Search

In opdracht van GroenLeven BV heeft Sweco Nederland B.V. een archeologisch onderzoek uitgevoerd op de locatie van een gepland zonnepark bij Exloo, gemeente Borger-Odoorn. Het plangebied ligt ten oosten van de plaats Exloo ten zuidoosten van de Oude Dijk en deels ten zuiden van de Zuidveensdijk. De aanleiding voor dit onderzoek was bouw van een zonnepark. In het plangebied is nog een soms meters dik veenpakket aanwezig met daaronder dekzand. Plaatselijk ligt dat dekzand hoger, vooral in het centrale deel van het plangebied. Er zijn bij de diepe ontgravingen voor watergangen en wegcunetten geen archeologische resten in de top van het dekzand aangetroffen. In de bouwvoor en in de top van het veen zijn enkele losse vondsten verspreid over het plangebied, maar voornamelijk in het noordelijke deel, aangetroffen. De vondsten zijn te dateren in de periode Late Middeleeuwen-Nieuwe tijd (specifiek 16e-20e eeuw). Het vondstmateriaal bestaat uit aardewerk, bouwkeramiek, metaal, natuursteen en hout. De houtvondsten bestaan uit een representatieve selectie van dunne takken en twijgen die in verband op vier plekken zijn aangetroffen in het noordelijke deel van het plangebied. In de meest noordelijke watergang (werkput 3) en in werkputten 11, 13 en 101 zijn resten aangetroffen van takkenbundels. De resten bestaan uit dunne takken van verschillende formaten en een dikker stuk kienhout. De takken liggen in de top van het verstoorde/ontgonnen veen. Meest waarschijnlijk is dat het een pad betreft. Door wat zand te storten en takken neer te leggen wordt het wat makkelijker om drassig terrein over te steken. Het veen lijkt op veel plekken een stuk dieper dan de bouwvoor ontgonnen te zijn. Gezien de positie van de takken vlak onder de bouwvoor is een deel van het ‘pad’ al vergraven/verploegd. Vandaar dat het pad plotseling lijkt op te houden. De takkenbundels bestaan uit losjes gestapeld en in de lengterichting naast elkaar geplaatste dunne takken. Tussen de takken lagen kleine twijgen als een soort vulmateriaal. Er zijn geen verticaal geplaatste paaltjes aangetroffen. De in de lengterichting liggende takken hebben verschillende lengtes en diktes door elkaar en liggen soms op elkaar zonder dat hier van een duidelijk verband of vlechtwerk sprake is. De resten van deze takkenbundels zijn waarschijnlijk niet compleet bewaard gebleven en plaatselijk doorsneden door waarschijnlijk ploegspore. Er is binnen onderzochte werkputten geen duidelijk begin of einde vast gesteld. De houtresten zijn redelijk goed bewaard gebleven in veen. De sporen met takkenbundels zijn geïnterpreteerd als verspreide (niet aaneengesloten) resten van een voormalige pad door het veen. Er zijn geen dateerbare vondsten bij aangetroffen. De positie hoog in het veenpakket duidt op een datering in de periode Late Middeleeuwen-Nieuwe tijd. Eén houtfragment is gedateerd door middel van C14 en heeft een datering van 16e-eerste helft 17e eeuw.

In opdracht van Sportstad Heerenveen B.V. heeft Sweco Nederland B.V. een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd naar de locatie van de nieuwe ontwikkeling Noordzijde Abe Lenstrastadion te Heerenveen, gemeente Heerenveen. De aanleiding voor dit onderzoek is de realisatie van een nieuw bouwwerk tegen de noordgevel van het stadion met een verdieping. Op basis van resultaten uit eerder uitgevoerd booronderzoek is vastgesteld dat er in het plangebied geen intacte bodemopbouw meer aanwezig is. Er is de top van het (dek)zand geen podzol aangetroffen. Tevens is geen dekzandkop of -opduiking/rug vastgesteld in het plangebied. De specifieke archeologische verwachting voor dit plangebied is daarmee laag voor de periode Steentijd t/m Vroege Middeleeuwen. Van het oorspronkelijke afdekkende veenpakket is geen restant meer aanwezig op een dun laagje restveen in enkele van de eerder uitgevoerde boringen. Gezien de landschappelijke situatie in de periode Late Middeleeuwen-Nieuwe tijd (tot circa 2000) en de afwezigheid van aanwijzingen uit historisch kaartmateriaal voor bewoningsplaatsen is de specifieke archeologische verwachting voor de periode Late Middeleeuwen-Nieuwe tijd laag. Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek adviseert Sweco Nederland geen archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren in het plangebied.

In opdracht van GroenLeven BV heeft Sweco Nederland B.V. een archeologisch inventariserend veldonderzoek (proefsleuven) en een opgraving – variant archeologische begeleiding uitgevoerd naar de locatie zonnepark Daalkampen te Borger, gemeente Borger-Odoorn. De aanleiding voor dit onderzoek is de aanleg van een zonnepark. Het plangebied ligt buiten de bebouwde kom van Borger aan de Ruigebultsweg en de Diepenveensweg. Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn in de noordoostelijke zone van het plangebied in verschillende dichtheden antropogene sporen aangetroffen. Deze bestaan uit ploegsporen, drainagesleuven en paalkuilen. Deze sporen zijn gedateerd in de Nieuwe tijd evenals de resten van agrarische grondbewerkingen en afrasteringen of perceelgrenzen. Daarnaast zijn er diverse natuurlijke sporen aangetroffen die samenhangen met boomvallen of resten van podzols. Er zijn slechts enkele vondsten aangetroffen en verzameld. Dit vondstmateriaal bestaat voornamelijk uit keramiek en glas, en dateert uit de periode laat 19e – eerste helft 20 eeuw. Op basis van de resultaten uit het proefsleuvenonderzoek is vanwege het ontbreken van een archeologische vindplaats het onderzoek verder doorgezet naar een begeleiding van de graafwerkzaamheden voor de aanleg van tijdelijke bouwwegen. Tijdens de tweede fase van het onderzoek is het uitgraven van de cunetten voor tijdelijke bouwwegen archeologisch begeleid. Deze lagen verspreid over het plangebied en voornamelijk in het zuidwestelijke deel. Er zijn verschillende werkputten aangelegd waarin sporen zijn ingemeten en geïnterpreteerd. De aangetroffen sporen bestaan voor een groot deel uit ploegsporen, drainagesleuven, gedempte sloten en greppels, Deze sporen zijn gedateerd in de Nieuwe tijd (eind 19e – eerste helft 20e eeuw). Daarnaast zijn diverse natuurlijke sporen, zoals boomvallen en vlekken met resten van podzolhorizonten (B- en BC-horizonten) aangetroffen. De weinige vondsten van aardewerk en glas zijn zeer verspreid over het plangebied aangetroffen en dateren uit de Nieuwe tijd. Het vondstmateriaal is niet verbonden met een vindplaats. In één werkput (werkput 11), in het zuidoosten van het plangebied zijn resten van drie haardkuilen aangetroffen (sporen S51, S52 en S53). In de vulling van deze drie sporen zijn houtskoolspikkels aangetroffen. Hiervan zijn monsters genomen voor C14-dateringen. Uit de dateringen blijkt dat deze houtskoolresten uit de periode Laat Boreaal – Vroeg Atlanticum stammen, wat overeenkomt met de archeologische periode Vroeg-Midden Mesolithicum. Er zijn in en nabij deze resten van haardkuilen geen artefacten aangetroffen.

Onderzoeksrapport