information of children’s 24-hour movement behaviors is important for the development of interventions targeting these behaviors, e.g. the types of activities that should be stimulated and locations that facilitate or limit physical activity. Moreover, knowledge on the most important determinants of these behaviors is also necessary for the development of interventions. Especially the perspectives of the key population, the children themselves, can provide valuable insights as they are the experts of their own behavior. Aims 1) Co-create and evaluate a 24-hour movement behavior tool, including physical activity, sedentary behavior, and sleep, for and together with 9-12-year- old children (MyDailyMoves) 2) Examine potential determinants of children’s sedentary behavior from the perspectives of children and parents and to examine potential determinants of the activity-friendliness of the environment from the adolescent perspective Co-creation of MyDailyMoves The co-creation process of MyDailyMoves started with summarizing the measurement properties of existing questionnaires measuring sedentary behavior (chapter 2) and physical activity (chapter 3) in children in two systematic reviews. Based on the findings of these reviews, the format of MyDailyMoves was established, i.e. the Greek version of the 3DPARecord was the only physical activity questionnaire with acceptable validity, therefore we used a similar format for MyDailyMoves. The format included a timeline and different time segments, which might help the children to more accurately report their activities of the previous day. The next steps of the co-creation (chapter 4) included photovoice and concept mapping sessions in which children indicated important physical activity categories: playing inside, playing outside, sports, hobbies, chores, personal care, transport, and others. Based on the literature, two additional sedentary behavior categories were identified, i.e. schoolwork and screen time, and five domains for sleep, i.e. sleep duration, efficiency, timing, quality, and daytime sleepiness. All physical activity and sedentary behavior categories were added to MyDailyMoves as activities that could be placed on the timeline. Subsequently, questions covering above-mentioned sleep domains were added to MyDailyMoves. The content validity of the first version of MyDailyMoves was examined in separate focus groups with children and researchers (chapter 4). Based on the focus groups the activity category ‘eating’ was added, and an explanatory video was created. Unfortunately, due to the COVID-19 pandemic the construct validity and test-retest reliability study of MyDailyMoves was postponed and is therefore not part of this thesis. Potential determinants of children’s movement behaviors Adolescent-perceived determinants of an activity-friendly environment were examined by conducting concept mapping meetings with secondary school students (chapter 5), aged 13-17 years old. Across all groups, 23 unique potential determinants of an activity-friendly environment were identified, which could be categorized in four domains: 1) physical characteristics, 2) social characteristics, 3) economic characteristics, and 4) motivational characteristics. Potential determinants of children’s sedentary behavior were examined by conducting concept mapping meetings with 11–13-year-old children and parents (chapter 6). Children identified eight to ten potential determinants, and parents identified six to seven potential determinants. Particularly determinants in the physical and the social/cultural environment were rated as most important both by children and parents, e.g. ‘Sitting because it is the norm (I have to)’ and ‘Sitting because I can work/play better that way’.
- Published
- 2021
13. MY DAILY MOVES Determinants and measurement of movement behaviors from the child-perspective
- Subjects
Fysieke activiteit ,Measurement ,Physical activity ,Co-creation ,Photovoice ,Meetinstrumenten ,Adolescents ,Co-creatie ,Kinderen ,Determinanten ,Sedentary behavior ,Adolescenten ,Sedentair gedrag ,Concept mapping ,Slaap ,Sleep ,Children ,Determinants - Abstract
Background The majority of children around the world do not meet the physical activity guidelines, spend too much time in sedentary behavior, and children’s sleep duration has declined over the past century. Importantly, sufficient physical activity and sleep are associated with many health benefits. Accurate measurement instruments are necessary to measure these behaviors, e.g. questionnaires, as they can provide additional information on the context of children’s behavior, e.g. what type of activities children engage in. Insight into the levels and contextual information of children’s 24-hour movement behaviors is important for the development of interventions targeting these behaviors, e.g. the types of activities that should be stimulated and locations that facilitate or limit physical activity. Moreover, knowledge on the most important determinants of these behaviors is also necessary for the development of interventions. Especially the perspectives of the key population, the children themselves, can provide valuable insights as they are the experts of their own behavior. Aims 1) Co-create and evaluate a 24-hour movement behavior tool, including physical activity, sedentary behavior, and sleep, for and together with 9-12-year- old children (MyDailyMoves) 2) Examine potential determinants of children’s sedentary behavior from the perspectives of children and parents and to examine potential determinants of the activity-friendliness of the environment from the adolescent perspective Co-creation of MyDailyMoves The co-creation process of MyDailyMoves started with summarizing the measurement properties of existing questionnaires measuring sedentary behavior (chapter 2) and physical activity (chapter 3) in children in two systematic reviews. Based on the findings of these reviews, the format of MyDailyMoves was established, i.e. the Greek version of the 3DPARecord was the only physical activity questionnaire with acceptable validity, therefore we used a similar format for MyDailyMoves. The format included a timeline and different time segments, which might help the children to more accurately report their activities of the previous day. The next steps of the co-creation (chapter 4) included photovoice and concept mapping sessions in which children indicated important physical activity categories: playing inside, playing outside, sports, hobbies, chores, personal care, transport, and others. Based on the literature, two additional sedentary behavior categories were identified, i.e. schoolwork and screen time, and five domains for sleep, i.e. sleep duration, efficiency, timing, quality, and daytime sleepiness. All physical activity and sedentary behavior categories were added to MyDailyMoves as activities that could be placed on the timeline. Subsequently, questions covering above-mentioned sleep domains were added to MyDailyMoves. The content validity of the first version of MyDailyMoves was examined in separate focus groups with children and researchers (chapter 4). Based on the focus groups the activity category ‘eating’ was added, and an explanatory video was created. Unfortunately, due to the COVID-19 pandemic the construct validity and test-retest reliability study of MyDailyMoves was postponed and is therefore not part of this thesis. Potential determinants of children’s movement behaviors Adolescent-perceived determinants of an activity-friendly environment were examined by conducting concept mapping meetings with secondary school students (chapter 5), aged 13-17 years old. Across all groups, 23 unique potential determinants of an activity-friendly environment were identified, which could be categorized in four domains: 1) physical characteristics, 2) social characteristics, 3) economic characteristics, and 4) motivational characteristics. Potential determinants of children’s sedentary behavior were examined by conducting concept mapping meetings with 11–13-year-old children and parents (chapter 6). Children identified eight to ten potential determinants, and parents identified six to seven potential determinants. Particularly determinants in the physical and the social/cultural environment were rated as most important both by children and parents, e.g. ‘Sitting because it is the norm (I have to)’ and ‘Sitting because I can work/play better that way’.
