Search

Uit onderzoek blijkt dat het met kinderen die in verbindende omgevingen opgroeien beter gaat dan met hun leeftijdsgenoten bij wie het daaraan ontbreekt (Garbarino et al. 1997; De Winter 2004, 2006; Moritsugu et al. 2010). Ze hebben meer ontwikkelingskansen, minder gedragsproblemen en ervaren meer verbondenheid met elkaar en met de omgeving. Verbindende omgevingen zijn omgevingen waar kinderen zich welkom en gerespecteerd voelen en merken dat ze ‘ertoe doen’. Een belangrijk kenmerk is de (al dan niet lichte) pedagogische afstemming tussen ouders, buurtbewoners, vrijwilligers en professionals zoals docenten, kinderleidsters, jongerenwerkers of sportbuurtcoaches. Brede scholen zijn bij uitstek verbindende settings, althans op papier. Brede scholen zijn samenwerkingsverbanden tussen scholen, kinderopvang, welzijn, naschoolse opvang en overige instellingen in de wijk. Door de samenwerking, zo stellen pleitbezorgers van de brede school, kan een integraal dagprogramma worden geboden, waarbij de ontwikkeling van het kind centraal staat en de instellingsbelangen naar de achtergrond worden verschoven. Bovendien kunnen ouders en wijkbewoners bij de brede school worden betrokken, waardoor brede scholen veel meer kunnen bereiken met ‘hun’ kinderen. Ouders kunnen op hun beurt op allerlei manieren bij de brede school worden betrokken. Een belangrijke kwestie daarbij is welke ruimte voor eigenheid de partners in de brede school (zouden moeten) hebben en welke keuzes voor gezamenlijk denken en handelen er (zouden moeten) worden gemaakt

This paper considers the truncation of matroids and geometric lattices. It is shown that the truncated matroid of a representable matroid is again representable. Truncation formulas are given for the coboundary and Möbius polynomial of a geometric lattice and the spectrum polynomial of a matroid, generalizing the truncation formula of the rank generating polynomial of a matroid by Britz. Keywords: Matroid theory – Geometric lattice – Invariant polynomials

Laaggeletterdheid komt vaak voor bij jongeren in Nederland. Het is een serieus probleem en de aanpak loopt niet altijd even soepel. Welke problemen doen zich voor? Wat moet er gebeuren om laaggeletterde jongeren goed te begeleiden?

Applied research and an investigating attitude: how an Educational Programme and a Centre of Expertise link research and education for professionalization of the field Applied research and an investigating attitude: how an Educational Programme and a Centre of Expertise link research and education for professionalization of the field The University of Applied Sciences in Utrecht wishes to relate research, education of professionals and research questions that originate from professional contexts. To achieve this aim the curriculum has been changed recently. A project is described in which students write their theses based on projects that stem from the field, while their findings are fed back into the curriculum.

In de maatschappij worden steeds hogere eisen gesteld aan vaardigheden van burgers op het gebied van geletterdheid. Voor een grote groep mensen vormen taal, lezen en schrijven een struikelblok voor hun functioneren in de maatschappij. Laaggeletterdheid staat steeds vaker op de agenda. Jongeren zijn binnen het thema laaggeletterdheid een nog onderbelichte doelgroep. Echter, hoe eerder laaggeletterdheid wordt gesignaleerd, hoe eerder er ook aan vaardigheden kan worden gewerkt om een opleiding te kunnen volgen of de arbeidsmarkt te betreden. Breed verspreide kennis over de wijze waarop laaggeletterdheid onder jongeren kan worden gesignaleerd is er tot op heden nog niet. Ook over de wijze waarop jongeren kunnen worden toegeleid naar een aanbod om taalvaardigheden te versterken is nog weinig kennis voor handen. In dit onderzoek zijn de ervaringen onderzocht van een Utrechtse regio die zich al geruime tijd met het thema ‘laaggeletterdheid onder jongeren’ bezig houdt. Belicht is hoe twee lokale partners (een jongerenloket en een ROC) binnen deze regio hebben gezocht naar valide en praktisch werkbare instrumenten om laaggeletterdheid te signaleren en tot een aanbod voor jongeren te komen dat taalvaardigheden versterkt. Daarbij is gekeken naar aanwezige kennis over het thema, praktische uitvoerbaarheid van gehanteerde screeningsinstrumenten en samenwerking en afstemming tussen partijen.

