Search

Cyanobacterial blooms present substantial challenges to managers and threaten ecological and public health. Although the majority of cyanobacterial bloom research and management focuses on factors that control bloom initiation, duration, toxicity, and geographical extent, relatively little research focuses on the role of loss processes in blooms and how these processes are regulated. Here, we define a loss process in terms of population dynamics as any process that removes cells from a population, thereby decelerating or reducing the development and extent of blooms. We review abiotic (e.g., hydraulic flushing and oxidative stress/UV light) and biotic factors (e.g., allelopathic compounds, infections, grazing, and resting cells/programmed cell death) known to govern bloom loss. We found that the dominant loss processes depend on several system specific factors including cyanobacterial genera-specific traits, in situ physicochemical conditions, and the microbial, phytoplankton, and consumer community composition. We also address loss processes in the context of bloom management and discuss perspectives and challenges in predicting how a changing climate may directly and indirectly affect loss processes on blooms. A deeper understanding of bloom loss processes and their underlying mechanisms may help to mitigate the negative consequences of cyanobacterial blooms and improve current management strategies.

Numerical lake models are useful tools to study hydrodynamics in lakes, and are increasingly applied to extreme weather events. However, little is known about the accuracy of such models during these short-term events. We used high-frequency data from three lakes to test the performance of three one-dimensional (1D) hydrodynamic models (Simstrat, GOTM, GLM) during storms and heatwaves. Models reproduced the overall direction and magnitude of changes during the extreme events, with accurate timing and little bias. Changes in volume-averaged and surface temperatures and Schmidt stability were simulated more accurately than changes in bottom temperature, maximum buoyancy frequency, or mixed layer depth. However, in most cases the model error was higher (30-100%) during extreme events compared to reference periods. As a consequence, while 1D lake models can be used to study effects of extreme weather events, the increased uncertainty in the simulations should be taken into account when interpreting results.

© The Author(s) 2017. The influence of aerosols on climate is highly dependent on the particle size distribution, concentration, and composition. In particular, the latter influences their ability to act as cloud condensation nuclei, whereby they impact cloud coverage and precipitation. Here, we simultaneously measured the concentration of aerosols from sea spray over the North Atlantic on board the exhaust-free solar-powered vessel "PlanetSolar", and the sea surface physico-chemical parameters. We identified organic-bearing particles based on individual particle fluorescence spectra. Organic-bearing aerosols display specific spatio-temporal distributions as compared to total aerosols. We propose an empirical parameterization of the organic-bearing particle concentration, with a dependence on water salinity and sea-surface temperature only. We also show that a very rich mixture of organic aerosols is emitted from the sea surface. Such data will certainly contribute to providing further insight into the influence of aerosols on cloud formation, and be used as input for the improved modeling of aerosols and their role in global climate processes.

Drijflaagvorming door blauwalgen is de voornaamste reden voor het sluiten van zwemlocaties. Stankoverlast door rottende drijflagen komt regelmatig voor bij beschutte locaties of stedelijke gebieden aan open water. In een drijflaag kunnen de concentraties blauwalgtoxines tot extreme waarden oplopen. Het verschijnen, transporteren, ophopen en verdwijnen van drijflagen is sterk afhankelijk van de lokale weersomstandigheden die snel kunnen variëren. Door deze sterke dynamiek geeft de reguliere (laagfrequente) monitoring geen goed beeld van de drijflaag. Bij waterbeheerders bestaat behoefte aan early warning, zodat ze weten op welk moment en waar drijflagen optreden. EWACS is een modelinstrumentarium dat in de eindfase een gebruikersvriendelijk en betrouwbaar early warning-systeem kan zijn. Waterbeheerders ontvangen dan dagelijks een bulletin, dat tot zeven dagen vooruit per dag de waarschijnlijkheid en locatie van drijflagen in bijvoorbeeld zwemwaterplassen weergeeft. Zover is het echter nog niet; drijflagen worden momenteel nog niet goed genoeg voorspeld. Eind dit jaar begint nader experimenteel onderzoek naar de dynamiek van drijflaagvorming. Afgelopen zomer zijn opnieuw input- en validatiegegevens in het veld verzameld. Hiermee kan het EWACS-instrumentarium verder worden verbeterd

