244 results on '"Faber, J.H."'
Search Results
2. De bijdrage en potentiële bijdrage van verschillende partijen aan de veranderingen in het natuur-, landbouw- en voedselsysteem : achtergrondinformatie voor de Balans van de Leefomgeving 2023
- Author
-
Sanders, M.E., Agricola, H.J., Faber, J.H., Kamphorst, D.A., Kistenkas, F.H., Langers, F., Selnes, T., Smits, M.J.M., Woltjer, G.B., Sanders, M.E., Agricola, H.J., Faber, J.H., Kamphorst, D.A., Kistenkas, F.H., Langers, F., Selnes, T., Smits, M.J.M., and Woltjer, G.B.
- Abstract
Building on the Assessment of the Dutch Human Environment 2018 and 2020, efforts are now focused on the transition to sustainable, nature-inclusive agriculture. The binding concept that links nature, people and economy and serves as the basis for shaping the transition is the ecosystem services approach. The aim of this study is to investigate, describe and, as far as possible, quantify (and evaluate) the effects of agricultural practices on ecosystem services in land-based agriculture and offer insights into the (potential) contributions that government and the retail sector can make towards the transition. The aspects investigated include sustainable use of ecosystem services by farmers, the role of the retail sector and government, and the driving forces that can speed up or obstruct system change, such as finance (market, subsidies) and rules (legislation). The information obtained has been assembled into a coherent narrative that can be used as a background document for evaluations by the Environmental Assessment Agency (PBL) in the field of nature, agriculture and food., Voortbouwend op de Balans van de Leefomgeving 2018 en 2020 staat de benodigde transitie naar een duurzame natuurinclusieve landbouw centraal. Als handvat voor het ontwerp van de beoogde transitie is gekozen voor de ecosysteemdiensten-invalshoek als een verbindend concept tussen natuur, mensen en economie. Het doel is uit te zoeken, te beschrijven en zoveel mogelijk te kwantificeren (waarderen) van het effect van landbouwkundige keuzes op ecosysteemdiensten in de grondgebonden landbouw en het bieden van inzicht in de (potentiële) bijdrage van verschillende partijen in de keten en van de overheid aan de transitie. We kijken daarbij naar aspecten zoals duurzaam gebruik van ecosysteemdiensten door boeren, de rol van ketenpartijen en de overheid, en de drijvende krachten die een verandering van het systeem kunnen versnellen of belemmeren zoals geld (markt, subsidies) en regels (recht). Van de verzamelde informatie is een samenhangend verhaal gemaakt, dat bruikbaar is als achtergronddocument voor PBL-beleidsevaluaties op het thema natuur, landbouw en voedsel.
- Published
- 2023
3. Impacts of anthropogenic activities on the ecology and ecosystem service delivery of Lake Ziway, Ethiopia
- Author
-
van den Brink, P.J., Faber, J.H., Mengistie, A.A., Merga, Lemessa B., van den Brink, P.J., Faber, J.H., Mengistie, A.A., and Merga, Lemessa B.
- Abstract
Ethiopia is a predominantly agrarian country where about 85% of the country’s population is engaged in the agricultural sector. The sector has enjoyed substantial growth during the last two decades. To increasing crop production and productivity to achieve high agricultural growth and alleviate food security problems in the growing population through, for example, intensive use of agricultural inputs such as fertilizers and pesticides are priorities for the Ethiopian government. As a result of this agricultural intensification policy of the Ethiopian government, the use of pesticides and fertilizers has increased year to year and will be expected to further increase in the years to come. The central Ethiopian rift valley region, particularly in the vicinity of Lake Ziway, is amongst the regions where agrochemicals (pesticides and fertilizers) are most intensively used by smallholder farmers producing vegetables and fruits (e.g., tomato, onion, cabbage, green bean and pepper) and by large-scale farms producing horticulture crops (e.g., cut-flowers and grape). Residual concentrations of pesticides and nutrients used by the small- and large-scale farmers may enter Lake Ziway through several routes such as agricultural land runoff, effluent discharge, drift during spraying, and inadequate handling of remnant pesticides and empty pesticide containers. Currently, there is high concern about the pollution of Lake Ziway by residuals of agrochemicals (e.g., pesticide) and their ecological effects. In addition, Lake Ziway is under threat of pollution by urban wastes (solid and liquid wastes) sourced from the fast-growing Batu and Meki towns found at the south-west and north-west side of the lake, respectively. Therefore, a systemic investigation that assesses the ecological impacts of pollutants to Lake Ziway (e.g., pesticides, trace metals and microplastics, and nutrients) due to agricultural and urbanization in the catchment area of the lake is needed to support its conserv
- Published
- 2022
4. Stocktaking for Agricultural Soil Quality and Ecosystem Services Indicators and their Reference Values (SIREN) : EJP SOIL Internal Project SIREN Deliverable 2
- Author
-
Faber, J.H., Hanegraaf, M.C., Gillikin, Ava, Hendriks, C.M.J., Kuikman, P.J., Cousin, Isabelle, Bispo, Antonio, Obiang-Ndong, Gregory, Montagne, David, Taylor, Astrid, Bengtsson, J., ten Damme, Loraine, Meurer, Katharina H.E., Viketoft, Maria, Faber, J.H., Hanegraaf, M.C., Gillikin, Ava, Hendriks, C.M.J., Kuikman, P.J., Cousin, Isabelle, Bispo, Antonio, Obiang-Ndong, Gregory, Montagne, David, Taylor, Astrid, Bengtsson, J., ten Damme, Loraine, Meurer, Katharina H.E., and Viketoft, Maria
- Abstract
The SIREN project has made an inventory of indicator systems for assessing soil quality and ecosystem services derived from agricultural soils, as currently used by Member States associated in the EJP SOIL program and beyond. The project aimed to identify and review the national approaches to make use of soil data in the assessment of soil-related ecosystem services, and has surveyed the knowledge gaps and needs for development hindering policy implementation as experienced in the 20 countries participating in the SIREN consortium. A comprehensive conceptual framework linking soil quality to ecosystem services has been collated from earlier proposals in the scientific literature, unifying various concepts associated with soil quality and ecosystem services, and providing a glossary of consistent terminology. SIREN has also taken stock of evaluation criteria for indicators of soil quality as implemented in national soil monitoring schemes. Based on reviews of literature, international policy, international stakeholder views, wide application in national soil monitoring and application in EU projects contributing to agricultural soil quality assessment, a synthesis was produced of policy-relevant soil quality indicators with high potential for harmonised application in national and European monitoring. A tiered approach is proposed for implementation of such a minimum dataset.
- Published
- 2022
5. Bodembiologie in Europa : Een overzicht van onderzoek in het kader van EJP SOIL
- Author
-
Visser, S.M., de Haan, J.J., Faber, J.H., and Postma, J.
- Subjects
Life Science - Abstract
De 24 deelnemende landen van het European Joint Programme (EJP) SOIL (2020-2024) hebben in 2020 geïnventariseerd welke kennis er is over de effecten van klimaatslimme duurzame bodembeheerpraktijken. Alle landen noemden als uitdaging het verbeteren van efficiënt nutriëntengebruik, het verbeteren van de bodemstructuur en het verhogen van de organische stof. In Noordwest-Europa werd verbetering van de bodembiodiversiteit als een uitdaging benoemd, wat opvallend niet genoemd werd in andere delen van Europa. Het is dan ook interessant om uit te zoeken welke rol bodembiologie speelt in duurzaam bodembeheer, en of dit in Noordwest-Europa inderdaad belangrijker is dan elders.
- Published
- 2022
6. Identifying ecological production functions for use in ecosystem services-based environmental risk assessment of chemicals
- Author
-
Faber, J.H., primary, Marshall, S., additional, Brown, A.R., additional, Holt, A., additional, van den Brink, P.J., additional, and Maltby, L., additional
- Published
- 2021
- Full Text
- View/download PDF
7. Strongly enhanced dissolution rate of fenofibrate solid dispersion tablets by incorporation of superdisintegrants
- Author
-
Srinarong, P., Faber, J.H., Visser, M.R., Hinrichs, W.L.J., and Frijlink, H.W.
