Search

Een hoge suikeropbrengst zorgt voor het beste rendement van de suikerbietenteelt. Door percelen van top- en middentelers te vergelijken, worden de zaken die van belang zijn voor een hoge opbrengst zichtbaar. Om de opbrengst te verhogen, is het zaak te letten op een goede bodemstructuur en de ziekten en plagen in de hand te houden. Met name het bietencysteaaltje en de bladschimmels zijn hierbij van belang. De oogstverliezen zo veel als mogelijk beperken levert eenvoudig een opbrengstverbetering op

Zogenoemde gruwelroutes laten telers zien hoe aaltjesschade in het veld is te herkennen en met welke maatregelen de schade is te beperken

Binnenkort moet u een keuze maken uit de lijst van de suikerbietenrassen die voor 2009 aangeboden wordt. De belangrijkste keuze die u moet maken, is die voor één van de drie categorieën: voor percelen met rhizoctonia, percelen met witte bietencysteaaltjes of percelen met geen van beide. Binnen deze drie categorieën moet u kiezen voor de hoogste financiële opbrengst of voor één van de andere eigenschappen

Ondanks het feit dat nematoden (kleine wormen) grote schade kunnen aanrichten in grasvelden, is er toch nog een tekortkoming aan kennis wat betreft sportvelden in Europa. Dit staat in schril contrast met het onderzoek dat in de Verenigde Staten gebeurt, voornamelijk gericht op putting greens van golfvelden. Bijna alle Amerikaanse staten hebben op hun universiteit een departement voor turfgras. ‘Turfgrass science’ is een opleiding die gevolgd kan worden op tientallen Turfgras universiteiten. Nematoden worden er behandeld als tweede grootste veroorzaker van turfgrasziekten, na de schimmels. Het onderzoek in Europa staat gelukkig niet helemaal stil. De Belgische student Bart Vandenbossche richtte zich in zijn afstudeeronderzoek namelijk op nematoden op Europese sportvelden en golfbanen. Dit wetenschappelijk artikel vormt een verslag van zijn scriptie.

Tal van ziekten en plagen spelen de bloembollensector parten. Binnen Telen met toekomst is onder meer gekeken naar de aanpak van schimmels in de narcis 'Tête à Tête, naar vuur in tulp en naar de aanpak van aaltjes. Niet alleen bloembollenaaltjes, maar ook aardappelcystenaaltjes kwamen aan bod

Vanaf mei/juni zijn op diverse percelen slecht groeiende bieten zichtbaar. De oorzaak hiervan kunnen onder andere een slechte structuur, een lage pH of aaltjes zijn. In de meeste gevallen zijn de aaltjes de oorzaak van achterblijvende groei en opbrengst. Gebruik de signalen in het veld om te leren voor volgende seizoenen. In dit artikel worden diverse aaltjes en de symptomen daarvan beschreven

Het project waarbij de bietenteelt op 52 praktijkbedrijven van zaaien tot oogsten is gevolgd, is begonnen aan het tweede jaar. De resultaten van het eerste jaar zijn op een rij gezet en in dit artikel staan de conclusies daaruit in grote lijnen beschreven. Allereerst komt duidelijk naar voren dat de verschillen in suikeropbrengst en saldi tussen bedrijven groter is binnen een specifiek gebied dan tussen de verschillende gebieden. Uit het onderzoek blijkt verder dat vroeg zaaien leidt tot een vroegere gewassluiting en daarmee tot een hogere suikeropbrengst. 50% van de percelen in het project waren besmet met witte bietencysteaaltjes, wat aantoonbaar opbrengst heeft gekost. Uit het onderzoek komt ook naar voren dat overblijvend onkruid en het niet of onvolledig bestrijden van bladschimmels suikeropbrengst kost en dat de verschillen in oogstverliezen tussen bedrijven erg groot zijn. Lees meer hierover in dit artikel

Om het krokusknolaaltje goed te kunnen bestrijden is een warmwaterbehandeling van minimaal 4 uur bij 45º met 24 uur voorweken noodzakelijk om een maximale bestrijding te krijgen. Wanneer de behandeling 10 dagen na rooien werd gegeven werd een goede doding verkregen. Het is aan te bevelen een aangetaste partij twee jaar achter elkaar te koken

Dit is een veel gehoorde zin bij bietentelers. Helaas zijn nog altijd veel bietentelers zich niet bewust dat zijn of haar percelen besmet zijn met bietencysteaaltjes en wat hiervan de financiële gevolgen zijn. Regelmatige bemonstering en de juiste ras- en rotatiekeuze zijn belangrijk voor een rendabele bietenteelt. Lees meer hierover in dit artikel. Bovendien staat in dit artikel een aankondiging voor een praktijkdag verbetering rendement suikerbietenteelt

