684 results on '"Blok, C"'
Search Results
152. Effectieve gewasbescherming in substraatbedden: Systeemontsmetting en weerbaarheid
- Author
-
van der Wurff, A.W.G., Blok, C., Streminska, M.A., Vermeulen, P.C.M., Ludeking, D.J.W., Grosman, A.H., and Vermeulen, T.
- Subjects
plant protection ,desinfectie ,gewasbescherming ,netherlands ,Wageningen UR Glastuinbouw ,biological soil sterilization ,nederland ,chrysanthemums ,cost benefit analysis ,kosten-batenanalyse ,disinfection ,greenhouse horticulture ,WUR GTB Gewasgezondheid ,freesia ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,food and beverages ,cropping systems ,WUR GTB Teelt & Bedrijfssystemen ,WUR GTB Gewasfysiologie Management en Model ,eustoma ,biologische grondontsmetting ,GTB Tuinbouw Technologie ,glastuinbouw ,chrysanten ,teeltsystemen - Abstract
New cultivation systems should be easy to disinfect and not susceptible to pests and diseases. There are, therefore, three system disinfection methods tested. Of these, soil steaming was the quickest, cheapest and most effective in the shallow substraatbed. Soil resetting follows in second place owing to the higher cost and relatively longer treatment time. In the deep soilbeds, soil resetting is most effective. The cost is higher and the treatment time is longer than for soil steaming or culture cooking. Cultural Cooking is difficult to implement in the deep soilbed, but results in a good control of Verticillium in the shallow and the deep beds. An improvement of the level of suppressiveness against trips may be achieved with aid of mulch layer or breeding tanks for predatory mites. Applying the mulch layer improved the establishment of predatory mites. The breeding tanks caused a sharp increase. However, both methods do not lead to fewer trips. For resistance to Pythium is a large pore volume, the capacity of the substrate to carry bacteria and a high acidity (pH> 7) important. The sand that is now used in the shallow substrate bed is conducive for Pythium. The economic analysis shows that for chrysanthemum, freesia and lisianthus, the sand and soil beds may have an acceptable cost up to three percent. Substraatbedden vormen een oplossing voor hoge energie- en arbeidskosten van grondstomen en de emissie van gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten naar oppervlaktewater. Nieuwe teeltsystemen moeten gemakkelijk te ontsmetten zijn en niet gevoelig voor ziekten en plagen. Er zijn daarom drie systeemontsmettingsmethoden getoetst op snelheid, kosten en bestrijding van ziekten en plagen; namelijk grondstomen, cultuurkoken en bodemresetten. Hiervan is grondstomen de snelste, de goedkoopste en het meest effectief in het ondiepe substraatbed indien gebruik wordt gemaakt van onderdruk. Bodemresetten volgt op een tweede plaats, ondanks een goede bestrijding, door de hogere kostprijs en de relatief langere behandeltijd. In het diepe grondbed is bodemresetten het meest effectief tegen ziekten en plagen. De kostprijs is echter hoger en de behandeltijd is langer dan grondstomen of cultuurkoken. Cultuurkoken is moeilijk uitvoerbaar in het diepe grondbed, maar resulteert in een goed doding van Verticillium dahliae in zowel het ondiepe zandbed als het diepe grondbed. Een proef met kleurstof laat zien dat een gewasbeschermingsmiddel zich via watergift snel en gelijkmatig door een zandbed kan verspreiden. Bij de optimalisatie van ziekte-, en plaagonderdrukking is gekeken naar weerbaarheid tegen trips door middel van een mulchlaag en kweekbakken. Vestiging van de roofmijt Hypoaspis aculeifer is laag, in zowel veen als zand. Het aanbrengen van de mulchlaag verbetert de vestiging van bodemroofmijten. De kweekbakken zorgden voor een zeer sterke toename in roofmijten in zowel het diepe- als het ondiepe substraatbed. Beide methoden leiden echter nog niet tot minder trips. Voor weerbaarheid tegen Pythium zijn een grootporie volume, de draagkracht van het substraat voor bacteriën en een hoge zuurgraad (pH>7) belangrijk. Het zand dat nu gebruikt wordt in de ondiepe substraatbedden is relatief geleidbaar voor Pythium. De bedrijfseconomische analyse laat zien dat voor chrysant, freesia en lisianthus geldt dat de zand- en grondbedden een acceptabele kostenstijging kunnen hebben tot circa drie procent. In de toekomst kan vervanging van het grondzeil een knelpunt worden.
- Published
- 2011
153. Optimalisatie bemesting
- Author
-
Blok, C.
- Subjects
Life Science - Published
- 2011
154. De eerste fase van het Input-Outputproject : compost
- Author
-
Sonnenberg, A.S.M. and Blok, C.
- Subjects
production processes ,compost ,productieprocessen ,experiments ,WUR GTB Gewasfysiologie Management en Model ,composts ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,edible fungi ,innovations ,substraten ,Plant Breeding ,eetbare paddestoelen ,experimenten ,substrates ,innovaties - Abstract
In het kader van het 'Input-Output' project van WUR tracht men in een experimentele champignonteelt in Wageningen sluitende balansen te generen voor de belangrijkste parameters bij de benutting van compost. Dat levert interessante data op..
- Published
- 2011
155. Nieuwsbrief Glastuinbouw Waterproof, substraat - alle artikelen
- Author
-
Blok, C.
- Subjects
WUR GTB Gewasfysiologie Management en Model - Published
- 2011
156. Beter sturen met ionenmeting (Chris Blok geciteerd op de bijeenkomst in Bleiswijk op 16 november)
- Author
-
Visser, P. and Blok, C.
- Subjects
WUR GTB Gewasfysiologie Management en Model - Published
- 2011
157. Naar gesloten waterkringloop op substraatbedrijven: Met hergebruik van drainwater valt nog veel te besparen (interview met Ellen Beerling en Chris Blok)
- Author
-
van Staalduinen, J., Beerling, E.A.M., and Blok, C.
- Subjects
teelt onder bescherming ,hergebruik van water ,purification ,cultuur zonder grond ,protected cultivation ,pesticides ,waterkwaliteit ,WUR GTB Teelt & Bedrijfssystemen ,soilless culture ,water reuse ,WUR GTB Gewasfysiologie Management en Model ,drainage water ,water quality ,gesloten systemen ,zuiveren ,closed systems ,pesticiden ,glastuinbouw ,drainagewater ,kostenbeheersing ,greenhouse horticulture ,cost control - Abstract
Het project Glastuinbouw Waterproof zet in op een gesloten waterkringloop op substraatbedrijven. Onderzoek moet daarvoor nieuwe mogelijkheden creëren en doorontwikkelen. De drie sporen waarlangs dat gestalte krijgt zijn het opheffen van groeiremmingen als aanleiding voor spuien, intensiever hergebruik van drainwater door optimalisatie van de bemesting en tenslotte het zuiveren van lozingswater. Intensiever hergebruik van drainwater kan bedrijven duizenden euro’s per jaar besparen.
- Published
- 2011
158. Telers denken nog te veel in volumes water en vergeten behoeften gewas: Nauwkeuriger voeden: lagere emissie en betere benutting meststoffen (interview met Chris Blok)
- Author
-
Bezemer, J. and Blok, C.