Cliënten van de jeugdzorg zijn kritisch over de samenwerking tussen organisaties in de jeugdzorg. Ouders van meisjes zijn minder tevreden over de jeugdzorg dan ouders van jongens. En cliënten uit de residentiële zorg zijn minder tevreden dan jongeren die ambulante hulp krijgen. Allochtone doelgroepen en vaders worden in het cliënttevredenheidsonderzoek nog slecht bereikt. Dat zijn conclusies uit vijf jaar clie¨nttevredenheidsonderzoek, samengebracht in de Landelijke Database Clie¨nttevredenheidsonderzoek. Zowel de resultaten van als de ervaringen met cliënttevredenheidsonderzoek kunnen de overgang van de jeugdzorg van provinciaal naar gemeentelijk niveau ondersteunen.

Veel jongeren hebben schulden. Sommigen komen daardoor in problemen op school. Het schoolmaatschappelijk werk aan het ROC Midden Nederland trok daarom aan de bel. Aandacht voor geld op het ROC helpt jongeren beter omgaan met financiën en geeft rust in de klas

De afgelopen drie jaar brachten we de financiële situatie van jongeren in kaart. Door een combinatie van kwantitatief en kwalitatief onderzoek én met interventies gericht op financiële bewustwording, probeerden we inzicht te krijgen in hoe jongeren zich financieel gezond kunnen gedragen (zie kader onderaan). De belangrijkste uitkomst is dat jongeren vaak over onvoldoende financieel bewustzijn beschikken én dat zij bij het verkrijgen van dat bewustzijn ondersteuning wensen. Daarbij kijken ze nadrukkelijk naar de professionals die ze in hun dagelijks leven toch al tegenkomen. Dan gaat het dus niet zozeer om de financieel onderlegde hulpverleners van de kredietbank, maar juist om docenten, woonbegeleiders en cliëntmanagers

In het praktijkgerichte onderzoek dat we de afgelopen drie jaar vanuit het lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling(PMO) van de Hogeschool Utrecht hebben gedaan, heeft de rol van professionals bij het voorkomen van schulden bij jongeren centraal gestaan. Naast overige actoren als ouders, beleidsmakers, financiële instellingen, jongeren zelf en hun vrienden, blijken professionals namelijk sleutelfiguren te zijn in de financiële bewustwording van jongeren. De resultaten van ons onderzoek zijn vastgelegd in het boek Geld Rolt, dat in augustus 2010 verschee

Het Landelijk cliëntenforum Jeugdzorg (LCFJ) en MOgroep Jeugdzorg hebben gezamenlijk een projectplan ‘Cliënten op weg in jeugdzorg’ opgesteld om een aantal knelpunten die cliënten ervaren in de jeugdzorg op te lossen. Uitgangspunt is cliënten en medewerkers gezamenlijk te consulteren om tot oplossingen voor het ervaren van regeldruk te komen. Het project heeft de intentie cliënten te helpen hun weg door jeugdzorg zo duidelijk en gebruiksvriendelijk mogelijk te maken. Uitgangspunten voor het project waren de door cliënten ervaren knelpunten van regeldruk uit de nulmeting. Knelpunten die veel genoemd zijn, zijn dat de indicatieprocedure onduidelijk is; cliënten bij iedere organisatie in de keten opnieuw hun verhaal moeten doen; met veel verschillende hulpverleners te maken hebben; cliënten moeten veel papierwerk doen; cliënten hebben weinig zicht op het behandelaanbod en de keuzes die worden gemaakt; hulpverleners en organisatie zijn niet goed bereikbaar per telefoon en e-mail.

This paper is a report on the ongoing research concerning the extended coset leader weight enumerator using the theory of arrangements of hyperplanes, geometric lattices and characteristic polynomials.

This paper gives a survey on extended and generalized weight enumerators of a linear code and the Tutte polynomial of the matroid of the code. Furthermore ongoing research is reported on the coset leader and list weight enumerator and its extensions using the derived code and its arrangement of hyperplanes.