- Published
- 2021
14. Een gedragsobservatieschaal voor participatie in psychogeriatrische dagbehandeling
- Author
-
Han F.A. Diesfeldt
- Subjects
constructvaliditeit ,dementie ,meetinstrumenten ,Mokkenschaalanalyse ,participeren ,testhertestbetrouwbaarheid ,Medicine - Abstract
De Participatielijst is een gedragsobservatieschaal voor activiteitenbegeleiders om de persoonlijke betrokkenheid van deelnemers aan dagbehandelingsactiviteiten zichtbaar te maken. In een steekproef van 448 opeenvolgende deelnemers met een lichte tot matig ernstige dementie werd de structuur in de antwoorden op een vragenlijst van 27 items met Mokkenschaalanalyse onderzocht. Het onderzoek onderscheidde een exploratieve en een confirmatieve aanpak. Daartoe werd de groep van 448 deelnemers willekeurig gesplitst in een exploratieve ‘testgroep’ en een even grote confirmatieve ‘valideringsgroep’. Exploratieve schaalanalyse wees uit dat het patroon van interitemcorrelaties het best verklaard kon worden door drie latente eigenschappen: motivatie (10 items; Loevingers H = 0,48), competentie (7 items; H = 0,56) en zelfvertrouwen (4 items; H = 0,57). In een confirmatieve toetsing werden dezelfde schalen gevonden. Via stapsgewijze meervoudige regressieanalyse werd 49% van de variantie in motivatiescores verklaard door twee onafhankelijke variabelen ontleend aan de Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP): Apathie en Affect. Apathie en Cognitie verklaarden 31,2% van de variantie van competentiescores. Variantie in zelfvertrouwen werd voornamelijk door de GIP-variabele Affect toereikend verklaard (37,9%). In confirmatieve regressieanalyses werden de coëfficiënten van de testgroep gebruikt. De GIPvariabelen verklaarden respectievelijk 39,6%, 29,2% en 23,1% van de variantie in motivatie, competentie en zelfvertrouwen. In een willekeurig gekozen subgroep van 56 deelnemers werden de test-hertest intraclass correlatiecoëfficiënten (ICC2(A,1)) voor de drie aspecten van participatie bepaald: 0,77 voor motivatie, 0,85 voor competentie en 0,76 voor zelfvertrouwen. Met behulp van de subschalen van de Participatielijst kunnen individuele deelnemers aan psychogeriatrische dagbehandeling objectief van elkaar worden onderscheiden en gepositioneerd op elk van de drie latente eigenschappen die de subschalen meten.
- Published
- 2014
- Full Text
- View/download PDF
15. Occupational Balance: inventarisatie van balans in het dagelijks handelen
- Author
-
Michelle du Mortier and Michelle du Mortier
- Abstract
Een goede balans in het handelen is essentieel voor gezondheid en welzijn. Hoe mensen de balans in het dagelijks handelen ervaren heeft invloed op het ervaren van geluk, stress, gezondheid en welzijn. Het concept occupational balance kan gebruikt worden om de balans in het dagelijks handelen in kaart te brengen op zowel fysiek als mentaal gebied. Vanuit een kennisteam van docenten ergotherapie van de Hogeschool Rotterdam is er een wens naar meer kennis en bekendheid over occupational balance. De onderzoeksvraag waar dit onderzoek zich op heeft gericht is: “Welke assessments en instrumenten kunnen ergotherapeuten in de diagnostische fase gebruiken om occupational balance te inventariseren en daarmee de balans in het dagelijks handelen in kaart te brengen bij volwassen en oudere cliënten vanaf 18 jaar met een chronische aandoening?”
- Published
- 2021
16. Doelgericht meten in de ergotherapie
- Author
-
Bols, Esther, Stans, Steffy, and Beurskens, Sandra
- Subjects
meetinstrumenten ,ergotherapie - Abstract
Meten is weten. Daar zijn we het allemaal over eens. Maar hoe zorg je er voor dat je op het goede moment en met het juiste meetinstrument een zinvolle meting doet? Meten is immers geen doel op zich. Onlangs kwam een nieuwe uitgave van het boek Meten in de praktijk: Stappenplan voor het gebruik van meetinstrumenten in de praktijk uit. Hoog tijd om stil te staan bij meten in de dagelijkse ergotherapiepraktijk en daar een stappenplan voor te presenteren.
- Published
- 2020
17. Doelgericht meten in de ergotherapie
- Subjects
meetinstrumenten ,ergotherapie - Abstract
Meten is weten. Daar zijn we het allemaal over eens. Maar hoe zorg je er voor dat je op het goede moment en met het juiste meetinstrument een zinvolle meting doet? Meten is immers geen doel op zich. Onlangs kwam een nieuwe uitgave van het boek Meten in de praktijk: Stappenplan voor het gebruik van meetinstrumenten in de praktijk uit. Hoog tijd om stil te staan bij meten in de dagelijkse ergotherapiepraktijk en daar een stappenplan voor te presenteren.
- Published
- 2020
18. Hoe breng je de seniorvriendelijkheid van steden in kaart?: De ontwikkeling van een gevalideerde vragenlijst
- Author
-
Hoof,van, J. (Joost), Dikken, Jeroen, Hoven,van den, R.F.M. (Rudy), Staalduinen,van, Willeke H., and Hulsebosch-Janssen, Loes M.T.
- Subjects
who ,meetinstrumenten ,onderzoeksvragen ,ouderen ,Huisvesting ,Gebruikersonderzoek ,validering ,Beleid ,Seniorvriendelijke stad - Abstract
Sinds 2015 is Den Haag als eerste Nederlandse gemeente lid van het Global Network for Age-friendly Cities and Communities van de Wereldgezondheidsorganisatie. Onderdeel van dit lidmaatschap is het periodiek evalueren van de seniorvriendelijkheid van de stad. Echter, nergens ter wereld bleek een instrument te bestaan dat dit op een valide wijze kan doen. Vanuit de gemeente Den Haag volgde de opdracht om zo’n instrument te maken.
- Published
- 2020
19. Hoe breng je de seniorvriendelijkheid van steden in kaart?
- Subjects
who ,meetinstrumenten ,onderzoeksvragen ,ouderen ,Huisvesting ,Gebruikersonderzoek ,validering ,Beleid ,Seniorvriendelijke stad - Abstract
Sinds 2015 is Den Haag als eerste Nederlandse gemeente lid van het Global Network for Age-friendly Cities and Communities van de Wereldgezondheidsorganisatie. Onderdeel van dit lidmaatschap is het periodiek evalueren van de seniorvriendelijkheid van de stad. Echter, nergens ter wereld bleek een instrument te bestaan dat dit op een valide wijze kan doen. Vanuit de gemeente Den Haag volgde de opdracht om zo’n instrument te maken.