- Subjects
plant analysis ,greenhouse crops ,meetinstrumenten ,application rates ,fertilizer application ,plant nutrition ,nutrient use efficiency ,gewasanalyse ,kasgewassen ,nutriëntengebruiksefficiëntie ,indicating instruments ,nutrient requirements ,bemesting ,glastuinbouw ,voedingsstoffenbehoeften ,plantenvoeding ,toedieningshoeveelheden ,greenhouse horticulture - Abstract
Bij de introductie van de eerste substraten kreeg de bemesting veel belangstelling. Daarna bleef de behoefte van de plant aan voedingsstoffen lange tijd onderbelicht. Nu is er sprake van een revival. Verlaging van de emissies is een motor achter de hernieuwde belangstelling. Maar een effectiever gebruik van meststoffen begint ook mee te spelen. Tot nu toe voorzagen de telers het systeem van meststoffen. Nu beginnen ze de voedingsgift op de plant af te stemmen.
- Published
- 2011
159. Input-Output Fase I. Sluitende balansen in de champignonteelt
- Author
-
Sonnenberg, A.S.M. and Blok, C.
- Subjects
Plant Breeding ,WUR GTB Gewasfysiologie Management en Model - Published
- 2011
160. Weerbaar substraat: Opstellen matrix: Bouwstenen voor weerbaar telen
- Author
-
van der Wurff, A.W.G., Blok, C., Janse, J., Messelink, G.J., Hofland-Zijlstra, J.D., Driever, S.M., van der Staaij, M., Postma, J., Wubben, J., Bij de Vaate, J., Holtman, W., and Oppedijk, B.
- Subjects
WUR GTB Gewasgezondheid ,teelt onder bescherming ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,fungi ,protected cultivation ,netherlands ,WUR GTB Teelt & Bedrijfssystemen ,cultuurmethoden ,schadepreventie ,WUR GTB Gewasfysiologie Management en Model ,Wageningen UR Glastuinbouw ,plagenbestrijding ,nederland ,alternative methods ,substraten ,cultural methods ,glastuinbouw ,PRI BIOINT Ecological Interactions ,alternatieve methoden ,loss prevention ,substrates ,greenhouse horticulture ,pest control - Abstract
The greenhouse horticulture sector is looking for new plant protection methods such as “resilient cultivation”. The means that are used in practice are summarized by composts, microorganisms, extracts and nutrients. Resilient cultivation provides perspective based on the basis of both scientific literature and practical experience of growers. It is not always a given effect, but growers are pleased with additives such as especially within a concept approach which includes a water treatment, and the use of compost or compost tea and seaweed or algae. However, major issues exist such as legal authority, knowledge about optimal conditions, homogeneity in composition and durability and shelf life of products. Application of bacterial and fungal preparations for soil cultivation is mainly an expected value when added to planting material or with supporting materials. Also, the efficacy of agents against diseases and pests is a big question mark, because there are no fast methods to assess their effects. In nature it is usually a stack of mechanisms responsible for a drastic reduction in damage to the plant. In addition, as well with respect to an increased probability that a treatment is decisive, it is advisable to use a concept approach that utilizes different mechanisms. De sector is op zoek naar nieuwe gewasbescherming zoals “weerbaar telen”. De in de praktijk gebruikte middelen kunnen worden samengevat als compost, micro-organismen, organische extracten en meststoffen. Weerbaar telen biedt perspectief op basis van zowel de wetenschappelijke literatuur als praktijkervaringen van telers. Er wordt echter niet altijd een effect gezien. Telers zijn zelf vooral tevreden over een concept aanpak met een waterbehandeling als onderdeel hiervan, en het gebruik van compost of compostthee en wieren of algen. Er zijn echter belangrijke knelpunten, zoals wettelijke toelating, kennis over optimale omstandigheden voor middelen, homogeniteit in samenstelling en houdbaarheid. Van bacterie- en schimmelpreparaten voor de bodemteelten is voornamelijk een meerwaarde te verwachten als ze worden toegediend in de opkweekfase of worden aangebracht met ondersteunend materiaal. Ook is de werkzaamheid van middelen of maatregelen tegen ziekten en plagen een groot vraagteken omdat er geen snelle meetmethoden zijn. In de natuur is meestal een stapeling van mechanismen verantwoordelijk voor een drastische afname van de schade aan de plant. Ook met het oog op het vergroten van de kans dat een behandeling de doorslag geeft is het aan te raden om te kiezen voor een concept benadering met een stapeling van mechanismen.
- Published
- 2011
161. Balansen voor substraat in de champignonteelt. Metingen per laag en in de tijd
- Author
-
Blok, C., Elings, A., Sonnenberg, A.S.M., Amsing, J., Nederhoff, E.M., and Khodabaks, M.R.
- Subjects
input-output analyse ,compost ,Greenhouse Horticulture ,input output analysis ,netherlands ,WUR GTB Gewasfysiologie Management en Model ,composts ,agaricus bisporus ,optimalisatiemethoden ,edible fungi ,nederland ,Plant Breeding ,cultivation ,teelt ,efficiency ,eetbare paddestoelen ,efficiëntie ,feed requirements ,optimization methods ,Glastuinbouw ,voedingsbehoeften - Abstract
Many measurements from horticulture and mushroom growing were combined in an experiment at Unifarm in Wageningen. The data gave much information on appropriate measurements, on mass and energy balances and on the efficiency of using the various organic fractions. Compost delivers 2.5 kg.m-2 of carbon and releases 2.7 kg.m-2 carbon in the form of carbon dioxide (1.5 kg.m-2) and harvested mushrooms (1.2 kg.m-2). Water released from the substrate is 53 l.m-2 while the amount ventilated and found in mushrooms is 53 l.m-2. The supply is split into water supplied, loss from compost and digestive water (respectively 37, 12 and 4 l.m-2). The output is ventilation and water in fresh mushrooms (respectively 23 and 30 l.m-2). The energy balance shows a combustion energy of 77 MJ.m-2 for compost digested and 60 MJ.m-2 tyrapped in water vapour. 16 mol.m-2 of minerals disappear from the compost of which 12 mol.m-2 are found back in the mushrooms. The fractions in the organic nutrition are no longer expressed as a fraction of the dry matter as dry matter is changing over time by digestion. Instead data are reported in absolute quantities per square meter of bed. Thus it is shown the amount of hemicellulosis is almost totally digested wheras just 40% of the cellulose is digested. Thus the efficiency of compost use can be increased by adding digestable fractions but not by re use without additions Een groot aantal metingen uit de glastuinbouw zijn toegepast in combinatie met in de champignonteelt bekende metingen. Dit is gerealiseerd in een experiment in een teeltcel van Unifarm te Wageningen. De dataset leverde informatie over de opzet van de metingen, teeltbalansen en de benutting van organsiche voedingsstoffen. Uit de compost komt per vierkante meter 2.5 kg.m-2 koolstof vrij en er wordt 2.7 kg.m-2 koolstof afgevoerd als respectievelijk koolzuurgas (1.5 kg.m-2) en geoogste champignon (1.2 kg.m-2). De aanvoer van water uit de compost bedraagt 53 l.m-2 en de afvoer via ventilatie en champignons is 53 l.m-2. De aanvoer is opgebouwd uit watergift, vochtverlies compost en verbrandingswater (respectievelijk 37, 12 en 4 l.m-2). De afvoer is onderverdeeld in ventilatie-afvoer en afvoer in de champignons (respectievelijk 23 en 30 l.m-2). De energiebalans laat zien dat uit de compost 77 MJ.m-2 vrijkomt en dat 60 MJ.m-2 wordt afgevoerd in waterdamp. De minerale voedingsbalans toont een levering uit compost van 16 mol.m-2 en een afvoer in champignon van 12 mol.m-2. De benutting van de organische stof wordt niet meer zoals gebruikelijk uitgedrukt op (de veranderlijke) hoeveelheid droge stof, maar in absolute hoeveelheid per vierkante meter teeltbed. Zo blijkt dat de benutting van hemicellulose practisch 100% is en de benutting van cellulose 40%. Dit betekend dat de benutting van compost alleen verbeterd kan worden door de te verteren fracties te verhogen, niet door de compost zonder meer te hergebruiken
- Published
- 2011
162. Organiseren met modularity. De oudere cliënt centraal
- Author
-
de Blok, C., Luijkx, K.G., Meijboom, B.R., Schols, J.M.G.A., Vakgroep: Organization, Department of Management, and Tranzo, Scientific center for care and wellbeing
- Published
- 2011
163. Automation: How precision growing helps reduce nutrient lesses
- Author
-
Blok, C.
