Search

Made available in DSpace on 2019-10-04T12:42:47Z (GMT). No. of bitstreams: 0 Previous issue date: 2018-07-01. Added 1 bitstream(s) on 2021-07-15T15:04:58Z : No. of bitstreams: 1 S0104-77602018000300162.pdf: 1031369 bytes, checksum: c2d0028d11d2931b8803f6af7d1f78dc (MD5) Eucalyptus stands out in the Brazilian silvicultural sector as the most planted tree species for commercial purposes thus, practices that facilitate management and improve wood quality are increasingly required. Although artificial mechanical pruning has been used for this crop, the use of herbicides for pruning can be more practical, rapid and have lower costs. Thus, the objective of this work was to evaluate the use of glufosinate ammonium in the chemical pruning of eucalyptus plants. Eucalyptus seedlings were transplanted into 10-L pots filled with soil and substrate and subjected to the treatments (mechanical pruning, chemical pruning, and no pruning) 90 days after transplanting. Lateral branches were cut with pruning shears for the mechanical pruning. Glufosinate ammonium (500 g a.i. ha(-1)) was applied to the sides of the plants for the chemical pruning, simulating a fieldplanting row (3.5 x 2.0 meters), using a CO2-pressurized sprayer; the untreated branches were covered with plastic bags to avoid receiving the herbicide. The percentage of artificial pruning used was 60% of the vertical height of the eucalyptus plants. Glufosinate, glutamate, and ammonia contents, electron transport rate, percentage of pruning, plant height, number of leaves, and dry matter mass of the plants were evaluated. The application of glufosinate ammonium defoliate the treated branches and did not affect significantly the parts of the plants that did not receive the herbicide regarding the evaluated compounds, and growth of the plants, denoting that glufosinate ammonium can be used for chemical pruning of eucalyptus plants. Sao Paulo State Univ, Botucatu, SP, Brazil Bayer Environm Sci, Botucatu, SP, Brazil Sao Paulo State Univ, Botucatu, SP, Brazil

Previous experiences demonstrated the efficiency of the floating system for growing lisianthus (Eustoma grandiflorum L.) seedlings. Using this system, root growth usually expands through the plug cell drainage hole into the solution originating some difficulties at transplant. Pruning roots could facilitate transplant as seedlings could be taken out of the tray more easily. However, root damages at the cutting point are a possible access for pathogens. The use of Cu(OH)2 in the nutrient solution as a chemical pruning method was evaluated. Lisianthus seeds were sown in floating trays and placed in nutrient solutions containing 0, 12, 23, 46, 92 and 138 g L-1 Cu(OH)2. After 30, 40, 47 and 54 days, fresh and dry weights of seedlings were recorded. When seedlings reached four expanded leaves they were transplanted to soil in a greenhouse. At flowering, shoots were harvested to evaluate flower stem quality. Total root and shoot fresh and dry weights were higher for seedlings cultivated with 0.023 or higher doses of Cu(OH)2. However, roots mass inside the tray cell were higher in all treatments compared to the control. The use of Cu(OH)2 during plug stage improved transplant size and no effect on further plant growth and development was observed En el sistema de almácigos flotantes el crecimiento de las raíces generalmente excede el volumen de la celda pudiendo ocasionar algunas dificultades en el trasplante. La poda mecánica de raíces podría permitir que los plantines sean extraídos de la bandeja con mayor facilidad. Sin embargo, daños en las raíces debido al corte podrían ser vías de ingreso de patógenos. Semillas de lisianthus (Eustoma grandiflorum L.) fueron sembradas en bandejas flotantes utilizando soluciones nutritivas con 0, 12, 23, 46, 92 y 138 mg L-1 de Cu(OH)2 para evaluar su uso como agente de poda química. Luego de 30, 40, 47 y 54 días, se registró el peso fresco y seco de los plantines. Posteriormente se trasplantaron a un cantero dentro de un invernáculo y en floración se cosecharon para determinar la calidad de la vara. El peso fresco y seco de los plantines fue mayor al control en los tratamientos con 23 mg L-1 o mayores concentraciones de Cu(OH)2. Sin embargo, la masa de raíces dentro de la celda fue mayor en todos los tratamientos respecto del control. El uso de Cu(OH)2 durante la producción de plantines mejoró el tamaño del plantín y no tuvo efecto en el crecimiento y desarrollo posterior del cultivo. Inst. de Floricultura Fil: Barbaro, Lorena Alejandra. Instituto Nacional de Tecnología Agropecuaria (INTA). Instituto de Floricultura; Argentina Fil: Karlanian, Monica. Instituto Nacional de Tecnología Agropecuaria (INTA). Instituto de Floricultura; Argentina Fil: Mata, Diego Alejandro. Instituto Nacional de Tecnología Agropecuaria (INTA). Instituto de Floricultura; Argentina