- Published
- 2020
20. Competenties voor het werken met Digital Health
- Subjects
onderwijs ,digitale gezondheid ,meetinstrumenten ,digital health ,vaardigheden ,professionals ,fysiotherapeuten ,diëtisten ,zorgverleners ,wearables ,coaches ,psychologen ,telemedicine ,competenties - Published
- 2020
21. Wearables and app-based resilience Modeling in employees (WearMe)
- Author
-
de Vries, Herman
- Subjects
Psychology (Miscellaneous) ,Cardiologie En Cardiovasculaire Geneeskunde ,Science ,Heart Rate Variability ,Meetinstrumenten ,Psychology(All) ,GeneralLiterature_MISCELLANEOUS ,Education ,Healthy Ageing ,Veerkracht ,Ethiek ,ComputingMilieux_COMPUTERSANDEDUCATION ,Digitalisering ,Healthy Ageing At Work ,Digitale Gezondheid ,Ethics ,Measurement ,Cardiology And Cardiovascular Medicine ,Employees ,Psychologie (Alles) ,Resilience ,Wearables ,Data Science ,Statistics ,Werknemers ,Gezondheid ,Apps ,Professional Practice &Amp; Society ,Psychologie (Diversen) ,Digitalisation ,Analyses ,Health ,Hartritmevariabiliteit ,Digital Health ,Statistieken ,Gegevensbeheer ,Analysis ,Organisaties En Hun Professionals - Abstract
Presentatie CREUVENT evenement De Haagse Hogeschool. Een evenement gerelateerd aan o.a. juridische en ethische aspecten rondom het doen van onderzoek onder werknemers met behulp van wearables en apps.
- Published
- 2020
22. Ontwikkeling en betrouwbaarheid van deZelfredzaamheid-Matrix.
- Author
-
Fassaert, Thijs, Lauriks, Steve, Weerd, Stef, Wit, Matty, and Buster, Marcel
- Abstract
Copyright of TSG: Tijdschrift Voor Gezondheidswetenschappen is the property of Springer Nature and its content may not be copied or emailed to multiple sites or posted to a listserv without the copyright holder's express written permission. However, users may print, download, or email articles for individual use. This abstract may be abridged. No warranty is given about the accuracy of the copy. Users should refer to the original published version of the material for the full abstract. (Copyright applies to all Abstracts.)
- Published
- 2013
- Full Text
- View/download PDF
23. De Introductie Van Een Nederlandstalig Instrument Om Dsm-IV-Tr-Diagnoses Bij Kinderen Te Stellen.
- Author
-
Bauhuis, Oda, Jonker, Karlijn, Verdellen, Cara, Reynders, Jacqueline, and Verbraak, Marc
- Abstract
Copyright of Kind & Adolescent Praktijk is the property of Springer Nature and its content may not be copied or emailed to multiple sites or posted to a listserv without the copyright holder's express written permission. However, users may print, download, or email articles for individual use. This abstract may be abridged. No warranty is given about the accuracy of the copy. Users should refer to the original published version of the material for the full abstract. (Copyright applies to all Abstracts.)
- Published
- 2013
- Full Text
- View/download PDF
24. Wearables and app-based resilience modeling in employees (WearMe)
- Author
-
de Vries, Herman and Oldenhuis, Hilbrand
- Subjects
Psychology (Miscellaneous) ,Measurement ,Employees ,Werknemers ,Gezondheid ,Meetinstrumenten ,Psychologie (Diversen) ,Education ,Healthy Ageing ,Digitalisation ,Health ,Digital Health ,Digitalisering ,Healthy Ageing At Work ,Digitale Gezondheid ,Organisaties En Hun Professionals - Abstract
Gastles Master Data-Science for Life Sciences
- Published
- 2019
25. Gezinsrelaties tijdens detentie: een verkenning van de Five Minute Speech Sample
- Author
-
Venema, Simon
- Subjects
Family-Approach ,Sociale Wetenschappen (Alles) ,Gezinsbenadering ,No Hanze Research Focus Area Applicable ,Penitentiaries ,Detentie ,Social Sciences(All) ,Meetinstrumenten ,Professional Practice &Amp; Society ,02G. No Research Line Applicable ,Kinderen - Abstract
Het onderhouden van gezinsrelaties tijdens detentie kan gunstige gevolgen hebben voor zowel gedetineerde als voor zijn of haar gezinsleden (Dyer, Pleck, & McBride, 2012; Poehlmann-Tynan & Arditti, 2018). Vanuit maatschappelijk en wetenschappelijk oogpunt is er steeds meer aandacht voor de rol van gezinsrelaties in detentie. Onderzoek naar gezinsrelaties is echter ingewikkeld, vanwege de complexe aard van deze relaties. Vragenlijsten en zelfrapportages zijn niet altijd voldoende in staat om de complexiteit van relaties volledig te vangen, en de “gouden standaard” van observationeel onderzoek naar interacties tussen familieleden zijn tijdsintensief in een detentiesetting moeilijk realiseerbaar. Een recente methodologische innovatie in het meten van gezinsrelaties is de Five Minute Speech Sample (FMSS). Hierbij wordt de respondent gevraagd om voor 5 minuten, met minimale onderbreking, te spreken over een gezinslid. De FMSS wordt opgenomen en gecodeerd. De FMSS lijkt een veelbelovend meetinstrument vanwege de samenhang met observationele metingen van ouder-kindinteracties (Weston, Hawes, & Pasalich, 2017) en met het welzijn en gedrag van kinderen (Bullock & Dishion, 2007; Psychogiou, Daley, Thompson, & Sonuga-Barke, 2007). De FMSS kan uitkomst bieden om licht te schijnen op gezinsrelaties tijdens detentie. Dit meetinstrument is echter nog niet eerder toegepast in een detentiesetting. In ons lopende onderzoek hebben wij de FMSS bij 20 gedetineerde vaders in de penitentiaire inrichting in Veenhuizen afgenomen. Tijdens deze presentatie wordt ingegaan op de eerste resultaten van deze gegevensverzameling, en worden nieuwe vraagstukken rondom het meten van familierelaties binnen en buiten detentie verkend.
