Search

This chapter introduces the main concepts and relationships, and analyseshow housing policy and scholarly understandings thereof have fared over thelast two decades. Reflective of the ‘division of work’ in the broader field ofhousing studies – with most researchers specializing in policies and regulationpertaining to one tenure – we discuss substantive developments in researchregarding the different tenures commonly found in European welfare states.We elaborate on the idea that what happens in one housing market sectorimpacts on other sectors. Furthermore, we report on recent research arguingthat trends in housing policy are intricately related to changes in welfarestates, but also to broader economic developments. We illustrate changes intenure structure, intersecting with changes in the characteristics of householdstypically living in different tenures. Our conclusion addresses key challengesfor policy and research.

Gebaseerd op het beleidsvoornemen om het Vlaams huursubsidiestelsel een grotere rol toe te kennen in het woonbeleid (Homans, 2015: 20) werd de vraag naar voorstellen over een nieuw stelsel van huursubsidies gelanceerd. In dit rapport werden de mogelijkheden voor zulk een nieuw systeem van huursubsidies verkend. Het doel van het onderzoek was om op basis van gegevens over het huidige stelsel van huursubsidies/huurpremies en de theoretische en empirische literatuur over modaliteiten en beoordelingscriteria voorstellen te formuleren voor een nieuw huursubsidiestelsel en hiervoor een sterkte-zwakte analyse uit te voeren. Het onderzoek leidde tot voorkeur voor bepaalde modaliteiten van huursubsidies. Dit had onder meer tot gevolg dat referentiehuurprijzen (en niet feitelijke huurprijzen) werden gebruikt in de formule van de berekening van het bedrag waar een huishouden recht op heeft. In de scenario’s die uitgewerkt werden, varieerde het subsidiebedrag dus volgens een referentiehuurprijs en ook volgens het inkomen. Er werden drie verschillende manieren gebruikt voor de berekening van de eigen bijdrage van de huurder. Ten eerste werd de methode van de woonquote gebruikt waar de eigen bijdrage 30 percent van het besteedbaar inkomen bedroeg, ten tweede werd, volgens de methode van het resterend inkomen, van het besteedbaar inkomen een minimum budget afgetrokken dat nodig is voor andere goederen en diensten dan huur, en ten derde werd met een forfaitaire eigen bijdrage gewerkt die wel varieert volgens inkomenscategorie. Modaliteiten waarvoor op basis van de literatuur geen duidelijke voorkeur kon worden uitgesproken, werden op veranderlijke wijze in de simulaties opgenomen. Zo werden simulaties uitgevoerd met en zonder de voorwaarde dat de subsidieontvanger moet wonen in een woning van voldoende kwaliteit. Er werden ook verschillende manieren voorgesteld om de budgettaire kost in te perken. nrpages: 147 status: published

nrpages: 83 status: published

nrpages: 96 status: published

With tightening government budgets the criterion of cost-effectiveness has become more present in the selection of policy instruments, also in housing policy. In our study we interpret cost-effectiveness in a broader social view and consider as a cost-effective housing policy, a policy that, given a certain budget, will deliver maximum value for society. We elaborate a conceptual framework that allows to make the link between goals, context and choices about principles on the one hand, and the choice for policy instruments and their modalities on the other hand, more transparent. To that aim we use the theoretical and empirical literature about the use and impacts of policy instruments, where we not only look at housing goals but also at the wider value for society. The evaluation framework can be used by a variety of partners, not only by those involved in policy making but also by those affected by housing policy. Their experience and knowledge of the context and the reality of different types of interests is very valuable and can also lead to a higher cost-effectiveness of policy. An exercise with stakeholders revealed for example the existence of different views which, although all fitting under more generally agreed housing goals such as affordability, would require different government actions. nrpages: 165 status: published

Het onderzoek Woonfiscaliteit in Vlaanderen heeft tot doel bij te dragen tot de voorbereiding van de overdracht van de woonfiscaliteit van de federale staat naar het Vlaamse gewest. Met het federale regeerakkoord van december 2011 is in dit kader de overdracht voorzien van de bevoegdheid over de belastingverminderingen of belastingkredieten voor de eigen woning naar de gewesten. Het onderzoek wordt uitgevoerd in vier delen en wordt samengevat in Deel 5. Het onderhavige Deel 1 brengt de resultaten van een literatuurstudie over diverse aspecten rondom de huisvestingsfiscaliteit in beeld. nrpages: 226 status: published