- Published
- 2009
- Full Text
- View/download PDF
8. Towards climate-smart sustainable management of agricultural soils : Deliverable 2.4 Roadmap for the European Joint Programme SOIL
- Author
-
Keesstra, S.D., Munkholm, L., Cornu, S., Visser, S.M., Faber, J.H., Kuikman, P.J., Thorsoe, M., de Haan, J.J., Vervuurt, W., Verhagen, J., Neumann, M., Fantappie, M., van Egmond, F.M., Bispo, A., Wall, D., Berggreen, L., Barron, J., Gascuel, C., Granjou, C., Gerasina, R., and Chenu, C.
- Subjects
Sustainable Soil Use ,Soil Physics and Land Management ,Soil, Water and Land Use ,WIMEK ,Life Science ,Duurzaam Bodemgebruik ,Bodemfysica en Landbeheer ,PE&RC ,OT Team Bedrijfssyst.onderz./Bodemkwaliteit ,ISRIC - World Soil Information ,Bodem, Water en Landgebruik - Published
- 2021
9. Trends in chemical pollution and ecological status of Lake Ziway, Ethiopia: a review focussing on nutrients, metals and pesticides
- Author
-
Merga, L.B., Mengistie, A.A., Faber, J.H., Van den Brink, P.J., Merga, L.B., Mengistie, A.A., Faber, J.H., and Van den Brink, P.J.
- Abstract
Aquatic ecosystems contribute to human well-being by delivering ecosystem services, but their protection has been given low priority in Africa. Lake Ziway in the Ethiopian Rift Valley basin provides services including irrigation, drinking water and fish food in the region. This paper reviews the biological resources and spatio- temporal variation of water quality of the lake focussing on nutrients, metals and pesticides. Lake Ziway is under increasing agricultural and urban pressure and is exhibiting deteriorating trends in several water quality and ecological parameters. Nutrients and trace metals, including PO43−, NO3−, NH4+, Ca2+, Cu and Ni of the lake have shown increasing temporal trends in concentration. Spatially, higher values of major parameters (e.g. NO3−, NH4+, K, Na and electrical conductivity) were observed at shoreline sites near floriculture farming. The water quality of the lake exceeded guideline values for drinking water (alkalinity and Fe) and for aquatic life (NH +, Fe, Cr, Cu and Se). The recently reported pesticides in the lake possibly cause ecological and human health effect. Accordingly, agriculture and urbanisation are affecting water quality of Lake Ziway, with likely negative effects on human health and the lake ecosystem function unless appropriate interventions are taken. Our results may be useful in assessing other African lakes subject to similar anthropogenic pressures in their catchments.
- Published
- 2020
10. Earthworm communities in arable land : effects of crop residue management and field margins
- Author
-
Brussaard, L., de Goede, R.G.M., Faber, J.H., Pulleman, M.M., Teixeira de Aguiar Frazão, Joana Frederica, Brussaard, L., de Goede, R.G.M., Faber, J.H., Pulleman, M.M., and Teixeira de Aguiar Frazão, Joana Frederica
- Abstract
Earthworms play key roles in cropping systems and thereby contribute to nutrient cycling, soil organic matter formation and decomposition, soil structure formation and water infiltration. Although a considerable amount of research has focussed on earthworm communities of arable fields, many knowledge gaps remain. This thesis investigated how earthworm communities in arable land are affected by the composition of the surrounding landscape and by the management of arable fields, with particular attention to crop residue management at the field level. The first study consisted of a landscape level field survey focussed on quantifying the relative contribution of three environmental filters, i.e. soil properties, management practices, and composition of the surrounding landscape on earthworm communities of arable fields and adjacent field margins. Furthermore, two experiments were carried out to study the effects of crop residue management on earthworms. One of those took place under controlled conditions in the laboratory, and focussed on the effects of crop residue placement on the performance of earthworm species, each belonging to a different earthworm ecological group, as well as the subsequent effects on soil structure formation. The other experiment consisted of manipulating the placement and amounts of crop residues in arable fields under different tillage intensities, and studying the effects of those manipulations on earthworm communities after introducing an anecic species in those arable fields. The latter ecological group is rarely found in arable fields, and the feasibility for its introductions was also assessed. Generally, the findings demonstrate the relevance of management practices in shaping earthworm communities of arable fields, while no effects of the surrounding landscape were found for the communities inhabiting the intensively managed arable fields. Regarding crop residue management, the results show that crop residue amounts and placement affect
- Published
- 2019
11. Priorities and opportunities in the application of the ecosystem services concept in risk assessment for chemicals in the environment
- Author
-
Faber, J.H., Marshall, Stuart, van den Brink, P.J., Maltby, Lorraine, Faber, J.H., Marshall, Stuart, van den Brink, P.J., and Maltby, Lorraine
- Abstract
The ecosystem services approach has gained broad interest in regulatory and policy circles for use in ecological risk assessment. Whilst identifying several challenges, scientific experts from European regulatory authorities,the chemical industry and academia considered the approach applicable to all chemical sectors and potentially contributing to greater ecological relevance for setting and assessing environmental protection goals compared to current European regulatory frameworks for chemicals. These challengeswere addressed in workshops to develop a common understanding across stakeholders on how the ecosystem services concept might be used in chemical risk assessment and what would need to be done to implement it. This paper describes the consensusoutcome of those discussions. Knowledge gaps and research needs were identified and prioritised, exploring the use of novel approaches from ecology, ecotoxicology and ecological modelling. Where applicable, distinction ismade between prospective and retrospective ecological risk assessment. For prospective risk assessment the development of environmental scenarios accounting for chemical exposure and ecological conditions was designatedas a top priority. For retrospective risk assessment the top priority research need was development of reference conditions for key ecosystem services and guidance for their derivation. Both prospective and retrospectiverisk assessment would benefit from guidance on the taxa and measurement endpoints relevant to specific ecosystem services and from improved understanding of the relationships between measurement endpointsfromstandard toxicity tests and the ecosystemservices of interest (i.e. assessment endpoints). The development of mechanistic models, which could serve as ecological production functions, was identified as a priority.A conceptual framework for future chemical risk assessment based on an ecosystem services approach is presented.presented.©
- Published
- 2019
12. Advantages and challenges associated with implementing an ecosystem services approach to ecological risk assessment for chemicals
- Author
-
Maltby, L., van den Brink, P.J., Faber, J.H., and Marshall, S.
- Abstract
The ecosystem services (ES) approach is gaining broad interest in regulatory and policy arenas for use in landscape management and ecological risk assessment. It has the potential to bring greater ecological relevance to the setting of environmental protection goals and to the assessment of the ecological risk posed by chemicals. A workshop, organised under the auspices of the Society of Environmental Toxicology and Chemistry Europe, brought together scientific experts from European regulatory authorities, the chemical industry and academia to discuss and evaluate the challenges associated with implementing an ES approach to chemical ecological risk assessment (ERA). Clear advantages of using an ES approach in prospective and retrospective ERA were identified, including: making ERA spatially explicit and of relevance to management decisions (i.e. indicating what ES to protect and where); improving transparency in communicating risks and trade-offs; integrating across multiple stressors, scales, habitats and policies. A number of challenges were also identified including: the potential for increased complexity in assessments; greater data requirements; limitations in linking endpoints derived from current ecotoxicity tests to impacts on ES. In principle, the approach was applicable to all chemical sectors, but the scale of the challenge of applying an ES approach to general chemicals with widespread and dispersive uses leading to broad environmental exposure, was highlighted. There was agreement that ES-based risk assessment should be based on the magnitude of impact rather than on toxicity thresholds. The need for more bioassays/tests with functional endpoints was recognized, as was the role of modelling and the need for ecological production functions to link measurement endpoints to assessment endpoints. Finally, the value of developing environmental scenarios that can be combined with spatial information on exposure, ES delivery and service provider vulnerability was recognized.
