109 results on '"Kuijper B"'
Search Results
2. Systeemanalyse waterveiligheid : Deelrapport Rijn-Maasmonding en Rivierengebied : Kennisprogramma Zeespiegelstijging – Spoor II - Systeemverkenningen
- Author
-
Zethof, M., Stijnen, J., Kuijper, B., Knops, D., Berg, B. van den, Zethof, M., Stijnen, J., Kuijper, B., Knops, D., and Berg, B. van den
- Abstract
Binnen het Kennisprogramma Zeespiegelstijging (KP ZSS) wordt kennis ontwikkeld om op een beter onderbouwde manier om te kunnen gaan met een onzekere zeespiegelstijging in de toekomst. Het Kennisprogramma loopt van 2019 tot 2025 en dient de kennisleemten ten aanzien van de gevolgen van extreme zeespiegelstijging op het huidige waterbeleid te verkleinen. De inzichten uit het Kennisprogramma worden onder andere gebruikt voor de 6-jaarlijkse herijking van het Deltaprogramma in 2026 (DP 2027). Binnen het programma wordt kennis via vijf sporen ontwikkeld. In spoor II (Systeemverkenningen) worden langs drie thema’s verkenningen gedaan naar de houdbaarheid en oprekbaarheid van de huidige voorkeursstrategieën van het Deltaprogramma, te weten waterveiligheid, de zandige kust en zoetwater. Eén van de onderzoeken van spoor II is het uitvoeren van een Systeemanalyse Waterveiligheid. Met deze Systeemanalyse Waterveiligheid willen Rijkswaterstaat en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat meer inzicht krijgen in de eerste orde effecten van verschillende mate van zeespiegelstijging tot 5 m op het hoofdwatersysteem en de primaire waterkeringen in Nederland. Het KP ZSS gebruikt de resultaten van deze studie om samen met de regio’s van het Deltaprogramma de impact van zeespiegelstijging op verschillende functies in beeld te brengen en daarmee de houdbaarheid van een voorkeurstrategie te duiden. Daarnaast worden eventuele oprekmogelijkheden verkend die mogelijk de impact van zeespiegelstijging op het hoofdwatersysteem, of de functies, kunnen verkleinen. Deze rapportage gaat specifiek over het de Rijn-Maasmonding en een deel van het rivierengebied.
- Published
- 2023
3. Systeemanalyse Waterveiligheid : Deelrapport Zuidwestelijke delta : Kennisprogramma Zeespiegelstijging – Spoor II - Systeemverkenningen
- Author
-
Zethof, M., Jansen, M., Engelen, T. van, Knops, D., Stijnen, J., Berg, B. van den, Kuijper, B., Oerlemans, C., Zethof, M., Jansen, M., Engelen, T. van, Knops, D., Stijnen, J., Berg, B. van den, Kuijper, B., and Oerlemans, C.
- Abstract
Binnen het Kennisprogramma Zeespiegelstijging (KP ZSS) wordt kennis ontwikkeld om op een beter onderbouwde om te kunnen gaan met een onzekere zeespiegelstijging in de toekomst. Het Kennisprogramma loopt van 2019 tot 2025 en dient de kennisleemten ten aanzien van de gevolgen van extreme zeespiegelstijging op het huidige waterbeleid te verkleinen. De inzichten uit het Kennisprogramma worden onder andere gebruikt voor de 6-jaarlijkse herijking van het Deltaprogramma in 2026 (DP 2027). Binnen het programma wordt kennis via vijf sporen ontwikkeld. In spoor II (Systeemverkenningen) worden langs drie thema’s verkenningen gedaan naar de houdbaarheid en oprekbaarheid van de huidige voorkeursstrategieën van het Deltaprogramma, te weten waterveiligheid, de zandige kust en zoetwater. Eén van de onderzoeken van spoor II is het uitvoeren van een Systeemanalyse Waterveiligheid. Met deze Systeemanalyse Waterveiligheid willen Rijkswaterstaat en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat meer inzicht krijgen in de eerste orde effecten van verschillende mate van zeespiegelstijging tot 5 m op het hoofdwatersysteem en de primaire waterkeringen in Nederland. Het KP ZSS gebruikt de resultaten van deze studie om samen met de regio’s van het Deltaprogramma de impact van zeespiegelstijging op verschillende functies in beeld te brengen en daarmee de houdbaarheid van een voorkeurstrategie te duiden. Daarnaast worden eventuele oprekmogelijkheden verkend die mogelijk de impact van zeespiegelstijging op het hoofdwatersysteem, of de functies, kunnen verkleinen. Deze rapportage gaat specifiek over het deelgebied Zuidwestelijke Delta.
- Published
- 2023
4. Interobserver agreement on MRI evaluation of patients with cervical radiculopathy
- Author
-
Kuijper, B., Beelen, A., van der Kallen, B.F., Nollet, F., Lycklama a Nijeholt, G.J., de Visser, M., and Tans, J. Th.J.
- Published
- 2011
- Full Text
- View/download PDF
5. Parental effects and the evolution of phenotypic memory
- Author
-
Kuijper, B. and Johnstone, R. A.
- Published
- 2016
- Full Text
- View/download PDF
6. Can paternal leakage maintain sexually antagonistic polymorphism in the cytoplasm?
- Author
-
KUIJPER, B., LANE, N., and POMIANKOWSKI, A.
- Published
- 2015
- Full Text
- View/download PDF
7. How should parents adjust the size of their young in response to local environmental cues?
- Author
-
Kuijper, B. and Johnstone, R. A.
- Published
- 2013
- Full Text
- View/download PDF
8. The impact of risk aversion on optimal economic decisions
- Author
-
Kuijper, B, primary and Kallen, M, additional
- Published
- 2009
- Full Text
- View/download PDF
9. Technology-Enabled Tax Compliance
- Author
-
Kuijper, B., primary, Cameron, T., additional, and Szatmari, Z., additional
- Published
- 2020
- Full Text
- View/download PDF
10. The evolution of haplodiploidy by male-killing endosymbionts: importance of population structure and endosymbiont mutualisms
- Author
-
Kuijper, B. and Pen, I.
- Published
- 2010
- Full Text
- View/download PDF
11. Degenerative cervical radiculopathy: diagnosis and conservative treatment. A review
- Author
-
Kuijper, B., Tans, J. Th. J., Schimsheimer, R. J., van der Kallen, B. F. W., Beelen, A., Nollet, F., and de Visser, M.
- Published
- 2009
12. The cost of mating rises nonlinearly with copulation frequency in a laboratory population of Drosophila melanogaster
- Author
-
KUIJPER, B., STEWART, A. D., and RICE, W. R.
