Search

Staatsbosbeheer Brabant-west streeft om de natuurkwaliteit van het beekdal van het Merkske te verhogen. Recent zijn de gronden Siemons aangekocht. De ambitie is om de natuurkwaliteit te verbeteren door beekdalkarakteristieke beheertypen te realiseren behorende bij het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). Hiervoor is een ambitiekaart met SNL beheertypen opgesteld. De aangewezen beheertypen zijn op dit moment afwezig of van matige kwaliteit. Met behulp van een landschapsecologische systeemanalyse zijn de kansen en knelpunten bepaald en zijn maatregelen opgesteld. De natuurpotenties van de gronden Siemons zijn zeer hoog maar komen in de huidige situatie nog niet tot hun recht. De gronden Siemons liggen op de grens tussen de hoger gelegen zandgronden en de lagere veenbodems langs het Merkske. Het Merkske stroomt door het projectgebied en verdeelt deze in twee delen met elk een eigen hydrologische systeem. De meeste graslanden hebben het karakter van een verdroogd en vergrast dotterbloemhooiland. In het gebied lijkt, vermoedelijk door binding van fosfaten aan ijzer, slechts weinig fosfaat beschikbaar te zijn voor de planten. Het huidige hydrologische systeem is sterk beïnvloed ten behoeve van de landbouw. De flora en fauna van de gronden Siemons zijn hierdoor sterk onder druk komen te staan. Ten noorden van het Merkske komt in de winter en in het voorjaar zowel basenrijke als lokale basenarme kwel tot het maaiveld. Het zuidelijke deel bevat lokale kwel met een lagere kweldruk. In de zomer en nazomer is de druk van het basenrijke grondwater dusdanig laag waardoor deze de wortelzone niet bereikt. Het Merkske is sterk verdiept en onttrekt in de droge periode grondwater uit het maaiveld. Bij het verdiepen van het Merkske is een schoningswal ontstaan doordat beekslib op de oevers is geloosd. Daarnaast ontstaan regenwaterlenzen doordat regenwater vanwege de aanwezigheid van de schoningswal niet kan worden afgevoerd. Dit heeft tot een vergrassing van de oude dotterbloemho

History and admission findings: A 70-year-old man with a past history of COPD stage GOLD D with home oxygen therapy and tracheotomy due to long-term ventilation (898 hours) 6 years ago was admitted for investigation of haemoptysis during oral anticoagulation. He suffered from peripheral arterial disease (PAD) with bypass and repeated thrombectomy due to recurrent bypass caps, despite effective warfarin therapy. He had all cardiovascular risk factors. Investigations: The suspicion of a bronchial carcinoma was confirmed by CT. Bronchoscopically a 2 cm lesion in the left upper lobe was biopsied. Additionally, bronchoscopy revealed an approximately erythematous, bloody discolored lesion (diameter 7 mm) at a tracheotomy scar. Diagnosis, treatment and course: The biopsies revealed an adenocarcinoma in the left upper lobe and an oncocytic adenoma of the trachea - an extremely rare adenoma. The staging result was cT1b cN0 cM0 G2 IASLC Ia. Because of his severe multiple diseases the patient was in an inoperable condition. An interdisciplinary tumor conference recommended an individualized approach with a definitive radiotherapy of the adenocarcinoma. Endoscopic control of the macroscopically completely removed oncocytic adenoma of the trachea shall be performed one year later. Conclusions: Oncocytoma is an extremely rare adenoma (of the trachea), which in this case, has caused haemoptysis in addition to lung cancer during anticoagulation. For tumor genesis a reactive or hyperplasic response after tracheotomy 6 years ago is considered. Resection is the treatment of choice because of the potential for infiltrative growth. But the decision to treat always depends on individual benefit.

Practical experience suggests that usage and understanding of UML diagrams is greatly affected by the quality of their layout. While existing research failed to provide conclusive evidence in support of this hypothesis, our own previous work provided substantial evidence to this effect. When studying different factors like diagram type and expertise level, it became apparent that diagram size plays an important role, too. Since we lack an adequate understanding of this notion, in this paper, we define diagram size metrics and study their impact to modeler performance. We find that there is a strong negative correlation between diagram size and modeler performance. Our results are highly significant. We utilize these results to derive a recommendation on diagram sizes that are optimal for model understanding.