Search

This article is about climate liability and the stimulation of negative emissions through nature restoration. Such a measure can contribute to the reduction of greenhouse gas emissions, but can also lead to a restoration of biodiversity and of ecosystem services. In order to finance measures aimed at achieving natural negative emissions, the European Commission is considering introducing a system of carbon credits as part of the ‘Fit for 55’ program. This contribution investigates the advantages and disadvantages thereof and wonders about the nature and extent of the liability risks if, for example, nature is destroyed that is financed with carbon credits and which results in the release of stored co2. In that respect, attention is given to the Environmental Liability Directive. If the stimulation of natural negative emissions is also aimed at restoring biodiversity, in the event of a loss of nature, merely recouping the market price of a ‘carbon credit’ is insufficient to compensate the public for the damage done.

Op 26 mei 2021 heeft de rechtbank Den Haag een interessant en belangwekkend vonnis gewezen in een klimaatzaak. Anders dan in de Urgenda-zaak (ECLI:NL:RBDHA:2015:7196, ECLI:NL:GHDHA:2018:2610, ECLI:NL:HR:2019:2007.) draait het in de uitspraak niet om het handelen of nalaten van de overheid, maar om dat van een multinational; Royal Dutch Shell (RDS).

Een belangrijk onderdeel van het Klimaatakkoord is het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie op land tot 35 TWh in 2030. In de zogenoemde Regionale energiestrategieën (RES’en) worden daartoe afspraken gemaakt tussen de betrokken overheden over welk aandeel hernieuwbare energie zij voor hun rekening nemen. Er is echter geen juridische verplichting waarmee de inhoud van de RES’en kan worden afgedwongen. In deze bijdrage wordt onderzocht in hoeverre de Omgevingswet kan bijdragen aan een sterkere juridische verankering van de doelstellingen voor de realisatie van hernieuwbare energie en de verdeling van die doelstellingen tussen de betrokken bestuursorganen. Conclusie is dat het instrumentarium van de Omgevingswet het realiseren van hernieuwbare energiebronnen wel kan faciliteren en stimuleren, maar een juridisch afdwingbare borging van de realisering en verdeling van de energiedoelstellingen zelf niet mogelijk is.