- Published
- 2019
26. Construct validity and inter-rater reliability of the Dutch activity measure for post-acute care '6-clicks' basic mobility form to assess the mobility of hospitalized patients
- Author
-
Cindy Veenhof, Karin Valkenet, Sven J. G. Geelen, Graduate School, AMS - Ageing & Morbidty, AMS - Restoration & Development, and Rehabilitation medicine
- Subjects
Male ,030506 rehabilitation ,validity ,Hospitalized patients ,medicine.medical_treatment ,measuring tool ,Disability Evaluation ,0302 clinical medicine ,Activities of Daily Living ,Medicine ,Reliability (statistics) ,Netherlands ,Aged, 80 and over ,Rehabilitation ,meetinstrumenten ,tool ,opname ,Middle Aged ,mobility ,Hospitalization ,Female ,0305 other medical science ,Subacute Care ,measuring ,Adult ,medicine.medical_specialty ,Adolescent ,behavioral disciplines and activities ,Post acute care ,03 medical and health sciences ,Young Adult ,ziekenhuizen ,Humans ,Mobility Limitation ,mobiliteit ,physiotherapy ,Aged ,Measure (data warehouse) ,reliability ,business.industry ,Fysiotherapie ,Construct validity ,Reproducibility of Results ,Length of Stay ,Inter-rater reliability ,Cross-Sectional Studies ,Physical therapy ,business ,bewegen ,030217 neurology & neurosurgery - Abstract
To evaluate the construct validity and the inter-rater reliability of the Dutch Activity Measure for Post-Acute Care “6-clicks” Basic Mobility short form measuring the patient’s mobility in Dutch hospital care. First, the “6-clicks” was translated by using a forward-backward translation protocol. Next, 64 patients were assessed by the physiotherapist to determine the validity while being admitted to the Internal Medicine wards of a university medical center. Six hypotheses were tested regarding the construct “mobility” which showed that: Better “6-clicks” scores were related to less restrictive pre-admission living situations (p = 0.011), less restrictive discharge locations (p = 0.001), more independence in activities of daily living (p = 0.001) and less physiotherapy visits (p r= −0.408, p = 0.001), but not between the “6-clicks” and age (r= −0.180, p = 0.528). To determine the inter-rater reliability, an additional 50 patients were assessed by pairs of physiotherapists who independently scored the patients. Intraclass Correlation Coefficients of 0.920 (95%CI: 0.828–0.964) were found. The Kappa Coefficients for the individual items ranged from 0.649 (walking stairs) to 0.841 (sit-to-stand). The Dutch “6-clicks” shows a good construct validity and moderate-to-excellent inter-rater reliability when used to assess the mobility of hospitalized patients.Implications for RehabilitationEven though various measurement tools have been developed, it appears the majority of physiotherapists working in a hospital currently do not use these tools as a standard part of their care.The Activity Measure for Post-Acute Care “6-clicks” Basic Mobility is the only tool which is designed to be short, easy to use within usual care and has been validated in the entire hospital population.This study shows that the Dutch version of the Activity Measure for Post-Acute Care “6-clicks” Basic Mobility form is a valid, easy to use, quick tool to assess the basic mobility of Dutch hospitalized patients. Even though various measurement tools have been developed, it appears the majority of physiotherapists working in a hospital currently do not use these tools as a standard part of their care. The Activity Measure for Post-Acute Care “6-clicks” Basic Mobility is the only tool which is designed to be short, easy to use within usual care and has been validated in the entire hospital population. This study shows that the Dutch version of the Activity Measure for Post-Acute Care “6-clicks” Basic Mobility form is a valid, easy to use, quick tool to assess the basic mobility of Dutch hospitalized patients.
- Published
- 2019
27. Indoor Comfort Index : validatie van het meetinstrument
- Author
-
Brink, Henk Willem
- Subjects
Measuring Methods ,Gezondheid &Amp; Welzijn ,Meetinstrumenten ,Indoor Climate ,Professional Practice undefined Society ,behavioral disciplines and activities ,humanities ,Binnenklimaat ,Human Factors And Ergonomics ,Ergonomie ,No Hanze Research Focus Area Applicable ,Kwantitatief Onderzoek ,Quantitative Research ,Health undefined Well-Being - Abstract
How to validate a questionaire that will be used in a quantitative research, relation with Cronbach Alpha and Kuder-Richardson
- Published
- 2018
28. Indoor Comfort Index : ontwikkeling dashboard
- Author
-
Brink, Henk Willem
- Subjects
Human Factors And Ergonomics ,Ergonomie ,No Hanze Research Focus Area Applicable ,Werkplekken ,ComputingMilieux_COMPUTERSANDEDUCATION ,Measuring Methods ,Gezondheid &Amp; Welzijn ,Meetinstrumenten ,Workplaces ,Indoor Climate ,Professional Practice undefined Society ,Binnenklimaat ,Health undefined Well-Being - Abstract
Presentation Optimal Classroom Experience for Research group
- Published
- 2018
29. How to measure and optimize the sustainability of complex (renewable) energy production pathways
- Subjects
anaerobic digestion ,transparency ,flow analysis ,energieproductie ,meetinstrumenten ,biogas ,measurements ,sustainability ,energy production pathways ,optimization modeling - Abstract
To avoid energy scarcity as well as climate change, a transition towards a sustainable society must be initiated. Within this context, governmental bodies and/or companies often note sustainability as an end goal, for instance as a green circular economy. However, if sustainability cannot be clearly defined as an end goal or measured uniformly and transparently, then the direction and progress towards this goal can only be roughly followed. A clear understanding of and a transparent, uniform measuring technique for sustainability are hence required for sustainable and circular (renewable) energy production pathways (REPPs), as society is asking for an integrated and understandable overview of the decision-making and planning process towards a future sustainable energy system. Therefore, within this dissertation, a new approach is proposed for measuring and optimizing the sustainability of REPPs; it is useful for the analysis, comparison, and optimization of REPP systems on all elements of sustainability. The new approach is applied and tested on a case based on farm-scale, anaerobic digestion (AD), biogas production pathways.
- Published
- 2018
30. Fitbit geeft inzicht in beweeggedrag: Gebruik van een activiteitenmotor in de poliklinische revalidatie
- Author
-
Limburg, Guido, Teule, Dyta, Veenhof, Cindy, Sloots, Maurits, and Visser‑Meily, Anne
- Subjects
meetinstrumenten ,activiteit ,revalidatie ,activiteitenmonitor - Abstract
Beschrijving van het gebruik van een activiteitenmonitor bij patiënten in de poliklinische revalidatiezorg, met als doel meer objectieve uitspraken te kunnen doen over het beweeggedrag van de patiënt.
- Published
- 2018
31. A meta-analysis: Acoustic measurement of roughness and breathiness
- Subjects
meetinstrumenten ,stem - Abstract
Purpose Over the last 5 decades, many acoustic measures have been created to measure roughness and breathiness. The aim of this study is to present a meta-analysis of correlation coefficients (r) between auditory-perceptual judgment of roughness and breathiness and various acoustic measures in both sustained vowels and continuous speech. Method Scientific literature reporting perceptual–acoustic correlations on roughness and breathiness were sought in 28 databases. Weighted average correlation coefficients (r w) were calculated when multiple r-values were available for a specific acoustic marker. An r w ≥ .60 was the threshold for an acoustic measure to be considered acceptable. Results From 103 studies of roughness and 107 studies of breathiness that were investigated, only 33 studies and 34 studies, respectively, met the inclusion criteria of the meta-analysis on sustained vowels. Eighty-six acoustic measures were identified for roughness and 85 acoustic measures for breathiness on sustained vowels, in which 43 and 39 measures, respectively, yielded multiple r-values. Finally, only 14 measures for roughness and 12 measures for breathiness produced r w ≥ .60. On continuous speech, 4 measures for roughness and 21 measures for breathiness were identified, yielding 3 and 6 measures, respectively, with multiple r-values in which only 1 and 2, respectively, had r w ≥ .60. Conclusion This meta-analysis showed that only a few acoustic parameters were determined as the best estimators for roughness and breathiness.
