1. Uncertainty analysis of SMART2-SUMO2-P2E-MOVE4 : the nature planner soil and vegetation model chain
- Author
-
Wamelink, G.W.W., Akkermans, L.M.W., Brus, D.J., Heuvelink, G.B.M., Mol, J.P., and Schouwenberg, E.P.A.G.
- Subjects
CB - Bodemgeografie ,nature management ,simulation models ,soil water ,vegetatie ,Leerstoelgroep Landdynamiek ,natuurbeheer ,Landscape Centre ,vegetation ,bodemgeschiktheid ,SS - Soil Geography ,Land Dynamics ,Wageningen Environmental Research ,uncertainty analysis ,CL - Ecological Models and Monitoring ,SS - Soil Chemistry and Nature ,Alterra - Centrum Landschap ,CB - Bodemchemie en Natuur ,bodemwater ,PE&RC ,simulatiemodellen ,soil suitability ,Biometris ,WOT Natuur & Milieu ,CL - Ecologische Modellen en Monitoring ,onzekerheidsanalyse - Abstract
Models and model chains can provide a powerful tool to evaluate government policies regarding, e.g., nitrogen deposition or climate change. Since decisions based on model simulations can have a major impact on society, it is important to know the accuracy and uncertainty of the model simulations. This report offers an account of the uncertainty in the heart of the model chain of ‘Nature Planner’. This chain consists of a soil model (SMART2), a vegetation succession model (SUMO2) and a plant species prediction model (MOVE4). Uncertainty was introduced in the most important model parameters, as well as two important input maps; a soil map and a groundwater map. Modellen en modelketens kunnen een krachtig instrument vormen om het overheidsbeleid op gebieden als stikstofdepositie of klimaatverandering te evalueren. Aangezien op modelsimulaties gebaseerde beslissingen grote maatschappelijke gevolgen kunnen hebben, is kennis van de nauwkeurigheid en de mate van onzekerheid van deze simulaties van groot belang. In dit rapport beschrijven wij de onzekerheid veroorzaakt door de belangrijkste modellen in de Natuurplanner. De Natuurplanner bestaat onder andere uit een bodemmodel (SMART2), een vegetatiesuccessiemodel (SUMO2) en een planten-soorten voorspellingsmodel (MOVE4). De voortplanting van onzekerheid is berekend op basis van de onzekerheid in modelparameters en de twee belangrijke invoerkaarten: bodemkaart en grondwaterkaart. De voornaamste bron van onzekerheid zijn de drie regressiefuncties die worden gebruikt om de modelresultaten (pH, stikstof-beschikbaarheid en voorjaarsgrondwaterstand) te vertalen in Ellenberg-indicatorwaarden. Op enkele van de 1500 bestudeerde sites geven ook de parameters van het bodemmodel en de invoerkaarten significante bijdragen aan de onzekerheid. Om de onzekerheid te beperken, bevelen we aan om de Ellenberg-indicatorwaarden te vervangen door indicatorwaarden die op veld-metingen zijn gebaseerd.
- Published
- 2011