Search

Om bodemstructuurschade in het voorjaar te vermijden zijn de principes van berijding met lage bodemdruk en vaste rijpaden in het verleden opgepakt. De toediening van dierlijke mest op kleigrond geeft een relatief hoge bodembelasting in het voorjaar. Mest is aangevoerd via een sleepstang of via een slag op een meegevoerde afrol-oprol haspelwagen. De grond is voorbewerkt met een lichtere zodenbemester.

Drempels tussen aardappelruggen zijn effectief tegen erosie. Dat blijkt uit onderzoek van PPO op praktijkbedrijven in Zuid-Limburg. Wanneer deze maatregel wordt erkend, zouden akkerbouwers op erosiegevoelige gronden de mogelijkheid om te ploegen toch kunnen behouden.

Voor de mesttoediening in aardappelen is een methode ontwikkeld waarbij de mest kort na het poten (voor opkomst van het gewas) op de aardappelruggen wordt verspreid en met sterwielen intensief met de grond wordt gemengd. Onbekend is of deze methode van mesttoediening op aardappelruggen leidt tot een voldoende lage ammoniakemissie. Daarnaast is ook onbekend hoe hoog de ammoniakemissie is bij mesttoediening in sleufjes op niet beteeld bouwland. Om inzicht te krijgen in de hoogte van de ammoniakemissie bij deze methoden zijn in 2011 onder praktijkomstandigheden emissiemetingen verricht.

Voor de mesttoediening in aardappelen is een methode ontwikkeld waarbij de mest kort na het poten (voor opkomst van het gewas) op de aardappelruggen wordt verspreid en met sterwielen intensief met de grond wordt gemengd. Onbekend is of deze methode van mesttoediening op aardappelruggen leidt tot een voldoende lage ammoniakemissie. Daarnaast is ook onbekend hoe hoog de ammoniakemissie is bij mesttoediening in sleufjes op niet beteeld bouwland. Om inzicht te krijgen in de hoogte van de ammoniakemissie bij deze methoden zijn in 2011 onder praktijkomstandigheden emissiemetingen verricht.

Uit de telersinventarisatie van Agrobiokon (Klein Swormink, 2002) bleek dat telers problemen ervaren met rassenkeuze. Naar aanleiding hiervan is een rassenadviessysteem ontwikkeld: OPTIRas. Tijdens de landbouwwerktuigenbeurs in Zuidlaren in december 2003 is OPTIRas aan de zetmeelaardappeltelers geïntroduceerd. Om extra aandacht te geven aan rassenkeuze zijn er in het vroege voorjaar van 2004 acht bijeenkomsten georganiseerd waarin rassenkeuze en OPTIRas zijn behandeld, gepresenteerd en gedemonstreerd. Naast aandacht voor rassenkeuze en OPTIRas is er aandacht geschonken aan de onderwerpen poten en rugopbouw, omdat door teeltbegeleiders waargenomen wordt dat daarmee in de praktijk nog de nodige fouten worden gemaakt met negatieve gevolgen voor opbrengst en kwaliteit van zetmeelaardappelen. Bovendien zijn de bijeenkomsten kort voor het pootseizoen gepland en zijn onderwerpen als grondbewerking, poten en rugopbouw dan zeer actuele onderwerpen. Tijdens poten en rugopbouw zijn er veel aspecten die aandacht vragen. Dit heeft invloed op zowel de opbrengst als de kwaliteit van de zetmeelteelt. Vragen als: ‘Waar moet ik op letten bij het afstellen van de pootmachine?’ en ‘Wat is de ideale rug?’ zijn behandeld. De bijeenkomsten zijn gehouden in februari en maart 2004 en zijn georganiseerd door DLV en HLB in opdracht van Agrobiokon

Uit de telersinventarisatie van Agrobiokon (Klein Swormink, 2002) bleek dat telers problemen ervaren met rassenkeuze. Naar aanleiding hiervan is een rassenadviessysteem ontwikkeld: OPTIRas. Tijdens de landbouwwerktuigenbeurs in Zuidlaren in december 2003 is OPTIRas aan de zetmeelaardappeltelers geïntroduceerd. Om extra aandacht te geven aan rassenkeuze zijn er in het vroege voorjaar van 2004 acht bijeenkomsten georganiseerd waarin rassenkeuze en OPTIRas zijn behandeld, gepresenteerd en gedemonstreerd. Naast aandacht voor rassenkeuze en OPTIRas is er aandacht geschonken aan de onderwerpen poten en rugopbouw, omdat door teeltbegeleiders waargenomen wordt dat daarmee in de praktijk nog de nodige fouten worden gemaakt met negatieve gevolgen voor opbrengst en kwaliteit van zetmeelaardappelen. Bovendien zijn de bijeenkomsten kort voor het pootseizoen gepland en zijn onderwerpen als grondbewerking, poten en rugopbouw dan zeer actuele onderwerpen. Tijdens poten en rugopbouw zijn er veel aspecten die aandacht vragen. Dit heeft invloed op zowel de opbrengst als de kwaliteit van de zetmeelteelt. Vragen als: ‘Waar moet ik op letten bij het afstellen van de pootmachine?’ en ‘Wat is de ideale rug?’ zijn behandeld. De bijeenkomsten zijn gehouden in februari en maart 2004 en zijn georganiseerd door DLV en HLB in opdracht van Agrobiokon