- Subjects
Life Science ,WUR GTB Gewasfysiologie Management en Model - Published
- 2011
164. Skin substitutes for wound healing and development of animal alternative assays
- Author
-
Gibbs, S., Van Montfrans, C., Kroeze, K., Van Den Broek, L., Waaijman, T., Blok, C., Von Blomberg, B. M.E., Scheper, R. J., and De Boer, E. M.
- Subjects
integumentary system - Abstract
In this review we describe a number of skin substitutes which are under development for advanced wound healing therapies and for use as animal alternative (in vitro assays). Skin tissue engineering is a multi-disciplinary subject which requires each construct to be specifically designed for its particular future application. We describe our choices made with regards to cell types, dermal matrix, the logistics of production and transport as well as the development of "patient and clinician friendly" protocols for application of novel wound healing therapies. Two skin substitutes have been developed for clinical applications: i) healing of therapy-resisistant chronic wounds and ii) improved scar formation in deep 3rd degree burns. We also describe a number of skin substitutes being developed in compliance with the 3Rs (reduction, refinement and replacement of test animals). One assay is aimed at wide spread implementation as a complete animal replacement and is an assay which may determine the potency of a sensitizing substance. Three other assays are specialized assays aimed at reduction and refinement of the use of test animals. These three assays represent human physiologically relevant wound healing and adverse scar models (hypertrophic and keloid scar). Such assays are aimed at testing novel therapeutics in the future and are considered to be far superior to current animal models since animals do not form adverse scars which are comparable to humans.
- Published
- 2010
165. State-of-the-art of automated generalisation in commercial software
- Author
-
Stoter, J.E., Baella, B., Blok, C., Burghardt, D., Duchêne, C., Pla, M., Regnauld, N., and Touya, G.
- Abstract
This report presents the EuroSDR research project that studied the state-of-the-art of automated generalisation in commercial software in a collaboration between National Mapping Agencies (NMAs), research institutes and vendors. The aims of the study were to learn more about generic and specific map requirements of NMAs, to show possibilities and limitations of commercial generalisation software, and to identify areas for further developments based on latest research advances. The project consisted of three main steps: requirements analysis, testing, and evaluation. The requirement analysis (carried out between Oct 2006 till June 2007) resulted in four representative test cases, formalised and harmonised NMA map specifications for automated generalisation as well as an analysis of the defined specifications that shows the similarities and differences between map specifications of different NMAs. Between June 2007 and Spring 2008 tests were performed by project team members (from NMAs and research institutes) on out-of-the-box versions of four generalisation systems: ArcGIS (ESRI), Change/Push/Typify (University of Hanover), Radius Clarity (1Spatial) and axpand (Axes Systems). At the same time the vendors (except Axes systems) carried out tests with the same test cases with improved and/or customised versions of their systems. The tests resulted in 35 outputs consisting of 700 thematic layers, where it should be noted that the effort for one test was approximately 1 week. The evaluation, carried out between summer 2008 and spring 2009, consisted of an evaluation of meta aspects (based on information recorded by the testers) and of an evaluation of the generalised datasets themselves. The latter evaluation consisted of three parts that completed each other: a) automated constraint-based evaluation, b) evaluation which visually compared different outputs for one test case and c) a qualitative evaluation by cartographic experts. From the project results it can be concluded that all systems offer potentials for automated generalisation. However the results highlighted a few issues that identify areas for further development in both research and commercial systems. Although the results show that for many problems solutions do exist (e.g. building simplification), the algorithms are difficult to parameterise and a direct match between parameters and specifications was often missing. In addition none of the four test cases were fully solved by the out-of-the-box systems. While some problems are close to being solved (generalisation of individual buildings and roads), a few problems are far from being solved. Firstly it is impossible with the tested systems to apply different algorithms and/or parameter values in different contexts. This is either not supported or a measure to detect the appropriate contexts is missing. Another remaining generalisation software problem is operations that concern more than one object (e.g. network typification). Also, the generalisation of the topographic context in an integrated manner with the terrain is not appropriately covered in the tested systems. It should be noted that some of the missing functionalities were fixed in the vendors’ parallel tests (e.g. buildings elimination and displacement algorithms in ArcGIS and Radius Clarity). Although these results may seem disappointing, some final thoughts may help to put the results in the right context. Firstly the project had very high ambitions (i.e. many specifications were defined; the selection of test cases focused on known and complex problems; the ultimate aim of the generalisation process was high quality paper maps). Secondly, the project is well received by vendors to push internal developments. In addition it is not a surprise that out-of-the box versions are not capable of fulfilling NMA requirements, which is also shown by the fact that customised systems are used more satisfactory in practice. Consequently customisation of the systems should be further developed and should be one of the focuses in a future project.
- Published
- 2010
166. Focus bij substraat van ziekteverwekkers naar 'gezondmakers' verleggen
- Author
-
Kierkels, T., van der Wurff, A.W.G., Blok, C., and Heuvelink, E.
- Subjects
nuttige organismen ,cultuur zonder grond ,amendments ,soil fertility ,soil suppressiveness ,tuinbouw ,horticulture ,verbeteraars ,soilless culture ,micro-organismen ,substraten ,beneficial organisms ,glastuinbouw ,additives ,bodemweerbaarheid ,toevoegingen ,microorganisms ,bodemvruchtbaarheid ,substrates ,greenhouse horticulture - Abstract
Ooit was het idee dat substraat vrijwel steriel is. Maar het tegendeel is het geval: per gram komen miljoenen, zo niet miljarden organismen voor. Dan kun je daar maar beter je voordeel mee doen. Het bodemleven bevordert de productie, de kwaliteit en beschermt tegen ziekten. Klein probleem: we weten er nog verschrikkelijk weinig van. Mogelijke beïnvloedingsmethoden liggen in het toevoegen van nuttige organismen of het sturen van het hele ecosysteem in het substraat.
- Published
- 2010
167. Remedie tegen groeiremming in roos niet zonder risisco's : Interview met Chris Blok
- Author
-
van Staalduinen, Jan and Blok, C.