- Published
- 2006
13. Probabilistisch model voor het bepalen van meerpeilstatistiek Volkerak-Zoommeer
- Author
-
Geerse, C., Kuijper, B., Haaren, D. van, Berger, H., Kors, A., Twuiver, H. van, Geerse, C., Kuijper, B., Haaren, D. van, Berger, H., Kors, A., and Twuiver, H. van
- Abstract
Rijkswaterstaat heeft door middel van peilbesluiten en waterakkoorden afspraken gemaakt met andere partijen over peilhandhaving, hoogwaterafvoer, wateraanvoer en verziltingsbestrijding. De beschikbaarheid van kunstwerken als stuwen, spuisluizen en gemalen is belangrijk om deze afspraken na te komen. Echter, in de praktijk is 100% beschikbaarheid onmogelijk, storingen kunnen zich altijd voordoen. Deze storingen beïnvloeden weer de mate waarin gemaakte afspraken kunnen worden nagekomen. Er is dus een relatie tussen de intensiteit van beheer en onderhoud (en de bijbehorende kosten) en de mate van nakomen van de gemaakte afspraken. Rijkswaterstaat wil deze relatie transparant maken, om zo de kosten van het beheer en onderhoud af te stemmen op de gemaakte afspraken (prestatiemanagement). Om dit mogelijk te maken heeft Rijkswaterstaat aan HKV Lijn in Water gevraagd een model (proof-of-concept) te ontwikkelen voor het Volkerak-Zoommeer. Tijdens hoge aanvoeren op dit meer kan overtollig water worden gespuid via de Bathse spuisluis. Het model berekent de invloed van storingen van de spuisluis op de meerpeilstatistiek, waarbij het meerpeil in dit geval de ruimtelijk gemiddelde waterstand van het meer betreft: een maat voor de 'vulling van de bak'. Dit model, DEVO genaamd, wordt in dit artikel gepresenteerd. Omdat een aanpak via het gepresenteerde modelconcept veelbelovend blijkt, zullen we in de komende jaren ook voor de andere functies en watersystemen soortgelijke modellen ontwikkelen.
- Published
- 2019
14. Value of physical tests in diagnosing cervical radiculopathy: a systematic review
- Author
-
Thoomes, EJ, van Geest, S, van der Windt, DA, Falla, D, Verhagen, AP, Koes, BW, Thoomes-de Graaf, M, Kuijper, B, Scholten-Peeters, WGM, Vleggeert-Lankamp, CL, Thoomes, EJ, van Geest, S, van der Windt, DA, Falla, D, Verhagen, AP, Koes, BW, Thoomes-de Graaf, M, Kuijper, B, Scholten-Peeters, WGM, and Vleggeert-Lankamp, CL
- Abstract
© 2017 Elsevier Inc. Background Context In clinical practice, the diagnosis of cervical radiculopathy is based on information from the patient's history, physical examination, and diagnostic imaging. Various physical tests may be performed, but their diagnostic accuracy is unknown. Purpose This study aimed to summarize and update the evidence on diagnostic performance of tests carried out during a physical examination for the diagnosis of cervical radiculopathy. Study Design A review of the accuracy of diagnostic tests was carried out. Study Sample The study sample comprised diagnostic studies comparing results of tests performed during a physical examination in diagnosing cervical radiculopathy with a reference standard of imaging or surgical findings. Outcome Measures Sensitivity, specificity, likelihood ratios are presented, together with pooled results for sensitivity and specificity. Methods A literature search up to March 2016 was performed in CENTRAL, PubMed (MEDLINE), Embase, CINAHL, Web of Science, and Google Scholar. The methodological quality of studies was assessed using the QUADAS-2. Results Five diagnostic accuracy studies were identified. Only Spurling's test was evaluated in more than one study, showing high specificity ranging from 0.89 to 1.00 (95% confidence interval [CI]: 0.59–1.00); sensitivity varied from 0.38 to 0.97 (95% CI: 0.21–0.99). No studies were found that assessed the diagnostic accuracy of widely used neurological tests such as key muscle strength, tendon reflexes, and sensory impairments. Conclusions There is limited evidence for accuracy of physical examination tests for the diagnosis of cervical radiculopathy. When consistent with patient history, clinicians may use a combination of Spurling's, axial traction, and an Arm Squeeze test to increase the likelihood of a cervical radiculopathy, whereas a combined results of four negative neurodynamics tests and an Arm Squeeze test could be used to rule out the disorder.
- Published
- 2018
15. Afgeleide schade, is vergoeding wenselijk?
- Author
-
Kuijper, B. de, Kuijper, B. de, Kuijper, B. de, and Kuijper, B. de
- Published
- 2010
16. 'Duurzaamheid & positionering' : 'een onderzoek naar het effect van groene marketing op de attitude van een consument ten aanzien van duurzame energie en of attitude leidt tot aankoopintentie'
- Author
-
Kuijper, B., Kuijper, B., Kuijper, B., and Kuijper, B.
- Published
- 2010
17. Ten Simple Rules for a Successful Cross-Disciplinary Collaboration
- Author
-
Knapp, B, Bardenet, R, Bernabeu, MO, Bordas, R, Bruna, M, Calderhead, B, Cooper, J, Fletcher, AG, Groen, D, Kuijper, B, Lewis, J, McInerny, G, Minssen, T, Osborne, J, Paulitschke, V, Pitt-Francis, J, Todoric, J, Yates, CA, Gavaghan, D, Deane, CM, Knapp, B, Bardenet, R, Bernabeu, MO, Bordas, R, Bruna, M, Calderhead, B, Cooper, J, Fletcher, AG, Groen, D, Kuijper, B, Lewis, J, McInerny, G, Minssen, T, Osborne, J, Paulitschke, V, Pitt-Francis, J, Todoric, J, Yates, CA, Gavaghan, D, and Deane, CM
- Published
- 2015
18. Parental effects and the evolution of phenotypic memory
- Author
-
Kuijper, B., primary and Johnstone, R. A., additional
- Published
- 2015
- Full Text
- View/download PDF
19. CASINO: Surgical or Nonsurgical Treatment for cervical radiculopathy, a randomised controlled trial
- Author
-
Geest, S. de, Kuijper, B., Oterdoom, M., Hout, W. van den, Brand, R., Stijnen, T., Assendelft, P., Koes, B., Jacobs, W., Peul, W., Vleggeert-Lankamp, C., Geest, S. de, Kuijper, B., Oterdoom, M., Hout, W. van den, Brand, R., Stijnen, T., Assendelft, P., Koes, B., Jacobs, W., Peul, W., and Vleggeert-Lankamp, C.