- Published
- 2017
13. Soil networks become more connected and take up more carbon as nature restoration progresses
- Author
-
Morriën, W.E., Hannula, S.E., Snoek, L.B., Helmsing, N.R., Zweers, Hans, de Hollander, M., Soto, Raquel Luján, Bouffaud, Marie Lara, Buée, M., Dimmers, W.J., Duyts, Henk, Geisen, Stefan, Girlanda, Mariangela, Griffiths, R.I., Jorgensen, H.B., Jensen, J., Plassart, P., Redecker, Dirk, Schmelz, R.M., Schmidt, Olaf, Thomson, Bruce C., Tisserant, Emilie, Uroz, Stephane, Winding, Anne, Bailey, M.J., Bonkowski, M., Faber, J.H., Martin, F., Lemanceau, Philippe, de Boer, W., van Veen, J.A., van der Putten, W.H., Morriën, W.E., Hannula, S.E., Snoek, L.B., Helmsing, N.R., Zweers, Hans, de Hollander, M., Soto, Raquel Luján, Bouffaud, Marie Lara, Buée, M., Dimmers, W.J., Duyts, Henk, Geisen, Stefan, Girlanda, Mariangela, Griffiths, R.I., Jorgensen, H.B., Jensen, J., Plassart, P., Redecker, Dirk, Schmelz, R.M., Schmidt, Olaf, Thomson, Bruce C., Tisserant, Emilie, Uroz, Stephane, Winding, Anne, Bailey, M.J., Bonkowski, M., Faber, J.H., Martin, F., Lemanceau, Philippe, de Boer, W., van Veen, J.A., and van der Putten, W.H.
- Abstract
Soil organisms have an important role in aboveground community dynamics and ecosystem functioning in terrestrial ecosystems. However, most studies have considered soil biota as a black box or focussed on specific groups, whereas little is known about entire soil networks. Here we show that during the course of nature restoration on abandoned arable land a compositional shift in soil biota, preceded by tightening of the belowground networks, corresponds with enhanced efficiency of carbon uptake. In mid- and long-term abandoned field soil, carbon uptake by fungi increases without an increase in fungal biomass or shift in bacterial-to-fungal ratio. The implication of our findings is that during nature restoration the efficiency of nutrient cycling and carbon uptake can increase by a shift in fungal composition and/or fungal activity. Therefore, we propose that relationships between soil food web structure and carbon cycling in soils need to be reconsidered.
- Published
- 2017
14. Risicobeheer van bodemverontreiniging in de Krimpenerwaard : Een terugblik op 20 jaar actief bodembeheer
- Author
-
de Lange, H.J., Van der Veen, Jan, Middendorp, Ben, Breedveld, M., Rietra, R.P.J.J., and Faber, J.H.
- Subjects
Sustainable Soil Use ,WIMEK ,Life Science ,Dierecologie ,Animal Ecology ,Duurzaam Bodemgebruik - Abstract
In de Krimpenerwaard liggen slootdempingen die in veel gevallen verontreinigd zijn. Het gebied wordt momenteel gesaneerd door de dempingen af te dekken met schone grond om risico’s voor landbouw en natuur te beperken. Het afdekken van dempingen was eind vorigeeeuw een nieuwe vorm van omgaan met bodemverontreiniging in landelijkgebied die in de Krimpenerwaard op grote schaal als pilotprojectBeleidsvernieuwing Bodem is toegepast.
- Published
- 2016
15. Aandacht voor de regenworm
- Author
-
Pulleman, M.M., Frazao, J.F.T.A., Faber, J.H., de Goede, R.G.M., Groot, J.C.J., and Brussaard, L.
- Subjects
land development ,aardwormen ,landschapsbeheer ,Farm Systems Ecology Group ,akkerranden ,Soil Biology ,earthworms ,landscape management ,PE&RC ,arable farming ,bodembeheer ,bodemstructuur ,landinrichting ,zuidhollandse eilanden ,Dierecologie ,Animal Ecology ,soil management ,soil structure ,akkerbouw ,field margins ,Bodembiologie - Abstract
Regenwormen leveren een belangrijke bijdrage aan de omzetting van bodemorganische stof en nutriënten en zorgen voor een goede bodemstructuur, maar ze zijn gevoelig voor verstoringen die de moderne landbouw met zich meebrengt (onder meer Pelosi et al., 2014). Naar aanleiding van strengere regelgeving rond het gebruik van meststoffen en toenemende bodemverdichting staat een beter begrip van de effecten van bodembeheer en landinrichting op regenwormengemeenschappen momenteel volop in de belangstelling.
- Published
- 2016
16. Chemicals: Assessment of Risks to Ecosystem Services (CARES)
- Author
-
Maltby, L., van den Brink, P.J., Faber, J.H., and Marshall, Stuart
- Subjects
Environmental Risk Assessment ,Aquatic Ecology and Water Quality Management ,WIMEK ,Dierecologie ,Life Science ,Animal Ecology ,Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer - Abstract
Chemicals may have positive or negative effects on human well-being. The long-term survival and well-being of human populations depend on the sustainable use of ecosystems. The biophysical components of ecosystems (i.e., land, water, air, minerals, species, genes) provide the stocks of natural capital from which benefits (e.g., clean air and water, food and fiber, disease suppression and climate regulation) flow.
- Published
- 2016
17. Functionele agrobiodiversiteit
- Author
-
Faber, J.H., Noordijk, Jinze, and Scheper, J.A.
- Subjects
Life Science ,Dierecologie ,Plantenecologie en Natuurbeheer ,Plant Ecology and Nature Conservation ,Animal Ecology - Published
- 2016
18. Monitoring van ecologische risico’s bij actief bodembeheer van slootdempingen in de Krimpenerwaard : afrondende rapportage T1-monitoring Ecologie
- Author
-
de Lange, H.J., van der Hout, A., and Faber, J.H.