- Subjects
ultraviolet radiation ,irrigatiesystemen ,hydrogen peroxide ,cut flowers ,floriculture ,bloementeelt ,gesloten systemen ,uv lamps ,closed systems ,market gardens ,uv-lampen ,rosaceae ,snijbloemen ,industrial hygiene ,groeiremmers ,greenhouse horticulture ,water pollution ,ultraviolette straling ,water treatment ,waterzuivering ,roses ,rozen ,irrigation systems ,glastuinbouw ,growth inhibitors ,waterverontreiniging ,waterstofperoxide ,bedrijfshygiëne ,tuinbouwbedrijven - Abstract
Groeiremmingen in roos zijn deels het gevolg van verontreinigingen in het watersysteem. UV-ontsmetting in combinatie met toegevoegde waterstofperoxide zorgt voor een schoner systeem en zichtbaar betere gewasgroei. Voorzichtigheid blijft geboden, want de waterstofperoxide moet uitgewerkt zijn voordat het gietwater de wortels bereikt. Bijsturen is lastig, omdat er geen automatische regeling bestaat. Vooralsnog blijft frequent meten met meetstrookjes noodzakelijk.
- Published
- 2010
168. Checklist voor succes bij innovatie (WUR bedenkt aanpak voor nieuwe teeltsystemen uit de grond)
- Author
-
Vermeulen, T., van Weel, P.A., Beerling, E.A.M., and Blok, C.
- Subjects
teelt onder bescherming ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,protected cultivation ,ornamental crops ,cropping systems ,Wageningen UR Glastuinbouw ,greenhouses ,innovations ,siergewassen ,kassen ,market gardens ,glastuinbouw ,innovaties ,greenhouse horticulture ,teeltsystemen ,tuinbouwbedrijven - Abstract
Nieuwe teeltsystemen zijn al te vaak geflopt. Daarom heeft WUR Glastuinbouw een aanpak bedacht om de ontwikkeling succsvol te laten verlopen. Die bestaat onder meer uit een aantal basisvoorwaarden waaraan zo'n systeem moet voldoen
- Published
- 2010
169. Zorgarrangementen vanuit cliëntperspectief. Ouderen over sociale en operationele aspecten van zorg
- Author
-
Akbas, M.E., de Blok, C., Luijkx, K.G., and Tranzo, Scientific center for care and wellbeing
- Published
- 2010
170. Substrate growing developments in Europe 2010-2027
- Author
-
Blok, C. and Urrestarazu, M.
- Subjects
Life Science - Published
- 2010
171. Chris Blok, projectmanager wortelmedia en plantenvoeding: 'Waterkringloop sluiten kost geld, maar brengt ook wat op' (interview met Chris Blok)
- Author
-
Vegter, B. and Blok, C.
- Subjects
Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,WUR GTB Gewasfysiologie Management en Model ,Wageningen UR Glastuinbouw - Published
- 2010
172. Ionensensor maakt nutriëntenregeling af (interview met Chris Blok en Theo Gieling)
- Author
-
Sleegers, J., Blok, C., and Gieling, T.H.
- Subjects
teelt onder bescherming ,ionen ,protected cultivation ,aangepaste technologie ,plant nutrition ,sensors ,instrumenten (meters) ,voedingsstoffen ,appropriate technology ,nutrients ,instruments ,glastuinbouw ,ions ,plantenvoeding ,greenhouse horticulture - Abstract
WUR Glastuinbouw onderzoekt welke multi-ionensensoren het meest geschikt is voor de glastuinbouw. Hiermee zou een vergaande controle over de nutriënten- en waterhuishouding mogelijk zijn. De sensoren van Capilix en CleanGrow hebben de beste papieren.
- Published
- 2010
173. Zuivering recirculatiewater in de rozenteelt: Fase 0: Uitvoeren biotoetsen Fase 1: Testen effectiviteit zuiveringstechnologie Fase 2: Bedrijfseconomische haalbaarheid zuiveringsapparatuur
- Author
-
van der Maas, A.A., van Os, E.A., Blok, C., Meijer, R.J.M., and Enthoven, N.
- Subjects
ultraviolet radiation ,oxidation ,oxidatie ,hydrogen peroxide ,water reuse ,floriculture ,Wageningen UR Glastuinbouw ,bloementeelt ,greenhouses ,uv lamps ,kassen ,uv-lampen ,groeiremmers ,greenhouse horticulture ,WUR GTB Gewasgezondheid ,hergebruik van water ,afvalwaterbehandeling ,ultraviolette straling ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,water treatment ,WUR GTB Gewasfysiologie Management en Model ,waterzuivering ,roses ,waste water treatment ,rozen ,GTB Tuinbouw Technologie ,glastuinbouw ,growth inhibitors ,tests ,waterstofperoxide - Abstract
Om aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water te voldoen moet in de glastuinbouwsector de emissie van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen sterk worden gereduceerd. Overheid en de glastuinbouwsector zijn in GlaMi-verband overeengekomen, dat in 2027 de emissie nagenoeg nul zal zijn. Spuiwater is een belangrijke emissieroute. In de rozenteelt is groeiremming een belangrijke reden om te spuien. Het zuiveren van het recirculatiewater, bovenop de reeds toegepaste waterontsmetting, zou de groeiproblemen kunnen oplossen en de emissie verminderen. Met een aantal biotoetsen is nagegaan of groeiremming kon worden aangetoond in het drainwater van een aantal rozenbedrijven (fase 0). Vervolgens is getest of zuivering van het water met geavanceerde oxidatie, een combinatie van waterstofperoxide (H2O2) en UV, groeiremming kan terugdringen (fase 1). Behandelingen zijn uitgevoerd met verschillende doseringen H2O2 en UV. Tevens is gekeken naar het effect van deze zuiveringsbehandelingen op de afbraak van gewasbeschermingsmiddelen in het drainwater. De resultaten van de uitgevoerde testen op experimenteel niveau waren veelbelovend. Een kosten/baten analyse is uitgevoerd om zicht te krijgen op de bedrijfeconomische haalbaarheid van de aanschaf van de zuiveringsapparatuur (fase 2). Om het zuiveringconcept met H2O2 en UV in de rozenteelt praktijkrijp te maken is een langdurige proef van een jaar op een praktijkbedrijf essentieel (fase 3). Het gaat om inzicht te krijgen in het effect van geavanceerde oxidatie op de lange termijn op het voorkomen van groeiremming en het minimaliseren van lozing. Een proefplan voor deze duurproef is opgesteld. De vragen, die met deze duurproef moeten worden beantwoord zijn: - Is er groeiremming bij niet-lozen? - Zo ja, vermindert H2O2+UV de groeiremming? - Zo ja, vermindert door H2O2+UV de lozing?
- Published
- 2010
174. Substrate Cultivation of Chrysanthemum: Plant performance in 6 cropping systems and the effect of parameters associated with root environment
- Author
-
Guo, X. and Blok, C.