- Abstract
Contains fulltext : 137225.pdf (publisher's version ) (Open Access), BACKGROUND: Cervical radicular syndrome (CRS) due to a herniated disc can be safely treated by surgical decompression of the spinal root. In the vast majority of cases this relieves pain in the arm and restores function. However, conservative treatment also has a high chance on relieving symptoms. The objective of the present study is to evaluate the (cost-) effectiveness of surgery versus prolonged conservative care during one year of follow-up, and to evaluate the timing of surgery. Predisposing factors in favour of one of the two treatments will be evaluated. METHODS/DESIGN: Patients with disabling radicular arm pain, suffering for at least 2 months, and an MRI-proven herniated cervical disc will be randomised to receive either surgery or prolonged conservative care with surgery if needed. The surgical intervention will be an anterior discectomy or a posterior foraminotomy that is carried out according to usual care. Surgery will take place within 2-4 weeks after randomisation. Conservative care starts immediately after randomisation. The primary outcome measure is the VAS for pain or tingling sensations in the arm one year after randomisation. In addition, timing of surgery will be studied by correlating the primary outcome to the duration of symptoms. Secondary outcome measures encompass quality of life, costs and perceived recovery. Predefined prognostic factors will be evaluated. The total follow-up period will cover two years. A sample size of 400 patients is needed. Statistical analysis will be performed using a linear mixed model which will be based on the 'intention to treat' principle. In addition, a new CRS questionnaire for patients will be developed, the Leiden Cervical Radicular Syndrome Functioning (LCRSF) scale. DISCUSSION: The outcome will contribute to better decision making for the treatment of cervical radicular syndrome. TRIAL REGISTRATION: NTR3504.
- Published
- 2014
20. CASINO: Surgical or nonsurgical treatment for cervical radiculopathy, a randomised controlled trial
- Author
-
Geest, S. (Sanita) van, Kuijper, B. (Barbara), Oterdoom, M. (Marinus), Hout, W.B. (Wilbert) van den, Brand, R. (René), Stijnen, Th. (Theo), Assendelft, P. (Pim), Koes, B.W. (Bart), Jacobs, W.C.H. (Wilco), Peul, W.C. (Wilco), Vleggeert-Lankamp, C.L.A.M. (Carmen), Geest, S. (Sanita) van, Kuijper, B. (Barbara), Oterdoom, M. (Marinus), Hout, W.B. (Wilbert) van den, Brand, R. (René), Stijnen, Th. (Theo), Assendelft, P. (Pim), Koes, B.W. (Bart), Jacobs, W.C.H. (Wilco), Peul, W.C. (Wilco), and Vleggeert-Lankamp, C.L.A.M. (Carmen)
- Abstract
Background: Cervical radicular syndrome (CRS) due to a herniated disc can be safely treated by surgical decompression of the spinal root. In the vast majority of cases this relieves pain in the arm and restores function. However, conservative treatment also has a high chance on relieving symptoms. The objective of the present study is to evaluate the (cost-) effectiveness of surgery versus prolonged conservative care during one year of follow-up, and to evaluate the timing of surgery. Predisposing factors in favour of one of the two treatments will be evaluated. Methods/design. Patients with disabling radicular arm pain, suffering for at least 2 months, and an MRI-proven herniated cervical disc will be randomised to receive either surgery or prolonged conservative care with surgery if needed. The surgical intervention will be an anterior discectomy or a posterior foraminotomy that is carried out according to usual care. Surgery will take place within 2-4 weeks after randomisation. Conservative care starts immediately after randomisation. The primary outcome measure is the VAS for pain or tingling sensations in the arm one year after randomisation. In addition, timing of surgery will be studied by correlating the primary outcome to the duration of symptoms. Secondary outcome measures encompass quality of life, costs and perceived recovery. Predefined prognostic factors will be evaluated. The total follow-up period will cover two years. A sample size of 400 patients is needed. Statistical analysis will be performed using a linear mixed model which will be based on the 'intention to treat' principle. In addition, a new CRS questionnaire for patients will be developed, the Leiden Cervical Radicular Syndrome Functioning (LCRSF) scale. Discussion. The outcome will contribute to better decision making for the treatment of cervical radicular syndrome. Trial registration. NTR3504.
- Published
- 2014
- Full Text
- View/download PDF
21. Het cervicaal-radiculair syndroom
- Author
-
Kuijper, B., primary
- Published
- 2014
- Full Text
- View/download PDF
22. Absence of complementary sex determination in the parasitoid wasp genus asobara (hymenoptera: braconidae)
- Author
-
Ma, W.J., Kuijper, B., de Boer, J.G., van de Zande, L., Beukeboom, L.W., Wertheim, B., Pannebakker, B.A., Ma, W.J., Kuijper, B., de Boer, J.G., van de Zande, L., Beukeboom, L.W., Wertheim, B., and Pannebakker, B.A.
- Abstract
An attractive way to improve our understanding of sex determination evolution is to study the underlying mechanisms in closely related species and in a phylogenetic perspective. Hymenopterans are well suited owing to the diverse sex determination mechanisms, including different types of Complementary Sex Determination (CSD) and maternal control sex determination. We investigated different types of CSD in four species within the braconid wasp genus Asobara that exhibit diverse life-history traits. Nine to thirteen generations of inbreeding were monitored for diploid male production, brood size, offspring sex ratio, and pupal mortality as indicators for CSD. In addition, simulation models were developed to compare these observations to predicted patterns for multilocus CSD with up to ten loci. The inbreeding regime did not result in diploid male production, decreased brood sizes, substantially increased offspring sex ratios nor in increased pupal mortality. The simulations further allowed us to reject CSD with up to ten loci, which is a strong refutation of the multilocus CSD model. We discuss how the absence of CSD can be reconciled with the variation in life-history traits among Asobara species, and the ramifications for the phylogenetic distribution of sex determination mechanisms in the Hymenoptera
- Published
- 2013
23. Sex determination meltdown upon biological control introduction of the parasitoid Cotesia rubecula?
- Author
-
de Boer, J.G., Kuijper, B., Heimpel, G.E., Beukeboom, L.W., de Boer, J.G., Kuijper, B., Heimpel, G.E., and Beukeboom, L.W.
- Abstract
Natural enemies may go through genetic bottlenecks during the process of biological control introductions. Such bottlenecks are expected to be particularly detrimental in parasitoid Hymenoptera that exhibit complementary sex determination (CSD). CSD is associated with a severe form of inbreeding depression because homozygosity at one or multiple sex loci leads to the production of diploid males that are typically unviable or sterile. We observed that diploid males occur at a relatively high rate (8–13% of diploid adults) in a field population of Cotesia rubecula in Minnesota, USA, where this parasitoid was introduced for biological control of the cabbage white Pieris rapae. However, our laboratory crosses suggest two-locus CSD in a native Dutch population of C. rubecula and moderately high diploid males survival (approximately 70%), a scenario expected to produce low proportions of diploid males. We also show that courtship behavior of diploid males is similar to that of haploid males, but females mated to diploid males produce only very few daughters that are triploid. We use our laboratory data to estimate sex allele diversity in the field population of C. rubecula and discuss the possibility of a sex determination meltdown from two-locus CSD to effective single-locus CSD during or after introduction.