- Subjects
krimpenerwaard ,WIMEK ,soil pollution ,aardwormen ,bodemverontreiniging ,polychlorinated biphenyls ,talpidae ,zuid-holland ,ecological risk assessment ,zware metalen ,earthworms ,soil remediation ,ecologische risicoschatting ,polychloorbifenylen ,bodemsanering ,Dierecologie ,Animal Ecology ,heavy metals ,risk ,risico - Abstract
In de Krimpenerwaard liggen circa 6500 slootdempingen en vuilstorten. Het dempingsmateriaal bevatregelmatig verontreinigingen, zodat voor de hele regio sprake is van een geval van ernstigebodemverontreiniging. Het gebiedsgericht bodembeheerplan voorziet in het afdekken van deverontreinigde slootdempingen met gebiedseigen schone grond. De effectiviteit van de sanering wordtgeëvalueerd op basis van monitoring van ecologische risico’s. Dit rapport beschrijft de resultaten vande T1-monitoring, waarin in een relatief korte tijd na afdekken (twee tot vier jaar) de effectiviteit vande maatregel wordt beoordeeld. De saneringsmaatregel blijkt de meeste nadelige effecten van deslootdemping op soortensamenstelling en aantallen regenwormen te hebben weggenomen. Degehalten zware metalen in twee onderzochte regenwormsoorten zijn na sanering over het algemeenlager dan de gebiedseigen referentie in de T0-monitoring. De saneringsmaatregel is dus op de kortetermijn effectief om de risico’s voor doorvergiftiging van zware metalen terug te brengen totgebiedseigen niveau. De PCB-gehalten in de twee soorten regenwormen vertonen veel variatie tussende jaren. De tendens is dat de gehalten in dempingmonsters lager zijn dan in referentiemonsters.Vanwege de grote variatie en het beperkt aantal onderzochte locaties zijn deze conclusies alleen metvoorzichtigheid te trekken. Het PCB-gehalte in mollen bleek ook sterk variabel, in ruimte en in tijd.Mollen die in de T1-monitoring gevangen zijn op afgedekte Shredder en Huishoudelijk afvaldempingen hebben significant hogere PCB-gehalten dan de dieren op de referentiepercelen. Hetafdekken van de demping heeft voor deze dempingcategorieën de ecologische risico’s onvoldoendeweggenomen. De effectiviteit op langere termijn met betrekking tot het al dan niet optreden vanherverontreiniging als gevolg van bioturbatie en capillaire opstijging werd niet onderzocht
- Published
- 2016
19. Selecting cost effective and policy-relevant biological indicators for European monitoring of soil biodiversity and ecosystem function
- Author
-
Griffiths, B.s., Römbke, J., Schmelz, R.m., Scheffczyk, A., Faber, J.h., Bloem, Jaap, Pérès, G., Cluzeau, D., Chabbi, A., Suhadolc, M., Sousa, J.p., Martins Da Silva, P., Carvalho, F., Mendes, S., Morais, P., Francisco, R., Pereira, C., Bonkowski, M., Geisen, S., Bardgett, R.d., De Vries, F.t., Bolger, T., Dirilgen, T., Schmidt, O., Winding, A., Hendriksen, N.b., Johansen, A., Philippot, L., Plassart, P., Bru, D., Thomson, B., Griffiths, R.i., Bailey, M.j., Keith, A., Rutgers, M., Mulder, C., Hannula, S.e., Creamer, R., Stone, D., Griffiths, B.s., Römbke, J., Schmelz, R.m., Scheffczyk, A., Faber, J.h., Bloem, Jaap, Pérès, G., Cluzeau, D., Chabbi, A., Suhadolc, M., Sousa, J.p., Martins Da Silva, P., Carvalho, F., Mendes, S., Morais, P., Francisco, R., Pereira, C., Bonkowski, M., Geisen, S., Bardgett, R.d., De Vries, F.t., Bolger, T., Dirilgen, T., Schmidt, O., Winding, A., Hendriksen, N.b., Johansen, A., Philippot, L., Plassart, P., Bru, D., Thomson, B., Griffiths, R.i., Bailey, M.j., Keith, A., Rutgers, M., Mulder, C., Hannula, S.e., Creamer, R., and Stone, D.
- Abstract
Soils provide many ecosystem services that are ultimately dependent on the local diversity and below ground abundance of organisms. Soil biodiversity is affected negatively by many threats and there is a perceived policy requirement for the effective biological monitoring of soils at the European level. The aim of this study was to evaluate and recommend policy relevant, cost-effective soil biological indicators for biodiversity and ecosystem function across Europe. A total of 18 potential indicators were selected using a logical-sieve based approach. This paper considers the use of indicators from the 'top down' (i.e. concerned with the process of indicator selection), rather than from the 'bottom up' detail of how individual indicators perform at specific sites and with specific treatments. The indicators assessed a range of microbial, faunal and functional attributes, newer nucleic acids based techniques, morphological approaches and process based measurements. They were tested at 6 European experimental sites already in operation and chosen according to land-use, climatic zone and differences in land management intensity. These were 4 arable sites, one each in Atlantic, Continental, Mediterranean and Pannonian climate zones, and 2 grassland sites, one each in Atlantic and Continental zones. At each site we sampled three replicated plots of contrasting management intensity and, while the treatments varied from site to site, their disturbance effects were quantified in terms of land use intensity. The field sampling and laboratory analysis were standardised through a combination of ISO protocols, or standard operating procedures if the former were not available. Sites were sampled twice, in autumn 2012 and spring or autumn 2013, with relative costs of the different indicators being determined each time. A breakdown of the cost effectiveness of the indicators showed the expected trade-off between effort required in the field and effort required in the laboratory. A
- Published
- 2016
20. Organic matter composition and the protist and nematode communities around anecic earthworm burrows
- Author
-
Andriuzzi, W.S., Phuong, N.T., Geisen, S., Keith, A.M., Dumack, K., Bolger, T., Bonkowski, M., Brussaard, L., Faber, J.H., Chabbi, A., Rumpel, C., Schmidt, O., Andriuzzi, W.S., Phuong, N.T., Geisen, S., Keith, A.M., Dumack, K., Bolger, T., Bonkowski, M., Brussaard, L., Faber, J.H., Chabbi, A., Rumpel, C., and Schmidt, O.
- Abstract
By living in permanent burrows and incorporating organic detritus from the soil surface, anecic earthworms contribute to soil heterogeneity, but their impact is still under-studied in natural field conditions. We investigated the effects of the anecic earthworm Lumbricus centralis on fresh carbon (C) incorporation, soil organic matter composition, protists, and nematodes of a Cambisol under grassland. We used plant material labelled with stable isotope tracers to detect fresh C input around earthworm-occupied burrows or around burrows from which the earthworm had been removed. After 50 days, we sampled soil (0–10 cm depth) in concentric layers around the burrows, distinguishing between drilosphere (0–8 mm) and bulk soil (50–75 mm). L. centralis effectively incorporated fresh C into the drilosphere, and this shifted soil organic matter amount and chemistry: total soil sugar content was increased compared to unoccupied drilosphere and bulk soil, and the contribution of plant-derived sugars to soil organic matter was enhanced. Earthworms also shifted the spatial distribution of soil C towards the drilosphere. The total abundance of protists and nematodes was only slightly higher in earthworm-occupied drilosphere, but strong positive effects were found for some protist clades (e.g. Stenamoeba spp.). Additional data for the co-occurring anecic earthworm species Aporrectodea longa showed that it incorporated fresh C less than L. centralis, suggesting that the two species may have different effects on soil C distribution and organic matter quality.
