411 results on '"verzuring"'
Search Results
2. Noord-Hollandse vegetaties. Moerasheide
- Author
-
Th. Baas and Th. Baas
- Abstract
Moerasheide: beschrijving, beheer, voorkomen in Noord-Holland en bedreigingen
- Published
- 2022
3. Stikstofdepositie: sluipmoordenaar voor natuur : Effecten van N-depositie op de biodiversiteit van natuurterreinen
- Author
-
Bobbink, R. and Bobbink, R.
- Abstract
De depositie van reactief stikstof uit de lucht is weer voorpaginanieuws. Het debat wordt beheerst door emissies en deposities, waarbij elke mol telt. Maar in de stikstofproblematiek draait het met name om de ernstige gevolgen op de biodiversiteit. De gevolgen van deze sluipmoordenaar op de natuur zijn echter complex en vaak pas na decennia zichtbaar.
- Published
- 2019
4. Voortgang realisatie nationaal natuurbeleid : technische achtergronden van een aantal indicatoren uit de digitale Balans van de Leefomgeving 2016
- Author
-
Sanders, M.E., Wamelink, G.W.W., Wegman, R.M.A., Clement, J., Sanders, M.E., Wamelink, G.W.W., Wegman, R.M.A., and Clement, J.
- Abstract
The Dutch government is, together with its partners, taking measures to create a coherent network ofprotected nature areas and to improve environmental conditions. This in order to halt the decline in the areaof natural habitat and biodiversity and to improve their conservation status. The Government wants to stayinformed on the progress of this policy. The Netherlands Environmental Assessment Agency (PBL) has selectedindicators that should provide answers to the question: ‘What is the progress of the policy measures taken,especially for realising the nature network, improving the nature quality and the environmental conditions aswell?’ The selected indicators have been updated and analysed in order to assess this progress. This reportdescribes the results of the policy measures taken on the basis of the indicators, the technical setting of thedata and methods used to bring these indicators up to date and the reliability and acceptability of it, Om de achteruitgang in biodiversiteit en het areaal natuur te stoppen en weer te herstellen, werkt de overheid met haar partners in Nederland aan de realisatie van een samenhangend netwerk van bestaande en nieuw te ontwikkelen grotere natuurgebieden en aan het verbeteren van de milieucondities. Het Rijk wil graag op de hoogte blijven van de vorderingen van dit beleid. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)heeft daarom indicatoren geselecteerd die een antwoord geven op de vraag: “Wat zijn de vorderingen van het natuurbeleid, met name op het gebied van de realisatie van het natuurnetwerk, en het verbeteren van de natuurkwaliteit en de milieucondities?” De geselecteerde indicatoren zijn geactualiseerd en geanalyseerd om de voortgang van het natuurbeleid tussentijds te evalueren. Dit rapport beschrijft de resultaten van het beleid aan de hand van de indicatoren, de technische achtergronden van de gebruikte gegevens en methoden voor de actualisatie van deze indicatoren en de betrouwbaarheid en aannemelijkheid daarvan
- Published
- 2016
5. Terug naar de basis
- Author
-
Willems, Arno, Schreppers, Harrie, Jans, Rino, Klingen, Simon, den Ouden, J., Schoonderwoerd, Henny, Wijdeven, Sander, van der Staak, Erik, Willems, Arno, Schreppers, Harrie, Jans, Rino, Klingen, Simon, den Ouden, J., Schoonderwoerd, Henny, Wijdeven, Sander, and van der Staak, Erik
- Abstract
Als bosbeheerders gaan we er prat op dat we het begrip duurzaamheid hebben uitgevonden. Dat is inderdaad iets om trots op te zijn en bewijst dat we als sector gewend zijn ver vooruit te kijken en te denken. Het is echter de vraag of we onze bossen nog wel volgens de principes van duurzaamheid beheren. Met name over de mogelijke uitputting van de bodem en de invloed van de exploitatie op de bodem bestaan veel vragen waarvan de antwoorden niet voor het oprapen liggen. Op 17 mei 2016 ging de Studiekring van de KNBV terug naar de basis: de bosbodem.
- Published
- 2016
6. Natuurherstel op systeemniveau
- Author
-
De redactie and De redactie
- Abstract
Al decennialang is bekend dat veel bos- en natuurterreinen in Nederland en België onderhevig zijn aan verdroging, verzuring, vermesting en versnippering. Voor herstel is kennis van de sturende processen die de standplaatscondities van de vegetatie en diersoorten bepalen, noodzakelijk.
- Published
- 2016
7. Sturende factoren herstel vennen in een veranderende omgeving
- Author
-
Brouwer, E., Kleef, H. van, Dam, H. van, Roelofs, J.G.M., Brouwer, E., Kleef, H. van, Dam, H. van, and Roelofs, J.G.M.
- Abstract
De biodiversiteit in vennen, ondiepe wateren op de zandgronden, wordt sterk bepaald door de lage concentraties aan voedingsstoffen (fosfor, stikstof en kooldioxide) en bufferstoffen (bicarbonaat). Door ontrafeling van de mechanismen achter deze schaarste, is het mogelijk gebleken een groot deel van de soortenrijkdom te herstellen die door verzuring, vermesting en verdroging was verdwenen. In dit artikel bespreken we de sturende factoren.
- Published
- 2016
8. Naar duurzaam bosbeheer op zandgronden
- Author
-
Nyssen, B., Jans, R., Nyssen, B., and Jans, R.
- Abstract
De bosecosystemen van de zandgronden staan aan de rand van een ecologische afgrond. Beïnvloed door financiële prikkels werkt het bosbeheer verder verval in de hand. Het beheer zou juist gericht moeten zijn op bodemherstel met daarbij passende productiesystemen. In dit artikel behandelen we in vogelvlucht de belangrijkste ontwikkelingen en proberen we de beheerders een handelingsperspectief mee te geven.
- Published
- 2016
9. Biodiversiteit in het Nederlandse bos : ontwikkeling en kansen
- Author
-
Siebel, H. and Siebel, H.
- Abstract
Rond 1850 was er nauwelijks bos in Nederland. Daarom hebben we vooral relatief jonge bosgebieden, waar de biodiversiteit langzaamaan toeneemt dankzij kolonisatie van soorten. Tegelijk is er veel invloed van de mens op het bos in Nederland. Welke spontane ontwikkelingen zijn te verwachten? Kunnen we verder achterover leunen?
- Published
- 2016
10. Terug naar de basis
- Abstract
Als bosbeheerders gaan we er prat op dat we het begrip duurzaamheid hebben uitgevonden. Dat is inderdaad iets om trots op te zijn en bewijst dat we als sector gewend zijn ver vooruit te kijken en te denken. Het is echter de vraag of we onze bossen nog wel volgens de principes van duurzaamheid beheren. Met name over de mogelijke uitputting van de bodem en de invloed van de exploitatie op de bodem bestaan veel vragen waarvan de antwoorden niet voor het oprapen liggen. Op 17 mei 2016 ging de Studiekring van de KNBV terug naar de basis: de bosbodem.
- Published
- 2016
11. Tandrot in de bodem : Hoeveel biodiversiteit kan de huidige minerale bodem nog ondersteunen
- Abstract
Verwering door verzurende depositie is een met tandrot vergelijkbaar proces waarbij mineralen onomkeerbaar uit de bodem verdwijnen. Hoeveel mineralen zijn hierdoor de afgelopen decennia versneld uit de bodem verdwenen? Wat zijn de gevolgen hiervan voor behoud of herstel van de biodiversiteit op droge zandgronden in Nederland?
- Published
- 2016
12. Kan houtoogst stikstofdepositie mitigeren?
- Author
-
Keersmaeker, L. de, Cosyns, H., Thomaes, A., Vandekerkhove, K., Keersmaeker, L. de, Cosyns, H., Thomaes, A., and Vandekerkhove, K.
- Abstract
Atmosferische stikstofdepositie leidt tot vermesting en verzuring in bossen. De aanpak van beide effecten tezamen door het intensief afvoeren van biomassa is niet goed mogelijk in bossen op zwak gebufferde gronden. Door hout te oogsten kan de vermesting aanzienlijk teruggedrongen worden, maar deze maatregel werkt verzuring in de hand, waardoor essentiële nutriënten als calcium, magnesium en kalium verdwijnen. In het kader van de PAS beoordelen we aan de hand van nutriëntenbalansen de effecten van meer of minder biomassaoogst in Natura 2000-boshabitats in Vlaanderen.
- Published
- 2016
13. Eikensterfte: een serieus en complex probleem
- Author
-
Oosterbaan, A., Bobbink, R., Decuyper, M., Oosterbaan, A., Bobbink, R., and Decuyper, M.
