Search

Within the framework of the Dutch pilot Mineral concentrate a monitoring program was conducted, subsidised by the Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality, to generate data on the current quality of mineral concentrates, in relation to the criteria of the pilot Mineral concentrate (MC) of the Netherlands, and the performance of their production processes. These criterions are established to ensure high nitrogen use efficiency without an environmental impact of the concentrate. The monitoring was linked to information requested by the EU Joint Research Centre (JRC) to support the development of quality criterions for N fertilisers recovered from animal manure, revered to as RENURE, within the context of the Nitrates Directive. It was also linked to relevant data on the quality of the permeate from reverse osmosis to substantiate quality requirements for discharge on surface water of effluents from manure processing plants. The parameters of the monitoring included primary and secondary nutrients, heavy metals, antibiotics, pathogenic bacteria and viruses. This report presents the results of the monitoring., In het kader van de pilot Mineralenconcentraten (MC) is een monitoringsprogramma uitgevoerd, gesubsidieerd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, om gegevens te verzamelen over de huidige kwaliteit van mineralenconcentraten in relatie tot de kwaliteitscriteria van de pilot MC en de uitvoering van het productieproces. Deze criteria zijn vastgesteld teneinde een hoge stikstofgebruiksefficiëntie van het concentraat te waarborgen zonder schadelijke gevolgen voor het milieu. De monitoring was gekoppeld aan informatie die werd gevraagd door het EU Joint Research Centre (JRC) ter ondersteuning van de ontwikkeling van kwaliteitscriteria voor stikstofhoudende meststoffen verkregen uit dierlijke mest, genaamd RENURE, in het kader van de Nitraat Richtlijn. De monitoring was bovendien gekoppeld aan relevante gegevens over de kwaliteit van het permeaat uit omgekeerde osmose (OO) voor onderbouwing van kwaliteitseisen voor het lozen op oppervlaktewater van effluenten uit mestverwerkingsinstallaties. Tot het monitoringsprogramma behoorden primaire en secundaire nutriënten, zware metalen, antibiotica, pathogene bacteriën en virussen. In dit rapport zijn de resultaten van de monitoring bijeengebracht.

There is a large reservoir of manure in the Netherlands which can become a source of antimicrobial resistance (AMR) and of residues of antibiotics and other antimicrobial agents. This can have consequences not only for public health but also for the health of animals and of the environment (One Health). However, it is not clear yet what the exact consequences thereof can be. At the same time, a process of change is taking place through which to make Dutch livestock production systems more sustainable. This research aims to reflect on the problem field of AMR and residues of veterinary medicines in the chain formed by livestock, manure, and ecosystems (soil and water) in the context of the future animal husbandry. Particularly, within the scope of circular agriculture. This from a technical, ecological, agronomic and policy perspective to enable the identification of relevant questions and dilemmas., In Nederland is een groot reservoir aan mest dat als bron van antimicrobiële resistentie (AMR) en of antibiotica en andere residuen van antimicrobiële middelen kan werken. Dit kan niet alleen gevolgen voor de volksgezondheid hebben maar ook voor de gezondheid van dieren en van het milieu (One Health). Harde cijfers over wat precies (op welke domeinen) de gevolgen van AMR of residuen kunnen zijn ontbreken echter nog. Daarbij wordt momenteel gewerkt aan de verduurzaming van de Nederlandse veehouderij vanuit verschillende invalshoeken. Dit werpt nieuwe vragen op met betrekking tot AMR. Dit document heeft tot doel de problematiek van AMR en residuen van diergeneesmiddelen in de keten veehouderij – mest – ecosystemen (bodem en water) beleidsmatig en op een reflectieve manier te agenderen binnen de bredere context van de toekomst van de veehouderij en meer in het bijzonder de kringlooplandbouw, zowel vanuit een technische, ecologische en agronomische als vanuit een institutionele invalshoek, met een focus op het helder identificeren van te beantwoorden vragen en dilemma’s op dit gebied.

In dit rapport zijn gegevens over diergeneesmiddelen in water, bodem en mest van grazers samengevat. Vervolgens is aangegeven wat dit betekent voor onze leefomgeving. De studie is grotendeels gebaseerd op reeds bestaande gegevens en rapportages. In enkele gevallen zijn aanvullende analyses uitgevoerd, zoals de afzetgegevens van diergeneesmiddelen en een risicobeoordeling op basis van een vergelijking van meetconcentraties met risicogrenzen.