- Published
- 2016
21. Biomass and Diversity of Soil Mite Functional Groups Respond to Extensification of Land Management, Potentially Affecting Soil Ecosystem Services
- Author
-
de Groot, G.A., Jagers Op Akkerhuis, G.A.J.M., Dimmers, W.J., Faber, J.H., Charrier, Xavier, de Groot, G.A., Jagers Op Akkerhuis, G.A.J.M., Dimmers, W.J., Faber, J.H., and Charrier, Xavier
- Abstract
Soil mites (Acari) are ubiquitous in soil ecosystems and show a vast taxonomic diversity with a wide range of life history characteristics and feeding strategies. Various taxa contribute directly or indirectly to soil processes, including nutrient cycling, soil formation and pest control. Mites thus support important ecosystem services of soils. Yet, their community composition, and therewith service provisioning, may differ between for instance intensively managed agricultural soils and extensively managed grassland soils. We therefore hypothesized that successional changes in the abundance and diversity of soil mite functional groups (feeding types) will occur following a conversion of arable land to grassland, affecting their contribution to ecosystem services. To test this, we studied the succession of mite communities on two Long Term Observatories (LTOs) in Lusignan (France) and Veluwe (the Netherlands). At Lusignan, sampling involved four combinations of recent and historic land use types. At the Veluwe, samples were taken in a secondary succession chronosequence in grasslands, representing a time frame up to 29 years after the conversion from arable land to grassland. Biodiversity and biomass were higher in grassland than in arable land, especially for the total mite community, the predators and the main taxa aiding in decomposition. After conversion of grassland to arable land, or vice versa, both taxon richness and biomass rapidly developed towards the prevailing conditions. Our results indicated that the taxon richness and biomass of the total mite community in grassland still continued to increase up to 29 years after the conversion from arable land to grassland. Total taxon richness increased with time since conversion, which was mainly due to the immigration of decomposers and predators. The biomass of different feeding guilds increased at variable speeds. The observed changes imply an increase in nutrient cycling and in the suppression of some potenti
- Published
- 2016
22. Soil fauna: key to new carbon models
- Author
-
Filser, Juliane, Faber, J.H., Tiunov, Alexei V., Brussaard, L., Frouz, J., de Deyn, G.B., Uvarov, Alexei V., Berg, Matty P., Lavelle, Patrick, Loreau, M., Wall, D.H., Querner, Pascal, Eijsackers, Herman, Jimenez, Juan Jose, Filser, Juliane, Faber, J.H., Tiunov, Alexei V., Brussaard, L., Frouz, J., de Deyn, G.B., Uvarov, Alexei V., Berg, Matty P., Lavelle, Patrick, Loreau, M., Wall, D.H., Querner, Pascal, Eijsackers, Herman, and Jimenez, Juan Jose
- Abstract
Soil organic matter (SOM) is key to maintaining soil fertility, mitigating climate change, combatting land degradation, and conserving above- and below-ground biodiversity and associated soil processes and ecosystem services. In order to derive management options for maintaining these essential services provided by soils, policy makers depend on robust, predictive models identifying key drivers of SOM dynamics. Existing SOM models and suggested guidelines for future SOM modelling are defined mostly in terms of plant residue quality and input and microbial decomposition, overlooking the significant regulation provided by soil fauna. The fauna controls almost any aspect of organic matter turnover, foremost by regulating the activity and functional composition of soil microorganisms and their physical–chemical connectivity with soil organic matter. We demonstrate a very strong impact of soil animals on carbon turnover, increasing or decreasing it by several dozen percent, sometimes even turning C sinks into C sources or vice versa. This is demonstrated not only for earthworms and other larger invertebrates but also for smaller fauna such as Collembola. We suggest that inclusion of soil animal activities (plant residue consumption and bioturbation altering the formation, depth, hydraulic properties and physical heterogeneity of soils) can fundamentally affect the predictive outcome of SOM models. Understanding direct and indirect impacts of soil fauna on nutrient availability, carbon sequestration, greenhouse gas emissions and plant growth is key to the understanding of SOM dynamics in the context of global carbon cycling models. We argue that explicit consideration of soil fauna is essential to make realistic modelling predictions on SOM dynamics and to detect expected non-linear responses of SOM dynamics to global change. We present a decision framework, to be further developed through the activities of KEYSOM, a European COST Action, for when mechanistic SOM models i
- Published
- 2016
23. Risicobeheer van bodemverontreiniging in de Krimpenerwaard : een terugblik op 20 jaar actief bodembeheer
- Author
-
Lange, H.J. de, Veen, J. van der, Middendorp, B., Breedveld, M.M.S., Rietra R., Faber, J.H., Lange, H.J. de, Veen, J. van der, Middendorp, B., Breedveld, M.M.S., Rietra R., and Faber, J.H.
- Abstract
In de Krimpenerwaard liggen slootdempingen die in veel gevallen verontreinigd zijn. Het gebied wordt momenteel gesaneerd door de dempingen af te dekken met schone grond om risico’s voor landbouw en natuur te beperken. Het afdekken van dempingen was eind vorige eeuw een nieuwe vorm van omgaan met bodemverontreiniging in landelijk gebied die in de Krimpenerwaard op grote schaal als pilotproject Beleidsvernieuwing Bodem is toegepast.
- Published
- 2016
24. Techniques culturales sans labour. Guide pratique 2014
- Author
-
Heddadj, D., Bouvier, D., Cotinet, P., Guil, J., Pulleman, M.M., and Faber, J.H.
- Subjects
Life Science ,Dierecologie ,Soil Biology ,Animal Ecology ,PE&RC ,Bodembiologie - Published
- 2014
25. Selecting cost effective and policy-relevant biological indicators for European monitoring of soil biodiversity and ecosystem function
- Author
-
Griffiths, B.S., primary, Römbke, J., additional, Schmelz, R.M., additional, Scheffczyk, A., additional, Faber, J.H., additional, Bloem, J., additional, Pérès, G., additional, Cluzeau, D., additional, Chabbi, A., additional, Suhadolc, M., additional, Sousa, J.P., additional, Martins da Silva, P., additional, Carvalho, F., additional, Mendes, S., additional, Morais, P., additional, Francisco, R., additional, Pereira, C., additional, Bonkowski, M., additional, Geisen, S., additional, Bardgett, R.D., additional, de Vries, F.T., additional, Bolger, T., additional, Dirilgen, T., additional, Schmidt, O., additional, Winding, A., additional, Hendriksen, N.B., additional, Johansen, A., additional, Philippot, L., additional, Plassart, P., additional, Bru, D., additional, Thomson, B., additional, Griffiths, R.I., additional, Bailey, M.J., additional, Keith, A., additional, Rutgers, M., additional, Mulder, C., additional, Hannula, S.E., additional, Creamer, R., additional, and Stone, D., additional
- Published
- 2016
- Full Text
- View/download PDF
26. Effects of land use intensity on the natural attenuation capacity of urban soils in Beijing, China
- Author
-
Wang, M., Faber, J.H., Chen, W., Li, X., Markert, B., Wang, M., Faber, J.H., Chen, W., Li, X., and Markert, B.
- Abstract
Urban soils are major sinks that provide the services of attenuating and detoxifying environmental pollutants. This significant ecosystem service of urban soil can be evaluated by the natural attenuation capacity (NAC). In this research, we develop a method to calculate the natural pollutant attenuation capacity of urban soils on the basis of 5 chemical and physical measurements. By selecting municipal parks soils for reference, we assessed the spatial and temporal changes of NAC in Beijing city soils under influences of rapid urbanization. Results indicated that NAC was increasingly impacted by land use in the order: parks
- Published
- 2015
27. Anecic earthworms (Lumbricus terrestris) alliviate negative effects of extreme rainfall events on soil and plants in field mesocosms
- Author
-
Andriuzzi, W.S., Pulleman, M.M., Schmidt, O., Faber, J.H., Brussaard, L., Andriuzzi, W.S., Pulleman, M.M., Schmidt, O., Faber, J.H., and Brussaard, L.
- Abstract
Background and aims - Intense rains are becoming more frequent. By causing waterlogging, they may increase soil erosion and soil surface compaction, hamper seedling establishment, and reduce plant growth. Since anecic earthworms make vertical burrows that improve water infiltration, we hypothesised that they can counteract such disturbance. Methods - In a field experiment, intact soil mesocosms with ryegrass (Lolium multiflorum), with or without introduced adult Lumbricus terrestris, underwent either a precipitation regime with two intense rain events (36 mm, at beginning and end of spring), or a control regime with the same cumulative rainfall but no intense events. Short-term response of soil moisture and lagged response of plant growth were measured, and soil macroporosity was quantified. Results - Intense rains reduced ryegrass shoot biomass (by 16–21 % on average) only in the absence of earthworms. Waterlogging duration aboveground was not affected, whereas soil moisture contents after intense rainfall tended to drop faster with earthworms present. Continuous vertical macropores were found only in the mesocosms to which earthworms had been added. The number of such macropores was 2.4 times higher under the intense precipitation regime, despite similar earthworm survival. Conclusions - We found that anecic earthworms can offset negative effects of intense rainfall on plant growth aboveground. Underlying mechanisms, such as macropore formation and enhanced nutrient cycling, are discussed. We also observed that altered precipitation patterns can modify earthworm burrowing behaviour, as earthworms had produced more burrows under the intense regime
- Published
- 2015
28. Kijk eens wat vaker onder de graszode
- Author
-
Faber, J.H., van Dijk, M., Verbeek, I., van Eekeren, N.J.M., and Wosten, J.H.M.
- Subjects
climatic change ,observation ,rooting ,groundwater level ,vochtigheid ,humidity ,waterbeheer ,grondwaterstand ,klimaatverandering ,bodembeheer ,drought injury ,sods ,water management ,graszoden ,observatie ,beschadigingen door droogte ,soil management ,beworteling - Abstract
Kan de bodem negatieve gevolgen van klimaatverandering opvangen? Wat is de invloed van duurzaam bodembeheer op de vochthuishouding in de bodem? Hoe kan het functioneren van de bodem worden geoptimaliseerd om te anticiperen op droge of natte periodes? Deze vragen van provincie Utrecht en Waterschap Vallei & Veluwe waren aanleiding voor het SKB-project 'Kijk eens wat vaker onder de graszode'.