Het was alweer de zesde middagconferentie die KWALON verzorgde. Ging het eerder al eens over kwalitatief interviewen, kwalitatief marktonderzoek, kwalitatieve analyse, theorievorming via casestudies en etnografisch onderzoek, deze keer ging het over participatief onderzoek. Een drietal onderzoekers ging in op de praktijk van het doen van participatief onderzoek. Zij bespraken de meerwaarde en de valkuilen. Vervolgens werd in een methodologische bijdrage gereflecteerd op kwaliteitseisen bij het gebruik van deze methode.

This paper gives a survey on extended and generalized weight enumerators of a linear code and the Tutte polynomial of the matroid of the code [16]. Furthermore ongoing research is reported on the coset leader and list weight enumerator and its extensions using the derived code and its arrangement of hyperplanes.

This paper is a report on the ongoing research concerning the extended coset leader weight enumerator using the theory of arrangements of hyperplanes, geo- metric lattices and characteristic polynomials.

This paper investigates the rank weight enumerator of a code over L, where L is a nite extension of a eld K. This is a generalization of the case where K = Fq and L = Fqm of Gabidulin codes to arbitrary characteristic. We use the notion of counting polynomials, to dene the (extended) rank weight enumerator, since in this generality the set of codewords of a given rank weight is no longer nite. Also the extended and generalized rank weight enumerator are studied in analogy with previous work on codes with respect to the Hamming metric.

Defatted soy flour with a membrane-bound epoxide hydrolase wasused for the conversion on a preparative scale of9,10-epoxy-octadecanoic acid, 9,10-epoxy-12-hydroxy-octadecanoicacid and 12,13-epoxy-9-octadecenoic acid (vernolic acid) intotheir 1,2-diols. The products might be used in coatings, lubricantsor for the synthesis of fine chemicals.

Item does not contain fulltext 80 p.

Financial debt in young people has increased in recent years. Because debt may have severe consequences, and it may enhance criminal behavior, insight into the prevalence and determinants of debt and its association with crime is important. We conducted a systematic review and meta-analysis of 36 manuscripts to examine the prevalence of financial debt (k = 23), correlates and risk factors of debt (k = 16), and associations between debt and criminal behavior in adolescents and young adults (k = 8). Findings revealed that the prevalence of debt is substantial among young people; on average, 49% reported to have at least some debt, 22% had financial problems. Older participants and ethnic minorities were found to have higher levels of debt than younger and indigenous counterparts. Females had more financial problems and higher student loans. Low self-esteem, a pro-debt attitude (of young people and their parents), lack of perceived control towards financial management, poor social functioning, financial stress and external locus of control were found to have the strongest associations with debt. Studies reported strong associations between debt and crime. Particularly, strong associations were found between serious and persistent crime in young people and later (young adult) debt or financial problems.

$q$-Matroids are defined on complemented modular support lattices. Minors of length 2 are of four types as in a "classical" matroid. Tutte polynomials $\tau(x,y)$ of matroids are calculated either by recursion over deletion/contraction of single elements, by an enumeration of bases with respect to internal/external activities, or by substitution $x \to (x-1),\; y \to (y-1)$ in their rank generating functions $\rho(x,y)$. The $q$-analogue of the passage from a Tutte polynomial to its corresponding RGF is straight-forward, but the analogue of the reverse process $x \to (x-1),\; y \to (y-1)$ is more delicate. For matroids $M(S)$ on a set $S$, and relative to any linear order on the points, the concept of internal/external activity of a point relative to a basis gives rise to a partition of the underlying Boolean algebra $B(S)$ into a set of "prime-free" (or "structureless") minors, such minors being direct sums of loops and isthmi (coloops), with one such prime-free minor for each basis. What usually goes unnoticed is that each prime-free minor has a unique clopen flat. The latter property carries over to $q$-matroids, but each prime-free minor will contain many bases. So internal and external activity in $q$-matroids must be defined not for points relative to bases, but rather for coverings in the underlying complemented modular lattice. Following lattice paths from arbitrary subspaces $A$ along active coverings (downward for internally active, upward for externally active) will lead to the unique clopen subspace in the prime-free minor containing the subspace $A$. There are a number of interesting questions concerning $q$-matroids that remain unsolved.