- Subjects
Greenhouse Horticulture ,Life Science ,Glastuinbouw ,WUR GTB Gewasfysiologie Management en Model - Abstract
Summary Chrysanthemum is an important greenhouse crop in Holland and is still cultivated in soil. To prevent the emission of nutrients and crop protecting agents, an emission:free cropping system should be developed. This experiment was conducted to that purpose. The objectives of this experiment were: (1) to compare the plant growth performance among six closed systems and thereby evaluate the priority of each system; (2) to investigate the impact of some indexes associated with rhizosphere on plant growth and thereby optimize the corresponding system. Six candidate systems were deep soil system (S1), sand bed (S2), peat bed (S3), lily crate (S4), cassette bed (S5) and cassette box system (S6). In S5 and S6, substrate volume, anti root barrier, foil and irrigation regime were varied as factors of possible influence on the rhizosphere. Growing period, above ground growth parameters (including fresh weight, dry weight, plant height and leaf number) and root performance were recorded and used to evaluate plant growth performance. The results showed that the latter four high:tech systems could shorten the growing period by about 12 d in comparison to S1 and S2. After in depth discussion, however, four systems including S1, S2, S3 and S5 were suggested for next round trial. The results also showed fresh weight and dry weight advantage for the S5 system combined with 10 cm height of substrate, an anti:root fabric and a sprinkling irrigation or normal sub irrigation. Plants in S6 showed a lower fresh weight yield and a slightly lower dry weight yield as the amount of water and nutrients supplied was just not enough to meet the plant demands. Consequently for S6, plants grown in substrate wrapped with complete foil gave the best performance as the foil reduced water loss due to evaporation.
- Published
- 2010
175. El uso de los sustratos en Europa es cada vez mayor
- Author
-
Blok, C. and Urrestarazu, M.
- Subjects
Life Science - Published
- 2010
176. Op weg naar modulaire zorgverlening. Een praktische vertaling van inzichten en bevindingen uit het promotieonderzoek ‘Zorgarrangementen in de ouderenzorg'
- Author
-
de Blok, C., Luijkx, K.G., Meijboom, B.R., Schols, J.M.G.A., Vakgroep: Organization, Department of Management, and Tranzo, Scientific center for care and wellbeing
- Published
- 2010
177. CocoMix : Eindrapport SBIR CocoMix Fase 1
- Author
-
Overweg, G., Krenz, M., and Blok, C.
- Subjects
ph ,GTB Gewasgez. Bodem en Water ,tuinbouw ,horticulture ,substitutes ,cocos ,groeimedia ,substraten ,growing media ,turf ,peat ,grondverbeteraars ,economische haalbaarheid ,vervangmiddelen ,economic viability ,substrates ,soil amendments - Abstract
De doelstelling van het CocoMix project is het ontwikkelen van een substraat waarin geen veen meer is verwerkt. Positief is dat de markt al behoorlijk in beweging is om veen te vervangen. De markt heeft tot op heden een aantal positieve resultaten behaald met verschillende ‘veenvervangers’ (Blok & Verhagen, 2009). Toch blijkt dat altijd nog een percentage veen nodig is om problemen met wortelgroei in de propagationfase te voorkomen. IntroVation is door de SBIR van het ministerie van LNV in staat gesteld een substraat te ontwikkelen dat voor 100% veenvrij is. Kokos is een substraat met een aantal gunstige eigenschappen. Doordat kokos weinig nutriënten bevat (lage EC-waarde) kan de teler de voedingstoffen goed controleren. Daarnaast heeft kokos een gunstig water en luchthuishoudingen kan het na indroging weer makkelijk vocht opnemen. Kokos mist echter een hechtende eigenschap, dit maakt het moeilijk om zwartveen te vervangen. Bovendien is de pH van kokos te hoog en te instabiel. In deze haalbaarheidsstudie wordt voor beide problemen door een innovatieve oplossing aangedragen. Namelijk een pH additief en een bindmiddel. Ook worden mogelijke ontwikkelpartners (OctoPlus en Evonik) voor de tweede fase en krachtige marktpartijen (Horticoop en Jiffy) voorgesteld.
- Published
- 2010
178. Modular care and service packages for independent living elderly
- Author
-
de Blok, C., Luijkx, K.G., Meijboom, B.R., Schols, J.M.G.A., Research Group: Organization, Department of Management, and Tranzo, Scientific center for care and wellbeing
- Abstract
Purpose – The purpose of this paper is to show how modularity manifests in a service context, more specifically in the provision of care and services to independently living elderly. Design/methodology/approach – Four case studies provide insight into the specification of relevant components and their subsequent assembly into a customized package of care and services. Findings – In all cases, component specification and package construction take place in two phases: partly before and partly during care delivery. Early client involvement allows for a combination of standard components that have a lower level of customization, whereas late client involvement allows for adaptation of these components resulting in a higher level of customization. The paper proposes that modularity theory should distinguish between the creation of modular offerings in care provision versus their creation in goods production, since the findings are the exact reverse of the state‐of‐the art knowledge in manufacturing modularity. Research limitations/implications – The empirical part of this paper is limited to providers of elderly care and services in The Netherlands and is exploratory in nature. However, the newness of care and service modularity justifies the exploratory research approach. Practical implications – This paper offers elderly care organizations in‐depth understanding of their complex and multi‐faceted specification process. The insights help both care and service providers to make well‐considered decisions as to what level of client involvement to allow and the type of modularity to apply. Originality/value – This paper contributes to the emerging literature on service modularity.
- Published
- 2010
179. Modular Care Provision: A qualitative study to advance theory and practice
- Author
-
de Blok, C., Schols, J.M.G.A., Meijboom, Bert, Luijkx, Katrien, and Tranzo, Scientific center for care and wellbeing
- Subjects
ComputingMilieux_LEGALASPECTSOFCOMPUTING - Published
- 2010
180. Demanded Based Care: De logistiek van zorgleveranciers
- Author
-
de Blok, C., van den Heuvel, B., van den Broeck, C., van de Wyngaert, R., Windey, T., and Tranzo, Scientific center for care and wellbeing
- Published
- 2010
181. Definition of 5q11.2 microdeletion syndrome reveals overlap with CHARGE syndrome and 22q11 deletion syndrome phenotypes
- Author
-
Blok, C. de, Corsten-Janssen, N., FitzPatrick, D.R., Romano, C, Fichera, M., Vitello, G.A., Willemsen, M.H., Schoots, J., Pfundt, R.P., Ravenswaaij-Arts, C.M.A. van, Hoefsloot, L., Kleefstra, T., Blok, C. de, Corsten-Janssen, N., FitzPatrick, D.R., Romano, C, Fichera, M., Vitello, G.A., Willemsen, M.H., Schoots, J., Pfundt, R.P., Ravenswaaij-Arts, C.M.A. van, Hoefsloot, L., and Kleefstra, T.
- Abstract
Item does not contain fulltext, Microdeletions of the 5q11.2 region are rare; in literature only two patients with a deletion in this region have been reported so far. In this study, we describe four additional patients and further define this new 5q11.2 microdeletion syndrome. A comparison of the features observed in all six patients with overlapping 5q11.2 deletions showed a phenotypic spectrum that overlaps with CHARGE syndrome and 22q11.2 deletion syndrome including choanal atresia, developmental delay, heart defects, external ear abnormalities, and short stature. No colobomas or abnormalities of semicircular canals and olfactory nerves were reported. Two male patients had genital abnormalities. We estimated a 2.0 Mb (53.0-55.0 Mb) Shortest Region of Overlap (SRO) for the main clinical characteristics of the syndrome. This region contains nine genes and two non-coding microRNAs. In this region DHX29 serves as the candidate gene as it encodes an ATP-dependent RNA-helicase that is involved in the initiation of RNA translation. Screening a small cohort of 14 patients who presented the main features, however, did not reveal any pathogenic abnormalities of DHX29.