- Published
- 2018
32. A meta-analysis : acoustic measurement of roughness and breathiness
- Author
-
Marc De Bodt, Ellen Gerrits, Youri Maryn, and Ben Barsties v. Latoszek
- Subjects
Auditory perception ,Linguistics and Language ,Computer science ,Voice Quality ,Speech recognition ,Measure (physics) ,Surface finish ,Language and Linguistics ,Speech Acoustics ,030507 speech-language pathology & audiology ,03 medical and health sciences ,Speech and Hearing ,0302 clinical medicine ,Speech Production Measurement ,Humans ,stem ,030223 otorhinolaryngology ,Breathy voice ,meetinstrumenten ,Linguistics ,Meta-analysis ,Auditory Perception ,Human medicine ,0305 other medical science - Abstract
Purpose Over the last 5 decades, many acoustic measures have been created to measure roughness and breathiness. The aim of this study is to present a meta-analysis of correlation coefficients ( r ) between auditory-perceptual judgment of roughness and breathiness and various acoustic measures in both sustained vowels and continuous speech. Method Scientific literature reporting perceptual–acoustic correlations on roughness and breathiness were sought in 28 databases. Weighted average correlation coefficients ( r w ) were calculated when multiple r -values were available for a specific acoustic marker. An r w ≥ .60 was the threshold for an acoustic measure to be considered acceptable. Results From 103 studies of roughness and 107 studies of breathiness that were investigated, only 33 studies and 34 studies, respectively, met the inclusion criteria of the meta-analysis on sustained vowels. Eighty-six acoustic measures were identified for roughness and 85 acoustic measures for breathiness on sustained vowels, in which 43 and 39 measures, respectively, yielded multiple r -values. Finally, only 14 measures for roughness and 12 measures for breathiness produced r w ≥ .60. On continuous speech, 4 measures for roughness and 21 measures for breathiness were identified, yielding 3 and 6 measures, respectively, with multiple r -values in which only 1 and 2, respectively, had r w ≥ .60. Conclusion This meta-analysis showed that only a few acoustic parameters were determined as the best estimators for roughness and breathiness.
- Published
- 2018
33. Fitbit geeft inzicht in beweeggedrag
- Subjects
meetinstrumenten ,activiteit ,revalidatie ,activiteitenmonitor - Abstract
Beschrijving van het gebruik van een activiteitenmonitor bij patiënten in de poliklinische revalidatiezorg, met als doel meer objectieve uitspraken te kunnen doen over het beweeggedrag van de patiënt.
- Published
- 2018
34. Construct validity and inter-rater reliability of the Dutch activity measure for post-acute care '6- clicks' basic mobility form to assess the mobility of hospitalized patients
- Subjects
ziekenhuizen ,Fysiotherapie ,meetinstrumenten ,opname ,mobiliteit ,bewegen - Abstract
To evaluate the construct validity and the inter-rater reliability of the Dutch Activity Measure for Post- Acute Care “6-clicks” Basic Mobility short form measuring the patient’s mobility in Dutch hospital care. First, the “6-clicks” was translated by using a forward-backward translation protocol. Next, 64 patients were assessed by the physiotherapist to determine the validity while being admitted to the Internal Medicine wards of a university medical center. Six hypotheses were tested regarding the construct “mobility” which showed that: Better “6-clicks” scores were related to less restrictive pre-admission living situations (p¼0.011), less restrictive discharge locations (p¼0.001), more independence in activities of daily living (p¼0.001) and less physiotherapy visits (p
- Published
- 2018
35. Kick-off
- Author
-
Wiekens, Carina
- Subjects
Energy ,Energiebesparing ,Duurzaam Gedrag ,Hernieuwbare Energie, Duurzaamheid En Het Milieu ,Bewustwording ,Energy Interventions And Behaviour, Public Support And Communication ,Meetinstrumenten ,Renewable Energy, Sustainability And The Environment ,Professional Practice &Amp; Society ,Energy Sustainable Communities And Local Initiatives ,Duurzame Energie In De Samenleving En Lokale Initiatieven ,Sustainability ,Energie Interventies En Gedrag, Publieke Ondersteuning En Communicatie ,Energie ,Energy Use - Abstract
Bij Stichting Woonborg werd op 20 november de kick-off gehouden voor hun deelname aan Speur de Energieslurper.
- Published
- 2017
36. Measurement properties of maximal cardiopulmonary exercise test protocols in persons after stroke : A systematic review
- Author
-
Harriet Wittink, Caroline B. Terwee, G Kwakkel, Ingrid G. L. van de Port, Janke F. de Groot, and Olaf Verschuren
- Subjects
Adult ,030506 rehabilitation ,medicine.medical_specialty ,Physical Therapy ,VO ,Physical Therapy, Sports Therapy and Rehabilitation ,Sports Therapy and Rehabilitation ,CINAHL ,03 medical and health sciences ,0302 clinical medicine ,Physical medicine and rehabilitation ,medicine ,Criterion validity ,Content validity ,Humans ,Stroke ,Reliability (statistics) ,Protocol (science) ,Exercise Tolerance ,Maximal cardiopulmonary exercise test ,business.industry ,meetinstrumenten ,Rehabilitation ,Reproducibility of Results ,beroerte ,General Medicine ,medicine.disease ,Checklist ,Data extraction ,Exercise Test ,Physical therapy ,0305 other medical science ,business ,030217 neurology & neurosurgery ,Measurement properties ,Systematic Reviews as Topic - Abstract
Objective: To systematically review and critically appraise the literature on measurement properties of cardiopulmonary exercise test protocols for measuring aerobic capacity, VO2max, in persons after stroke. Data sources: PubMed, Embase and Cinahl were searched from inception up to 15 June 2016. A total of 9 studies were identified reporting on 9 different cardiopulmonary exercise test protocols. Study selection: VO2max measured with cardiopulmonary exercise test and open spirometry was the construct of interest. The target population was adult persons after stroke. We included all studies that evaluated reliability, measurement error, criterion validity, content validity, hypothesis testing and/or responsiveness of cardiopulmonary exercise test protocols. Data extraction: Two researchers independently screened the literature, assessed methodological quality using the COnsensus-based Standards for the selection of health Measurement INstruments checklist and extracted data on measurement properties of cardiopulmonary exercise test protocols. Data synthesis: Most studies reported on only one measurement property. Best-evidence synthesis was derived taking into account the methodological quality of the studies, the results and the consistency of the results. Conclusion: No judgement could be made on which protocol is "best" for measuring VO2max in persons after stroke due to lack of high-quality studies on the measurement properties of the cardiopulmonary exercise test.
- Published
- 2017
- Full Text
- View/download PDF
37. Startbijeenkomst Groningen
- Author
-
Wiekens, Carina, Theelen, Martijn, and van der Velde, Bouke
- Subjects
Energy ,Isolatie ,Hernieuwbare Energie, Duurzaamheid En Het Milieu ,Energy Interventions And Behaviour, Public Support And Communication ,Meetinstrumenten ,Renewable Energy, Sustainability And The Environment ,Professional Practice &Amp; Society ,Energy Sustainable Communities And Local Initiatives ,Duurzame Energie In De Samenleving En Lokale Initiatieven ,Sustainability ,Energie Interventies En Gedrag, Publieke Ondersteuning En Communicatie ,Bewustzijn ,Duurzame Samenleving ,Energieverbruik ,Energie ,Energy Use - Abstract
In samenwerking met M. Theelen en B. van der Velde van Gasunie is de Groningse startbijeenkomst gehouden voor Check je warmtelek. Centraal stond het verloop van het onderzoek/project en bijzondere meetvoorbeelden.
