Search

This contribution discusses the Hellenistic, Roman and early Byzantine pottery collected during archaeological survey in the Bereket valley (territory of ancient Sagalassos, southwest Turkey). This collection contains both pottery imported from as yet unknown production centres and wares produced in the Potters' Quarter of Sagalassos. Changes in the proportions of pottery produced at Sagalassos and those produced at other locations become visible in the fourthcentury AD material and reflect the evolving relationship between the peripheral valley of Bereket and the regional centre of Sagalassos. Yet, the undiminished quantity of pottery collected suggests that human activity continued without significant changes in habitation density. However, pollen cores from the same valley show that at more or less the same time crop cultivation diminished and was largely replaced by pastoralism. This shift occured at a time when climatic conditions had become more favourable for crop cultivation. A somewhat similar decrease in crop cultivation is also observed in Gravgaz marsh. In both valleys, this shift occured about 300 years earlier than in the rest of the territory of Sagalassos. Although the reasons for these changes cannot be determined on the basis of the study of survey pottery alone, the results presented show the importance of intensive survey and the study of peripheral areas for understanding inter-regional interaction patterns. ispartof: Anatolian Studies vol:63 pages:75-95 status: published

This thesis explores the subject of market buildings in Hellenistic Asia Minor. This is a group of monumental buildings, located in different ancient city centres in western and southwestern Asia Minor that have been recognized by several scholars in the past as an ancient building “type”. In this thesis, three general research questions concerning market buildings are addressed, each in a separate thesis part. The first, fundamental research question concerns the nature of market buildings and our understanding of them. While it is clear that scholars in the past have presented market buildings as a “type”, it is argued in chapter 1 that such a conceptualization constitutes a historical argument in itself and should therefore be critically evaluated. It is argued that conceptualizing market buildings as a “type” is not helpful when trying to understand why market buildings were built as part of their local urban contexts. Instead, this part proposes to understand market buildings as a family with ‘family resemblances’, a concept borrowed from Ludwig Wittgenstein. The second chapter of this thesis part subsequently discusses how market buildings as a family can be represented in a description, and chapter 3 provides an actual representation of market buildings in the form of a polythetic description. The second research question, corresponding to the second part of this thesis, is: why did market buildings emerge in west and southwestern Asia Minor during the Hellenistic period? Chapter 4 deconstructs the general idea that market buildings were developed in Pergamon under the Attalids, after which, in chapter 5, an alternative explanation for the emergence of market buildings is proposed. It explains the rise of monumental architecture in Asia Minor, among which market buildings, during the Hellenistic period as the result of both large-scale historical processes such as the peace and prosperity characterizing the second century BC, and, related to these, local processes of institutionalization and networking in and between the cities of Asia Minor. The third part of this thesis addresses the final research question, namely: how were Hellenistic market buildings in west and southwest Asia Minor used? This question is addressed from four different angles. Chapters 6 and 7 present a review of the textual and material evidence for the functions of market buildings, respectively. Chapter 8 then concentrates on the immediate environment of many market buildings, the agora, to draw attention to the way we approach the function(s) of ancient buildings and the functional categories that we use. In chapter 9, a comparative perspective is adopted, by comparing market buildings with Roman horrea, ἐργαστήρια and early modern English market houses. Through these different perspectives, this chapter demonstrates that market buildings fulfilled an important institutional role in the cities that they were built in. In this way, this thesis constitutes a critical reflection on the way we understand, describe and analyze ancient building remains, and at the same time it draws attention to the value of the subject of market buildings for understanding the history of cities in Hellenistic Asia Minor. Deze thesis vormt een onderzoek naar marktgebouwen in Hellenistisch Klein-Azië. Dit is een groep monumentale gebouwen in verschillende antieke stedelijke centra in westelijk en zuidwestelijk Klein-Azië, die in het verleden door verschillende onderzoekers zijn aangeduid als een antiek “gebouwtype”. Deze thesis behandelt drie algemene onderzoeksvragen met betrekking tot marktgebouwen, in respectievelijk drie aparte thesisdelen. De eerste, fundamentele onderzoeksvraag gaat over wat marktgebouwen zijn en hoe we ze begrijpen. Hoewel onderzoekers in het verleden marktgebouwen als “type” hebben gepresenteerd, wordt in hoofdstuk 1 beargumenteerd dat een dergelijke conceptualisatie een historisch argument op zichzelf vormt en daarom kritisch geëvalueerd moet worden. Er wordt beargumenteerd dat het conceptualiseren van marktgebouwen als een “type” niet zinvol is als we proberen te begrijpen waarom marktgebouwen gebouwd werden als onderdeel van lokale stedelijke contexten. In plaats hiervan wordt in dit thesisdeel voorgesteld om marktgebouwen als een familie met ‘familiegelijkenissen’ te begrijpen, een concept geleend van Ludwig Wittgenstein. Het tweede hoofdstuk van dit deel beschouwt vervolgens hoe marktgebouwen als een familie gerepresenteerd kunnen worden in een beschrijving en hoofdstuk 3 presenteert een eigenlijke representatie van marktgebouwen in de vorm van een polythetische beschrijving. De tweede onderzoeksvraag, corresponderend met het tweede thesisdeel is: waarom ontstonden marktgebouwen in westelijk en zuidwestelijk Klein-Azië in de Hellenistische periode? Hoofdstuk 4 deconstrueert het algemene idee dat marktgebouwen ontwikkeld werden in Pergamon onder de Attaliden. Hierna wordt in hoofdstuk 5 een alternatieve verklaring voor het ontstaan van marktgebouwen voorgesteld. Deze verklaart de opkomst van monumentale architectuur in Klein-Azië, waaronder marktgebouwen, gedurende de Hellenistische periode als het resultaat van zowel grote historische processen zoals de vrede en welvaart die de tweede eeuw v. Chr. kenmerkten, als van gerelateerde, lokale institutionaliserings- en netwerkprocessen in en tussen de steden in Klein-Azië. Het derde thesisdeel behandelt de derde onderzoeksvraag, namelijk: hoe werden Hellenistische marktgebouwen in westelijk en zuidwestelijk Klein-Azië gebruikt? Deze vraag wordt vanuit vier invalshoeken benaderd. Hoofdstukken 6 en 7 presenteren respectievelijk een overzicht van het tekstuele en materiële bewijs voor de functies van marktgebouwen. Hoofdstuk 8 richt zich vervolgens op de onmiddellijke omgeving van veel marktgebouwen, de agora, om aandacht te vestigen op de manier waarop we de functie(s) van antieke gebouwen bestuderen en de functionele categorieën die we gebruiken. In hoofdstuk 9 wordt een vergelijkend perspectief gebruikt door marktgebouwen te vergelijken met horrea, ἐργαστήρια en vroegmoderne Engelse “market houses”. Door middel van verschillende perspectieven laat dit hoofdstuk zien dat marktgebouwen een belangrijke institutionele rol vervulden in de steden waarin ze gebouwd werden. Op deze manier vormt deze thesis een kritische reflectie op de manier waarop we antieke gebouwoverblijfselen begrijpen, beschrijven en analyseren. Tegelijkertijd vestigt de thesis de aandacht op de waarde van het onderwerp marktgebouwen voor ons begrip van de geschiedenis van de steden in Hellenistisch Klein-Azië.