- Published
- 2013
29. Nitrogen retention by soil biota; a key role in the rehabilitation of natural grasslands?
- Author
-
Kemmers, R.H., Bloem, J., and Faber, J.H.
- Subjects
Sustainable Soil Use ,productivity ,restoration ,availability ,Dierecologie ,netherlands ,Animal Ecology ,Duurzaam Bodemgebruik ,fauna ,diversity - Abstract
Environmental stress is the main cause of the decline of species diversity in low-productive fen meadows in the Netherlands. Attempts to restore species diverse fen meadows e.g. by sod cutting frequently fail. We supposed that unsuccessful efforts are due to ignoring the impact of environmental stress on the performance of soil biota, which play a key role in N-immobilization and keeping available-N for primary production low. We investigated both pristine and degraded natural sites and successfully and unsuccessfully restored sites of poor and rich fen meadows. We determined plant species composition, soil chemical properties, N-pools in soil biota, N-mineralization rates, and N-fluxes. In pristine rich and poor fen meadows, mineral-N was poorly available for primary production due to a strong N-immobilization by soil biota. Annual N-immobilization fluxes exceeded by far the annual N-harvest by primary production. N-immobilization in pristine fens was higher than in degraded fens. In successfully restored rich fens, net N-mineralization was lower and N-immobilization higher than in the unsuccessful category. From our results, we derived the hypothesis that in degraded or in unsuccessfully restored fens the soils internal N-balance shifted from N-immobilization to net N-mineralization, favoring biomass production but disadvantaging plant species diversity. N-retention driven by an active N-immobilizing soil biological community, is likely a decisive process for successful recovery of plant species diversity in low productive fen meadows. We recommend that restoration techniques should stimulate a functionally diverse soil fauna, as this may enhance the storage of available nutrients in the soil food web.
- Published
- 2013
30. Beworteling van grasland en droogtetolerantie : maatregelen voor een diepere beworteling
- Author
-
Luske, B., Deru, J.G.C., Wosten, J.H.M., Faber, J.H., and van Eekeren, N.J.M.
- Subjects
zandgronden ,drought resistance ,grasslands ,droogteresistentie ,Soil Biology ,Alterra - Soil physics and land use ,soil plant relationships ,graslanden ,rooting depth ,bodemfactoren ,Dierecologie ,sandy soils ,bewortelingsdiepte ,Animal Ecology ,bodem-plant relaties ,Bodembiologie ,edaphic factors ,Alterra - Bodemfysica en landgebruik - Abstract
Aan de hand van de literatuur en langlopende proeven zijn de meest veelbelovende maatregelen om de bewortelingsdiepte van grasland te bevorderen op een rijtje gezet. Preventie van bodemverdichting door vertrapping en structuurschade en werken aan de herstelcapaciteit van de bodem is belangrijk. Maatregelen die hierbij horen zijn: verhogen van het organische stof gehalte, op peil houden van de pH en bevorderen van aantallen en activiteit van wormen. Ook kunnen er maatregelen genomen worden bij de inzaai van graslanden door snelgroeiende diepwortelende gewassen als dekvrucht te gebruiken en diepwortelende grassoorten of grasrassen te kiezen. Via de bemesting kan de beworteling verbeterd worden door de N-gift te verlagen, de N-gift uit te stellen na maaien en deze toe te dienen onder het maaiveld. Hoger maaien en minder frequent maaien of beweiden vallen ook onder de management opties voor een betere beworteling.
- Published
- 2012
31. Soil fauna and the provision of ecosystem services: a systems approach
- Author
-
Faber, J.H.
- Subjects
Dierecologie ,Life Science ,Animal Ecology - Published
- 2012
32. Droogteresistentie van grasland in de Gelderse Vallei : ‘Kijk eens wat vaker onder de graszode’
- Author
-
Faber, J.H., Wösten, H., Bakker, G., Bokhorst, J., Hummelink, E.W.J., Laros, I., van den Brink, N.W., Deru, J., Luske, B., and van Eekeren, N.J.M.
- Subjects
drought resistance ,gelderse vallei ,droogteresistentie ,precipitation ,bodembeheer ,landbouwgronden ,wateropslag ,duurzaamheid (sustainability) ,water management ,Duurzaam Bodemgebruik ,Sustainable Soil Use ,climatic change ,grasslands ,waterbeheer ,water storage ,klimaatverandering ,Alterra - Soil physics and land use ,sustainability ,graslanden ,neerslag ,Dierecologie ,Animal Ecology ,agricultural soils ,soil management ,Alterra - Bodemfysica en landgebruik - Abstract
Bij de ontwikkeling van duurzaam en klimaatbestendig bodem- en waterbeheer in de Gelderse Vallei wordt gezocht naar mogelijkheden om de capaciteit van weidegrasland voor berging en nalevering van water te vergroten. Daarbij zou actief gebruik kunnen worden gemaakt van het vermogen van landbodems om neerslag op te vangen, vast te houden en na te leveren. Dit rapport geeft resultaten van veldonderzoek, literatuurstudie en modelberekeningen van fysische en hydrologische eigenschappen van bodems op bedrijven die aangesloten zijn bij ‘Duurzaam Bodembeheer in de Gelderse Vallei/Utrecht-Oost’. Naleveringskarakteristieken worden modelmatig becijferd in relatie tot bodemtype en grondwaterpeil. Bewortelingsgraad en bewortelingsdiepte blijken succesfactoren waarmee de grootste winst kan worden behaald om de droogtegevoeligheid van grasland te verminderen en daarmee de vraag naar beregeningswater tijdens droogteperioden te beperken. Er worden alternatieve maatregelen voor graslandbeheer beschreven die hiervoor kunnen worden toegepast. In veel gevallen moet hiermee echter in de agrarische praktijk in Nederland nog ervaring mee worden opgedaan.
- Published
- 2012
33. Review of available evidence regarding the vulnerability of off-crop non-target arthropod communities in comparison to in-crop non-target arthropod communities
- Author
-
de Lange, H.J., Lahr, J., Brouwer, J.H.D., and Faber, J.H.