- Published
- 2014
182. Egyptian greenhouse cultivation at a higher level with Dutch Technology ; Annual Report 2013
- Author
-
Elings, A., van der Helm, F.P.M., Blok, C., Meijer, R.J.M., Lahiani, Y., Janmaat, A., Zaki, M., Hassan, H., Elings, A., van der Helm, F.P.M., Blok, C., Meijer, R.J.M., Lahiani, Y., Janmaat, A., Zaki, M., and Hassan, H.
- Abstract
The project ‘Egyptian greenhouse cultivation at a higher level with Dutch technology’ is co-funded under the Top Sector Programme Horticulture and Starting Materials. The project wants to realizes through the use of Dutch technology a higher level of sustainability of Egyptian protected cultivation, especially in the areas of water and crop protection. Collaborating private partners are Koppert and HortiMaX in The Netherlands, and BioEgypt and AllGreen in Egypt. Wageningen UR Greenhouse Horticulture is the collaborating research partner. In the first year 2013, the project proposal was agreed upon, and after summer, water technology was demonstrated at the AllGreen farm. As this is only effective if crop cultivation in a general sense is improved as well, weekly skype meetings were organized between Wageningen UR and AllGreen. The political unrest caused delay in the process to suggest revision of current rules with regards to the import of biological control agents. It is envisaged that in 2014, when the political situation has become more quiet, the project will accelerate., Het project ‘Egyptische kasteelt op een hoger niveau met Nederlandse technologie’ wordt gecofinancierd door het Topsector programma ‘Tuinbouw en Uitgangsmaterialen’. Het project wil door middel van toepassing van Nederlandse technologie een hoger niveau van duurzaamheid in de Egyptische bedekte teelt realizeren, met name op de gebieden van water en gewasbescherming. Samenwerkende private partners zijn Koppert en HortiMaX in Nederland en BioEgypt and AllGreen in Egypte. Wageningen UR Glastuinbouw is de samenwerkende onderzoekspartner. In het eerste jaar,2013, werd overeenstemming bereikt over het projectvoorstel, en na de zomer werd atertechnologie bij AllGreen gedemonstreerd. Aangezien dit alleen effectief is als de gewasteelt in algemene zit wordt verbeterd, werden wekelijks skype vergaderingen georganiseerd tussen Wageningen UR en AllGreen. De politlieke onrust zorgde voor vertraging in het proces dat was gericht op het aanbieden van veranderingsvoorstellen met betrekking tot de import van biologische gewasbeschermingsmiddelen. Het wordt voorzien dat in 2014, als de politieke situatie meer tot rust is gekomen, het project versneld kan worden uitgevoerd.
- Published
- 2014
183. Chrysant op water – lessen
- Author
-
Vermeulen, T., Blok, C., Vermeulen, T., and Blok, C.
- Abstract
In een serie van flyers worden leerervaringen van het project Schoon en Zuinig van Kreling BV en Riverflowers besproken. De volgende onderwerpen worden in aparte flyers belicht: 1. Sturen op voeding en pH in waterteelt; 2.Beworteling; 3.Zuurstoftoediening; 4.Energiebesparing; 5.Bioleven; 6.Systeeminrichting.
- Published
- 2014
184. Methodology for evaluating automated map generalization in commercial software
- Author
-
Stoter, J, Burghardt, D, Duchêne, C, Bakker, N, Blok, C, Pla, M, Regnauld, N, Touya, G, Schmid, S, University of Zurich, and Stoter, J
- Subjects
2300 General Environmental Science ,10122 Institute of Geography ,3305 Geography, Planning and Development ,2302 Ecological Modeling ,3322 Urban Studies ,910 Geography & travel - Published
- 2009
185. Special Horti Fair - Wortelmilieu: Goed water en vooral lang recirculeren (interview met Chris Blok)
- Author
-
Sleegers, J. and Blok, C.
- Subjects
Life Science - Published
- 2009
186. De problematiek van de kasgrondteelten: Mogelijke oplossingen aangedragen door ondernemers met substraatbedden in het bijzonder
- Author
-
van der Wurff, A.W.G., Blok, C., Labrie, C.W., Vermeulen, T., and Voogt, W.
- Subjects
WUR GTB Gewasgezondheid ,plant protection ,gewasbescherming ,pesticides ,WUR GTB Teelt & Bedrijfssystemen ,questionnaires ,WUR GTB Gewasfysiologie Management en Model ,vragenlijsten ,voedingsstoffen ,substraten ,emissie ,nutrients ,pesticiden ,emission ,glastuinbouw ,substrates ,greenhouse horticulture - Abstract
De kasgrond glastuinbouw ziet zich geconfronteerd met stijgende kosten en een afname van de hoeveelheid toegelaten gewasbeschermingsmiddelen. Het middelenpakket tegen schadelijke bodemschimmels en aaltjes wordt mogelijk verkleind (Spruit e.a. 2008). Op dit moment is grondstomen nog een optie, maar door de sterk toenemende energie- en arbeidskosten wordt grondstomen steeds duurder. In voorgaande gesprekken met ondernemers en betrokkenen blijkt dat een teeltsysteem dat relatief goedkoop, en gemakkelijk in de praktijk is in te passen, de voorkeur heeft. Doelstelling van dit project is daarom het in kaart brengen van problemen met mogelijke oplossingen ten aanzien van bodemproblematiek in kasgrondteelten.
- Published
- 2009
187. De teelt van chrysanten in goten : interacties tussen Pythium, substraat en klimaat in een chrysantenteelt los van de grond
- Author
-
Blok, C., Shao, H., and Schrama, P.M.M.
- Subjects
teelt onder bescherming ,pythium ,cultuur zonder grond ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,protected cultivation ,cropping systems ,cut flowers ,soilless culture ,Wageningen UR Glastuinbouw ,irrigation ,plant disease control ,substraten ,chrysanthemums ,plantenontwikkeling ,snijbloemen ,plant development ,irrigatie ,plantenziektebestrijding ,substrates ,chrysanten ,teeltsystemen - Abstract
De snijbloem chrysant is een gewas dat in de grond wordt geteeld met een teeltcyclus van 8-11 weken. Het areaal neemt geleidelijk af van 700 ha in 1990 tot 550 ha in 2006. De overstap van een grondteelt naar een teeltsysteem los van de grond biedt voordelen zoals een betere kwaliteit en hogere productie, minder kosten en de mogelijkheid voor recirculatie van de voedingsstoffen. Een Nederlands glastuinbouwbedrijf, MobyFlowers, is al enige tijd actief met een chrysantenteelt in smalle goten. Er treden echter groeiverschillen op in de lengterichting van de goten en Pythium aantasting leidt tot een uitval van 10% in de zomerperiode. Het huidige teeltsysteem moet dus teelttechnisch worden verbeterd, voor het toepasbaar is op grotere schaal. Het doel van het project is een afname van de Pythium aantasting in het MobyFlowers systeem tot minder dan 2% in de zomermaanden. Het projectdoel is tevens om praktische kennis op te doen over een chrysantenteelt op een eb-vloed systeem zonder problemen met Pythium
- Published
- 2009
188. Chrysanten op substraat: een nieuwe poging (interview met Tycho Vermeulen)
- Author
-
Vermeulen, T. and Blok, C.