- Published
- 2012
24. Uniforme methode voor normeren voorlandkeringen [waterhuishouding & waterbouw]
- Author
-
Kuijper, B., Kolen, B., Hofman, P.J., Kuijper, B., Kolen, B., and Hofman, P.J.
- Abstract
Een nieuwe methode voor het normeren van voorlandkeringen (keringen voor buitendijkse gebieden) gaat uit van de overstromingskans. Dit geeft meer inzicht in het werkelijke veiligheidsniveau. De richtlijn is toegepast bij een pilotstudie voor de polder Nieuwland in Zuid-Holland.
- Published
- 2012
25. Cervical collar or physiotherapy versus wait and see policy for recent onset cervical radiculopathy: randomised trial.
- Author
-
Kuijper, B. (Barbara), Tans, J.T., Beelen, A. (Anita), Nollet, F. (Frans), Visser, M. (Marianne) de, Kuijper, B. (Barbara), Tans, J.T., Beelen, A. (Anita), Nollet, F. (Frans), and Visser, M. (Marianne) de
- Abstract
OBJECTIVE: To evaluate the effectiveness of treatment with collar or physiotherapy compared with a wait and see policy in recent onset cervical radiculopathy. DESIGN: Randomised controlled trial. SETTING: Neurology outpatient clinics in three Dutch hospitals. PARTICIPANTS: 205 patients with symptoms and signs of cervical radiculopathy of less than one month's duration INTERVENTIONS: Treatment with a semi-hard collar and taking rest for three to six weeks; 12 twice weekly sessions of physiotherapy and home exercises for six weeks; or continuation of daily activities as much as possible without specific treatment (control group). MAIN OUTCOME MEASURES: Time course of changes in pain scores for arm and neck pain on a 100 mm visual analogue scale and in the neck disability index during the first six weeks. RESULTS: In the wait and see group, arm pain diminished by 3 mm/week on the visual analogue scale (beta=-3.1 mm, 95% confidence interval -4.0 to -2.2 mm) and by 19 mm in total over six weeks. Patients who were treated with cervical collar or physiotherapy achieved additional pain reduction (collar: beta=-1.9 mm, -3.3 to -0.5 mm; physiotherapy: beta=-1.9, -3.3 to -0.8), resulting in an extra pain reduction compared with the control group of 12 mm after six weeks. In the wait and see group, neck pain did not decrease significantly in the first six weeks (beta=-0.9 mm, -2.0 to 0.3). Treatment with the collar resulted in a weekly reduction on the visual analogue scale of 2.8 mm (-4.2 to -1.3), amounting to 17 mm in six weeks, whereas physiotherapy gave a weekly reduction of 2.4 mm (-3.9 to -0.8) resulting in a decrease of 14 mm after six weeks. Compared with a wait and see policy, the neck disability index showed a significant change with the use of the collar and rest (beta=-0.9 mm, -1.6 to -0.1) and a non-significant effect with physiotherapy and home exercises. CONCLUSION: A semi-hard cervical collar and rest for three to six weeks or physiotherapy accompanied by home
- Published
- 2009
- Full Text
- View/download PDF
26. Onderzoek ten behoeve van het herstel en beheer van Nederlandse laagveenwateren
- Author
-
Lamers, L.P.M., Geurts, J.J.M., Bontes, B.M., Sarneel, J., Pijnappel, H., Boonstra, H., Schouwenaars, J., Klinge, M., Verhoeven, J., Ibelings, B.W., Donk, E. van, Verberk, W.C.E.P., Kuijper, B., Esselink, J., Roelofs, J.G.M., Lamers, L.P.M., Geurts, J.J.M., Bontes, B.M., Sarneel, J., Pijnappel, H., Boonstra, H., Schouwenaars, J., Klinge, M., Verhoeven, J., Ibelings, B.W., Donk, E. van, Verberk, W.C.E.P., Kuijper, B., Esselink, J., and Roelofs, J.G.M.
- Abstract
Contains fulltext : 35601.pdf (publisher's version ) (Open Access)
- Published
- 2006
27. Onderzoek ten behoeve van het herstel en beheer van Nederlandse laagveenwateren; eindrapportage 2003-2006
- Author
-
Lamers, L., Geurts, J., Bontes, B., Sarneel, J., Pijnappel, H., Boonstra, H., Schouwenaars, J.M., Klinge, M., Verhoeven, J., Ibelings, B., van Donk, E., Verberk, W., Kuijper, B., Esselink, H., Roelofs, J., Lamers, L., Geurts, J., Bontes, B., Sarneel, J., Pijnappel, H., Boonstra, H., Schouwenaars, J.M., Klinge, M., Verhoeven, J., Ibelings, B., van Donk, E., Verberk, W., Kuijper, B., Esselink, H., and Roelofs, J.
- Abstract
Dit rapport presenteert de resultaten en conclusies van het onderzoek aan laagveenwateren binnen het kader van het Overlevingsplan Bos en Natuur in de eerste fase (obn, 2003-2006). In Hoofdstuk 3 wordt een overzicht gegeven van de onderzoekslocaties. Vervolgens worden in Hoofdstuk 4 de belangrijkste bevindingen van het correlatieve onderzoek naar de samenhang tusen biodiversiteit en milieukwaliteit gepresenteerd, met in Hoofdstuk 5 de rol van hydrologie in het laagveenlandschap. In de daaropvolgende hoofdstukken 6 tot en met 10 staan de onderzoeksvragen, methoden, resultaten en conclusies van de verschillende deelonderzoeken weergegeven met betrekking tot visstandsbeheer (Hoofdstuk 6), water- en veenkwaliteit (Hoofdstuk 7), verlanding en veenvorming (Hoofdstuk 8), voedselwebrelaties (Hoofdstuk 9) en fauna (Hoofdstuk 10). Ten slotte worden in Hoofdstuk 11 de belangrijkste conclusies van het onderzoek in de eerste fase samengebracht en bediscussieerd, in relatie tot de directe betekenis voor het laagveenbeheer. Dit zal uitgewerkt worden aan de hand van de nieuw gegenereerde kennis en bestaande literatuur over de betreffende milieuproblemen (‘ver’-thema’s), en de voor- en nadelen van beschikbare OBN-maatregelen. Als afsluiting wordt aan de hand van de resultaten in fase 1 aangegeven welke onderzoeksvragen geprioriteerd zijn voor de tweede fase
- Published
- 2006
28. Uncertainty in optimal decisions for dike maintenance
- Author
-
Kuijper, B., primary and Kallen, M.J., additional
- Published
- 2012
- Full Text
- View/download PDF
29. Root compression on MRI compared with clinical findings in patients with recent onset cervical radiculopathy
- Author
-
Kuijper, B., primary, Tans, J. T. J., additional, van der Kallen, B. F., additional, Nollet, F., additional, Lycklama a Nijeholt, G. J., additional, and de Visser, M., additional
- Published
- 2010
- Full Text
- View/download PDF
30. Cervical collar or physiotherapy versus wait and see policy for recent onset cervical radiculopathy: randomised trial
- Author
-
Kuijper, B., primary, Tans, J. T. J, additional, Beelen, A., additional, Nollet, F., additional, and Visser, M. d., additional
- Published
- 2009
- Full Text
- View/download PDF
31. The impact of counselling on HIV-infected women in Zimbabwe
- Author
-
KRABBENDAM, A. A., primary, KUIJPER, B., additional, WOLFFERS, I. N., additional, and DREW, R., additional
- Published
- 1998
- Full Text
- View/download PDF
32. A cervical collar or physiotherapy was better than a wait-and-see policy for early pain relief in cervical radiculopathy.