- Abstract
Steeds meer beheerders zien met lede ogen aan hoe de eiken in hun bossen langzaam maar zeker afsterven. Over de precieze oorzaak is nog niet zo heel veel bekend. Wel maakt onderzoek duidelijk dat er meerdere oorzaken zijn die elkaar lijken te versterken. Droogte en aantasting door insecten zijn zeker een deel van het probleem, maar ook de snelle uitspoeling van basische kationen zijn waarschijnlijk een heel belangrijke factor
- Published
- 2015
14. Veranderingen in regen- en grondwaterkwaliteit als gevolg van atmosferische emissiereducties : Verzuring en vermesting 1989-2010
- Author
-
MBW, M&V, Boumans L, Wattel-Koekkoek EJW, van der Swaluw E, MBW, M&V, Boumans L, Wattel-Koekkoek EJW, and van der Swaluw E
- Abstract
RIVM rapport:In de jaren tachtig van de vorige eeuw stond 'zure regen' als milieuprobleem sterk in de belangstelling. Bossen stierven erdoor af en organismen verdwenen uit rivieren en meren. Zure regen bleek te worden veroorzaakt door luchtvervuiling. De door industrie, verkeer en landbouw uitgestoten gassen bevatten stikstof en zwavel. Deze stoffen komen via de lucht elders op de bodem terecht, waardoor de bodem en het water verzuren en vermesten. Dit heeft een negatief effect op de kwaliteit van de bodem en het water, en op de biodiversiteit. De maatregelen die internationaal zijn genomen om de uitstoot van stikstof en zwavel te verminderen, blijken hun vruchten af te werpen. Onderzoek van het RIVM laat zien dat op de meeste meetlocaties in Nederland nog wel sprake is van verzuring, maar minder sterk dan voorheen. Door de lagere uitstoot is de regenwaterkwaliteit tussen 1989 en 2010 verbeterd. Er komt daardoor nu minder stikstof en zwavel op de bodem terecht. Dit werkt in positieve zin door op het bovenste grondwater: de hoeveelheid stikstof en zwavel is met tientallen procenten gedaald. Het voorliggend onderzoek is een eerste uitgebreide analyse van de meetgegevens van het TrendMeetnet Verzuring (TMV), dat in 1989 is opgezet in natuurgebieden op zandgrond. Het meetnet monitort op 150 locaties in Nederland de invloed van de neerslag van verzurende en vermestende stoffen uit de lucht op de kwaliteit van het grondwater. Uit een literatuurstudie blijkt dat ondanks de positieve ontwikkelingen de ecosystemen nog niet zijn hersteld van de verzurende en vermestende effecten van luchtvervuiling. De vermesting door de neerslag van stikstof op de bodem in de Nederlandse natuur is nog altijd een van de grootste bedreigingen voor de variatie aan plantensoorten: bij tweederde van de onderzochte gebieden overschrijdt de depositie de norm. Verzuring is ook problematisch, maar in mindere mate., During the eighties of the previous century 'acid rain' was regarded as an important environmental issue and received ample attention. Forests died and organisms disappeared from rivers and lakes. Air pollution was identified as the cause of acid rain. Atmospheric emissions from industry, traffic and agriculture contain nitrogen and sulphur. These substances are transported through the atmosphere and reach the ground elsewhere, causing acidification and eutrophication of soil and water. This process adversely affects the quality of soil and water, and biodiversity. Measures taken at the international level, aiming to reduce the emission of nitrogen and sulphur, appear to yield results. RIVM studies show that there is still acidification at most monitoring locations in the Netherlands, but at a slower pace than before. Because of the reduced emissions, rainwater quality has improved between 1989 and 2010. Consequently, less nitrogen and sulphur now reaches the ground. This has a positive impact on the shallow groundwater: the amount of nitrogen and sulphur dropped by tens of percent. The current study is the first extensive analysis of the data collected within the framework of the National Acidification Trend Monitoring Network. This network, established in 1989, focusses on forested natural areas on sandy soils. The network monitors the impact of atmospheric deposition of acidifying and eutrophying substances on the groundwater quality at 150 locations in the Netherlands. Literature shows that, notwithstanding the positive developments, ecosystems have not yet recovered from the acidifying and eutrophying impacts of air pollution. Eutrophication of Dutch nature areas, induced by atmospheric deposition of nitrogen, is still the main threat to plant species diversity. At two thirds of the locations investigated, deposition exceeds the set standard. Acidification also poses a problem, but a less pressing one.
- Published
- 2014
15. Changes in rainwater and groundwater quality as a result of atmospheric emission reductions : Acidification and eutrophication, 1989-2010
- Author
-
MBW, M&V, Boumans LJM, Wattel-Koekkoek EJW, van der Swaluw E, MBW, M&V, Boumans LJM, Wattel-Koekkoek EJW, and van der Swaluw E
- Abstract
RIVM rapport:In de jaren tachtig van de vorige eeuw stond 'zure regen' als milieuprobleem sterk in de belangstelling. Bossen stierven erdoor af en organismen verdwenen uit rivieren en meren. Zure regen bleek te worden veroorzaakt door luchtvervuiling. De door industrie, verkeer en landbouw uitgestoten gassen bevatten stikstof en zwavel. Deze stoffen komen via de lucht elders op de bodem terecht, waardoor de bodem en het water verzuren en vermesten. Dit heeft een negatief effect op de kwaliteit van de bodem en het water, en op de biodiversiteit. De maatregelen die internationaal zijn genomen om de uitstoot van stikstof en zwavel te verminderen, blijken hun vruchten af te werpen. Onderzoek van het RIVM laat zien dat op de meeste meetlocaties in Nederland nog wel sprake is van verzuring, maar minder sterk dan voorheen. Door de lagere uitstoot is de regenwaterkwaliteit tussen 1989 en 2010 verbeterd. Er komt daardoor nu minder stikstof en zwavel op de bodem terecht. Dit werkt in positieve zin door op het bovenste grondwater: de hoeveelheid stikstof en zwavel is met tientallen procenten gedaald. Het voorliggend onderzoek is een eerste uitgebreide analyse van de meetgegevens van het TrendMeetnet Verzuring (TMV), dat in 1989 is opgezet in natuurgebieden op zandgrond. Het meetnet monitort op 150 locaties in Nederland de invloed van de neerslag van verzurende en vermestende stoffen uit de lucht op de kwaliteit van het grondwater. Uit een literatuurstudie blijkt dat ondanks de positieve ontwikkelingen de ecosystemen nog niet zijn hersteld van de verzurende en vermestende effecten van luchtvervuiling. De vermesting door de neerslag van stikstof op de bodem in de Nederlandse natuur is nog altijd een van de grootste bedreigingen voor de variatie aan plantensoorten: bij tweederde van de onderzochte gebieden overschrijdt de depositie de norm. Verzuring is ook problematisch, maar in mindere mate., During the eighties of the previous century acid rain was regarded as an important environmental issue and received ample attention. Forests died and organisms disappeared from rivers and lakes. Air pollution was identified as the cause of acid rain. Atmospheric emissions from industry, traffic and agriculture contain nitrogen and sulphur. These substances are transported through the atmosphere and reach the ground elsewhere, causing acidification and eutrophication of soil and water. This process adversely affects the quality of soil, water and biodiversity. Measures taken at the international level to reduce the emission of nitrogen and sulphur appear to have yielded results. RIVM studies show that acidification is still ongoing at most monitoring locations in the Netherlands, but at a slower pace than before. Because of the reduced emissions, rainwater quality has improved between 1989 and 2010. Consequently, less nitrogen and sulphur now reaches the ground. This has a positive impact on shallow groundwater: the amount of nitrogen and sulphur has dropped by tens of per cents. The current study is the first extensive analysis of the data collected within the framework of the National Acidification Trend Monitoring Network. This network, established in 1989, focuses on forested natural areas with sandy soils. The network monitors the impact of atmospheric deposition of acidifying and eutrophying substances on the groundwater quality at 150 locations in the Netherlands. The literature shows that, despite the positive developments, ecosystems have not yet recovered from the acidifying and eutrophying impacts of air pollution. The eutrophication of nature areas in the Netherlands, induced by the atmospheric deposition of nitrogen, is still a major threat to plant species diversity. At two thirds of the locations investigated, deposition still exceeds the critical load. Acidification also poses a problem, but a less pressing one.
- Published
- 2014
16. Veranderingen in regen- en grondwaterkwaliteit als gevolg van atmosferische emissiereducties : Verzuring en vermesting 1989-2010
- Author
-
MBW, M&V, Boumans L, Wattel-Koekkoek EJW, van der Swaluw E, MBW, M&V, Boumans L, Wattel-Koekkoek EJW, and van der Swaluw E
- Abstract
In de jaren tachtig van de vorige eeuw stond 'zure regen' als milieuprobleem sterk in de belangstelling. Bossen stierven erdoor af en organismen verdwenen uit rivieren en meren. Zure regen bleek te worden veroorzaakt door luchtvervuiling. De door industrie, verkeer en landbouw uitgestoten gassen bevatten stikstof en zwavel. Deze stoffen komen via de lucht elders op de bodem terecht, waardoor de bodem en het water verzuren en vermesten. Dit heeft een negatief effect op de kwaliteit van de bodem en het water, en op de biodiversiteit. De maatregelen die internationaal zijn genomen om de uitstoot van stikstof en zwavel te verminderen, blijken hun vruchten af te werpen. Onderzoek van het RIVM laat zien dat op de meeste meetlocaties in Nederland nog wel sprake is van verzuring, maar minder sterk dan voorheen. Door de lagere uitstoot is de regenwaterkwaliteit tussen 1989 en 2010 verbeterd. Er komt daardoor nu minder stikstof en zwavel op de bodem terecht. Dit werkt in positieve zin door op het bovenste grondwater: de hoeveelheid stikstof en zwavel is met tientallen procenten gedaald. Het voorliggend onderzoek is een eerste uitgebreide analyse van de meetgegevens van het TrendMeetnet Verzuring (TMV), dat in 1989 is opgezet in natuurgebieden op zandgrond. Het meetnet monitort op 150 locaties in Nederland de invloed van de neerslag van verzurende en vermestende stoffen uit de lucht op de kwaliteit van het grondwater. Uit een literatuurstudie blijkt dat ondanks de positieve ontwikkelingen de ecosystemen nog niet zijn hersteld van de verzurende en vermestende effecten van luchtvervuiling. De vermesting door de neerslag van stikstof op de bodem in de Nederlandse natuur is nog altijd een van de grootste bedreigingen voor de variatie aan plantensoorten: bij tweederde van de onderzochte gebieden overschrijdt de depositie de norm. Verzuring is ook problematisch, maar in mindere mate., During the eighties of the previous century 'acid rain' was regarded as an important environmental issue and received ample attention. Forests died and organisms disappeared from rivers and lakes. Air pollution was identified as the cause of acid rain. Atmospheric emissions from industry, traffic and agriculture contain nitrogen and sulphur. These substances are transported through the atmosphere and reach the ground elsewhere, causing acidification and eutrophication of soil and water. This process adversely affects the quality of soil and water, and biodiversity. Measures taken at the international level, aiming to reduce the emission of nitrogen and sulphur, appear to yield results. RIVM studies show that there is still acidification at most monitoring locations in the Netherlands, but at a slower pace than before. Because of the reduced emissions, rainwater quality has improved between 1989 and 2010. Consequently, less nitrogen and sulphur now reaches the ground. This has a positive impact on the shallow groundwater: the amount of nitrogen and sulphur dropped by tens of percent. The current study is the first extensive analysis of the data collected within the framework of the National Acidification Trend Monitoring Network. This network, established in 1989, focusses on forested natural areas on sandy soils. The network monitors the impact of atmospheric deposition of acidifying and eutrophying substances on the groundwater quality at 150 locations in the Netherlands. Literature shows that, notwithstanding the positive developments, ecosystems have not yet recovered from the acidifying and eutrophying impacts of air pollution. Eutrophication of Dutch nature areas, induced by atmospheric deposition of nitrogen, is still the main threat to plant species diversity. At two thirds of the locations investigated, deposition exceeds the set standard. Acidification also poses a problem, but a less pressing one.