Tesis para optar al grado de Magister Scientiae en Cultivos Intensivos, de la Universidad Nacional del Litoral, en 2014 En las plantas de tomate, la extracción de los brotes axilares es una práctica necesaria durante el desarrollo del cultivo. Con el objetivo de simplificar esta tarea, que insume tiempo y gastos en mano de obra, se probó la aplicación de un regulador de crecimiento, usado comúnmente en cultivo de tabaco. Se realizaron dos experiencias, la primera en el año 2009, bajo cobertura, en campo de productor y la segunda en el año 2012, en un invernáculo de la EEA Paraná. El producto se aplicó en forma localizada y a toda la planta, en 1ra. y 4ta. inflorescencia, en la primera experiencia, y en 1ra. inflorescencia, en la segunda experiencia. Para evaluar el efecto del producto desbrotador se realizaron mediciones de biomasa seca de brotes, área foliar, altura de plantas, número de inflorescencias, número de frutos, biomasa seca de las plantas, rendimiento en número y peso de frutos. Los resultados fueron diferentes para ambas experiencias, en la primera no hubo diferencias entre los tratamientos, ni efectos visuales y en la segunda, las plantas manifestaron alta susceptibilidad en las pulverizaciones totales, mientras que en las localizadas fue más atenuada y se observó un fuerte efecto sobre los brotes axilares, si bien en los rendimientos no hubo diferencias significativas. The pruning of axillary shoots in tomato plants is a necessary practice during the growing process. With the aim of simplifying this task, that takes time and requires labour investment, a growing regulator, commonly used in tobacco crop, was applied. Two experiments were carried out: the first one, under a commercial green house, in 2009, and the second one, in a glass house of Experimental Agricultural Station in Paraná, in 2012. In the first experiment, the product was applied both in a localized way and totally to the whole plant, at the first and fourth florescence stage. In the second experiment, it was applied only at the first florescence stage. To evaluate the pruning effect of the growth regulator different elements were measured: dry biomass of shoots, leaves area, plant height, number of florescences, fruit number, dry biomass of plants, number and weight of fruits and yield. The results were different for each experiment: in the first one, there were neither differences in the treatments nor in visual effects; in the second one, plants showed great sensitivity to total spraying but, in localized spraying, a strong effect only axillar shots was seen. There was no difference in yield between plants with manual shoot pruning and those without shoot extraction. EEA Paraná Fil: Ramos, Liliana. Instituto Nacional de Tecnología Agropecuaria (INTA). Estación Experimental Agropecuaria Paraná; Argentina

In 2012 vergeleek PPO voor het derde jaar op rij verschillende bloemdunstrategieën bij appel. In tegenstelling tot 2011 gaven verschillende behandelingen een behoorlijke dunning. Dit ondanks, of misschien wel dankzij het wisselvallige weer van 2012.

Het Productschap Tuinbouw financierde onderzoek naar chemische dunning bij Conference. Potentieel nieuw toe te passen middelen zijn in diverse combinaties en doseringen toegepast en vergeleken met handgedunde objecten. De resultaten van de proef, uitgevoerd door Pieter van der Steeg van PPO Fruit te Randwijk, zijn veelbelovend.

In 2010 is door PPO-Fruit in Randwijk een dunproef uitgevoerd bij Conference. Het doel van het onderzoek was het ontwikkelen van een betrouwbare methode voor chemische vruchtdunning van Conference. Drie middelen zijn in verschillende concentraties en combinaties getoetst op effecten op vruchtdunning, vruchtgrootte en vruchtkwaliteit bij Conference. Tevens is onderzocht of aanvullend handdunnen het eventuele negatieve effect op de vruchtmaat opheft. De aanvullende handdunning maakt daarnaast ook duidelijk hoeveel handdunwerk wordt bespaard door toepassing van de gebruikte chemische middelen.

Dunning bij appel is en blijft een belangrijk aandachtspunt tijdens de teelt. Om meer kennis en ervaring op te doen en om meer inzicht te krijgen, zette PPO Fruit in 2010 een driejarig project op.