- Author
-
Underwood M and Kuijper B
- Published
- 2010
33. Why do mobile genetic elements transfer DNA of their hosts?
- Author
-
Vos M, Buckling A, Kuijper B, Eyre-Walker A, Bontemps C, Leblond P, and Dimitriu T
- Subjects
- Selection, Genetic genetics, DNA Transposable Elements genetics, Bacteria genetics, Gene Transfer, Horizontal genetics, Interspersed Repetitive Sequences genetics
- Abstract
The prokaryote world is replete with mobile genetic elements (MGEs) - self-replicating entities that can move within and between their hosts. Many MGEs not only transfer their own DNA to new hosts but also transfer host DNA located elsewhere on the chromosome in the process. This could potentially lead to indirect benefits to the host when the resulting increase in chromosomal variation results in more efficient natural selection. We review the diverse ways in which MGEs promote the transfer of host DNA and explore the benefits and costs to MGEs and hosts. In many cases, MGE-mediated transfer of host DNA might not be selected for because of a sex function, but evidence of MGE domestication suggests that there may be host benefits of MGE-mediated sex., Competing Interests: Declaration of interests The authors declare no competing interests., (Copyright © 2024 The Authors. Published by Elsevier Ltd.. All rights reserved.)
- Published
- 2024
- Full Text
- View/download PDF
34. Weber's Law.
- Author
-
Bullough K, Kuijper B, Caves EM, and Kelley LA
- Abstract
Bullough et al. introduce Weber's Law and proportional processing during perception., Competing Interests: Declaration of interests The authors declare no competing interests., (Copyright © 2023 Elsevier Inc. All rights reserved.)
- Published
- 2023
- Full Text
- View/download PDF
35. Nocturnal seizure detection: What are the needs and expectations of adults with epilepsy receiving secondary care?
- Author
-
van Leeuwen MMA, Droger MM, Thijs RD, and Kuijper B
- Abstract
Introduction: Seizure detection devices (SDDs) may lower the risk of sudden unexpected death in epilepsy (SUDEP) and provide reassurance to people with epilepsy and their relatives. We aimed to explore the perspectives of those receiving secondary care on nocturnal SDDs and epilepsy in general., Materials and Methods: We recruited adults with tonic or tonic-clonic seizures who had at least one nocturnal seizure in the preceding year. We used semi-structured interviews and questionnaires to explore their views on SDDs and their experiences of living with epilepsy. None of the participants had any previous experience with SDDs. We analyzed the data using qualitative content analysis., Results: Eleven participants were included with a nocturnal seizure frequency ranging from once every few weeks to less than once a year. Some participants experienced little burden of disease, whereas others were extremely impaired. Opinions on the perceived benefit of seizure detection varied widely and did not always match the clinical profile. Some participants with high SUDEP risk displayed no interest at all, whereas others with a low risk for unattended seizures displayed a strong interest. Reasons for wanting to use SDDs included providing reassurance, SUDEP prevention, and improving night rest. Reasons for not wanting to use SDDs included not being able to afford it, having to deal with false alarms, not having anyone to act upon the alarms, having a relative that will notice any seizures, not feeling like the epilepsy is severe enough to warrant SDD usage or not trusting the device., Conclusions: The interest in nocturnal seizure detection varies among participants with low seizure frequencies and does not always match the added value one would expect based on the clinical profile. Further developments should account for the heterogeneity in user groups., Competing Interests: Declaration of Competing Interest The authors declare the following financial interests/personal relationships which may be considered as potential competing interests: Roland Thijs received research support from Medtronic, the Human Measurement Models Programme co-funded by Health ∼ Holland, Top Sector Life Sciences & Health, ZonMw (Brain@Home – agreement 114025101), Michael J Fox Foundation, Epilepsie NL, and received speaker or consultancy fees from Theravance Biopharma, Arvelle, Medtronic, Zogenix, Xenon, Angelini, UCB, NewLife Wearables, and Novartis., (Copyright © 2023 Elsevier Inc. All rights reserved.)
- Published
- 2023
- Full Text
- View/download PDF
36. An evolutionary perspective on stress responses, damage and repair.
- Author
-
Taborsky B, Kuijper B, Fawcett TW, English S, Leimar O, McNamara JM, and Ruuskanen S
- Subjects
- Animals, Stress, Physiological physiology, Adaptation, Physiological physiology, Hormones
- Abstract
Variation in stress responses has been investigated in relation to environmental factors, species ecology, life history and fitness. Moreover, mechanistic studies have unravelled molecular mechanisms of how acute and chronic stress responses cause physiological impacts ('damage'), and how this damage can be repaired. However, it is not yet understood how the fitness effects of damage and repair influence stress response evolution. Here we study the evolution of hormone levels as a function of stressor occurrence, damage and the efficiency of repair. We hypothesise that the evolution of stress responses depends on the fitness consequences of damage and the ability to repair that damage. To obtain some general insights, we model a simplified scenario in which an organism repeatedly encounters a stressor with a certain frequency and predictability (temporal autocorrelation). The organism can defend itself by mounting a stress response (elevated hormone level), but this causes damage that takes time to repair. We identify optimal strategies in this scenario and then investigate how those strategies respond to acute and chronic exposures to the stressor. We find that for higher repair rates, baseline and peak hormone levels are higher. This typically means that the organism experiences higher levels of damage, which it can afford because that damage is repaired more quickly, but for very high repair rates the damage does not build up. With increasing predictability of the stressor, stress responses are sustained for longer, because the animal expects the stressor to persist, and thus damage builds up. This can result in very high (and potentially fatal) levels of damage when organisms are exposed to chronic stressors to which they are not evolutionarily adapted. Overall, our results highlight that at least three factors need to be considered jointly to advance our understanding of how stress physiology has evolved: (i) temporal dynamics of stressor occurrence; (ii) relative mortality risk imposed by the stressor itself versus damage caused by the stress response; and (iii) the efficiency of repair mechanisms., (Copyright © 2022 The Authors. Published by Elsevier Inc. All rights reserved.)