- Published
- 2014
17. Changes in rainwater and groundwater quality as a result of atmospheric emission reductions : Acidification and eutrophication, 1989-2010
- Author
-
MBW, M&V, Boumans LJM, Wattel-Koekkoek EJW, van der Swaluw E, MBW, M&V, Boumans LJM, Wattel-Koekkoek EJW, and van der Swaluw E
- Abstract
In de jaren tachtig van de vorige eeuw stond 'zure regen' als milieuprobleem sterk in de belangstelling. Bossen stierven erdoor af en organismen verdwenen uit rivieren en meren. Zure regen bleek te worden veroorzaakt door luchtvervuiling. De door industrie, verkeer en landbouw uitgestoten gassen bevatten stikstof en zwavel. Deze stoffen komen via de lucht elders op de bodem terecht, waardoor de bodem en het water verzuren en vermesten. Dit heeft een negatief effect op de kwaliteit van de bodem en het water, en op de biodiversiteit. De maatregelen die internationaal zijn genomen om de uitstoot van stikstof en zwavel te verminderen, blijken hun vruchten af te werpen. Onderzoek van het RIVM laat zien dat op de meeste meetlocaties in Nederland nog wel sprake is van verzuring, maar minder sterk dan voorheen. Door de lagere uitstoot is de regenwaterkwaliteit tussen 1989 en 2010 verbeterd. Er komt daardoor nu minder stikstof en zwavel op de bodem terecht. Dit werkt in positieve zin door op het bovenste grondwater: de hoeveelheid stikstof en zwavel is met tientallen procenten gedaald. Het voorliggend onderzoek is een eerste uitgebreide analyse van de meetgegevens van het TrendMeetnet Verzuring (TMV), dat in 1989 is opgezet in natuurgebieden op zandgrond. Het meetnet monitort op 150 locaties in Nederland de invloed van de neerslag van verzurende en vermestende stoffen uit de lucht op de kwaliteit van het grondwater. Uit een literatuurstudie blijkt dat ondanks de positieve ontwikkelingen de ecosystemen nog niet zijn hersteld van de verzurende en vermestende effecten van luchtvervuiling. De vermesting door de neerslag van stikstof op de bodem in de Nederlandse natuur is nog altijd een van de grootste bedreigingen voor de variatie aan plantensoorten: bij tweederde van de onderzochte gebieden overschrijdt de depositie de norm. Verzuring is ook problematisch, maar in mindere mate., During the eighties of the previous century acid rain was regarded as an important environmental issue and received ample attention. Forests died and organisms disappeared from rivers and lakes. Air pollution was identified as the cause of acid rain. Atmospheric emissions from industry, traffic and agriculture contain nitrogen and sulphur. These substances are transported through the atmosphere and reach the ground elsewhere, causing acidification and eutrophication of soil and water. This process adversely affects the quality of soil, water and biodiversity. Measures taken at the international level to reduce the emission of nitrogen and sulphur appear to have yielded results. RIVM studies show that acidification is still ongoing at most monitoring locations in the Netherlands, but at a slower pace than before. Because of the reduced emissions, rainwater quality has improved between 1989 and 2010. Consequently, less nitrogen and sulphur now reaches the ground. This has a positive impact on shallow groundwater: the amount of nitrogen and sulphur has dropped by tens of per cents. The current study is the first extensive analysis of the data collected within the framework of the National Acidification Trend Monitoring Network. This network, established in 1989, focuses on forested natural areas with sandy soils. The network monitors the impact of atmospheric deposition of acidifying and eutrophying substances on the groundwater quality at 150 locations in the Netherlands. The literature shows that, despite the positive developments, ecosystems have not yet recovered from the acidifying and eutrophying impacts of air pollution. The eutrophication of nature areas in the Netherlands, induced by the atmospheric deposition of nitrogen, is still a major threat to plant species diversity. At two thirds of the locations investigated, deposition still exceeds the critical load. Acidification also poses a problem, but a less pressing one.
- Published
- 2014
18. Changes in rainwater and groundwater quality as a result of atmospheric emission reductions : Acidification and eutrophication, 1989-2010
- Author
-
MBW, M&V, Boumans LJM, Wattel-Koekkoek EJW, van der Swaluw E, MBW, M&V, Boumans LJM, Wattel-Koekkoek EJW, and van der Swaluw E
- Abstract
RIVM rapport:In de jaren tachtig van de vorige eeuw stond 'zure regen' als milieuprobleem sterk in de belangstelling. Bossen stierven erdoor af en organismen verdwenen uit rivieren en meren. Zure regen bleek te worden veroorzaakt door luchtvervuiling. De door industrie, verkeer en landbouw uitgestoten gassen bevatten stikstof en zwavel. Deze stoffen komen via de lucht elders op de bodem terecht, waardoor de bodem en het water verzuren en vermesten. Dit heeft een negatief effect op de kwaliteit van de bodem en het water, en op de biodiversiteit. De maatregelen die internationaal zijn genomen om de uitstoot van stikstof en zwavel te verminderen, blijken hun vruchten af te werpen. Onderzoek van het RIVM laat zien dat op de meeste meetlocaties in Nederland nog wel sprake is van verzuring, maar minder sterk dan voorheen. Door de lagere uitstoot is de regenwaterkwaliteit tussen 1989 en 2010 verbeterd. Er komt daardoor nu minder stikstof en zwavel op de bodem terecht. Dit werkt in positieve zin door op het bovenste grondwater: de hoeveelheid stikstof en zwavel is met tientallen procenten gedaald. Het voorliggend onderzoek is een eerste uitgebreide analyse van de meetgegevens van het TrendMeetnet Verzuring (TMV), dat in 1989 is opgezet in natuurgebieden op zandgrond. Het meetnet monitort op 150 locaties in Nederland de invloed van de neerslag van verzurende en vermestende stoffen uit de lucht op de kwaliteit van het grondwater. Uit een literatuurstudie blijkt dat ondanks de positieve ontwikkelingen de ecosystemen nog niet zijn hersteld van de verzurende en vermestende effecten van luchtvervuiling. De vermesting door de neerslag van stikstof op de bodem in de Nederlandse natuur is nog altijd een van de grootste bedreigingen voor de variatie aan plantensoorten: bij tweederde van de onderzochte gebieden overschrijdt de depositie de norm. Verzuring is ook problematisch, maar in mindere mate., During the eighties of the previous century acid rain was regarded as an important environmental issue and received ample attention. Forests died and organisms disappeared from rivers and lakes. Air pollution was identified as the cause of acid rain. Atmospheric emissions from industry, traffic and agriculture contain nitrogen and sulphur. These substances are transported through the atmosphere and reach the ground elsewhere, causing acidification and eutrophication of soil and water. This process adversely affects the quality of soil, water and biodiversity. Measures taken at the international level to reduce the emission of nitrogen and sulphur appear to have yielded results. RIVM studies show that acidification is still ongoing at most monitoring locations in the Netherlands, but at a slower pace than before. Because of the reduced emissions, rainwater quality has improved between 1989 and 2010. Consequently, less nitrogen and sulphur now reaches the ground. This has a positive impact on shallow groundwater: the amount of nitrogen and sulphur has dropped by tens of per cents. The current study is the first extensive analysis of the data collected within the framework of the National Acidification Trend Monitoring Network. This network, established in 1989, focuses on forested natural areas with sandy soils. The network monitors the impact of atmospheric deposition of acidifying and eutrophying substances on the groundwater quality at 150 locations in the Netherlands. The literature shows that, despite the positive developments, ecosystems have not yet recovered from the acidifying and eutrophying impacts of air pollution. The eutrophication of nature areas in the Netherlands, induced by the atmospheric deposition of nitrogen, is still a major threat to plant species diversity. At two thirds of the locations investigated, deposition still exceeds the critical load. Acidification also poses a problem, but a less pressing one.