In 2010 is door PPO-Fruit in Randwijk een dunproef uitgevoerd bij Conference. Het doel van het onderzoek was het ontwikkelen van een betrouwbare methode voor chemische vruchtdunning van Conference. Drie middelen zijn in verschillende concentraties en combinaties getoetst op effecten op vruchtdunning, vruchtgrootte en vruchtkwaliteit bij Conference. Tevens is onderzocht of aanvullend handdunnen het eventuele negatieve effect op de vruchtmaat opheft. De aanvullende handdunning maakt daarnaast ook duidelijk hoeveel handdunwerk wordt bespaard door toepassing van de gebruikte chemische middelen.

PPO Fruit in Randwijk voerde in 2009 een dunproef uit bij Conference. In deze proef werden drie middelen met elkaar vergeleken die bij appel een goede dunnende werking hadden. De middelen gaven in proeven in 2007 en 2008 dunning bij Conference zeker mogelijk is, maar dat er nog wel een aantal risico's aan kleven.

Het Productschap Tuinbouw financiert dit onderzoek

In Nederland was in het verleden geen grote behoefte aan chemische dunning bij de teelt van Conference peren. Beurtjaren komen soms voor bij peer, maar geven geen aanleding tot vruchtdunning op grote schaal. De vraag naar grote peren neemt echt toe. de prijzen van peren boven 65 mm zijn veel hoger dan de prijzen van kleinere peren. In jaren met een goede bloei en vruchtzetting is handdunning nodig om het drachtniveau te verminderen en een zo groot mogelijk percentagen peren in de maatklasse boven 65 mm te krijgen. de hoge kosten voor arbeid maken handdunning erg duur. chemische dunning kan grote peren opleveren zonder de hoge arbeidskosten. Momenteel zijn er in Nederland nog geen middelen toegelaten voor het dunnen van peren. In dit onderzoek is de dunnende werking onderzocht van een aantal middelen waarvan bekend is dat ze bij appel of peer dunnend kunnen werken.

In Nederland was in het verleden geen grote behoefte aan chemische dunning bij de teelt van Conference peren. Beurtjaren komen soms voor bij peer, maar geven geen aanleding tot vruchtdunning op grote schaal. De vraag naar grote peren neemt echt toe. de prijzen van peren boven 65 mm zijn veel hoger dan de prijzen van kleinere peren. In jaren met een goede bloei en vruchtzetting is handdunning nodig om het drachtniveau te verminderen en een zo groot mogelijk percentagen peren in de maatklasse boven 65 mm te krijgen. de hoge kosten voor arbeid maken handdunning erg duur. chemische dunning kan grote peren opleveren zonder de hoge arbeidskosten. Momenteel zijn er in Nederland nog geen middelen toegelaten voor het dunnen van peren. In dit onderzoek is de dunnende werking onderzocht van een aantal middelen waarvan bekend is dat ze bij appel of peer dunnend kunnen werken.

Dit onderzoek is gefinancierd door het Productschap Tuinbouw

Dit onderzoek is gefinancierd door het Productschap Tuinbouw

In 2012 vergeleek PPO voor het derde jaar op rij verschillende bloemdunstrategieën bij appel. In tegenstelling tot 2011 gaven verschillende behandelingen een behoorlijke dunning. Dit ondanks, of misschien wel dankzij het wisselvallige weer van 2012.

Het Productschap Tuinbouw financierde onderzoek naar chemische dunning bij Conference. Potentieel nieuw toe te passen middelen zijn in diverse combinaties en doseringen toegepast en vergeleken met handgedunde objecten. De resultaten van de proef, uitgevoerd door Pieter van der Steeg van PPO Fruit te Randwijk, zijn veelbelovend.

Dunning bij appel is en blijft een belangrijk aandachtspunt tijdens de teelt. Om meer kennis en ervaring op te doen en om meer inzicht te krijgen, zette PPO Fruit in 2010 een driejarig project op.

PPO Fruit in Randwijk voerde in 2009 een dunproef uit bij Conference. In deze proef werden drie middelen met elkaar vergeleken die bij appel een goede dunnende werking hadden. De middelen gaven in proeven in 2007 en 2008 dunning bij Conference zeker mogelijk is, maar dat er nog wel een aantal risico's aan kleven.

Het Productschap Tuinbouw financiert dit onderzoek