- Subjects
Life Science - Published
- 2009
189. Demonstratie N-reductie : praktijkproef met roos
- Author
-
Blok, C., Voogt, W., Khodabaks, M., and Warmenhoven, M.G.
- Subjects
Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,fertilizer application ,cut flowers ,Wageningen UR Glastuinbouw ,nitrogen ,rosa ,roses ,bemesting ,rozen ,stikstof ,glastuinbouw ,snijbloemen ,greenhouse horticulture - Abstract
De uitstoot van nitraat en fosfaat op het oppervlakte water is in de afgelopen jaren afgenomen maar zal nog verder moeten afnemen. Deze maatschappelijke wens is expliciet gemaakt in de op Europese regels gebouwde Kader Richtlijn Water. Met name de rozenteelt stoot nog veel nitraat uit. Een eenvoudig model laat zien dat een kleine verlaging van het nitraatgehalte in de aanvoer leidt tot een grote verlaging van nitraat in het spuiwater zonder dat de gewasopname gevaarlijk afneemt. De analyse laat echter ook zien dat fluctuaties van nitraat in het drainwater grote gevolgen hebben voor het gehalte in de aanvoer. Er is in dat geval behoefte aan zowel meerdere metingen per dag als aan een goede dempende regeling.
- Published
- 2009
190. Richtlijnen voor substraat moeten problemen voorkomen : onderzoeker Chris Blok geeft uitleg over nieuwe normering pH
- Author
-
Bouwman-van Velden, Pieternel, Blok, C., and Kaarsemaker, R.C.
- Subjects
teelt onder bescherming ,zuurgraad ,protected cultivation ,greenhouses ,groeimedia ,normen ,directives ,soil ph ,kassen ,richtlijnen (directives) ,growing media ,market gardens ,rockwool ,glastuinbouw ,standards ,steenwol ,acidity ,greenhouse horticulture ,bodem ph ,tuinbouwbedrijven - Abstract
Op basis van proeven is er een concept beoordelingsrichtlijn (BRL) voor het pH buffergedrag van opkweekpotten opgesteld. Onderdeel van het onderzoek is het ontwikkelen van methodieken om pH gedrag in steenwol te meten. De richtlijnen doen vooral dienst om schades tijdens de opkweek te voorkomen
- Published
- 2009
191. Substraatteelt chrysant nog niet kostendekkend : goede teeltresultaten zonder emissie naar grond- en oppervlaktewater (interview met Tycho Vermeulen en Chris Blok)
- Author
-
van Staalduinen, J., Vermeulen, T., and Blok, C.
- Subjects
cultuur zonder grond ,production growth ,proeven op proefstations ,cut flowers ,soilless culture ,productiegroei ,emissie ,chrysanthemums ,cost benefit analysis ,emission ,glastuinbouw ,snijbloemen ,kosten-batenanalyse ,station tests ,chrysanten ,greenhouse horticulture - Abstract
Vanwege emissiebeperking kan het noodzakelijk worden om chrysant op substraat te telen. Wageningen UR Glastuinbouw beproeft vier innovatieve teeltsystemen van verschillende complexiteit en kostenniveaus. Met alle systemen is een meeropbrengst te realiseren, wat ook noodzakelijk is. Geen van de systemen is nu al kostendekkend, maar dat kan veranderen. Vooralsnog lijkt het ondiepe zandbed met eb/vloedsysteem het meest interessant
- Published
- 2009
192. Modularity in care and service provision: An exploratory case study
- Author
-
de Blok, C., Meijboom, B.R., Luijkx, K.G., Schols, J.M.G.A., Hanna, M.D., Research Group: Organization, Department of Management, and Tranzo, Scientific center for care and wellbeing
- Published
- 2009
193. Effects of anaerobic root growth and nutrient limitation to the photosynthetic response and exudation of tomato and reed mannagrass plants
- Author
-
Kalarchakis, I., Blok, C., Warmenhoven, M.G., Khodabaks, R., Steenhuizen, J.W., Strik, D.P.B.T.B., Gerritsen, I., and Snel, J.F.H.
- Subjects
microbiële brandstofcellen ,microbial fuel cells ,photosynthesis ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,energie ,fungi ,solar energy ,food and beverages ,resource development ,zonne-energie ,Wageningen UR Glastuinbouw ,fotosynthese ,ontwikkeling van hulpbronnen ,Environmental Technology ,Milieutechnologie ,elektrische energie ,electrical energy ,energy - Abstract
The Plant-MFC is based on two principle ideas, first the energy provided by sun can be stored into the root system of the plants through photosynthesis and second that bacteria can convert the rhizodeposits from plants into usable electrical energy via the microbial fuel cell. To make the Plant-MFC a viable technique, the efficiency of the processes needs to be optimised. In other studies it has been found that rhizodeposition can be stimulated by nutrient limitation, notably iron and phosphate. The aim of this study is to investigate if limitation of iron and phosphate can improve exudation and the maintain photosynthetic rate of tomato and reed mannagrass plants that are grown under anaerobic root conditions. De Plant-MFC (microbiele brandstofcel) is gebaseerd op twee principes: 1. De energie geleverd door de zon kan worden opgeslagen in het wortelstelsel van planten via fotosynthese en 2. Bacteriën kunnen de in de wortel opgeslagen stoffen omzetten in bruikbare elektrische energie. Om de Plant-MFC tot een bruikbare techniek te maken moet de efficiëntie van de processen geoptimaliseerd. In andere studies is gevonden dat de opslag in het wortelstelsel gestimuleerd wordt door het limiteren van nutrienten, vooral van ijzer en fosfaat. Het doel van deze studie is te onderzoeken of beperking van ijzer en fosfaat de uitscheiding van de depostits kan verhogen terwijl de fotosyntese snelheid onder anaerobe condities behouden blijft
- Published
- 2009
194. Glasschuim evenaart productie in steenwol
- Author
-
Bouwman-van Velden, Pieternel and Blok, C.
- Subjects
vegetables ,teelt onder bescherming ,pythium ,groenten ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,protected cultivation ,foams ,proeven op proefstations ,Wageningen UR Glastuinbouw ,vegetable growing ,silicon fertilizers ,voedingsstoffen ,substraten ,schuim ,nutrients ,glastuinbouw ,station tests ,siliciummeststoffen ,groenteteelt ,substrates ,greenhouse horticulture - Abstract
Proeven bij Wageningen UR Glastuinbouw hebben aangetoond dat planten op glasschuim de productie op steenwol evenaren. Glasschuim bevat onder alle groeiomstandigheden 40% lucht en weinig vrij water. Naast een sterk generatieve groei heeft dit ook gevolg voor minder Pythium bij komkommers en minder neusrot bij tomaat
- Published
- 2009
195. Normen voor opkweekpluggen : Plantum en Kiwa/IGPA initiatief normen voor steenwolpluggen
- Author
-
Blok, C., van Winkel, A., and van den Berg, C.C.