- Published
- 2022
- Full Text
- View/download PDF
37. Underappreciated features of cultural evolution.
- Author
-
Smolla M, Jansson F, Lehmann L, Houkes W, Weissing FJ, Hammerstein P, Dall SRX, Kuijper B, and Enquist M
- Subjects
- Humans, Biological Evolution, Cultural Evolution
- Abstract
Cultural evolution theory has long been inspired by evolutionary biology. Conceptual analogies between biological and cultural evolution have led to the adoption of a range of formal theoretical approaches from population dynamics and genetics. However, this has resulted in a research programme with a strong focus on cultural transmission. Here, we contrast biological with cultural evolution, and highlight aspects of cultural evolution that have not received sufficient attention previously. We outline possible implications for evolutionary dynamics and argue that not taking them into account will limit our understanding of cultural systems. We propose 12 key questions for future research, among which are calls to improve our understanding of the combinatorial properties of cultural innovation, and the role of development and life history in cultural dynamics. Finally, we discuss how this vibrant research field can make progress by embracing its multidisciplinary nature. This article is part of the theme issue 'Foundations of cultural evolution'.
- Published
- 2021
- Full Text
- View/download PDF
38. The evolution of social learning as phenotypic cue integration.
- Author
-
Kuijper B, Leimar O, Hammerstein P, McNamara JM, and Dall SRX
- Subjects
- Humans, Models, Psychological, Cues, Cultural Evolution, Social Behavior, Social Learning
- Abstract
Most analyses of the origins of cultural evolution focus on when and where social learning prevails over individual learning, overlooking the fact that there are other developmental inputs that influence phenotypic fit to the selective environment. This raises the question of how the presence of other cue 'channels' affects the scope for social learning. Here, we present a model that considers the simultaneous evolution of (i) multiple forms of social learning (involving vertical or horizontal learning based on either prestige or conformity biases) within the broader context of other evolving inputs on phenotype determination, including (ii) heritable epigenetic factors, (iii) individual learning, (iv) environmental and cascading maternal effects, (v) conservative bet-hedging, and (vi) genetic cues. In fluctuating environments that are autocorrelated (and hence predictable), we find that social learning from members of the same generation (horizontal social learning) explains the large majority of phenotypic variation, whereas other cues are much less important. Moreover, social learning based on prestige biases typically prevails in positively autocorrelated environments, whereas conformity biases prevail in negatively autocorrelated environments. Only when environments are unpredictable or horizontal social learning is characterized by an intrinsically low information content, other cues such as conservative bet-hedging or vertical prestige biases prevail. This article is part of the theme issue 'Foundations of cultural evolution'.
- Published
- 2021
- Full Text
- View/download PDF
39. Evolution of epigenetic transmission when selection acts on fecundity versus viability.
- Author
-
Kuijper B and Johnstone RA
- Subjects
- Models, Genetic, Biological Evolution, Epigenesis, Genetic, Fertility genetics, Longevity genetics, Selection, Genetic
- Abstract
Existing theory on the evolution of parental effects and the inheritance of non-genetic factors has mostly focused on the role of environmental change. By contrast, how differences in population demography and life history affect parental effects is poorly understood. To fill this gap, we develop an analytical model to explore how parental effects evolve when selection acts on fecundity versus viability in spatio-temporally fluctuating environments. We find that regimes of viability selection, but not fecundity selection, are most likely to favour parental effects. In the case of viability selection, locally adapted phenotypes have a higher survival than maladapted phenotypes and hence become enriched in the local environment. Hence, simply by being alive, a parental phenotype becomes correlated to its environment (and hence informative to offspring) during its lifetime, favouring the evolution of parental effects. By contrast, in regimes of fecundity selection, correlations between phenotype and environment develop more slowly: this is because locally adapted and maladapted parents survive at equal rates (no survival selection), so that parental phenotypes, by themselves, are uninformative about the local environment. However, because locally adapted parents are more fecund, they contribute more offspring to the local patch than maladapted parents. In case these offspring are also likely to inherit the adapted parents' phenotypes (requiring pre-existing inheritance), locally adapted offspring become enriched in the local environment, resulting in a correlation between phenotype and environment, but only in the offspring's generation. Because of this slower build-up of a correlation between phenotype and environment essential to parental effects, fecundity selection is more sensitive to any distortions owing to environmental change than viability selection. Hence, we conclude that viability selection is most conducive to the evolution of parental effects. This article is part of the theme issue 'How does epigenetics influence the course of evolution?'
- Published
- 2021
- Full Text
- View/download PDF
40. Towards an Evolutionary Theory of Stress Responses.
- Author
-
Taborsky B, English S, Fawcett TW, Kuijper B, Leimar O, McNamara JM, Ruuskanen S, and Sandi C
- Subjects
- Humans, Biological Evolution
- Abstract
All organisms have a stress response system to cope with environmental threats, yet its precise form varies hugely within and across individuals, populations, and species. While the physiological mechanisms are increasingly understood, how stress responses have evolved remains elusive. Here, we show that important insights can be gained from models that incorporate physiological mechanisms within an evolutionary optimality analysis (the 'evo-mecho' approach). Our approach reveals environmental predictability and physiological constraints as key factors shaping stress response evolution, generating testable predictions about variation across species and contexts. We call for an integrated research programme combining theory, experimental evolution, and comparative analysis to advance scientific understanding of how this core physiological system has evolved., (Copyright © 2020 Elsevier Ltd. All rights reserved.)
- Published
- 2021
- Full Text
- View/download PDF
41. Sexual Selection in Bacteria?
- Author
-
Vos M, Buckling A, and Kuijper B
- Subjects
- Biological Evolution, Genetic Fitness, Transformation, Bacterial, Bacteria genetics, Gene Transfer, Horizontal, Selection, Genetic
- Abstract
A main mechanism of lateral gene transfer in bacteria is transformation, where cells take up free DNA from the environment which subsequently can be recombined into the genome. Bacteria are also known to actively release DNA into the environment through secretion or lysis, which could aid uptake via transformation. Various evolutionary benefits of DNA uptake and DNA release have been proposed but these have all been framed in the context of natural selection. Here, we interpret bacterial DNA uptake and release in the context of sexual selection theory, which has been central to our understanding of the bewildering diversity of traits associated with sexual reproduction in the eukaryote world but has never been applied to prokaryotes. Specifically, we explore potential scenarios where bacteria releasing DNA into the environment could compete for successful uptake by other cells, or where bacteria could selectively take up DNA to enhance their fitness. We conclude that there is potential for sexual selection to act in bacteria, and that this might in part explain the considerable diversity in transformation-related behaviours., (Copyright © 2019 The Authors. Published by Elsevier Ltd.. All rights reserved.)