- Published
- 2017
38. Speur de Energieslurper Assen
- Author
-
Wiekens, Carina
- Subjects
Energy ,Hernieuwbare Energie, Duurzaamheid En Het Milieu ,Energy Interventions And Behaviour, Public Support And Communication ,Meetinstrumenten ,Renewable Energy, Sustainability And The Environment ,Professional Practice &Amp; Society ,Energy Sustainable Communities And Local Initiatives ,Duurzame Energie In De Samenleving En Lokale Initiatieven ,Sustainability ,Energie Interventies En Gedrag, Publieke Ondersteuning En Communicatie ,Bewustzijn ,Duurzaamheid ,Energieverbruik ,Energie ,Energy Use - Abstract
Ook in de gemeente Assen was er interesse om mee te doen aan Speur de Energieslurper. In September vond hier de kick-off plaats.
- Published
- 2017
39. Start of new test facility for heating equipment & appliance testing at EnTranCe
- Subjects
verwarming ,meetinstrumenten ,verwarmingssystemen ,heat - Abstract
Vandaag was het HEAT House, een faciliteit voor het meten en testen van verwarmingssystemen, overgedragen door GasTerra aan Henk Pijlman, voorzitter van het College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen.
- Published
- 2017
40. Validatie 360DSM
- Author
-
Geveke, Carla
- Subjects
Curious Minds ,Autism ,Zorgsector ,Dsm V ,Honours ,Meetinstrumenten ,Talentenkracht ,Autisme ,Professional Practice &Amp; Society ,Excellentie ,Onderwijs ,Validatie ,Education - Published
- 2017
41. Betrouwbaarheid van PM10-metingen in Nederland: een samenvattend overzicht
- Subjects
luchtkwaliteit ,pm10 ,laboratory experiments ,meetgegevens ,meetinstrumenten ,measurement equipment ,air quality ,comparison ,vergelijkend onderzoek ,laboratoriumonderzoek ,dust ,measurements ,fijn stof ,aerosolen ,aerosols - Abstract
Na een jaar van laboratoriumexperimenten en veldmetingen is veel duidelijk geworden over de kwaliteit van de fijnstofmetingen in Nederland. De oorzaak van de tot nu toe gebruikte correctiefactor van 1,33 lijkt te verklaren. Door verdamping van een deel van het aerosol, veroorzaakt door de inlaatverwarming en monstername op een relatief warm filter, ontstaan er verschillen ten opzichte van de referentiemethode.Het is mogelijk om tot een betere vergelijking te komen door te compenseren voor het verlies van ammoniumnitraat aerosol en organisch aerosol. Er blijft echter een locatie afhankelijkheid, doordat de stofdeeltjes altijd in evenwicht zijn met in buitenlucht aanwezige relevante gassen en vocht.De factor 1,33 is een gulden middenweg. Voor agrarische gebieden met ammonium en weinig organisch koolstof is de factor te hoog. Voor stedelijke omgevingen met veel verkeer is de factor te laag. Dit verklaart voor een deel de verschillen die gevonden worden tussen de metingen en de modellen.
- Published
- 2017
42. Vergelijkende PM10-metingen in Nederland. deel C: stedelijke omgeving
- Subjects
luchtkwaliteit ,pm10 ,meetgegevens ,meetinstrumenten ,urban areas ,measurement equipment ,air quality ,comparison ,vergelijkend onderzoek ,dust ,measurements ,fijn stof ,stedelijke omgeving ,aerosolen ,aerosols - Abstract
De fijne stofdeeltjes PM10 (met afmetingen kleiner dan 10 um) worden momenteel op 19 locaties in Nederland met behulp van beta-stofmonitoren gemeten. Uit een vergelijkend onderzoek tussen de beta-stofmonitor en referentiemethode voor PM10 in 1990 blijkt dat de beta-stofmonitor een onderschatting geeft van ongeveer 25%. Daarom worden sindsdien alle gemeten PM10-concentraties vermenigvuldigd met een correctiefactor van 1,33. Dit onderzoek is een vervolg op eerdere studies naar de oorzaak van een correctie factor op de gemeten PM10-concentratie in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. Na een eerdere studie in een omgeving waar veel ammoniuma6rosol verwacht was, is er nu onderzoek verricht in een stedelijke omgeving met veel verkeersemissies. De beta-stofmonitor zoals die gebruikt wordt in het LML is vergeleken met een PM10-referentiemethode (Klein Filter Gerit KFG). De vergelijking van de beta-stofmonitor met deze referentie valt in stedelijk gebied anders uit dan in agrarisch gebied. Voor de TEOM die ter vergelijking meegenomen is, is het verschil niet duidelijk. De oorsprong van de correctiefactor (b)lijkt in causaal verband te staan met de samenstelling van het aerosol.
- Published
- 2017
43. Vergelijkende PM10-metingen in Nederland. deel A: laboratoriumexperimenten
- Subjects
luchtkwaliteit ,pm10 ,laboratory experiments ,meetgegevens ,meetinstrumenten ,measurement equipment ,air quality ,comparison ,vergelijkend onderzoek ,laboratoriumonderzoek ,dust ,measurements ,fijn stof ,aerosolen ,aerosols - Abstract
In diverse veldonderzoeken zijn de automatische FAG 62I-N beta-stofmonitoren voor PM10 in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit LML vergeleken met de referentiemethode voor PM10 volgens de Europese standaard EN12341. Er werd een onderschatting geconstateerd door de beta-stofmeetmethode van circa 25 %. Sindsdien zijn alle meetwaarden vermenigvuldigd met een factor 1,33. Dit onderzoek beoogt, middels laboratoriumonderzoek, antwoord te geven op de vraag waardoor deze onderschatting wordt veroorzaakt. De aandacht is hierbij gericht op de invloed van vocht op de respons van de monitor, en op de invloed van de inlaatverwarming van de monitor op vluchtig aerosol, met name ammoniumnitraat en het minder vluchtige ammoniumsulfaat. Door vocht zal de stofbelading van de beta-stofmonitoren slechts gering toenemen. Zeer hoge vochtigheden kunnen leiden tot een overschatting van ongeveer 3-4 ug/m3 ten opzichte van de referentieapparatuur. Vocht kan dus bepaald geen verklaring vormen voor voornoemde onderschatting van 25%. De inlaatverwarming van de beta-stofmonitoren is duidelijk in staat ammoniumnitraat te verdampen. Bij de maximale instelling van 80 graden Celcius zal ammoniumnitraat zelfs volledig verdampt worden, en dus ook niet meegemeten worden. Bij de standaardinstelling (50 graden Celcius) zal de beta-stofmonitor het ammoniumnitraat slechts gedeeltelijk verdampen. Dientengevolge wordt het ammoniumnitraat slechts gedeeltelijk meegemeten, met als gevolg onderschatting van de werkelijke PM10-concentraties. Bij de (ook veelgebruikte) TEOM (Tapered Element Oscillating Microbalance) meetmethode blijkt ammoniumnitraat in onze laboratoriumexperimenten wel volledig te verdampen. De effectiviteit van de verwarming van de monitoren is duidelijk verschillend en de monitoren (beta-stof vs. TEOM) zijn hierdoor niet vergelijkbaar als er vluchtig aerosol aanwezig is. De inlaatverwarming heeft geen invloed op het minder vluchtige ammoniumsulfaat. De meetmethoden zijn hier dan ook wel vergelijkbaar.
