Search

Contains fulltext : 234055.pdf (Publisher’s version ) (Open Access), In this retrospective analysis, the Newborn Life Support (NLS) test scenario performance of participants of the Dutch Neonatal Advanced Life Support (NALS) course was assessed. Characteristics of participants and total amount of failures were collected. Failures were subdivided in (1) errors of omission; (2) errors of commission; and (3) unspecified if data was missing. Pearson's chi-squared test was used to assess differences between participant groups. In total, 23 out of 86 participants (27%) failed their NLS test scenario. Life support course instructors in general (20/21) passed their test scenario more often compared to other participants (43/65) (p = 0.008). In total 110 fail items were recorded; the most common errors being not assessing heart rate (error of omission) (n = 47) and inadequate performance of airway management (error of commission) (n = 24).Conclusion: A substantial part of NALS participants failed their NLS test scenario. Errors of omission could be reduced by the availability of a checklist/NLS algorithm. Life support course instructors possibly make less errors of commission due to retention of skills by teaching these skills at least twice a year. Therefore, our study suggests that neonatal basic life support skills should be retained by local assurance of training programmes. What is Known: • Retention of skills after life support courses decreases after three months. • Adherence to newborn life support guidelines is suboptimal. What is New: • NLS performance is suboptimal in participants for advanced neonatal life support. • Most common failures are not assessing heart rate and inadequate airway management.

Background: Perinatal asphyxia and resulting hypoxic-ischemic encephalopathy is a major cause of death and long-term disability in term born neonates. Up to 20,000 infants each year are affected by HIE in Europe and even more in regions with lower level of perinatal care. The only established therapy to improve outcome in these infants is therapeutic hypothermia. Allopurinol is a xanthine oxidase inhibitor that reduces the production of oxygen radicals as superoxide, which contributes to secondary energy failure and apoptosis in neurons and glial cells after reperfusion of hypoxic brain tissue and may further improve outcome if administered in addition to therapeutic hypothermia. Methods: This study on the effects of ALlopurinol in addition to hypothermia treatment for hypoxic-ischemic Brain Injury on Neurocognitive Outcome (ALBINO), is a European double-blinded randomized placebo-controlled parallel group multicenter trial (Phase III) to evaluate the effect of postnatal allopurinol administered in addition to standard of care (including therapeutic hypothermia if indicated) on the incidence of death and severe neurodevelopmental impairment at 24 months of age in newborns with perinatal hypoxic-ischemic insult and signs of potentially evolving encephalopathy. Allopurinol or placebo will be given in addition to therapeutic hypothermia (where indicated) to infants with a gestational age ≥ 36 weeks and a birth weight ≥ 2500 g, with severe perinatal asphyxia and potentially evolving encephalopathy. The primary endpoint of this study will be death or severe neurodevelopmental impairment versus survival without severe neurodevelopmental impairment at the age of two years. Effects on brain injury by magnetic resonance imaging and cerebral ultrasound, electric brain activity, concentrations of peroxidation products and S100B, will also be studied along with effects on heart function and pharmacokinetics of allopurinol after iv-infusion. Discussion: This trial will provide d

Den Haag werd op 20 september tijdens de Nationale Groendag uitgeroepen tot de Groenste Stad van Nederland. De vakjury van de Nationale Groencompetitie Entente Florale benoemde Lisse tot het Groenste Dorp van ons land. Een half jaar later kijken we met de winnaars terug op de impact van de winst en de uitdagingen voor de toekomst.

Bij de nationale groencompetitie van Entente Florale wordt het onderdeel ‘gezonde leefomgeving’ vanaf 2017 volwaardig meegenomen bij de jurering. Juryleden Josine van den Bogaard (grotere gemeenten) en Jaap Toet (kleinere gemeenten) gaan er nader op in.

Geen van de tien grootste Nederlandse gemeenten koopt 100 procent duurzaam in. Dat blijkt uit onderzoek van CLM Onderzoek en Advies in opdracht van Greenpeace Nederland. Hoe kan het dat die grote gemeenten zich niet houden aan het Klimaatakkoord uit 2007? We spreken met Michiel van Geelen, campagneleider landbouw Greenpeace Nederland en een afvaardiging van de gemeente Boxtel vertelt dat duurzaam inkopen niet lastig hoeft te zijn.

Woningcorporaties beheren indirect vaak grote delen van de stad. In Eindhoven is bijvoorbeeld 30 procent van het oppervlak in handen van woningen die horen bij woningcorporaties. De positieve impact die een woningcorporatie kan hebben op het klimaatadaptief maken van een stad is dan ook groot. Hoe zien Woonbedrijf Eindhoven en Servatius in Maastricht hun rol in de transitie naar een gezonde, groene stad.