- Published
- 2014
19. Veranderingen in regen- en grondwaterkwaliteit als gevolg van atmosferische emissiereducties : Verzuring en vermesting 1989-2010
- Author
-
MBW, M&V, Boumans L, Wattel-Koekkoek EJW, van der Swaluw E, MBW, M&V, Boumans L, Wattel-Koekkoek EJW, and van der Swaluw E
- Abstract
RIVM rapport:In de jaren tachtig van de vorige eeuw stond 'zure regen' als milieuprobleem sterk in de belangstelling. Bossen stierven erdoor af en organismen verdwenen uit rivieren en meren. Zure regen bleek te worden veroorzaakt door luchtvervuiling. De door industrie, verkeer en landbouw uitgestoten gassen bevatten stikstof en zwavel. Deze stoffen komen via de lucht elders op de bodem terecht, waardoor de bodem en het water verzuren en vermesten. Dit heeft een negatief effect op de kwaliteit van de bodem en het water, en op de biodiversiteit. De maatregelen die internationaal zijn genomen om de uitstoot van stikstof en zwavel te verminderen, blijken hun vruchten af te werpen. Onderzoek van het RIVM laat zien dat op de meeste meetlocaties in Nederland nog wel sprake is van verzuring, maar minder sterk dan voorheen. Door de lagere uitstoot is de regenwaterkwaliteit tussen 1989 en 2010 verbeterd. Er komt daardoor nu minder stikstof en zwavel op de bodem terecht. Dit werkt in positieve zin door op het bovenste grondwater: de hoeveelheid stikstof en zwavel is met tientallen procenten gedaald. Het voorliggend onderzoek is een eerste uitgebreide analyse van de meetgegevens van het TrendMeetnet Verzuring (TMV), dat in 1989 is opgezet in natuurgebieden op zandgrond. Het meetnet monitort op 150 locaties in Nederland de invloed van de neerslag van verzurende en vermestende stoffen uit de lucht op de kwaliteit van het grondwater. Uit een literatuurstudie blijkt dat ondanks de positieve ontwikkelingen de ecosystemen nog niet zijn hersteld van de verzurende en vermestende effecten van luchtvervuiling. De vermesting door de neerslag van stikstof op de bodem in de Nederlandse natuur is nog altijd een van de grootste bedreigingen voor de variatie aan plantensoorten: bij tweederde van de onderzochte gebieden overschrijdt de depositie de norm. Verzuring is ook problematisch, maar in mindere mate., During the eighties of the previous century 'acid rain' was regarded as an important environmental issue and received ample attention. Forests died and organisms disappeared from rivers and lakes. Air pollution was identified as the cause of acid rain. Atmospheric emissions from industry, traffic and agriculture contain nitrogen and sulphur. These substances are transported through the atmosphere and reach the ground elsewhere, causing acidification and eutrophication of soil and water. This process adversely affects the quality of soil and water, and biodiversity. Measures taken at the international level, aiming to reduce the emission of nitrogen and sulphur, appear to yield results. RIVM studies show that there is still acidification at most monitoring locations in the Netherlands, but at a slower pace than before. Because of the reduced emissions, rainwater quality has improved between 1989 and 2010. Consequently, less nitrogen and sulphur now reaches the ground. This has a positive impact on the shallow groundwater: the amount of nitrogen and sulphur dropped by tens of percent. The current study is the first extensive analysis of the data collected within the framework of the National Acidification Trend Monitoring Network. This network, established in 1989, focusses on forested natural areas on sandy soils. The network monitors the impact of atmospheric deposition of acidifying and eutrophying substances on the groundwater quality at 150 locations in the Netherlands. Literature shows that, notwithstanding the positive developments, ecosystems have not yet recovered from the acidifying and eutrophying impacts of air pollution. Eutrophication of Dutch nature areas, induced by atmospheric deposition of nitrogen, is still the main threat to plant species diversity. At two thirds of the locations investigated, deposition exceeds the set standard. Acidification also poses a problem, but a less pressing one.
- Published
- 2014
20. Veranderingen in regen- en grondwaterkwaliteit als gevolg van atmosferische emissiereducties : Verzuring en vermesting 1989-2010
- Author
-
MBW, M&V, Boumans L, Wattel-Koekkoek EJW, van der Swaluw E, MBW, M&V, Boumans L, Wattel-Koekkoek EJW, and van der Swaluw E
- Abstract
RIVM rapport:In de jaren tachtig van de vorige eeuw stond 'zure regen' als milieuprobleem sterk in de belangstelling. Bossen stierven erdoor af en organismen verdwenen uit rivieren en meren. Zure regen bleek te worden veroorzaakt door luchtvervuiling. De door industrie, verkeer en landbouw uitgestoten gassen bevatten stikstof en zwavel. Deze stoffen komen via de lucht elders op de bodem terecht, waardoor de bodem en het water verzuren en vermesten. Dit heeft een negatief effect op de kwaliteit van de bodem en het water, en op de biodiversiteit. De maatregelen die internationaal zijn genomen om de uitstoot van stikstof en zwavel te verminderen, blijken hun vruchten af te werpen. Onderzoek van het RIVM laat zien dat op de meeste meetlocaties in Nederland nog wel sprake is van verzuring, maar minder sterk dan voorheen. Door de lagere uitstoot is de regenwaterkwaliteit tussen 1989 en 2010 verbeterd. Er komt daardoor nu minder stikstof en zwavel op de bodem terecht. Dit werkt in positieve zin door op het bovenste grondwater: de hoeveelheid stikstof en zwavel is met tientallen procenten gedaald. Het voorliggend onderzoek is een eerste uitgebreide analyse van de meetgegevens van het TrendMeetnet Verzuring (TMV), dat in 1989 is opgezet in natuurgebieden op zandgrond. Het meetnet monitort op 150 locaties in Nederland de invloed van de neerslag van verzurende en vermestende stoffen uit de lucht op de kwaliteit van het grondwater. Uit een literatuurstudie blijkt dat ondanks de positieve ontwikkelingen de ecosystemen nog niet zijn hersteld van de verzurende en vermestende effecten van luchtvervuiling. De vermesting door de neerslag van stikstof op de bodem in de Nederlandse natuur is nog altijd een van de grootste bedreigingen voor de variatie aan plantensoorten: bij tweederde van de onderzochte gebieden overschrijdt de depositie de norm. Verzuring is ook problematisch, maar in mindere mate., During the eighties of the previous century 'acid rain' was regarded as an important environmental issue and received ample attention. Forests died and organisms disappeared from rivers and lakes. Air pollution was identified as the cause of acid rain. Atmospheric emissions from industry, traffic and agriculture contain nitrogen and sulphur. These substances are transported through the atmosphere and reach the ground elsewhere, causing acidification and eutrophication of soil and water. This process adversely affects the quality of soil and water, and biodiversity. Measures taken at the international level, aiming to reduce the emission of nitrogen and sulphur, appear to yield results. RIVM studies show that there is still acidification at most monitoring locations in the Netherlands, but at a slower pace than before. Because of the reduced emissions, rainwater quality has improved between 1989 and 2010. Consequently, less nitrogen and sulphur now reaches the ground. This has a positive impact on the shallow groundwater: the amount of nitrogen and sulphur dropped by tens of percent. The current study is the first extensive analysis of the data collected within the framework of the National Acidification Trend Monitoring Network. This network, established in 1989, focusses on forested natural areas on sandy soils. The network monitors the impact of atmospheric deposition of acidifying and eutrophying substances on the groundwater quality at 150 locations in the Netherlands. Literature shows that, notwithstanding the positive developments, ecosystems have not yet recovered from the acidifying and eutrophying impacts of air pollution. Eutrophication of Dutch nature areas, induced by atmospheric deposition of nitrogen, is still the main threat to plant species diversity. At two thirds of the locations investigated, deposition exceeds the set standard. Acidification also poses a problem, but a less pressing one.
- Published
- 2014
21. Changes in rainwater and groundwater quality as a result of atmospheric emission reductions : Acidification and eutrophication, 1989-2010
- Author
-
MBW, M&V, Boumans LJM, Wattel-Koekkoek EJW, van der Swaluw E, MBW, M&V, Boumans LJM, Wattel-Koekkoek EJW, and van der Swaluw E
- Abstract
RIVM rapport:In de jaren tachtig van de vorige eeuw stond 'zure regen' als milieuprobleem sterk in de belangstelling. Bossen stierven erdoor af en organismen verdwenen uit rivieren en meren. Zure regen bleek te worden veroorzaakt door luchtvervuiling. De door industrie, verkeer en landbouw uitgestoten gassen bevatten stikstof en zwavel. Deze stoffen komen via de lucht elders op de bodem terecht, waardoor de bodem en het water verzuren en vermesten. Dit heeft een negatief effect op de kwaliteit van de bodem en het water, en op de biodiversiteit. De maatregelen die internationaal zijn genomen om de uitstoot van stikstof en zwavel te verminderen, blijken hun vruchten af te werpen. Onderzoek van het RIVM laat zien dat op de meeste meetlocaties in Nederland nog wel sprake is van verzuring, maar minder sterk dan voorheen. Door de lagere uitstoot is de regenwaterkwaliteit tussen 1989 en 2010 verbeterd. Er komt daardoor nu minder stikstof en zwavel op de bodem terecht. Dit werkt in positieve zin door op het bovenste grondwater: de hoeveelheid stikstof en zwavel is met tientallen procenten gedaald. Het voorliggend onderzoek is een eerste uitgebreide analyse van de meetgegevens van het TrendMeetnet Verzuring (TMV), dat in 1989 is opgezet in natuurgebieden op zandgrond. Het meetnet monitort op 150 locaties in Nederland de invloed van de neerslag van verzurende en vermestende stoffen uit de lucht op de kwaliteit van het grondwater. Uit een literatuurstudie blijkt dat ondanks de positieve ontwikkelingen de ecosystemen nog niet zijn hersteld van de verzurende en vermestende effecten van luchtvervuiling. De vermesting door de neerslag van stikstof op de bodem in de Nederlandse natuur is nog altijd een van de grootste bedreigingen voor de variatie aan plantensoorten: bij tweederde van de onderzochte gebieden overschrijdt de depositie de norm. Verzuring is ook problematisch, maar in mindere mate., During the eighties of the previous century acid rain was regarded as an important environmental issue and received ample attention. Forests died and organisms disappeared from rivers and lakes. Air pollution was identified as the cause of acid rain. Atmospheric emissions from industry, traffic and agriculture contain nitrogen and sulphur. These substances are transported through the atmosphere and reach the ground elsewhere, causing acidification and eutrophication of soil and water. This process adversely affects the quality of soil, water and biodiversity. Measures taken at the international level to reduce the emission of nitrogen and sulphur appear to have yielded results. RIVM studies show that acidification is still ongoing at most monitoring locations in the Netherlands, but at a slower pace than before. Because of the reduced emissions, rainwater quality has improved between 1989 and 2010. Consequently, less nitrogen and sulphur now reaches the ground. This has a positive impact on shallow groundwater: the amount of nitrogen and sulphur has dropped by tens of per cents. The current study is the first extensive analysis of the data collected within the framework of the National Acidification Trend Monitoring Network. This network, established in 1989, focuses on forested natural areas with sandy soils. The network monitors the impact of atmospheric deposition of acidifying and eutrophying substances on the groundwater quality at 150 locations in the Netherlands. The literature shows that, despite the positive developments, ecosystems have not yet recovered from the acidifying and eutrophying impacts of air pollution. The eutrophication of nature areas in the Netherlands, induced by the atmospheric deposition of nitrogen, is still a major threat to plant species diversity. At two thirds of the locations investigated, deposition still exceeds the critical load. Acidification also poses a problem, but a less pressing one.