- Subjects
milieueffect ,fungi ,arthropodengemeenschappen ,ecotoxicologie ,bomen ,food and beverages ,akkerranden ,pesticides ,trees ,arthropods ,arthropod communities ,environmental impact ,ecotoxicology ,Library Research & Education Support ,geleedpotigen ,pesticiden ,CE - Molecular Ecology Ecotoxicology and Wildlife Management ,houtwallen ,Wageningen Environmental Research ,hedgerows ,field margins - Abstract
EFSA is revising and updating the Ecotoxicology Guidance Document on Terrestrial Risk Assessment of Pesticides (SANCO/10329/2002). For this purpose an overview of available scientific information on several topics is needed. The aim of the current literature survey was to collect and summarize the published scientific literature on (1) the composition of non-target arthropod species that occur in and outside crops, (2) their vulnerability to pesticides and (3) their potential to recover from a pesticide impact. The survey was aimed at all major groups of non-target arthropods occurring in and outside crops. In order to collect relevant literature on-line searches in various databases were carried out in December 2011 and January 2012. The searches addressed two types of scientific information: (1) publications with the results of ecotoxicological field studies in which the effects of pesticides on in-field and off-field communities of non-target arthropod communities are investigated, and (2) publications with the results of ecological studies that describe and compare the composition of in-crop and off-crop communities of non-target arthropods. The literature searches initially yielded over 1,500 articles for which the abstracts were screened, but the number of suitable papers that was finally reviewed was less than 100. The taxonomic groups for which sufficient information was found were ground beetles (Carabidae), rove beetles (Staphylinidae), spiders (Aranea), hoverflies (Syrphidae) springtails (Collembola) and bugs (Heteroptera). Most studies of these groups were conducted in Europe and for the larger part in cereals. Types of off-crop habitats varied greatly (hedgerows, flower strips, grass edges, trees, etc.). For these taxonomic groups, the number of species and their abundance was higher in the off-crop habitat than in the crop. Most species were only found in one or a few studies, indicating that geographic location and specific crop and off-crop habitat are important factors determining the species composition. For other important non-target arthropod taxonomic groups, no suitable studies were found to evaluate in- and off-crop differences in species composition and abundance. These taxonomic groups include grasshoppers, butterflies, isopods, lady beetles, bees and wasps. The available literature was not suitable or contained very little information to assess the sensitivity to pesticides and recovery and thus the vulnerability of individual species from a pesticide impact in the field. Therefore an additional approach, vulnerability analysis based on species traits, was used. The analysis was done for a selection of thirteen species that represent the mentioned dominant taxonomic groups. This vulnerability analysis showed that for insecticides, herbicides and fungicides, the average vulnerability of typical off-crop species was higher than that of typical in-crop species. The average vulnerability of species that occur in both habitats was intermediate. The difference between off-crop and in-crop species can be explained by differences in exposure and especially recovery. In-crop species are less exposed (for instance because they breed out of the pesticide spraying season) and have a greater capacity to disperse, migrate and reproduce. It is plausible that such species are more typical of in-crop habitats because they are better adapted to the varying circumstances and frequent disturbances that occur within arable fields. In the same vulnerability analysis, the two current non-target arthropod standard test species, the parasitic wasp Aphidius rhopalosiphi and the predatory mite Typhlodromus pyri, were found to be the least vulnerable of all species analysed
- Published
- 2012
34. Wormen ploegen akker in drie jaar
- Author
-
Faber, J.H.
- Subjects
aardwormen ,ecosysteemdiensten ,earthworms ,ecosystem services ,bodemfauna ,soil fauna - Abstract
Regenwormen en schimmels in de bodem hun werk laten doen in plaats van ploegen verbetert de grond en helpt tegen ziekten. Alleen heb je pas na vijf tot tien jaar profijt van omschakeling van ploegen naar niet-kerende bodembewerking.
- Published
- 2011
35. Is bodembiodiversiteit van belang voor herstel van beekdalvegetaties?
- Author
-
Kemmers, R.H., Brinkman, E.P., Bloem, J., Faber, J.H., and van der Putten, W.H.
- Subjects
CB - Bodemkwaliteit en Nutriënten ,SS - Soil Chemistry and Nature ,ecological restoration ,brook valleys ,CB - Bodemchemie en Natuur ,bodemecologie ,soil plant relationships ,soil ecology ,beekdalen ,ecologisch herstel ,CE - Molecular Ecology Ecotoxicology and Wildlife Management ,Wageningen Environmental Research ,SS - Soil Quality and Nutrients ,Laboratory of Nematology ,bodem-plant relaties ,Laboratorium voor Nematologie - Abstract
Effectgerichte maatregelen voor vegetaties richten zich doorgaans op het herstel van abiotische factoren in de bodem, zoals nutriënten- en waterhuishouding en tegengaan van verzuring. Lang niet altijd heeft dat het gewenste effect. Het is aannemelijk dat deze milieustress ook tot verstoring van het bodemleven kan leiden. De vraag is in hoeverre een goed functionerend bodemleven van belang is voor het herstel van de vegetatie. Het onderzoek richtte zich op blauwgraslanden en heischrale graslanden, vanwege hun gevoeligheid voor milieustress.
- Published
- 2011
36. Procesnorm waarborgt kwaliteit ecologisch bodemonderzoek
- Author
-
Tuinstra, J., Wagelmans, M.H.A.B., Dijkstra, S.A.C., Faber, J.H., and Rutgers, M.
- Subjects
normen ,soil pollution ,bodemverontreiniging ,bodemonderzoek ,ecological risk assessment ,ecotoxicologie ,standards ,risk assessment ,ecologische risicoschatting ,soil testing ,ecotoxicology ,risicoschatting - Abstract
Het proces van ecologische risicobeoordeling van bodemverontreiniging is beschreven in de norm NEN 5737, die in het voorjaar van 2010 verschijnt. De aanpak beschrijft de processtappen, die vooraf gaan aan en volgen op een ecotoxicologisch onderzoek, dat Triade wordt genoemd. Een Triade-onderzoek kijkt naar de lokale effecten van een bodemverontreiniging vanuit chemisch, toxicologisch en ecologisch perspectief
- Published
- 2010
37. Bodembiota en stikstofstromen in schraalgraslanden : effecten op de vegetatie
- Author
-
Kemmers, R.H., Bloem, J., and Faber, J.H.
- Subjects
soil chemistry ,grasslands ,natural areas ,Soil Science Centre ,soil plant relationships ,vegetatie ,soil biology ,Centrum Ecosystemen ,graslanden ,Centre for Ecosystem Studies ,bodemchemie ,vegetation ,natuurgebieden ,Alterra - Centrum Bodem ,Wageningen Environmental Research ,bodem-plant relaties ,bodembiologie - Abstract
In verschillende kwaliteitstypen blauwgrasland en heischraal grasland werd bodemchemisch, bodembiologisch en vegetatiekundig onderzoek uitgevoerd om te toetsen of er een relatie bestaat tussen bovengrondse en ondergrondse biodiversiteit. Hoewel verschillen tussen diverse kwaliteitstypen grasland in veel gevallen niet significant aantoonbaar zijn geven de resultaten voldoende evidentie dat het bodemleven een essentiële factor is voor de kwaliteit van de vegetatie; aantasting van onderdelen van het bodemvoedselweb leidt tot een versterkte bodemproductiviteit, maar een verminderde diversiteit en specificiteit van de vegetatie in schraalgraslanden. Effectgerichte maatregelen zouden zich daarom tevens moeten richten op het bodemvoedselweb.
- Published
- 2010
38. 10 Jaar Triade: een evaluatie
- Author
-
Wagelmans, M., Derksen, A., Lud, D., Mesman, M., and Faber, J.H.
- Subjects
research ,soil pollution ,bodemverontreiniging ,ecological risk assessment ,toxicologie ,methodology ,bodemecologie ,ecologische risicoschatting ,onderzoek ,Centrum Ecosystemen ,soil ecology ,Centre for Ecosystem Studies ,kwaliteitsnormen ,Wageningen Environmental Research ,methodologie ,quality standards ,toxicology - Abstract
Sinds 1998 wordt de Triade gebruikt voor het schatten van locatiespecifieke ecologische risico's van bodemverontreiniging. In 2008 en 2009 is een proces-NEN ontwikkels voor ecologische risicobeoordeling. Ter ondersteuning hiervan is een evaluatie uitgevoerd van all in Nederland uitgevoerde Triade projecten.
- Published
- 2010
39. Blaarkopfokplan voor de toekomst : ras van het jaar
- Author
-
Oldenbroek, J.K., Faber, J.H., Wieringa, R., Oldenbroek, J.K., Faber, J.H., and Wieringa, R.
- Abstract
Eind 2013 heeft de SZH met de blaarkopbestuurders een strategiedag gehouden. Daaruit kwam onder meer naar voren dat er behoefte is aan een goed en doelgericht fokplan. Onlangs is de Landelijke (Fok)-Commissie begonnen het fokplan uit te werken.
- Published
- 2014
40. Microarthropods inventory in grassland and arable land
- Author
-
Jagers Op Akkerhuis, G.A.J.M., Dimmers, W.J., Faber, J.H., Jagers Op Akkerhuis, G.A.J.M., Dimmers, W.J., and Faber, J.H.