Vogels gelden als een belangrijke graadmeter voor de kwaliteit van de leefomgeving. Gaat het goed met de vogels in een stad, dan gaat het goed met het groen in de omgeving. Reden genoeg om Stefan Vreugdenhil, programmamanager ‘Ecologisch duurzaam en vogel- vriendelijk stadsontwerp’ bij Vogelbescherming Nederland, het hemd van zijn lijf te vragen. Hoe maken we een aangenaam vogelklimaat?

Gemeente Laarbeek en gemeente Krimpen aan den IJssel wonnen afgelopen jaar de titel ‘Groenste ge- meente van Nederland’. De verantwoordelijke wethou- ders krijgen vijf vragen om uit te leggen hoe ze deze winst hebben bereikt en waarom er zo weinig correlatie lijkt te zitten tussen de politieke kleur en groenbeleid binnen een gemeente.

In 2050 moet Nederland klimaatbestendig en waterrobuust zijn ingericht en in 2020 dient het klimaatbestendig inrichten van de openbare ruimte in beleid en handelen verankerd te zijn. Dit zijn de ambities die gesteld zijn in de deltabeslissing Ruimtelijke Adaptie van het Deltaprogramma. Laura Kleerkoper, onderzoeker aan de Hogeschool van Amsterdam, deed onderzoek naar het klimaatadaptief inrichten van Nederlandse wijken en bracht met haar team het hand- en inspiratieboek ‘Het klimaat past ook in uw straatje’ uit.

In het Limburgse Haelen staat het duurzaamste kantoor ter wereld. Circulaire bouwmaterialen, energieneutraal en natuurlijk een tuin waar natuurbeleving en biodiversiteit vooropstaan. Vitale Groene Stad spreekt met de betrokkenen: tuinontwerpster Iverna Zaalberg en kweker Laurens Lageschaar over de plantenkeuzes, wethouder gemeente Leudal Piet Verlinden over de groenstrook die in bruikleen is gegeven en met Sander Geelen, directeur Geelen Counterflow en trotse eigenaar van dit vooruitstrevende kantoor.

Welke kwaliteit mag je verwachten bij het snoeien van bomen? Daar verschillen de meningen in snoeiland nogal eens over. Gemeentelijke opdrachtgevers werkten afraffelbeleid in de hand en kozen vaak voor de goedkoopste aanbieders. Achteraf werd gesteggeld over de behaalde kwaliteit en bijbehorende prijs. De Resultaatsmeter van het Norminstituut Bomen maakt een einde aan de boom- en vergoedingsdiscussies door snoeikwaliteit objectief te meten. Waterschap Scheldestromen omarmt de methodiek.

Veel gemeenten roepen subsidies in het leven om groene daken te stimuleren. Ze bevorderen namelijk de biodiversiteit, vangen water op, houden het dak koel en leveren een bijdrage aan de luchtkwaliteit. Maar waar geld is, komen cowboys en ligt een slechte uitvoering op de loer. Vitale Groene Stad spreekt met wethouder gemeente Amstelveen Peter Bot over het belang van subsidies en met Peter Koop, van adviesbureau Enk Groen & Golf over het aanleggen van een goed groen dak.

Weerpresentator Gerrit Hiemstra zorgde voor de nodige ophef door het journaal van 2 juni 2016 te beginnen met de ietwat cynische zin "welkom in het nieuwe klimaat". Niet een schokkende constatering, maar de zin werd toch massaal overgenomen door de media. Waar iedereen al decennia voor waarschuwt, werd met fikse overstromingen in Frankrijk, Duitsland en ook in ons eigen Nederland duidelijk. "Het wordt nu tijd om concrete stappen te zetten", aldus Hiemstra.

Ruim een derde van de Nederlanders komt niet aan de beweegnorm passend bij hun leeftijd. Het zijn schokkende cijfers, vindt Erik Scherder, maar hoe krijgen we de Nederlanders uit hun stoel? ‘Natuur in de stad speelt daar een heel belangrijke rol in.’ De professor, bij het grote publiek bekend van zijn bevlogen optredens in De Wereld Draait Door, bestudeert al decennia ons brein en leidt de strijd tegen het ‘drama van inactiviteit’.

Groen in de wijk is essentieel voor de gezondheid van de inwoners van een gemeente. Daarom wordt het onderdeel "gezondheid" dit jaar prominenter meegenomen in de jurering van de Nationale Groencompetitie. Juryleden hadden de eer om de inzendingen te beoordelen. De deelnemers worden besproken aan de hand van de zeven vuistregels voor gezond groen die de GGD's eerder opstelden.