- Published
- 2019
- Full Text
- View/download PDF
42. Understanding the emergence of bacterial pathogens in novel hosts.
- Author
-
Bonneaud C, Weinert LA, and Kuijper B
- Subjects
- Evolution, Molecular, Models, Theoretical, Adaptation, Physiological, Bacterial Physiological Phenomena, Biological Evolution, Host Specificity
- Abstract
Our understanding of the ecological and evolutionary context of novel infections is largely based on viral diseases, even though bacterial pathogens may display key differences in the processes underlying their emergence. For instance, host-shift speciation, in which the jump of a pathogen into a novel host species is followed by the specialization on that host and the loss of infectivity of previous host(s), is commonly observed in viruses, but less often in bacteria. Here, we suggest that the extent to which pathogens evolve host generalism or specialism following a jump into a novel host will depend on their level of adaptation to dealing with different environments, their rates of molecular evolution and their ability to recombine. We then explore these hypotheses using a formal model and show that the high levels of phenotypic plasticity, low rates of evolution and the ability to recombine typical of bacterial pathogens should reduce their propensity to specialize on novel hosts. Novel bacterial infections may therefore be more likely to result in transient spillovers or increased host ranges than in host shifts. Finally, consistent with our predictions, we show that, in two unusual cases of contemporary bacterial host shifts, the bacterial pathogens both have small genomes and rapid rates of substitution. Further tests are required across a greater number of emerging pathogens to assess the validity of our hypotheses. This article is part of the theme issue 'Dynamic and integrative approaches to understanding pathogen spillover'.
- Published
- 2019
- Full Text
- View/download PDF
43. The evolution of early-life effects on social behaviour-why should social adversity carry over to the future?
- Author
-
Kuijper B and Johnstone RA
- Subjects
- Adaptation, Physiological, Animals, Humans, Invertebrates physiology, Vertebrates physiology, Biological Evolution, Helping Behavior, Selection, Genetic, Social Behavior
- Abstract
Numerous studies have shown that social adversity in early life can have long-lasting consequences for social behaviour in adulthood, consequences that may in turn be propagated to future generations. Given these intergenerational effects, it is puzzling why natural selection might favour such sensitivity to an individual's early social environment. To address this question, we model the evolution of social sensitivity in the development of helping behaviours, showing that natural selection indeed favours individuals whose tendency to help others is dependent on early-life social experience. In organisms with non-overlapping generations, we find that natural selection can favour positive social feedbacks, in which individuals who received more help in early life are also more likely to help others in adulthood, while individuals who received no early-life help develop low tendencies to help others later in life. This positive social sensitivity is favoured because of an intergenerational relatedness feedback: patches with many helpers tend to be more productive, leading to higher relatedness within the local group, which in turn favours higher levels of help in the next generation. In organisms with overlapping generations, this positive feedback is less likely to occur, and those who received more help may instead be less likely to help others (negative social feedback). We conclude that early-life social influences can lead to strong between-individual differences in helping behaviour, which can take different forms dependent on the life history in question. This article is part of the theme issue 'Developing differences: early-life effects and evolutionary medicine'.
- Published
- 2019
- Full Text
- View/download PDF
44. Developing differences: early-life effects and evolutionary medicine.
- Author
-
Kuijper B, Hanson MA, Vitikainen EIK, Marshall HH, Ozanne SE, and Cant MA
- Subjects
- Animals, Growth and Development, Human Development, Humans, Adaptation, Physiological, Biological Evolution, Life History Traits, Medicine, Phenotype
- Abstract
Variation in early-life conditions can trigger developmental switches that lead to predictable individual differences in adult behaviour and physiology. Despite evidence for such early-life effects being widespread both in humans and throughout the animal kingdom, the evolutionary causes and consequences of this developmental plasticity remain unclear. The current issue aims to bring together studies of early-life effects from the fields of both evolutionary ecology and biomedicine to synthesise and advance current knowledge of how information is used during development, the mechanisms involved, and how early-life effects evolved. We hope this will stimulate further research into early-life effects, improving our understanding of why individuals differ and how this might influence their susceptibility to disease. This article is part of the theme issue 'Developing differences: early-life effects and evolutionary medicine'.
- Published
- 2019
- Full Text
- View/download PDF
45. Ecological Genetic Conflict: Genetic Architecture Can Shift the Balance between Local Adaptation and Plasticity.
- Author
-
Leimar O, Dall SRX, McNamara JM, Kuijper B, and Hammerstein P
- Subjects
- Ecosystem, Adaptation, Biological genetics, Models, Genetic
- Abstract
Genetic polymorphism can contribute to local adaptation in heterogeneous habitats, for instance, as a single locus with alleles adapted to different habitats. Phenotypic plasticity can also contribute to trait variation across habitats, through developmental responses to habitat-specific cues. We show that the genetic architecture of genetically polymorphic and plasticity loci may influence the balance between local adaptation and phenotypic plasticity. These effects of genetic architecture are instances of ecological genetic conflict. A reduced effective migration rate for genes tightly linked to a genetic polymorphism provides an explanation for the effects, and they can occur both for a single trait and for a syndrome of coadapted traits. Using individual-based simulations and numerical analysis, we investigate how among-habitat genetic polymorphism and phenotypic plasticity depend on genetic architecture. We also study the evolution of genetic architecture itself, in the form of rates of recombination between genetically polymorphic loci and plasticity loci. Our main result is that for plasticity genes that are unlinked to loci with between-habitat genetic polymorphism, the slope of a reaction norm is steeper in comparison with the slope favored by plasticity genes that are tightly linked to genes for local adaptation.
- Published
- 2019
- Full Text
- View/download PDF
46. Maternal effects and parent-offspring conflict.
- Author
-
Kuijper B and Johnstone RA
- Subjects
- Environment, Phenotype, Adaptation, Biological, Biological Evolution, Maternal Inheritance, Models, Genetic
- Abstract
Maternal effects can provide offspring with reliable information about the environment they are likely to experience, but also offer scope for maternal manipulation of young when interests diverge between parents and offspring. To predict the impact of parent-offspring conflict, we model the evolution of maternal effects on local adaptation of young. We find that parent-offspring conflict strongly influences the stability of maternal effects; moreover, the nature of the disagreement between parents and young predicts how conflict is resolved: when mothers favor less extreme mixtures of phenotypes relative to offspring (i.e., when mothers stand to gain by hedging their bets), mothers win the conflict by providing offspring with limited amounts of information. When offspring favor overproduction of one and the same phenotype across all environments compared to mothers (e.g., when offspring favor a larger body size), neither side wins the conflict and signaling breaks down. Only when offspring favor less extreme mixtures relative to their mothers (something no current model predicts), offspring win the conflict and obtain full information about the environment. We conclude that a partial or complete breakdown of informative maternal effects will be the norm rather than the exception in the presence of parent-offspring conflict., (© 2017 The Author(s). Evolution © 2017 The Society for the Study of Evolution.)