- Published
- 2017
44. Bodemluchtonderzoek met de Gassonde
- Subjects
soil pollution ,bodemverontreiniging ,measuring equipment ,gas probe ,meetinstrumenten ,emission ,bodemlucht ,soil air ,emissies ,gassonde - Abstract
De methode van bodemluchtbemonstering en -analyse is gebruikt om na te gaan of een vastgestelde verhoogde concentratie tetrachlooretheen in de buitenlucht veroorzaakt wordt door uitdamping van deze verbinding uit de bodem van een boorslibdepot en/of een voormalige huisvuilstortplaats. Een bodemsonde wordt in de grond gebracht, waarna via een capillaire buis lucht uit de bodem wordt aangezogen. Deze lucht is met een draagbare gaschromatograaf met fotoionisatiedetector geanalyseerd op tetrachlooretheen. Gezien de lage concentraties tetrachlooretheen die in de bodemlucht zijn gemeten, is het onwaarschijnlijk dat de concentratieverhoging van deze component in de buitenlucht wordt veroorzaakt door uitdamping ervan uit de bodem.
- Published
- 2017
45. Vergelijkende PM10-metingen in Nederland. deel B: landelijke omgeving
- Subjects
luchtkwaliteit ,pm10 ,meetgegevens ,rural areas ,meetinstrumenten ,stof ,measurement equipment ,air quality ,comparison ,vergelijkend onderzoek ,landelijke gebieden ,measurements ,fijn stof ,aerosolen ,aerosols - Abstract
De fijne stofdeeltjes PM10 (met afmetingen kleiner dan 10 um) worden momenteel op 19 locaties in Nederland met behulp van beta-stofmonitoren gemeten. Uit een vergelijkend onderzoek tussen de beta-stofmonitor en referentiemethode voor PM10 in 1990 blijkt dat de beta-stofmonitor een onderschatting geeft van ongeveer 25%. Daarom worden sindsdien alle gemeten PM10-concentraties vermenigvuldigd met een correctiefactor van 1,33. In dit onderzoek is nagegaan of er nog steeds sprake is van deze onderschatting, en hoe een eventuele onderschatting kan worden verklaard. Daartoe heeft in de periode februari t/m mei 1999 te Biest-Houtakker een vergelijkend onderzoek plaats gevonden van beta-stofmonitor t.o.v. de PM10-referentiemethode (Klein Filter Gerat KFG). Aanvullend is nagegaan of bij de TEOM meetmethodiek de PM10-concentratie onderschat door verwarming (van inlaat en meetkamer) tot 50 graaden Celcius, waardoor (met name semi-vluchtige ammonium) componenten kunnen vervluchtigen. De referentiemethode en de LML beta-stofmonitor komen redelijk goed met elkaar overeen, althans gedurende deze specifieke veldexercitie. Op basis van deze dataset lijkt een vermenigvuldigingsfactor van 1,15 passender. Het veranderen van de instellingen van de monitor, zoals bijvoorbeeld de inlaattemperatuur en het aantal filterwissels heeft geen verklaring voor de factor opgeleverd. De TEOM onderschat de fijnstofconcentratie, doordat er deeltjes vervluchtigen. De verwarming tot 50 graden Celcius is bij de TEOM zodanig dat de 50 graden Celcius daadwerkelijk wordt bereikt, dit in tegenstelling tot de verwarming bij de beta-stofmonitor. Aanvullend onderzoek bij een andere locatie en bij hogere fijnstofconcentraties is van belang om na te gaan of er sprake is van een mogelijke locatie en seizoensgebonden invloed bij het vaststellen van een correctiefactor. Het vaststellen van de reproduceerbaarheid van de dataset is hierbij van enig belang. Het is dan ook aan te bevelen de referentiemethode in meervoud (duplo) in te zetten, teneinde de nauwkeurigheid van de meetgegevens in belangrijke mate te verbeteren.
- Published
- 2017
46. PM10: Validatie en equivalentie 2006
- Subjects
pm10 ,kalibratie ,meetinstrumenten ,monitoring networks ,equivalence ,calibration ,measurement equipment ,validatie ,monitoring ,referentiemethode ,meetnetten ,measuring methods ,reference method ,LUCHT ,meetmethoden ,equivalentie ,aerosolen ,aerosols - Abstract
In het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) wordt op diverse locaties in Nederland fijnstof (PM10) concentraties gemeten. Om de kwaliteit van deze metingen te waarborgen zijn in 2006 een tweetal grote activiteiten ondernomen. Als eerste zijn de procedures, meetconfiguraties en instellingen in het meetnet grondig doorgelicht. De bevindingen van de doorlichting van het meetnet hebben geleid tot een hervalidatie. Het effect van deze hervalidatie op de metingen is gering, maar heeft wel geleid tot een vermindering van de meetonzekerheid. De tweede activiteit is het uitgevoerde equivalentieonderzoek. In dit onderzoek is de gelijkwaardigheid tussen de automatische PM10-metingen in het LML en de door de EU voorgeschreven referentiemethode aangetoond. Aan de hand van dit onderzoek is voor de PM10-metingen een nieuwe en nauwkeurigere kalibratie bepaald zodat niet langer de interim kalibratiefactor van de EU toegepast hoeft te worden. Het aantonen van de equivalentie tussen de automatische meetmethode en de referentiemeetmethode is volledig gebaseerd op de aanbevelingen die de Clean Air For Europe (CAFE) steering group begin 2006 heeft vastgesteld zodat Nederland geheel conform de Europese voorschriften werkt. In het equivalentieonderzoek zijn kalibratiefuncties voor verschillende apparaattypen voor regionale en stedelijke locaties bepaald. De consequentie voor de jaargemiddelden van regionale stations na 2003, die gebruikt zijn voor de Generieke Concentraties voor Nederland (GCN-kaarten) in 2006, is een daling van minder dan 1 mug/m3. Met de hervalidatie van meetdata en de resultaten van het equivalentieonderzoek zijn onzekerheden in de PM10-metingen verkleind en voldoen de metingen aan de gestelde kwaliteitseisen.