Gemeente Ommen koos drie jaar geleden bewust voor prairiebeplanting op drie verschillende plekken in het centrum van Ommen. Wat levert het de stad op en wat vinden de bewoners van de nieuwe beplanting?

Tsjilpende vogels. Langzaam word je wakker. De geur van gemaaid gras prikkelt je neusvleugels. Je rekt je genoeglijk uit. Opstaan. Eerst een kopje thee. De dauw op de weilanden glinstert in het licht van de opkomende zon. Even van het uitzicht genieten. Zo presenteert Veghels Buiten zich aan toekomstige bewoners. Rust, ruimte en bovenal veel natuur om van te genieten, dat vind je in dit nieuwe woongebied aan de rand van de stad. Is dit de groene stad van de toekomst?

"Kunnen jullie voor ons onderzoeken wat de toegevoegde waarde is van groenblauwe infrastructuren voor de stad?" Dit was de vraag die het college van rijksadviseurs en het Planbureau voor de Leefomgeving neerlegden bij De Urbanisten. Wat volgde is een uitgebreid ontwerpend onderzoek gefocust op de gemeente Zwolle met de naam "Goed Groen is Goud Waard". Van Peijpe neemt ons mee in het onderzoek aan de hand van acht stappen.

Op 1 januari 2015 trad de Participatiewet in werking. Bedrijven met meer dan 25 fte's moeten toewerken naar een situatie waarin 5% van het personeelsbestand wordt ingevuld door werknemers uit de voormalige Wwb, Wsw en Wajong. De sociale werkplaatsen trekken zich terug en de taak ligt bij het bedrijfsleven. De Groenmakers uit Doetinchem is een bedrijf dat deze handschoen oppakt. Directeur Jan van Ulst schetst de 'eindeloze kansen'.

Overal in het land verschijnen moestuinen, Albert Heijn boekte succes met haar eigen 'moestuintjes' en in het EO-programma Van Hollandse Bodem strijden duo's om de beste paprika, boon of aardbei. Stadslandbouw is booming. In de luwte van de groente- en fruithype neemt tegelijkertijd het aantal varkens, kippen en schapen in de Nederlandse wijken toe. 'Het lijkt onschuldig, maar er is nog te weinig bekend over de risico's, aldus Dinand Ekkel, lector aan het Kenniscentrum Groene en Vitale Stad van het CAH Velentum.

Versie 1.1 – English summary - Final, OTB Research, Architecture and The Built Environment

Vaste planten: ze zijn duur, vatbaar voor ziekten en ze vereisen grondig onderhoud – rond vaste planten in het openbaar hangen veel misvattingen en vooroordelen. De gemeente Enschede gaf de plantenvorm een kans en raakte overtuigd. ‘Met de juiste samenstelling staan de planten van de lente tot de herfst in bloei én ze zijn niet duurder in het onderhoud ten opzichte van heesters’, stelt Ilse ten Brake, projectmedewerker Stadsdeelbeheer Enschede Zuid, tevreden vast.

Jaarlijks pompen gemeenten miljoenen in de aanleg en het beheer van kleine groene ruimten en speelplekken, maar is dat wel nodig? ‘Soms wordt volgens schema een speelplek gerenoveerd terwijl de speeltoestellen al weken niet zijn gebruikt’, stelt Frits van den Berg van de GGD Amsterdam. ‘Wij ontwikkelen tools om het gebruik te monitoren en te verbeteren.’

De openbare ruimte verfraaien door de juiste mensen met elkaar in contact te brengen: het behoort tegenwoordig tot het takenpakket van Bert Griffioen van Griffioen Wassenaar. De ondernemer transformeerde de laatste jaren van kweker die ‘gewoon’ de planten levert tot een tussenpersoon op zoek naar de juiste coalities. Hoe gaat dit in zijn werk en hoe slecht hij barrières tussen verschillende vakgebieden?

Kombrink kwam ooit met het idee, Bolsius nam het over, Van Huffelen gooide het roer om en Eerdmans intensiveert het project. Vier wethouders die allemaal een duidelijk standpunt hebben: de noordrand van Rotterdam moet groen blijven. Ruim vijftien jaar na de eerste hersenspinsels geeft de gemeente samen met Natuurmonumenten én de boeren invulling aan het enige nog bestaande Rotterdamse cultuurhistorische polderlandschap.

GIS technology, OTB Research Institute for the Built Environment

Contains fulltext : 53426.pdf (publisher's version ) (Closed access)