Search

Dienstverleners verzamelen steeds meer privacygevoelige gegevens, ondanks het feit dat het moeilijk is om deze gegevens te beschermen tegen krakers, zwak privacybeleid, nalatigheid, en kwaadwillende gegevensbeheerders. In dit proefschrift nemen we de positie in dat het eindeloos bewaren van privacygevoelige gegevens onvermijdelijk zal leiden tot het op straat komen te liggen van deze gegevens. Door het beperken van de opslagperiode kan de privacyschending bij dergelijke gevallen ook beperkt worden. Vaak wordt er een lange opslagperiode gehanteerd in het voordeel van de dienstverlener. Wij modelleren het belang van zowel de dienstverlener als de gebruiker op een abstracte, kwalitatieve manier; met een dergelijk model is het mogelijk een opslagperiode te bepalen die optimaal is voor het belang van zowel de dienstverlener als de gebruiker. Door gegevens ineens volledig te verwijderen gaat ook elk mogelijk nut van de gegevens verloren. Door de gegevens langzaam te vervagen, wordt het mogelijk om een betere afweging te maken tussen het belang van dienstverleners en gebruikers. Bij elke vervagingsstap neemt de nauwkeurigheid van een gegeven af; wij nemen aan dat gegevens met een lagere nauwkeurigheid nog steeds bruikbaar zijn voor dienstverleners, maar ook minder privacygevoelig, zodat een langere opslagperiode acceptabel is. Het vervagen van gegevens heeft invloed op de manier hoe gegevens intern technisch opgeslagen worden, het gebruik van indices, transactiebeheer, en logmechanismen. Om aan te tonen dat het vervagen van gegevens practisch doenlijk is, beschrijven we verschillende technieken om gegevensvervaging te implementeren. Dit komt hoofdzakelijk neer op het gesorteerd houden van gegevens op het tijdstip van vervaging, en het gebruik van encryptiemethoden. Onze technieken worden onderbouwd door een prototype en een theoretische analyse. Daarnaast verkennen we verschillende modellen die voortborduren op het concept gegevensvervaging. Dit leidt tot verschillende perspectieven van waaruit het vervagen van gegevens in de toekomst verder ingezet kan worden.

Artificial cooling remains vital to the deep-level mining industry. This is mainly to ensure a safe underground working environment. Unfortunately, the refrigeration systems of South African gold mines are outdated. Aging infrastructure and increasing distances to active mining areas present this industry with a unique set of cooling challenges. Mines are deeper and more complex than ever, yet their refrigeration systems operate according to original design specifications. The importance of mine refrigeration systems adapting to a dynamic environment becomes evident. One solution to this challenge is to re-evaluate the control of refrigeration systems based on dynamic cooling needs. Control optimisation strategies were implemented on a case study to improve the overall performance of a refrigeration system. The implementation of these strategies resulted in multiple benefits for the mine. The operational performance of the refrigeration system was optimised, resulting in both service delivery improvements and energy efficiency. During summer months the chill dam temperature decreased by 1°C at a lower energy consumption of 38 MWh per day. This accumulates to a financial cost saving of R9 million per annum. This study proves that operational performance increases are possible through dynamic control optimisation of deep-level mine refrigeration systems. Kunsmatige verkoeling bly onontbeerlik vir die ondergrondse mynboubedryf. Dit is hoofsaaklik om 'n veilige werksomgewing te verseker. Ongelukkig is die verkoelingstelsels van Suid-Afrikaanse goudmyne verouderd. Verouderde infrastruktuur en die toenemende afstande na aktiewe werksareas lei tot unieke verkoelings uitdagings. Myne is dieper en meer kompleks as ooit tevore, maar die verkoelingstelsels funksioneer steeds volgens oorspronklike ontwerpspesifikasies. Dit is duidelik dat huidige verkoelingstelsels nie opgewasse is vir die veranderende omstandighede nie. Een oplossing vir hierdie unieke uitdaging is om die beheer van verkoelingstelsels te herevalueer om aan veranderende verkoelings behoeftes te voorsien. Optimering strategieë is geïmplementeer op 'n gevallestudie om die algehele dienslewering van 'n verkoelingstelsel te verbeter. Implementering van hierdie strategieë het verskeie voordele tot gevolg gehad, onder andere verbeterings in dienslewering teen 'n laer energie verbruik. Gedurende die somermaande het die temperatuur van die koue water dam gedaal met 1°C teen 'n verminderde energieverbruik van 38 MWh per dag. Dit lei tot 'n finansiële kostebesparing van R9 miljoen per jaar. Hierdie studie bewys dus dat operasionele verbeterings in dienslewering moontlik is deur dinamiese beheer van myn verkoelingstelsels.

South Africa's steep electricity tariff increases have forced the mining industry to be more cost effective. One way is by implementing demand side management (DSM) projects. Energy saving priorities focused mainly on mines with large energy consumption and long “life-of-mine”. If paybacks are short enough, it should be a feasible investment to implement DSM projects. This could extend the “life-of-mine” of marginal mines. To assist with investigations, procedures are introduced to estimate the potential savings and required capital costs. These procedures were developed by analysing previous projects implemented by the CRCED PTA research group. Energy cost savings strategies are proposed for the dewatering-, refrigeration- and water distribution systems. A case study is used to show the benefit of the proposed procedures. Since capital investment on marginal mines is limited, breakdowns and equipment failures may be frequent. This may negatively influence saving and project paybacks http://www.ieee.org/conferences_events/conferences/xplore_conference_proceedings.html

Peak electricity demand in South Africa will exceed the available operational generation capacity in 2007. The state utility, Eskom, is addressing this challenge, inter alia, with the implementation of a national Demand-side Management (DSM) initia-tive. Studies in South Africa have shown that 20%of the total municipal energy is utilised in commer-cial buildings. Telecommunication companies own and operate a large portfolio of diverse buildings within the municipal boundaries. Energy Services Company (ESCO) analyses on these buildings showed huge savings as well as load reduction opportunities. ESCOs however face major prob-lems in evaluating DSM projects on telecommuni-cation facilities. To address these problems a new ESCO procedure for telecommunications facilities was developed and successfully implemented. It was proven that the new ESCO procedure is suc-cessful in solving the unique problems in perform-ing ESCO analyses for telecommunications facili-ties.