- Subjects
Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,plant density ,plantdichtheid ,WUR GTB Gewasfysiologie Management en Model ,Wageningen UR Glastuinbouw ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,normen ,rockwool ,glastuinbouw ,standards ,steenwol ,tests ,greenhouse horticulture - Abstract
De KIWA Richtlijnen voor minerale wolproducten bevatten normen voor matten en blokken maar geen specifieke eisen voor pluggen. Omdat bij het werken met pluggen bij plantenkwekers een aantal kritische punten bekend zijn, bestond de wens bij de plantenkwekers te komen tot een viertal normen voor pluggen. Een voorstel van Plantum is door WUR Glastuinbouw uitgewerkt. De doelstelling was: 1. Een test voor dichtheid en spreiding van dichtheid tussen pluggen. 2. Een test voor vorm en afmetingen van de zaadkuil. 3. Een test voor de stevigheid van pluggen. 4. Een test voor de gelaagdheid van pluggen. Zes methoden zijn uitgewerkt inclusief afkeurgrenzen (plugvolume, zaadkuildiepte, zaadkuilvolume, centriciteit, indringweerstand en bezinksnelheid). De meting van breuk lost geen praktijkprobleem op en is in overleg niet uitgewerkt. De meting van zaadkuilvolume is mogelijk te ondervangen door de andere metingen.
- Published
- 2009
196. Climate Change Scientific Assessment and Policy Analysis: Peatlands and carbon flows: Outlook and importance for The Netherlands
- Author
-
Verhagen, A., van den Akker, J.J.H., Blok, C., Diemont, W.H., Joosten, H., Schouten, M., Schrijver, R., den Uyl, R., Verweij, P.J.F.M., and Wösten, J.H.M.
- Subjects
Centre for Ecosystem Studies ,Alterra - Centrum Geo-informatie ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,Soil Science Centre ,Life Science ,Agrosystems ,Alterra - Centrum Bodem ,Wageningen Environmental Research ,Centre Geo-information ,Wageningen UR Glastuinbouw ,PRI Agrosysteemkunde ,Centrum Ecosystemen - Published
- 2009
197. Adaptation of modular care and service packages for independently living elderly: Exploring service interfaces
- Author
-
de Blok, C., Meijboom, B.R., Luijkx, K.G., Schols, J.M.G.A., Johansson, M., Jonsson, P., Research Group: Organization, Department of Management, and Tranzo, Scientific center for care and wellbeing
- Published
- 2009
198. Plant - Microbiele Brandstofcel (MFC): exudate productie : het optimaliseren van wortelexudatie met een split-root systeem
- Author
-
Khodabaks, M., Blok, C., van den Berg, C.C., and Snel, J.F.H.
- Subjects
teelt onder bescherming ,wortelexudaten ,microbial fuel cells ,carbohydrates ,protected cultivation ,Wageningen UR Glastuinbouw ,micro-organismen ,root exudates ,crop enterprises ,greenhouses ,kassen ,akkerbouw- en tuinbouwbedrijven ,organic acids ,aminozuren ,microorganisms ,koolhydraten ,greenhouse horticulture ,organic matter ,microbiële brandstofcellen ,amino acids ,secreties ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,exudates ,secretions ,organische stof ,suikers ,biobased economy ,exudaten ,organische zuren ,sugars ,glastuinbouw - Abstract
De plant microbiële brandstofcel of Plant Microbial Fuel Cell (Plant$MFC) is een technologie die het op basis van een nieuw principe mogelijk maakt direct elektriciteit of biofuels aan een plant te onttrekken, zonder dat deze geoogst hoeft te worden (Strik en Helderman, 2004). Levende planten zetten door fotosynthese zonne-energie om in energiehoudende biomassa zoals eiwitten, suikers, zetmeel, cellulose en ligine. Van de netto vastgelegde koolstof wordt doorgaans een fractie van 40 tot 60 % naar de wortels getransporteerd. Van de hoeveelheid koolstof getransporteerd naar het wortelstelsel wordt door planten een fractie van 50 tot 70 % uitgescheiden naar de bodem in oplosbare vorm (exudaten en secreties). Deze exudaten en secreties bestaan onder andere uit suikers, aminozuren, organische zuren en koolhydraten welke gemakkelijk door micro-organismen kunnen worden omgezet. De uitgescheiden organische stof kan deels door natuurlijk voorkomende micro-organismen worden omzet in electriciteit. Als deze electriciteit in de een of ander vorm wordt opgevangen en benut is sprake van een MFC. In een MFC is het zaak het aandeel en de activiteit van de electriciteit producerende micro-organismen hoog te maken en te houden
- Published
- 2009
199. Omgaan met digitale nationale beleidskaarten
- Author
-
Vullings, L.A.E., Blok, C., Vonk, G.A., van Heusden, M., Huisman, A., van Linge, J.M., Keijzer, S., Oldengarm, J., Bulens, J.D., Faculty of Geo-Information Science and Earth Observation, and Department of Geo-information Processing
- Subjects
GIP ,Alterra - Centrum Geo-informatie ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,maps ,netherlands ,interpretatie ,visualisatie ,Centre Geo-information ,Wageningen UR Glastuinbouw ,government policy ,nederland ,geographical information systems ,ADLIB-BOOK-669 ,kaarten ,WOT Natuur & Milieu ,Wageningen Environmental Research ,overheidsbeleid ,geografische informatiesystemen ,interpretation ,visualization - Abstract
In dit werkdocument worden de resultaten besproken van een casestudy die onderdeel is van het project GeO3 - Omgaan met onzekerheid binnen Ruimtelijke Ordening. De directie Platteland van het ministerie van LNV heeft bij het publiceren van het meerjarenprogramma van Agenda Vitaal Platteland geen digitale viewer gepubliceerd omdat men bang was voor verkeerde interpretatie van de digitale kaarten. In dit project is gekeken naar methoden en cartografische oplossingen om voortaan zonder angst voor misinterpretaties digitale nationale beleidskaarten te kunnen verspreiden. De oplossing is gezocht in het opstellen van een handreiking, zodat kaarten ook daadwerkelijk weergeven wat er bedoeld is door de maker.
- Published
- 2009
200. De pH-buffer bepaling van teeltmedia : opkweek in steenwol- en perlietpotten
- Author
-
Blok, C. and Kaarsemaker, R.C.
- Subjects
culture media ,kweekmedia ,field tests ,cultuur zonder grond ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,ornamental crops ,waterkwaliteit ,soilless culture ,cultuurmethoden ,veldproeven ,Wageningen UR Glastuinbouw ,water quality ,irrigation ,siergewassen ,cultural methods ,glastuinbouw ,irrigatie ,greenhouse horticulture - Abstract
Materialen als steenwol en perliet hebben in waterige oplossingen een licht pH verhogend effect. Omdat jonge planten in substraatpotten bij plantenkwekers weinig water opnemen, en de potten tussen de watergeefbeurten in nat blijven, kan de pH in de opkweekfase niet goed gestuurd worden. Het is voor plantenkwekers en substraatleveranciers moeilijk afspraken te maken over welke pH stijging door het substraat nog aanvaardbaar is. Daarom is besloten gezamenlijk een meetmethode te laten ontwikkelen en tegelijk in de praktijk vast te stellen bij welke pH waarden problemen met het telen van planten te verwachten zijn.
- Published
- 2008
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.