Het maïswortelknobbelaaltje (Meloidogyne chitwoodi) veroorzaakt veel opbrengst- en kwaliteitsschade aan diverse gewassen zoals aardappelen, suikerbieten, erwten, peen en schorseneer. Uit onderzoek van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO) blijkt dat biologische grondontsmetting in combinatie met een rustjaar het beste resultaat geeft om het maïswortelknobbelaaltje te reduceren. In het rustjaar is de grond braak gehouden in combinatie met een zomerteelt bladrammenas

Met de Milieu-effectenkaart is het mogelijk om bestrijdingsmiddelen te vergelijken op het risico voor uitspoeling naar grondwater, waterleven in de sloot, vervluchtiging naar de lucht en nuttige organismen. Alle toegelaten middelen voor spruitkool zijn op de kaart vermeld met hun meest voorkomende adviesdosering. Met kleuren (groen/oranje/rood) wordt aangegeven of de streefwaarde wordt overschreden. Het risico voor bestrijders (sluipwespen, lieveheersbeestjes, roofmijten) en bestuivers (bijen en hommels) is weergegeven met een symbool. Dit symbool geeft de bruikbaarheid in geïntegreerde teelt weer en is een samenvoeging van de effecten van bestrijdingsmiddelen voor elk afzonderlijk nuttig organisme

Met de Milieu-effectenkaart is het mogelijk om bestrijdingsmiddelen te vergelijken op het risico voor uitspoeling naar grondwater, waterleven in de sloot, vervluchtiging naar de lucht en nuttige organismen. Alle toegelaten middelen voor de roos zijn op de kaart vermeld met hun meest voorkomende adviesdosering. Met kleuren (groen/oranje/rood) wordt aangegeven of de streefwaarde wordt overschreden. Het risico voor bestrijders (sluipwespen, lieveheersbeestjes, roofmijten) en bestuivers (bijen en hommels) is weergegeven met een symbool. Dit symbool geeft de bruikbaarheid in geïntegreerde teelt weer en is een samenvoeging van de effecten van bestrijdingsmiddelen voor elk afzonderlijk nuttig organisme

Met de Milieu-effectenkaart is het mogelijk om bestrijdingsmiddelen te vergelijken op het risico voor uitspoeling naar grondwater, waterleven in de sloot, vervluchtiging naar de lucht en nuttige organismen. Alle toegelaten middelen voor sierheesters en coniferen (hoge organische stofklassen) zijn op de kaart vermeld met hun meest voorkomende adviesdosering. Met kleuren (groen/oranje/rood) wordt aangegeven of de streefwaarde wordt overschreden. Het risico voor bestrijders (sluipwespen, lieveheersbeestjes, roofmijten) en bestuivers (bijen en hommels) is weergegeven met een symbool. Dit symbool geeft de bruikbaarheid in geïntegreerde teelt weer en is een samenvoeging van de effecten van bestrijdingsmiddelen voor elk afzonderlijk nuttig organisme

Met de Milieu-effectenkaart is het mogelijk om bestrijdingsmiddelen te vergelijken op het risico voor uitspoeling naar grondwater, waterleven in de sloot, vervluchtiging naar de lucht en nuttige organismen. Alle toegelaten middelen voor vaste planten zijn op de kaart vermeld met hun meest voorkomende adviesdosering. Met kleuren (groen/oranje/rood) wordt aangegeven of de streefwaarde wordt overschreden. Het risico voor bestrijders (sluipwespen, lieveheersbeestjes, roofmijten) en bestuivers (bijen en hommels) is weergegeven met een symbool. Dit symbool geeft de bruikbaarheid in geïntegreerde teelt weer en is een samenvoeging van de effecten van bestrijdingsmiddelen voor elk afzonderlijk nuttig organisme

Met de Milieu-effectenkaart is het mogelijk om bestrijdingsmiddelen te vergelijken op het risico voor uitspoeling naar grondwater, waterleven in de sloot, vervluchtiging naar de lucht en nuttige organismen. Alle toegelaten middelen voor aardbeien (productie) zijn op de kaart vermeld met hun meest voorkomende adviesdosering. Met kleuren (groen/oranje/rood) wordt aangegeven of de streefwaarde wordt overschreden. Het risico voor bestrijders (sluipwespen, lieveheersbeestjes, roofmijten) en bestuivers (bijen en hommels) is weergegeven met een symbool. Dit symbool geeft de bruikbaarheid in geïntegreerde teelt weer en is een samenvoeging van de effecten van bestrijdingsmiddelen voor elk afzonderlijk nuttig organisme