- Published
- 2014
22. Onderzoek naar de relatie van eikensterfte met droogte en bodemchemie
- Author
-
Oosterbaan, A., Bobbink, R., Decuyper, M., Oosterbaan, A., Bobbink, R., and Decuyper, M.
- Abstract
In verband met verhevigde eikensterfte is onderzocht of er verband is tussen de eikensterfte en droogte en/of bodemchemie. Hiervoor is op tien locaties in een opstand met veel sterfte en een opstand met weinig sterfte de jaarringbreedte van de laatste 50 jaar vergeleken met weersgegevens van de dichtstbijzijnde weerstations, de hoeveelheid fijne wortels op 0-25 cm en 25-50 cm diepte bepaald en aan de hand van grondmonsters de bodemchemie gekarakteriseerd. Uit dit onderzoek is gebleken dat er een duidelijk verband is tussen de van tijd tot tijd optredende sterke groeivermindering van eiken en droogteperioden. Niet alle sterke groeiverminderingen zijn hiermee te verklaren. Er zijn aanwijzingen dat het aantal vorstdagen in de lente ook een rol speelt. In opstanden met veel sterfte zitten gemiddeld bovenin het bodemprofiel meer wortels en onderin minder dan in opstanden met weinig sterfte. In opstanden met veel sterfte heeft de bodem in de meeste gevallen lagere gehaltes aan uitwisselbaar Ca en/of K en/of Mg (dus een lagere buffercapaciteit). Het gehele proces van primaire oorzaken en secundaire factoren, die verantwoordelijk zijn voor de sterfte, is nog niet helder. Hiervoor is een breder en fundamenteler onderzoek noodzakelijk. Voor het beheer van eikenbossen worden voorlopige adviezen gegeven.
- Published
- 2014
23. Integrale rapportage bodem- en grondwaterkwaliteit Drenthe
- Author
-
Roelsma, J., Baggelaar, P., van der Meulen, E.C.J., Roelsma, J., Baggelaar, P., and van der Meulen, E.C.J.
- Abstract
Dit rapport presenteert een integrale rapportage van toestanden en trends van de Drentse bodem- en grondwaterkwaliteit, waarbij gebruik gemaakt is van de meetgegevens van vier grootschalige Drentse meetnetten. Voor elke beschouwde parameter van de bodem- en / of grondwaterkwaliteit is de toestand op verschillende wijzen weergegeven en beschreven. Tevens is voor elke beschouwde parameter een statistische trendanalyse uitgevoerd om objectief vast te kunnen stellen of er sprake is van een trend.
- Published
- 2013
24. Biogeochemie van de bosrand en effecten op biodiversiteit. 2. Focus op biogeochemie
- Author
-
Wuyts, K., De Schrijver, A., Staelens, J., Verheyen, K., Wuyts, K., De Schrijver, A., Staelens, J., and Verheyen, K.
- Abstract
Wereldwijd reduceren houtkap, urbanisatie, industrialisatie en uitbreiding van het landbouwareaal de oppervlakte bos. Daarbij worden continue of aansluitende bosgebieden gefragmenteerd tot kleinere, geïsoleerde vlekken en neemt het aandeel bosrandzone in het totale bosareaal snel toe. Ook Vlaanderen kent een sterke bosfragmentatie als gevolg van de hoge landgebruikdruk. Vlaamse bossen bestaan voor bijna 60% (!) uit externe bosrand, de overgang tussen bos en open gebied, zoals heide, grasland, akkerland, wegberm of braakliggend land. Het grote aandeel aan bosrand in vele landschappen over de ganse wereld staat in schril contrast met het kleine aantal bosecosysteemstudies uitgevoerd binnen de complexe invloed van externe bosrand. Het schaarse onderzoek toont dat bosranden op het vlak van biogeochemie, net als op dat van biodiversiteit, buitenbeentjes in het boslandschap zijn en speciale aandacht verdienen bij beheer. In dit artikel focussen we op de complexe biogeochemie van bosranden en de gevolgen daarvan voor de biodiversiteit.
- Published
- 2013
25. TrendMeetnet Verzuring : Monsternemingen in 2009/2010/2011
- Author
-
CMM, Masselink NJ, Jeths R, Wattel-Koekkoek EJW, CMM, Masselink NJ, Jeths R, and Wattel-Koekkoek EJW
- Abstract
RIVM rapport:In dit rapport zijn de veld -en analysegegevens van het bovenste grondwater weergegeven van 149 locaties van het TrendMeetnet Verzuring (TMV) die tussen eind 2009 en begin 2011 zijn bemonsterd. Het TMV gebruikt deze gegevens om in Nederlandse natuurgebieden (bos/heide) op zandgrond de effecten van verzuring op het grondwater in kaart te brengen. Hiervoor worden vermestende stoffen zoals nitraten en fosfaten, alsmede metalen in het grondwater gemeten. De nitraatnorm is op sommige locaties overschreden. Ook zijn voor een aantal metalen de streefwaarde, en in sommige gevallen de interventiewaarde overschreden. In 2012 zal in een apart rapport een trendanalyse van alle meetgegevens worden uitgevoerd. Het TrendMeetnet Verzuring is in 1989 opgericht en wordt door het RIVM beheerd en uitgevoerd. Sindsdien zijn alle locaties vijf keer bezocht., This report contains all of the data pertaining to the analysis of shallow groundwater samples collected from 149 locations of the National Acidification Trend Monitoring network (TMV) between late 2009 and early 2011. These data are used by the TMV to map the effects of acidification on the groundwater of Dutch natural areas (forest/heathlands) on sandy soils. The levels of various components of fertilizers, such as phosphates and nitrates, and of metals are measured in the groundwater. The concentration of nitrates exceeded the target value at some locations. The target value and, in some cases, the intervention value for a number of metals were also exceeded at some locations. In 2012 a trend analysis of the data will be carried out in a separate report. The TMV was established in 1989, and its monitoring activities are administered and performed by the RIVM. All monitoring sites have been visited five times since the TMV was established.
- Published
- 2012
26. TrendMeetnet Verzuring : Monsternemingen in 2009/2010/2011
- Author
-
CMM, Masselink NJ, Jeths R, Wattel-Koekkoek EJW, CMM, Masselink NJ, Jeths R, and Wattel-Koekkoek EJW
- Abstract
RIVM rapport:In dit rapport zijn de veld -en analysegegevens van het bovenste grondwater weergegeven van 149 locaties van het TrendMeetnet Verzuring (TMV) die tussen eind 2009 en begin 2011 zijn bemonsterd. Het TMV gebruikt deze gegevens om in Nederlandse natuurgebieden (bos/heide) op zandgrond de effecten van verzuring op het grondwater in kaart te brengen. Hiervoor worden vermestende stoffen zoals nitraten en fosfaten, alsmede metalen in het grondwater gemeten. De nitraatnorm is op sommige locaties overschreden. Ook zijn voor een aantal metalen de streefwaarde, en in sommige gevallen de interventiewaarde overschreden. In 2012 zal in een apart rapport een trendanalyse van alle meetgegevens worden uitgevoerd. Het TrendMeetnet Verzuring is in 1989 opgericht en wordt door het RIVM beheerd en uitgevoerd. Sindsdien zijn alle locaties vijf keer bezocht., This report contains all of the data pertaining to the analysis of shallow groundwater samples collected from 149 locations of the National Acidification Trend Monitoring network (TMV) between late 2009 and early 2011. These data are used by the TMV to map the effects of acidification on the groundwater of Dutch natural areas (forest/heathlands) on sandy soils. The levels of various components of fertilizers, such as phosphates and nitrates, and of metals are measured in the groundwater. The concentration of nitrates exceeded the target value at some locations. The target value and, in some cases, the intervention value for a number of metals were also exceeded at some locations. In 2012 a trend analysis of the data will be carried out in a separate report. The TMV was established in 1989, and its monitoring activities are administered and performed by the RIVM. All monitoring sites have been visited five times since the TMV was established.