- Published
- 2017
47. Overzicht van onderzoek naar correctiefactoren voor automatische PM10 metingen in Nederland
- Subjects
particulate matter ,luchtkwaliteit ,meetinstrumenten ,monitoring networks ,metingen ,landelijk meetnet ,air quality ,measurement equipment ,correction factor ,meetnetten ,measuring methods ,national measuring network ,LUCHT ,meetmethoden ,fijn stof ,correctiefactor ,aerosolen ,aerosols - Abstract
PM10 metingen zijn niet eenvoudig. De automatische meetapparatuur die wordt toegepast om de concentratie PM10 in de buitenlucht te bepalen, geeft een onderschatting ten opzichte van de gravimetrische referentiemethode volgens NEN EN 12341. Dit heeft te maken met de aanwezigheid van vluchtige componenten in fijn stof. Dit rapport bevat een overzicht van de onderzoeken naar de correctiefactoren voor automatische PM10 metingen door DCMR, GGD Amsterdam, Provincie Noord-Brabant, Provincie Limburg en het RIVM in de afgelopen jaren.Om de kwaliteit, en vergelijkbaarheid, van de verschillende factoren te verbeteren is het van belang de verschillende onderzoeken die op dit gebied binnen Nederland worden uitgevoerd verder te harmoniseren.
- Published
- 2017
48. Suitability of kinect for measuring whole body movement patterns during exergaming
- Author
-
J. Stegenga, Klaas Postema, Gijsbertus Jacob Verkerke, H.J. Wörtche, Claudine J. C. Lamoth, Mike van Diest, Faculty of Engineering Technology, Sensors and Smart Systems, Extremities Pain and Disability (EXPAND), and SMART Movements (SMART)
- Subjects
Male ,Engineering ,Gait (human) ,MICROSOFT KINECT ,PROGRAMS ,Orthopedics and Sports Medicine ,Computer vision ,Fall prevention ,Principal Component Analysis ,COORDINATION ,FALL RISK ,Balance quantification ,Movement (music) ,Exergame ,Rehabilitation ,meetinstrumenten ,Torso ,Variance (accounting) ,Middle Aged ,Explained variation ,IR-96658 ,BALANCE ,Principal component analysis ,Female ,Algorithms ,Adult ,Movement ,Posture ,Biomedical Engineering ,Biophysics ,Young Adult ,measuring methods ,Humans ,OLDER-PEOPLE ,VALIDITY ,Video game ,Balance (ability) ,STABILITY ,Foot ,business.industry ,METIS-308642 ,Hand ,PREVENTION ,Trunk ,Video Games ,physiology ,Artificial intelligence ,business ,GAIT ,fysiologie - Abstract
Exergames provide a challenging opportunity for home-based training and evaluation of postural control in the elderly population, but affordable sensor technology and algorithms for assessment of whole body movement patterns in the home environment are yet to be developed. The aim of the present study was to evaluate the use of Kinect, a commonly available video game sensor, for capturing and analyzing whole body movement patterns. Healthy adults (n=20) played a weight shifting exergame under five different conditions with varying amplitudes and speed of sway movement, while 3D positions of ten body segments were recorded in the frontal plane using Kinect and a Vicon 3D camera system. Principal Component Analysis (PCA) was used to extract and compare movement patterns and the variance in individual body segment positions explained by these patterns. Using the identified patterns, balance outcome measures based on spatiotemporal sway characteristics were computed. The results showed that both Vicon and Kinect capture >90% variance of all body segment movements within three PCs. Kinect-derived movement patterns were found to explain variance in trunk movements accurately, yet explained variance in hand and foot segments was underestimated and overestimated respectively by as much as 30%. Differences between both systems with respect to balance outcome measures range 0.3-64.3%. The results imply that Kinect provides the unique possibility of quantifying balance ability while performing complex tasks in an exergame environment.
- Published
- 2014
- Full Text
- View/download PDF
49. Measurement properties of maximal cardiopulmonary exercise tests protocols in persons after stroke: A systematic review
- Subjects
meetinstrumenten ,beroerte ,maximal cardiopulmonary exercise test - Abstract
Objective: To systematically review and critically appraise the literature on measurement properties of cardiopulmonary exercise test protocols for measuring aerobic capacity, VO2max, in persons after stroke. Data sources: PubMed, Embase and Cinahl were searched from inception up to 15 June 2016. A total of 9 studies were identified reporting on 9 different cardiopulmonary exercise test protocols. Study selection: VO2max measured with cardiopulmonary exercise test and open spirometry was the construct of interest. The target population was adult persons after stroke. We included all studies that evaluated reliability, measurement error, criterion validity, content validity, hypothesis testing and/ or responsiveness of cardiopulmonary exercise test protocols. Data extraction: Two researchers independently screened the literature, assessed methodological quality using the COnsensus-based Standards for the selection of health Measurement INstruments checklist and extracted data on measurement properties of cardiopulmonary exercise test protocols. Data synthesis: Most studies reported on only one measurement property. Best-evidence synthesis was derived taking into account the methodological quality of the studies, the results and the consistency of the results. Conclusion: No judgement could be made on which protocol is “best” for measuring VO2max in persons after stroke due to lack of high-quality studies on the measurement properties of the cardiopulmonary exercise test.
- Published
- 2017
50. Development of a wheelchair mobility skills test for children and adolescents: combining evidence with clinical expertise
- Author
-
Sol, Marleen, Verschuren, Olaf, Groot,de, Laura, and Groot,de, Janke
- Subjects
meetinstrumenten ,mobiliteit ,rolstoelen - Abstract
Wheelchair mobility skills (WMS) training is regarded by children using a manual wheelchair and their parents as an important factor to improve participation and daily physical activity. Currently, there is no outcome measure available for the evaluation of WMS in children. Several wheelchair mobility outcome measures have been developed for adults, but none of these have been validated in children. Therefore the objective of this study is to develop a WMS outcome measure for children using the current knowledge from literature in combination with the clinical expertise of health care professionals, children and their parents. Methods Mixed methods approach. Phase 1: Item identification of WMS items through a systematic review using the ‘COnsensus-based Standards for the selection of health Measurement Instruments’ (COSMIN) recommendations. Phase 2: Item selection and validation of relevant WMS items for children, using a focus group and interviews with children using a manual wheelchair, their parents and health care professionals. Phase 3: Feasibility of the newly developed Utrecht Pediatric Wheelchair Mobility Skills Test (UP-WMST) through pilot testing. Results Phase 1: Data analysis and synthesis of nine WMS related outcome measures showed there is no widely used outcome measure with levels of evidence across all measurement properties. However, four outcome measures showed some levels of evidence on reliability and validity for adults. Twenty-two WMS items with the best clinimetric properties were selected for further analysis in phase 2. Phase 2: Fifteen items were deemed as relevant for children, one item needed adaptation and six items were considered not relevant for assessing WMS in children. Phase 3: Two health care professionals administered the UP-WMST in eight children. The instructions of the UP-WMST were clear, but the scoring method of the height difference items needed adaptation. The outdoor items for rolling over soft surface and the side slope item were excluded in the final version of the UP-WMST due to logistic reasons. Conclusions The newly developed 15 item UP-WMST is a validated outcome measure which is easy to administer in children using a manual wheelchair. More research regarding reliability, construct validity and responsiveness is warranted before the UP-WMST can be used in practice.
- Published
- 2017
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.