Met de Milieu-effectenkaart is het mogelijk om bestrijdingsmiddelen te vergelijken op het risico voor uitspoeling naar grondwater, waterleven in de sloot, vervluchtiging naar de lucht en nuttige organismen. Alle toegelaten middelen voor aardbeien (vermeerdering) zijn op de kaart vermeld met hun meest voorkomende adviesdosering. Met kleuren (groen/oranje/rood) wordt aangegeven of de streefwaarde wordt overschreden. Het risico voor bestrijders (sluipwespen, lieveheersbeestjes, roofmijten) en bestuivers (bijen en hommels) is weergegeven met een symbool. Dit symbool geeft de bruikbaarheid in geïntegreerde teelt weer en is een samenvoeging van de effecten van bestrijdingsmiddelen voor elk afzonderlijk nuttig organisme

Wortellesieaaltjes kan je nog steeds het best bestrijden met Tagetes. De paar nadelen van afrikaantjes vallen namelijk in het niet bij de nadelen van alternatieve groenbemester zoals Helenium en soedangras.

Met de Milieu-effectenkaart is het mogelijk om bestrijdingsmiddelen te vergelijken op het risico voor uitspoeling naar grondwater, waterleven in de sloot, vervluchtiging naar de lucht en nuttige organismen. Alle toegelaten middelen voor bos- en haagplantsoen zijn op de kaart vermeld met hun meest voorkomende adviesdosering. Met kleuren (groen/oranje/rood) wordt aangegeven of de streefwaarde wordt overschreden. Het risico voor bestrijders (sluipwespen, lieveheersbeestjes, roofmijten) en bestuivers (bijen en hommels) is weergegeven met een symbool. Dit symbool geeft de bruikbaarheid in geïntegreerde teelt weer en is een samenvoeging van de effecten van bestrijdingsmiddelen voor elk afzonderlijk nuttig organisme

Informatie en relevante bronnen over maatregelen voor gewasbescherming van uien. Aan de orde komen: bestrijding van aaltjes, onkruid, plagen en schimmels

Met de Milieu-effectenkaart is het mogelijk om bestrijdingsmiddelen te vergelijken op het risico voor uitspoeling naar grondwater, waterleven in de sloot, vervluchtiging naar de lucht en nuttige organismen. Alle toegelaten middelen voor sierheesters en coniferen (lage organische stofklassen) zijn op de kaart vermeld met hun meest voorkomende adviesdosering. Met kleuren (groen/oranje/rood) wordt aangegeven of de streefwaarde wordt overschreden. Het risico voor bestrijders (sluipwespen, lieveheersbeestjes, roofmijten) en bestuivers (bijen en hommels) is weergegeven met een symbool. Dit symbool geeft de bruikbaarheid in geïntegreerde teelt weer en is een samenvoeging van de effecten van bestrijdingsmiddelen voor elk afzonderlijk nuttig organisme

In deze brochure wordt u in vogelvlucht geïnformeerd over de diverse aspecten die spelen rondom het bemonsteren op aaltjes. In het Actieplan Aaltjesbeheersing is vastgesteld dat het juist in het kader van het beheersen van de aaltjesproblematiek erg belangrijk is dat u weet wat er leeft en speelt in uw bodem en gewassen. Daarom in het kort de belangrijkste zaken en informatie om u te helpen bij uw keuzes en afwegingen met betrekking tot het (laten) bemonsteren op de aanwezigheid van schadelijke aaltjes. De ontwikkelingen rondom bemonsteringstechnieken zijn volop in beweging. Deze brochure geeft de meest recente kennis weer

Het artikel van Groen&Golf in juni jl. over schadelijke nematoden (aaltjes) in golfbanen werd afgesloten met een paragraaf over bestrijding. In dit artikel gaan we hier verder op in en geven een overzicht van recente bevindingen over alternatieve bestrijding van schadelijke aaltjes

De teelt van groenbemesters als groene braak neemt toe. Met een gerichte keuze kunnen daarmee aaltjes worden bestreden, maar groenbemesters kunnen ook zorgen voor vermeerdering, zegt Hans Hoek van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO). „Houd daarom bij de keuze van de groenbemester terdege rekening met de aanwezige aaltjes.”