- Published
- 2012
27. TrendMeetnet Verzuring : Monsternemingen in 2009/2010/2011
- Author
-
CMM, Masselink NJ, Jeths R, Wattel-Koekkoek EJW, CMM, Masselink NJ, Jeths R, and Wattel-Koekkoek EJW
- Abstract
RIVM rapport:In dit rapport zijn de veld -en analysegegevens van het bovenste grondwater weergegeven van 149 locaties van het TrendMeetnet Verzuring (TMV) die tussen eind 2009 en begin 2011 zijn bemonsterd. Het TMV gebruikt deze gegevens om in Nederlandse natuurgebieden (bos/heide) op zandgrond de effecten van verzuring op het grondwater in kaart te brengen. Hiervoor worden vermestende stoffen zoals nitraten en fosfaten, alsmede metalen in het grondwater gemeten. De nitraatnorm is op sommige locaties overschreden. Ook zijn voor een aantal metalen de streefwaarde, en in sommige gevallen de interventiewaarde overschreden. In 2012 zal in een apart rapport een trendanalyse van alle meetgegevens worden uitgevoerd. Het TrendMeetnet Verzuring is in 1989 opgericht en wordt door het RIVM beheerd en uitgevoerd. Sindsdien zijn alle locaties vijf keer bezocht., This report contains all of the data pertaining to the analysis of shallow groundwater samples collected from 149 locations of the National Acidification Trend Monitoring network (TMV) between late 2009 and early 2011. These data are used by the TMV to map the effects of acidification on the groundwater of Dutch natural areas (forest/heathlands) on sandy soils. The levels of various components of fertilizers, such as phosphates and nitrates, and of metals are measured in the groundwater. The concentration of nitrates exceeded the target value at some locations. The target value and, in some cases, the intervention value for a number of metals were also exceeded at some locations. In 2012 a trend analysis of the data will be carried out in a separate report. The TMV was established in 1989, and its monitoring activities are administered and performed by the RIVM. All monitoring sites have been visited five times since the TMV was established.
- Published
- 2012
28. Ocean Acidification: a review of the current status of research and institutional developments
- Author
-
van Beek, I.J.M., Dedert, M., van Beek, I.J.M., and Dedert, M.
- Abstract
Ocean acidification is defined as the change in ocean chemistry driven by the oceanic uptake of chemical inputs to the atmosphere, including carbon, nitrogen and sulphur compounds. Ocean acidification is also referred to as ‘the other CO2 problem’ of anthropogenic carbon dioxide (CO2) emissions alongside climate change. Ocean acidification has become a hot topic on the international research agenda, whereby most publications are less than a decade old. Ocean acidification has also become an emerging topic on the international policy agenda. UNESCO supported the first global meeting on ocean acidification in 2004 and in 2007 the Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) first recognized ocean acidification in its 4th assessment report as an associated disturbance of climate change caused by increasing CO2 emission. Recommendations to get ocean acidification on the Dutch policy agenda are to focus on important economic activities such as fisheries and aquaculture and on vulnerable habitats such as deltas and coral reefs.
- Published
- 2012
29. Final report on impact of catchment scale processes and climate change on cause-effect and recovery-chains
- Author
-
Verdonschot, P.F.M., Keizer-Vlek, H.E., Spears, B., Brucet, S., Johnson, R., Feld, C., Kernan, M., Verdonschot, P.F.M., Keizer-Vlek, H.E., Spears, B., Brucet, S., Johnson, R., Feld, C., and Kernan, M.
- Abstract
Catchment wide integrated basin management requires knowledge on cause-effect and recovery chains within water bodies as well as on the interactions between water bodies and categories. In the WISER WP6.4 recovery processes in rivers, lakes and estuarine and coastal waters were evaluated. The major objectives were: - to analyse and compare (cause-effect and) recovery chains within water categories based on processes and structural and functional features; - to detect commonalities among different chains in different water categories ( to compare recovery chains between water categories); - to link recovery chains to over-arching biological processes and global change; - to develop a method to combine recovery effects in a summarising ‘catchment’ metric. The main stressors studied to reach these objectives were acidification, eutrophication and hydromorphological changes.
- Published
- 2012
30. Pensverzuring door granen : Ad van Vuuren: 'We zijn van koeien varkens aan het maken'
- Author
-
Tanis, M. and Tanis, M.
- Abstract
Voor een gemiddeld bedrijf met zeventig koeien kost pensverzuring jaarlijks bijna 3000 euro. De indirecte kosten zijn de grootste kostenpost. Dat vertelde Willem van Laarhoven tijdens de studiemiddag van Speerstra Feed Ingredients BV met als thema ‘Pensverzuring bij herkauwers’.
- Published
- 2012
31. 'Ander brokje doet geen wonderen' : themamiddag 'Pensverzuring bij herkauwers'
- Author
-
Hietkamp, D. and Hietkamp, D.
- Abstract
Dierenarts Jonne Twerda schat dat maar liefst de helft van de Nederlandse melkveebedrijven kampt met pensverzuring. Het aanbieden van een structuurrijk rantsoen waarop koeien veel herkauwen, verkleint het risico aanzienlijk. Het gebruik van buffers biedt ondersteuning.
- Published
- 2012
32. Watermozaiek 27 jan 2010 P06
- Abstract
Presentatie van Rick Battarbee, Environmental Change Research Centre, onder de titel 'Climate change, lakes and the role of palaeolimnology', op dag 1 van het symposium Climate changes and aquatic ecosystems, januari 2010, te Arnhem.
- Published
- 2012
33. Watermozaiek 27 jan 2010 P01
- Abstract
Introductie-presentatie door Jos T.A. Verhoeven over de gevolgen van de temperatuurstijging bij verschillende scenario's en de impacts op de ecosystemen, op dag 1 van het symposium Climate changes and aquatic ecosystems, januari 2010, te Arnhem.
- Published
- 2012
34. Verzuring van terrestrische ecosystemen : oorzaken, remedies en gevolgen voor biodiversiteit : focus op biogechemie
- Author
-
De Schrijver, A., Wuyts, K., Schelfhout, S., Staelens, J., Verstraeten, G., Verheyen, K., De Schrijver, A., Wuyts, K., Schelfhout, S., Staelens, J., Verstraeten, G., and Verheyen, K.
- Abstract
In de jaren tachtig van de twintigste eeuw werden bosbeheerders opgeschrikt door verhalen van massale naaldbossterfte in centraal Europa, getypeerd door de term ‘Waldsterben’. Duitse wetenschappers wezen de hoge uitstoot van verzurende stoffen door de (bio)industrie en het verkeer aan als oorzaak (bv. Ulrich 1980, Schütt 1980), een hypothese die uitvoerig werd belicht in de Duitse media (zie bv. der Spiegel, Link 1), maar later door dezelfde wetenschappers genuanceerd werd (Ulrich 1995). In Duitsland en andere Europese landen voerde men ‘de politiek van de hoge schoorstenen’ in, waarbij schoorstenen van fabrieken werden verhoogd om de vervuiling hoger en verder te blazen. Dit had tot gevolg dat lokaal minder verzurende stoffen werden afgezet, maar dat de vervuiling breder werd uitgesmeerd over een grotere regio. Nu horen we vrijwel niets meer over het probleem van de verzurende regen en is de paniek over grootschalige bossterfte uitgedoofd. Maar is het verzuringsprobleem werkelijk van de baan? In Vlaanderen was geen sprake van massale naaldbossterfte, maar tussen 1950 en 2000 verzuurden de bodems van naaldbossen sterk (De Schrijver et al. 2006). Is verzuring enkel een probleem in bossen of zet het ook andere terrestrische natuur onder druk? Moeten we ons enkel zorgen maken als er bossterfte optreedt of zijn er andere, minder zichtbare gevolgen van bodemverzuring? Wat betekent dat eigenlijk, verzuring, wat zijn de oorzaken en wat zijn de gevolgen voor het functioneren van terrestrische ecosystemen en voor de biodiversiteit? Is er momenteel nog sprake van een hoge uitstoot van verzurende stoffen? Kan de natuur- en bosbeheerder bodemverzuring voorkomen of remediëren?
- Published
- 2012
35. Effecten van verzuring op bodemleven en stikstofstromen in bossen : verkenning van mogelijkheden voor herstelmaatregelen
- Author
-
Kemmers, R.H. and Kemmers, R.H.
- Abstract
Dit rapport geeft een samenvatting van de resultaten van de analyses van het bodemleven, de stikstofstromen en bodemcondities over een brede range van bosgronden. In dit rapport staat de vraag centraal of door verzuring de relatie tussen ondergrondse en bovengrondse biodiversiteit via de N-kringloop is beinvloed. De conclusie is dat door verzuring de activiteit van bacterien (protozoa) en regenwormen is afgenomen en die van schimmels, nematoden en potwormen is toegenomen. Hierdoor is een verschuiving opgetreden in de stikstofbalans van N-immobilisatie naar netto N-mineralisatie. Hiervan profiteren opportunistische soorten in de ondergroei door het extra N-aanbod om te zetten in biomassa waardoor kritischer soorten worden benadeeld. Herstelmaatregelen moeten gericht zijn op herstel van de N-balans tussen bovengronds en ondergronds leven in de richting van een grotere N-retentie door het bodemleven. Hierin kan via het beheer worden gestuurd.
- Published
- 2011
36. Europees verzuringsbeleid kwam tot stand door 'paniekverhaal'
- Author
-
Zeilmaker, R. and Zeilmaker, R.
- Abstract
Zure regen was de grote milieudreiging van begin jaren tachtig. Maar de aandacht voor het fenomeen lijkt een stille dood gestorven. Was het gevoerde beleid wel zo zinvol?
- Published
- 2011
37. Bodemverzuring lijkt een sleutelrol te spelen in het verstoorde verjongingsproces van Jeneverbes
- Author
-
Lucassen, E.C.H.E.T., Loeffen, L., Popma, J., Verbaarschot, E., Remke, E., Kort, S. de, Roelofs, J.G.M., Lucassen, E.C.H.E.T., Loeffen, L., Popma, J., Verbaarschot, E., Remke, E., Kort, S. de, and Roelofs, J.G.M.