- Abstract
2000-2003, microarthropod fauna inventory of arable land and grassland on sandy soil using pF-cores. Points of interest are biodiversity, nutrients and disease suppression
- Published
- 2014
41. Entomofauna inventory in riverside grasslands
- Author
-
Jagers Op Akkerhuis, G.A.J.M., Dimmers, W.J., Faber, J.H., Jagers Op Akkerhuis, G.A.J.M., Dimmers, W.J., and Faber, J.H.
- Abstract
1996 till 2000, entomofauna inventory on clay digged off riversides and on reference site in The Netherlands using pyramidtraps
- Published
- 2014
42. Ecologische kwetsbaarheidsanalyse, en hoe verder? : richting geven aan vervolgstappen
- Author
-
de Lange, H.J., Traas, T.P., Kros, J., and Faber, J.H.
- Subjects
natuurontwikkeling ,nature development ,soil chemistry ,soil pollution ,bodemverontreiniging ,ecological risk assessment ,natural areas ,ecotoxicologie ,Soil Science Centre ,ecologische risicoschatting ,Centrum Ecosystemen ,ecotoxicology ,Centre for Ecosystem Studies ,monitoring ,bodemchemie ,natuurgebieden ,Alterra - Centrum Bodem ,Wageningen Environmental Research - Abstract
Natuurontwikkeling in Nederland vindt vaak plaats op voormalige landbouwgronden of in uiterwaarden langs de grote rivieren, met meestal een bepaalde mate van bodemverontreiniging. Een ecologische risicoanalyse van de doelsoorten is nodig voor de beoogde nieuwe natuurgebieden. De huidige methodiek is daartoe niet toe in staat. Deze studie komt met methodes die bestaande kwetsbaarheidsanalyses weet te koppelen aan methodieken die wel gebruik maken van de bodemconcentratie
- Published
- 2009
43. Soil detritivores mitigate negative effects of contaminants on microorganisms
- Author
-
Heemsbergen, D.A., van Hal, J.R., Faber, J.H., Berg, M.P., and Verhoef, H.A.
- Subjects
Centre for Ecosystem Studies ,Alterra - Centre for Water and Climate ,Life Science ,Wageningen Environmental Research ,Centrum Ecosystemen ,Alterra - Centrum Water en Klimaat - Published
- 2009
44. Ecosysteemdiensten en bodembeheer : maatregelen ter verbetering van biologische bodemkwaliteit
- Author
-
Faber, J.H., Jagers op Akkerhuis, G.A.J.M., Bloem, J., Lahr, J., Diemont, W.H., and Braat, L.C.
- Subjects
bodemkwaliteit ,soil chemistry ,organische stof ,Soil Science Centre ,ecosysteemdiensten ,land use ,bodembeheer ,landgebruik ,soil biology ,Centrum Ecosystemen ,Centre for Ecosystem Studies ,bodemchemie ,Alterra - Centrum Bodem ,Wageningen Environmental Research ,soil quality ,ecosystem services ,soil management ,organic matter ,bodembiologie - Abstract
In het vernieuwde bodembeleid in Nederland komt meer nadruk op ecosysteemdiensten van de bodem. Op basis van literatuurstudie worden in dit rapport praktijkmaatregelen beschreven die ecosysteemdiensten van de bodem bevorderen. Hierbij zijn tien voor Nederland typerende combinaties van grondsoort en landgebruik in beschouwing genomen. Voor vier maatregelen is de omvang van het te verwachten resultaat beschreven, en de termijn waarop dit kan worden bereikt. Organische stof is een sleutelfactor bij alle ecosysteemdiensten van de bodem. De benadering van bodembeheer gericht op ecosysteem¬diensten is werkbaar, maar moet voor toepassing in de praktijk locatiespecifiek worden uitgewerkt. Het concept van lijkt kansrijk, maar nog weinig bekend in de praktijk, vooral bij indirect betrokkenen zoals waterschappen en provincies. Voor financiering van maatregelen die het functioneren van ecosysteemdiensten verbeteren zijn indirect betrokken stakeholders nog niet vanzelfsprekend in beeld.
- Published
- 2009
45. Functionele agrobiodiversiteit. Betere benutting van biodiversiteit leidt tot een duurzamere landbouw
- Author
-
Vosman, B., Booij, C.J.H., van Alebeek, F.A.N., Baveco, J.M., and Faber, J.H.
- Subjects
agrobiodiversiteit ,agro-biodiversity ,vollegrondsteelt ,fertilizer application ,akkerranden ,natural enemies ,arable farming ,plagenbestrijding ,natuurlijke vijanden ,outdoor cropping ,biologische landbouw ,organic farming ,bemesting ,akkerbouw ,field margins ,pest control - Abstract
Een betere benutting van de biodiversiteit maakt de landbouw minder afhankelijk van externe input zoals (chemische) gewasbeschermingsmiddelen en (kunst)mest. Dat is meteen de sleutel tot een meer duurzame, maatschappelijk geaccepteerde en gewaardeerde landbouw. In dit opzicht heeft de biologische landbouw al bij voorbaat een voorsprong op de gangbare landbouw
- Published
- 2009
46. Introductie van regenwormen ter verbetering van bodemkwaliteit
- Author
-
Faber, J.H. and van der Hout, A.
- Subjects
bodemkwaliteit ,aardwormen ,grasslands ,soil water ,earthworms ,bodemwater ,bodemstructuur ,Centrum Ecosystemen ,graslanden ,Centre for Ecosystem Studies ,landbouw ,arable land ,Wageningen Environmental Research ,soil quality ,soil structure ,bouwland ,agriculture - Abstract
Het is goed mogelijk om regenwormen te introduceren zodanig dat populaties zich blijvend vestigen. Op een termijn van enkele jaren kunnen geïntroduceerde regenwormen de eigenschappen van de bodem verbeteren door meer aggregaatvorming, grotere porositeit, betere doorluchting en waterinfiltratie en meer vochtleverend vermogen van de bodem. Daarmee hebben introducties in agrarisch grasland en akkerland potentie voor toepassing als teeltondersteunende maatregel. De succesfactoren bij de maatregel zijn echter nog onvoldoende bekend voor onmiddellijke toepassing in de praktijk. Dit rapport geeft een overzicht van de resultaten van introducties in Nederland en elders in gematigde streken. De gegevens van Nederlandse introducties komen voort uit historisch onderzoek en recent uitgevoerde veldinventarisaties. Op basis van literatuurstudie worden succes- en faalfactoren kort op een rijtje gezet, evenals de effecten van introducties op de kwaliteit van de bodem in grasland en akkerland.
- Published
- 2009
47. The effect of vertically heterogeneous contamination on the detritivore annelid community in a river floodplain soil
- Author
-
Heemsbergen, D.A., van Hal, J.R., Faber, J.H., Berg, M.P., van Straalen, N.M., and Verhoef, H.A.
- Subjects
Centre for Ecosystem Studies ,Alterra - Centre for Water and Climate ,Life Science ,Wageningen Environmental Research ,Centrum Ecosystemen ,Alterra - Centrum Water en Klimaat - Published
- 2009
48. Soil fauna distribution in heterogeneous soils
- Author
-
Heemsbergen, D.A., Dimmers, W.J., Faber, J.H., Berg, M.P., and Verhoef, H.A.
- Subjects
Centre for Ecosystem Studies ,Alterra - Centre for Water and Climate ,Life Science ,Wageningen Environmental Research ,Centrum Ecosystemen ,Alterra - Centrum Water en Klimaat - Published
- 2009
49. Op termijn stopt de hele landbouw met ploegen
- Author
-
Faber, J.H.
- Subjects
Life Science - Published
- 2009
50. Biodiversity effects on soil processes explained by interspecific functional dissimilarity
- Author
-
Heemsbergen, D.A., Berg, M.P., Loreau, M., van Hal, J.R., Faber, J.H., and Verhoef, H.A.
- Subjects
Centre for Ecosystem Studies ,Alterra - Centre for Water and Climate ,Life Science ,Wageningen Environmental Research ,Centrum Ecosystemen ,Alterra - Centrum Water en Klimaat - Published
- 2009
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.