Bloembolgewassen kunnen door vele soorten aaltjes worden aangetast. Het snel vaststellen met welk aaltje je nu te maken hebt is vaak lastig. Veel soorten aaltjes zijn door de kenner met behulp van de microscoop te identificeren, maar alleen als er ook volwassen individuen tussen zitten. In blad- of knolsymptomen zijn aaltjes soms slecht of niet terug te vinden. En wat te doen als er veel monsters bekeken moeten worden? DNA-testen kunnen dan uitkomst bieden

Het bouwplan en de bijbehorende vruchtwisseling vormen de kern van de beheersing van nematodenproblemen. De wettelijke beperkingen op het gebruik en de hoge kosten van grondontsmetting en granulaire nematiciden hebben deze opties voor nematodenbeheer minder inzetbaar gemaakt. Sinds de sterke daling van het gebruik van grondontsmetting nemen problemen met wortelknobbelaaltjes, wortellesieaaltjes en andere soorten aaltjes weer toe. Het doel van het project is het geven van een overzicht van de bestaande kennis op het gebied van waardplantrelaties tussen plantenparasitaire nematoden en akkerbouw-, vollegronds groentengewassen, en groenbemesters. Een nieuw aspect in dit werk is dat getracht is een systeem te ontwerpen waarmee min of meer objectief kan worden vastgesteld wat de kwaliteit van gepubliceerde gegevens met betrekking tot waardplantstatus is. Dit is van groot belang om te voorkomen dat foutieve gegevens of aanbevelingen in adviessystemen worden opgenomen

PPO-onderzoek naar de effecten van wortellesie-aaltjes bij amaryllis. Hoe ontwikkelen de aaltjes zich in de loop van de tijd en hoeveel schade kunnen ze veroorzaken

Aaltjes zorgen voor opbrengstderving in gewassen. Het 'Actieplan aaltjesbeheersing' moet de continuïteit van de teelten waarborgen

In de strijd tegen stengelaaltjes lijkt geen enkele maatregel afdoende. Zijn ze eenmaal geconstateerd dan wordt alles in werking gesteld om bodem, bollen en bedrijf te saneren. Desondanks weet het aaltje te overleven en zicht te verspreiden om later weer ergens de kop op te steken. PPO heeft de afgelopen jaren uitgebreid onderzoek gedaan naar de overleving en de bestrijding van stengelaaltjes in grond

Tagetes (Afrikaantjes) kwamen als beste aaltjesonderdrukkers uit de bus tijdens een proef van PPO op het Limburgse proefbedrijf Vredepeel. Drie Tagetes-cultivars: Tagetes patula 'Ground Control'/'Single Gold', Tagetes patula 'Sparky Mix' en een nieuw Tagetes-ras, Tagetes patula 'Evergreen', Helenium, parelgierst en soedangras werden getest op hun werking tegen wortellesiaaaltjes.

Het maïswortelknobbelaaltje oftewel Meloidogyne chitwoodi is een zeer lastig te bestrijden aaltje in Nederland. Enkele tips voor het uitroeien en het voorkomen van besmetting

Schadelijke aaltjes vormen veelal een probleem in de grondgebonden teelten. Door het terugdringen van het gebruik van chemische grondontsmettingsmiddelen zoals methylbromide zijn de problemen toegenomen. Ook de substraatteelten zijn niet altijd vrij van aaltjes. Gewasbeschermingsmiddelen van natuurlijke oorsprong bieden in onderzoek een goed perspectief

Informatie over Biokas onderzoek. Het bodemleven wordt gevoed met compost en dierlijke mest en aaltjes door afgestorven of levend plantaardig materiaal. Een passend antwoord op bestrijding van pathogene aaltjes in de bodem is helaas nog niet voorhanden. Het is een kwestie van stuurmanskunst om biologisch te telen zonder negatieve gevolgen van de aanwezige aaltjes in de bodem. De ‘Aaltjes Beheersings Strategie’ geeft de teler handvatten om aaltjes buiten de kas te houden dan wel de populatie binnen de perken te houden

Witte bietencysteaaltjes kosten suikeropbrengst. Ruim 40% van de voor 2007 geplande bietenpercelen is besmet met dit aaltje en vergt een gerichte aanpak. Een van de mogelijkheden is de teelt van een bietencysteaaltjesresistent ras. In dit artikel kunt u meer lezen over hoe u moet omgaan met besmettingen met witte bietencysteaaltjes. U kunt bijvoorbeeld het bouwplan aanpassen, een bietencysteaaltjesmonster laten analyseren en uw rassenkeuze aanpassen. Lees meer in dit artikel over bietencysteaaltjes.

Een aantal voorbeelden van Best practices in de bloembollensector: Bollenkneuzer: hulpmiddel in de strijd tegen aaltjes; Ervaringen met tagetesteelt in Noord-Oost Nederland; Inunderen met hindernissen in Kennemerland

De warmwaterbehandeling is een milieuvriendelijke methode om diverse aaltjes, insecten, mijten en schimmels te bestrijden. De optimale behandelingsduur en -temperatuur van het water zijn afhankelijk van het te bestrijden organisme en bolgewas. In dit artikel adviezen en tips voor een succesvolle warmwaterbehandeling. Gegevens in bijgaande figuren: temperatuurverloop in 2 ketels tijdens koken