- Abstract
Sinds enkele decennia heeft jeneverbes (Juniperus communis) problemen met verjongen. Hierdoor staat de soort thans de soort op de Rode Lijst en heeft een beschermende status in de Flora en faunawet. Vreemd genoeg is de rol van zure regen, die juist tussen 1960 en 1990 zo'n grote invloed heeft gehad op zwak gebufferde natuur, nooit goed onderzocht en/of gedocumenteerd. In een veldonderzoek zijn de mogelijke rol van bodemverzuring en de achterliggende fysiologische mechanismen op het verjongingsproces onderzocht.
- Published
- 2011
38. TrendMeetnet Verzuring : Monsternemingen in 2007/2008
- Author
-
CMM, Masselink NJ, de Goffau A, CMM, Masselink NJ, and de Goffau A
- Abstract
RIVM rapport:Vanaf december 2007 tot in maart 2008 is op 75 locaties van het TrendMeetnet Verzuring (TMV) de kwaliteit van het bovenste grondwater onderzocht. Met deze gegevens worden in Nederlandse natuurgebieden op zandgrond (bos/heide) de effecten van verzuring op het grondwater in kaart gebracht. Op 5 procent van de onderzochte locaties is de EU norm voor nitraat (50 milligram per liter) overschreden. De concentratie van cadmium, chroom, nikkel en zink lag op respectievelijk 63, 45, 23 en 87 procent van de onderzochte locaties boven de streefwaarde. Op een enkele locatie is ook de interventiewaarde voor cadmium, nikkel en zink overschreden. Het TrendMeetnet Verzuring is in 1989 opgericht en onderzoekt periodiek, in cycli van twee jaar, 150 locaties in Nederland. Dit houdt in dat tijdens een meetjaar op 75 locaties de concentraties van stoffen worden gemeten. De meetresultaten van de 'eerste' 75 locaties van de cyclus 2006/2008 zijn in 2009 gepubliceerd. Dit rapport betreft de 'tweede helft' van de 150 locaties. Een analyse van de meetgegevens zal later worden uitgevoerd. In de meetcyclus van 2006/2008 is bovendien informatie verzameld over de bodemtextuur en omgevingsparameters zoals begroeiing, boomhoogte en dikte van de strooisellaag. Deze informatie geeft een beeld van de variatie in natuurlijke omstandigheden op de onderzochte locaties (loof, naald, heide). Deze variatie wordt gebruikt om verschillen in de grondwaterkwaliteit op de meetlocaties te verklaren., In the period December 2007 till March 2008, the quality of the upper one meter of the groundwater has been investigated at 75 locations of the TMV monitoring network. These data serve to assess the effects of acidification of the groundwater under nature areas (forest/heathland) on sandy soils. The European standard for nitrate of 50 mg per litre was exceeded at 5% of the locations investigated. The concentrations of cadmium, chromium, nickel and zinc exceeded the target levels at 63%, 45%, 23% and 87% of the sampled sites, respectively. At a few sites, the intervention level for cadmium, nickel and zinc was exceeded. The TMV was established in 1989. The network monitors periodically, in cycli of two years, 150 locations in the Netherlands. This implies that during one year of measurement the groundwater quality is assessed at 75 locations. The results of the 'first' 75 locations of the 2006/2008 cycle were published in 2009. The current report covers the second half of the 150 sites. An analysis of the measuring results will be done at a later stage. During the 2006/2008 measuring cycle also observation were made of soil texture and other environmental parameters such as type of vegetation, tree height and thickness of the litter. This type of information illustrates the variation in natural conditions at the locations investigated (deciduous forest, coniferous forest, heathland). These environmental parameters will be used to explain differences in groundwater quality at monitoring sites.
- Published
- 2010
39. TrendMeetnet Verzuring : Monsternemingen in 2007/2008
- Author
-
CMM, Masselink NJ, de Goffau A, CMM, Masselink NJ, and de Goffau A
- Abstract
RIVM rapport:Vanaf december 2007 tot in maart 2008 is op 75 locaties van het TrendMeetnet Verzuring (TMV) de kwaliteit van het bovenste grondwater onderzocht. Met deze gegevens worden in Nederlandse natuurgebieden op zandgrond (bos/heide) de effecten van verzuring op het grondwater in kaart gebracht. Op 5 procent van de onderzochte locaties is de EU norm voor nitraat (50 milligram per liter) overschreden. De concentratie van cadmium, chroom, nikkel en zink lag op respectievelijk 63, 45, 23 en 87 procent van de onderzochte locaties boven de streefwaarde. Op een enkele locatie is ook de interventiewaarde voor cadmium, nikkel en zink overschreden. Het TrendMeetnet Verzuring is in 1989 opgericht en onderzoekt periodiek, in cycli van twee jaar, 150 locaties in Nederland. Dit houdt in dat tijdens een meetjaar op 75 locaties de concentraties van stoffen worden gemeten. De meetresultaten van de 'eerste' 75 locaties van de cyclus 2006/2008 zijn in 2009 gepubliceerd. Dit rapport betreft de 'tweede helft' van de 150 locaties. Een analyse van de meetgegevens zal later worden uitgevoerd. In de meetcyclus van 2006/2008 is bovendien informatie verzameld over de bodemtextuur en omgevingsparameters zoals begroeiing, boomhoogte en dikte van de strooisellaag. Deze informatie geeft een beeld van de variatie in natuurlijke omstandigheden op de onderzochte locaties (loof, naald, heide). Deze variatie wordt gebruikt om verschillen in de grondwaterkwaliteit op de meetlocaties te verklaren., In the period December 2007 till March 2008, the quality of the upper one meter of the groundwater has been investigated at 75 locations of the TMV monitoring network. These data serve to assess the effects of acidification of the groundwater under nature areas (forest/heathland) on sandy soils. The European standard for nitrate of 50 mg per litre was exceeded at 5% of the locations investigated. The concentrations of cadmium, chromium, nickel and zinc exceeded the target levels at 63%, 45%, 23% and 87% of the sampled sites, respectively. At a few sites, the intervention level for cadmium, nickel and zinc was exceeded. The TMV was established in 1989. The network monitors periodically, in cycli of two years, 150 locations in the Netherlands. This implies that during one year of measurement the groundwater quality is assessed at 75 locations. The results of the 'first' 75 locations of the 2006/2008 cycle were published in 2009. The current report covers the second half of the 150 sites. An analysis of the measuring results will be done at a later stage. During the 2006/2008 measuring cycle also observation were made of soil texture and other environmental parameters such as type of vegetation, tree height and thickness of the litter. This type of information illustrates the variation in natural conditions at the locations investigated (deciduous forest, coniferous forest, heathland). These environmental parameters will be used to explain differences in groundwater quality at monitoring sites.
- Published
- 2010
40. TrendMeetnet Verzuring : Monsternemingen in 2007/2008
- Author
-
CMM, Masselink NJ, de Goffau A, CMM, Masselink NJ, and de Goffau A
- Abstract
RIVM rapport:Vanaf december 2007 tot in maart 2008 is op 75 locaties van het TrendMeetnet Verzuring (TMV) de kwaliteit van het bovenste grondwater onderzocht. Met deze gegevens worden in Nederlandse natuurgebieden op zandgrond (bos/heide) de effecten van verzuring op het grondwater in kaart gebracht. Op 5 procent van de onderzochte locaties is de EU norm voor nitraat (50 milligram per liter) overschreden. De concentratie van cadmium, chroom, nikkel en zink lag op respectievelijk 63, 45, 23 en 87 procent van de onderzochte locaties boven de streefwaarde. Op een enkele locatie is ook de interventiewaarde voor cadmium, nikkel en zink overschreden. Het TrendMeetnet Verzuring is in 1989 opgericht en onderzoekt periodiek, in cycli van twee jaar, 150 locaties in Nederland. Dit houdt in dat tijdens een meetjaar op 75 locaties de concentraties van stoffen worden gemeten. De meetresultaten van de 'eerste' 75 locaties van de cyclus 2006/2008 zijn in 2009 gepubliceerd. Dit rapport betreft de 'tweede helft' van de 150 locaties. Een analyse van de meetgegevens zal later worden uitgevoerd. In de meetcyclus van 2006/2008 is bovendien informatie verzameld over de bodemtextuur en omgevingsparameters zoals begroeiing, boomhoogte en dikte van de strooisellaag. Deze informatie geeft een beeld van de variatie in natuurlijke omstandigheden op de onderzochte locaties (loof, naald, heide). Deze variatie wordt gebruikt om verschillen in de grondwaterkwaliteit op de meetlocaties te verklaren., In the period December 2007 till March 2008, the quality of the upper one meter of the groundwater has been investigated at 75 locations of the TMV monitoring network. These data serve to assess the effects of acidification of the groundwater under nature areas (forest/heathland) on sandy soils. The European standard for nitrate of 50 mg per litre was exceeded at 5% of the locations investigated. The concentrations of cadmium, chromium, nickel and zinc exceeded the target levels at 63%, 45%, 23% and 87% of the sampled sites, respectively. At a few sites, the intervention level for cadmium, nickel and zinc was exceeded. The TMV was established in 1989. The network monitors periodically, in cycli of two years, 150 locations in the Netherlands. This implies that during one year of measurement the groundwater quality is assessed at 75 locations. The results of the 'first' 75 locations of the 2006/2008 cycle were published in 2009. The current report covers the second half of the 150 sites. An analysis of the measuring results will be done at a later stage. During the 2006/2008 measuring cycle also observation were made of soil texture and other environmental parameters such as type of vegetation, tree height and thickness of the litter. This type of information illustrates the variation in natural conditions at the locations investigated (deciduous forest, coniferous forest, heathland). These environmental parameters will be used to explain differences in groundwater quality at monitoring sites.