Dit rapport presenteert de resultaten en conclusies van het onderzoek aan laagveenwateren binnen het kader van het Overlevingsplan Bos en Natuur in de eerste fase (obn, 2003-2006). In Hoofdstuk 3 wordt een overzicht gegeven van de onderzoekslocaties. Vervolgens worden in Hoofdstuk 4 de belangrijkste bevindingen van het correlatieve onderzoek naar de samenhang tusen biodiversiteit en milieukwaliteit gepresenteerd, met in Hoofdstuk 5 de rol van hydrologie in het laagveenlandschap. In de daaropvolgende hoofdstukken 6 tot en met 10 staan de onderzoeksvragen, methoden, resultaten en conclusies van de verschillende deelonderzoeken weergegeven met betrekking tot visstandsbeheer (Hoofdstuk 6), water- en veenkwaliteit (Hoofdstuk 7), verlanding en veenvorming (Hoofdstuk 8), voedselwebrelaties (Hoofdstuk 9) en fauna (Hoofdstuk 10). Ten slotte worden in Hoofdstuk 11 de belangrijkste conclusies van het onderzoek in de eerste fase samengebracht en bediscussieerd, in relatie tot de directe betekenis voor het laagveenbeheer. Dit zal uitgewerkt worden aan de hand van de nieuw gegenereerde kennis en bestaande literatuur over de betreffende milieuproblemen (‘ver’-thema’s), en de voor- en nadelen van beschikbare OBN-maatregelen. Als afsluiting wordt aan de hand van de resultaten in fase 1 aangegeven welke onderzoeksvragen geprioriteerd zijn voor de tweede fase

After the serious floods in 1993 and 1995 RIZA started a research project to increase the understanding of the ecological functioning of floodplain lakes along the rivers. This thesis deals with plankton, chemistry and turbidity of temporarily isolated floodplain lakes

Cyanobacteriën horen bij de natuurlijke soortensamenstelling van fytoplankton. Maar in de laatste jaren traden steeds vaker bloeien van (toxische) cyanobacteriën op. Gelijkertijd werd massale vis- en vogelsterfte gerapporteerd in het IJsselmeer, het Volkerak-Zoommeer en de Oostvaardersplassen. Deze incidenten riepen de vraag op of een samenhang bestaat tussen de sterfte en de bloei van cyanobacteriën. Wat zijn de risico's van door cyanobacteriën geproduceerde toxines voor het aquatisch ecosysteem? Voor het eerst is in Nederland meerjarig onderzoek uitgevoerd aan verschillende onderdelen van de voedselketen (fytoplankton, zooplankton, mosselen en vis) in het veld en in het laboratorium om deze vragen te beantwoorden. De resultaten leiden tot de conclusie dat cyanotoxines overal in de voedselketen te vinden zijn en negatieve effecten kunnen veroorzaken in de verschillende organismen. Toch blijkt het lastig vis- en vogelsterfte direct te koppelen aan een bloei van toxische cyanobacteriën, want een verband tussen concentratie van de toxines en de geobserveerde effecten werd niet gevonden

Resultaten van een analyse van de eutrofiëring en waterkwaliteit in diepe watersystemen in het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland, in vergelijking met het overige oppervlaktewater. Gegevens m.b.t. chlorofylconcentratie, doorzicht, nutriënten (fosfor en stikstof), fytoplankton, hydrologie (waterbalans) en het optreden van temperatuutstratificatie worden gepresenteerd. Ondanks een goede waterkwaliteit komen in de diepe putten veel cyanobacteriën voor, wat een potentieel risico voor de volksgezondheid oplevert. De implicaties voor een eventuele herinrichting van de diepe putten worden besproken

Een stukje geschiedschrijving van dit middeleeuwse reigerbos dat aan de westzijde van Gouda tegen Moordrecht aanlag. De term 'reigerbos' houdt verband met de reigerkolonies die hier te vinden waren