Search

In opdracht van de Vlaamse Overheid was het doel van dit onderzoek bij te dragen aan de aanvaarding van holebiseksualiteit binnen bepaalde herkomstgroepen, met name de Marokkaanse, Turkse en Congolese gemeenschap in Vlaanderen. Uitgaand van de SID-survey (2018), was de opdracht de resultaten verder uit te diepen en in een vergelijkend perspectief plaatsen. In een eerste fase werd daartoe een uitgebreid literatuuronderzoek uitgevoerd, waarbij verdere Vlaamse en buitenlandse inzichten rond de aanvaarding van holebiseksualiteit bij buitenlandse herkomstgroepen verzameld werden. Daarbij werd vanuit het denkkader van 'intersectionaliteit' of kruispuntdenken nagegaan welke andere sociale identiteiten en posities een rol spelen in deze aanvaarding, naast etnisch-culturele achtergrond. Vlaamse, Belgische in internationale best practices werden eveneens in kaart gebracht. In een tweede fase werd via diepte-interviews met LGBTQ’s uit de drie betrokken herkomstgroepen (Marokkanen,Turken en Congolezen) nagegaan welke problemen zij ervaren maar ook welke oplossingen zij zien. Aansluitend bij de onderzoeksopdracht focusten we daarbij op de attitudes en meningen ten aanzien van holebiseksualiteit die zij ervaren, met aandacht voor positieve en negatieve ervaringen binnen de eigen familie en in de ruimere gemeenschap. Ook bespraken we welke rol zij weggelegd zien voor beleid en middenveldorganisaties. Ter voorbereiding maar ook ter interpretatie van deze interviews namen we ook een aantal expertinterviews af.

This article discusses the qualitative and quantitative public consultations used to prepare management contracts between Flemish government and public broadcaster VRT in 2005 and 2010. Reviewing the methodological set-up of each research, their respective strengths and weaknesses, and comparing the findings they generated, the article explores the consequences of methodological choices and the partial views of reality each method generates. Subsequently, the combination of quantitative and qualitative is discussed, each approach enabling an overcoming of some of the others limitations, with particular attention to the potential policy uses of such multimethod approach.

Although from the late 1980s onwards the Antwerp fashion scene has inspired generations of designers, it has received but little attention from a theoretical and academic point of view. Most of this research, moreover, has been focused on its institutionalization processes. Starting from Antwerp fashion’s avant-garde and conceptual reputation, which has revolved around the city as a place for resistance to the normative, this dissertation has sought to bring gender identity and sexuality into the critical debate. Specifically, I have been undertaking the first attempt at analyzing Antwerp fashion through the lens of masculinities combining insights from the fields of fashion studies, critical studies on men and masculinities, and queer studies. To shed light on the redefinition of masculinity, menswear, and the representation of the male body in Antwerp fashion from the past four decades, the thesis focuses on the creative practices of a number of designers from different generations (Walter Van Beirendonck, Dirk Bikkembergs, Raf Simons, Bernhard Willhelm and Glenn Martens) who have questioned – or indeed “queered” – the cultural conception of male aesthetics through non-conventional masculinities. The analysis of the selected case studies and their critical fashion practices has allowed a multifaceted understanding of the relationship between fashion and masculinity through the perspectives of gender, sexuality, and the body, and most importantly how in the Antwerp fashion scene we can identify an incubator for vanguardist fashion practices characterized by a particular attitude toward designing menswear and representing the male body. This study is based on a qualitative content analysis of (audio)visual (e.g. photographs, images and videos of fashion shows, catalogues, look books) and textual (e.g. press articles from newspapers and magazines, press releases, invitations, exhibitions and other project leaflets, books and catalogues dedicated to the designers’ works) materials collected during archival research in Belgian and international fashion museums, and interviews with relevant personalities from the field that have first-hand experience with the rise of Antwerp fashion.