- Published
- 2018
- Full Text
- View/download PDF
47. Value of physical tests in diagnosing cervical radiculopathy: a systematic review.
- Author
-
Thoomes EJ, van Geest S, van der Windt DA, Falla D, Verhagen AP, Koes BW, Thoomes-de Graaf M, Kuijper B, Scholten-Peeters WGM, and Vleggeert-Lankamp CL
- Subjects
- Humans, Neurologic Examination standards, Sensitivity and Specificity, Cervical Vertebrae pathology, Neurologic Examination methods, Radiculopathy diagnosis
- Abstract
Background Context: In clinical practice, the diagnosis of cervical radiculopathy is based on information from the patient's history, physical examination, and diagnostic imaging. Various physical tests may be performed, but their diagnostic accuracy is unknown., Purpose: This study aimed to summarize and update the evidence on diagnostic performance of tests carried out during a physical examination for the diagnosis of cervical radiculopathy., Study Design: A review of the accuracy of diagnostic tests was carried out., Study Sample: The study sample comprised diagnostic studies comparing results of tests performed during a physical examination in diagnosing cervical radiculopathy with a reference standard of imaging or surgical findings., Outcome Measures: Sensitivity, specificity, likelihood ratios are presented, together with pooled results for sensitivity and specificity., Methods: A literature search up to March 2016 was performed in CENTRAL, PubMed (MEDLINE), Embase, CINAHL, Web of Science, and Google Scholar. The methodological quality of studies was assessed using the QUADAS-2., Results: Five diagnostic accuracy studies were identified. Only Spurling's test was evaluated in more than one study, showing high specificity ranging from 0.89 to 1.00 (95% confidence interval [CI]: 0.59-1.00); sensitivity varied from 0.38 to 0.97 (95% CI: 0.21-0.99). No studies were found that assessed the diagnostic accuracy of widely used neurological tests such as key muscle strength, tendon reflexes, and sensory impairments., Conclusions: There is limited evidence for accuracy of physical examination tests for the diagnosis of cervical radiculopathy. When consistent with patient history, clinicians may use a combination of Spurling's, axial traction, and an Arm Squeeze test to increase the likelihood of a cervical radiculopathy, whereas a combined results of four negative neurodynamics tests and an Arm Squeeze test could be used to rule out the disorder., (Copyright © 2017 Elsevier Inc. All rights reserved.)
- Published
- 2018
- Full Text
- View/download PDF
48. Differential Allocation Revisited: When Should Mate Quality Affect Parental Investment?
- Author
-
Haaland TR, Wright J, Kuijper B, and Ratikainen II
- Subjects
- Animals, Female, Male, Parents, Reproduction, Sexual Behavior, Animal
- Abstract
Differential allocation (DA) is the adaptive adjustment of reproductive investment (up or down) according to partner quality. A lack of theoretical treatments has led to some confusion in the interpretation of DA in the empirical literature. We present a formal framework for DA that highlights the nature of reproductive benefits versus costs for females mated to males of different quality. Contrary to popular belief, analytical and stochastic dynamic models both show that additive benefits of male quality on offspring fitness have no effect on optimal levels of female investment and thus cannot produce DA. Instead, if offspring fitness is affected multiplicatively by male quality, or male quality affects the female cost function, DA is expected because of changes in the marginal benefits or costs of extra investment. Additive male quality effects on the female cost function can cause a novel form of weak DA, because reduced costs can slightly favor current over future reproduction. Combinations of these distinct effects in more realistic model scenarios can explain various patterns of positive and negative DA reported for different species and mating systems. Our model therefore sheds new light on the diversity of empirical results by providing a strong conceptual framework for the DA hypothesis.
- Published
- 2017
- Full Text
- View/download PDF
49. How Sex-Biased Dispersal Affects Sexual Conflict over Care.
- Author
-
Kuijper B and Johnstone RA
- Subjects
- Animals, Female, Male, Models, Biological, Reproduction, Sex Factors, Animal Distribution, Conflict, Psychological, Maternal Behavior, Paternal Behavior
- Abstract
Existing models of parental investment have mainly focused on interactions at the level of the family and have paid much less attention to the impact of population-level processes. Here we extend classical models of parental care to assess the impact of population structure and limited dispersal. We find that sex differences in dispersal substantially affect the amount of care provided by each parent, with the more philopatric sex providing the majority of care to young. This effect is most pronounced in highly viscous populations: in such cases, when classical models would predict stable biparental care, inclusion of a modest sex difference in dispersal leads to uniparental care by the philopatric sex. In addition, mating skew also affects sex differences in parental investment, with the more numerous sex providing most of the care. However, the effect of mating skew holds only when parents care for their own offspring. When individuals breed communally, we recover the previous finding that the more philopatric sex provides most of the care even when it is the rarer sex. We conclude that sex-biased dispersal is likely to be an important yet currently overlooked driver of sex differences in parental care.
- Published
- 2017
- Full Text
- View/download PDF
50. The evolution of mating type switching.
- Author
-
Hadjivasiliou Z, Pomiankowski A, and Kuijper B
- Subjects
- Models, Biological, Population Density, Reproduction, Biological Evolution, Ciliophora physiology, Fungi physiology
- Abstract
Predictions about the evolution of sex determination mechanisms have mainly focused on animals and plants, whereas unicellular eukaryotes such as fungi and ciliates have received little attention. Many taxa within the latter groups can stochastically switch their mating type identity during vegetative growth. Here, we investigate the hypothesis that mating type switching overcomes distortions in the distribution of mating types due to drift during asexual growth. Using a computational model, we show that smaller population size, longer vegetative periods and more mating types lead to greater distortions in the distribution of mating types. However, the impact of these parameters on optimal switching rates is not straightforward. We find that longer vegetative periods cause reductions and considerable fluctuations in the switching rate over time. Smaller population size increases the strength of selection for switching but has little impact on the switching rate itself. The number of mating types decreases switching rates when gametes can freely sample each other, but increases switching rates when there is selection for speedy mating. We discuss our results in light of empirical work and propose new experiments that could further our understanding of sexuality in isogamous eukaryotes., (© 2016 The Author(s). Evolution published by Wiley Periodicals, Inc. on behalf of The Society for the Study of Evolution.)
- Published
- 2016
- Full Text
- View/download PDF
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.