- Published
- 2010
41. Plant species diversity indicators for impacts of nitrogen and acidity and methods for their simulation: an overview
- Author
-
van Dobben, H.F., Hettelingh, J.P., Wamelink, G.W.W., de Vries, W., Slootweg, J., Reinds, G.J., van Dobben, H.F., Hettelingh, J.P., Wamelink, G.W.W., de Vries, W., Slootweg, J., and Reinds, G.J.
- Abstract
This report describes the status of the impact assessment of nitrogen, sulphur and heavy metal depositions in Europe and the progress made regarding the relation between nitrogen deposition and loss of biodiversity.
- Published
- 2010
42. Growing Sugarcane for Bioenergy – Effects on the Soil
- Author
-
Hartemink, A.E. and Hartemink, A.E.
- Abstract
An increasing area of sugarcane is being growing for the production of bioenergy. Sugarcane puts a high demands on the soil due to the use of heavy machinery and because large amounts of nutrients are removed with the harvest. Biocides and inorganic fertilizers introduces risks of groundwater contamination, eutrophication of surface waters, soil pollution and acidification. This paper reviews the effect of commercial sugarcane production on soil chemical, physical and biological properties using data from the main producing areas. Although variation is considerable, soil organic C decreased in most soils under sugarcane and, also, soil acidification is common as a result of the use of N fertilizers. Increased bulk densities, lower water infiltration rates and lower aggregate stability occur in mechanized systems. There is some evidence for high leaching losses of fertilizer nutrients as well as herbicides and pesticides. Eutrophication of surface waters occurs in high-input systems. Sugarcane cultivation can substantially contribute to the supply of renewable energy, but that improved crop husbandry and precision farming principles are needed to sustain and improve the resource base on which production depends.
- Published
- 2010
43. Verzuring oceaan fataal voor vis?
- Author
-
A. Klompmaker and A. Klompmaker
- Published
- 2010
44. Climate changes and aquatic ecosystems: drivers, effects, adaption : introduction
- Author
-
Verhoeven, J.T.A. and Verhoeven, J.T.A.
- Abstract
Presentatie over de gevolgen van de temperatuurstijging bij verschillende scenario's en de impacts op de ecosystemen
- Published
- 2010
45. Pensverzuring in beeld : dagelijkse meting pens-pH als inzet voor een betere rantsoenefficiëntie
- Author
-
Knaap, J. van der and Knaap, J. van der
- Abstract
Pensverzuring kort na afkalven kan zorgen voor gezondheidsproblemen verderop in de lactatie. Voerfabrikant ForFarmers is bezig met een veldproef met een bolus, die de zuurtegraad in de pens in beeld brengt, zodat tijdig ingrijpen mogelijk wordt.
- Published
- 2010
46. TrendMeetnet Verzuring. Monsternemingen in 2006/2007
- Author
-
CMM, Elzakker BG van, Hoek KW van der, Masselink NJ, CMM, Elzakker BG van, Hoek KW van der, and Masselink NJ
- Abstract
RIVM rapport:Van het najaar van 2006 tot begin 2007 is op de helft van de locaties van het TrendMeetnet Verzuring (TMV) de kwaliteit van het bovenste grondwater onderzocht. Het TMV brengt op 150 locaties in Nederlandse natuurgebieden (bos/heide) op zandgrond de effecten van verzuring op het grondwater in kaart. Op 70 van de 75 locaties kon het grondwater bemonsterd worden. Op de overige locaties zat het grondwater te diep of was de locatie niet meer geschikt. Op 16 % van de onderzochte locaties is de norm voor nitraat (50 mg/l) overschreden. De concentratie van cadmium, chroom en zink lag op respectievelijk 51, 47 en 70 % van de onderzochte locaties boven de streefwaarde. Op een enkele locatie is ook de interventiewaarde voor cadmium en/of zink overschreden. Sinds de oprichting van het meetnet in 1989 wordt de kwaliteit van het bovenste grondwater onderzocht. Daarnaast wordt ook informatie over de bodemtextuur en omgevingsparameters zoals begroeiing, boomhoogte en dikte van de strooisellaag verzameld. In 2007/2008 is de grondwaterkwaliteit op de overige 75 locaties van het meetnet in kaart gebracht, maar de data daarvan zijn nog niet beschikbaar. Een trendanalyse van de meetgegevens is later voorzien., The quality of the upper meter of groundwater was investigated at half of the sites included in the Trend Monitoring Network Acidification (TMV) from autumn 2006 to the beginning of 2007. The TMV is documenting the effects of acidification on groundwater at 150 sampling sites located on sandy soil in nature areas in the Netherlands. Groundwater samples could be obtained at 70 of the 75 locations; at the remaining five sites, the groundwater layer was either too deep for sampling or the location was no longer suitable for sampling. The standard nitrate value of 50 mg per litre was exceeded at 16 % of the locations investigated. The concentrations of cadmium, chromium and zinc exceeded the desired target levels at 51 %, 47 % and 70 % of the sampled sites, respectively. The intervention values for cadmium and/or zinc were also surpassed at a few sites. The TMV has monitored the quality of the upper meter of groundwater in the Netherlands since its establishment in 1989. This network also collects data on soil texture and environmental parameters, such as vegetation, tree height and layer of the litter. The quality of the groundwater at the other 75 locations covered by the monitoring network was monitored in 2007/2008 but these data are not yet available for documentation. A trend analysis of the measurement data will be provided later.
- Published
- 2009
47. TrendMeetnet Verzuring. Monsternemingen in 2006/2007
- Author
-
CMM, Elzakker BG van, Hoek KW van der, Masselink NJ, CMM, Elzakker BG van, Hoek KW van der, and Masselink NJ
- Abstract
RIVM rapport:Van het najaar van 2006 tot begin 2007 is op de helft van de locaties van het TrendMeetnet Verzuring (TMV) de kwaliteit van het bovenste grondwater onderzocht. Het TMV brengt op 150 locaties in Nederlandse natuurgebieden (bos/heide) op zandgrond de effecten van verzuring op het grondwater in kaart. Op 70 van de 75 locaties kon het grondwater bemonsterd worden. Op de overige locaties zat het grondwater te diep of was de locatie niet meer geschikt. Op 16 % van de onderzochte locaties is de norm voor nitraat (50 mg/l) overschreden. De concentratie van cadmium, chroom en zink lag op respectievelijk 51, 47 en 70 % van de onderzochte locaties boven de streefwaarde. Op een enkele locatie is ook de interventiewaarde voor cadmium en/of zink overschreden. Sinds de oprichting van het meetnet in 1989 wordt de kwaliteit van het bovenste grondwater onderzocht. Daarnaast wordt ook informatie over de bodemtextuur en omgevingsparameters zoals begroeiing, boomhoogte en dikte van de strooisellaag verzameld. In 2007/2008 is de grondwaterkwaliteit op de overige 75 locaties van het meetnet in kaart gebracht, maar de data daarvan zijn nog niet beschikbaar. Een trendanalyse van de meetgegevens is later voorzien., The quality of the upper meter of groundwater was investigated at half of the sites included in the Trend Monitoring Network Acidification (TMV) from autumn 2006 to the beginning of 2007. The TMV is documenting the effects of acidification on groundwater at 150 sampling sites located on sandy soil in nature areas in the Netherlands. Groundwater samples could be obtained at 70 of the 75 locations; at the remaining five sites, the groundwater layer was either too deep for sampling or the location was no longer suitable for sampling. The standard nitrate value of 50 mg per litre was exceeded at 16 % of the locations investigated. The concentrations of cadmium, chromium and zinc exceeded the desired target levels at 51 %, 47 % and 70 % of the sampled sites, respectively. The intervention values for cadmium and/or zinc were also surpassed at a few sites. The TMV has monitored the quality of the upper meter of groundwater in the Netherlands since its establishment in 1989. This network also collects data on soil texture and environmental parameters, such as vegetation, tree height and layer of the litter. The quality of the groundwater at the other 75 locations covered by the monitoring network was monitored in 2007/2008 but these data are not yet available for documentation. A trend analysis of the measurement data will be provided later.
- Published
- 2009
48. TrendMeetnet Verzuring. Monsternemingen in 2006/2007
- Author
-
CMM, Elzakker BG van, Hoek KW van der, Masselink NJ, CMM, Elzakker BG van, Hoek KW van der, and Masselink NJ
- Abstract
RIVM rapport:Van het najaar van 2006 tot begin 2007 is op de helft van de locaties van het TrendMeetnet Verzuring (TMV) de kwaliteit van het bovenste grondwater onderzocht. Het TMV brengt op 150 locaties in Nederlandse natuurgebieden (bos/heide) op zandgrond de effecten van verzuring op het grondwater in kaart. Op 70 van de 75 locaties kon het grondwater bemonsterd worden. Op de overige locaties zat het grondwater te diep of was de locatie niet meer geschikt. Op 16 % van de onderzochte locaties is de norm voor nitraat (50 mg/l) overschreden. De concentratie van cadmium, chroom en zink lag op respectievelijk 51, 47 en 70 % van de onderzochte locaties boven de streefwaarde. Op een enkele locatie is ook de interventiewaarde voor cadmium en/of zink overschreden. Sinds de oprichting van het meetnet in 1989 wordt de kwaliteit van het bovenste grondwater onderzocht. Daarnaast wordt ook informatie over de bodemtextuur en omgevingsparameters zoals begroeiing, boomhoogte en dikte van de strooisellaag verzameld. In 2007/2008 is de grondwaterkwaliteit op de overige 75 locaties van het meetnet in kaart gebracht, maar de data daarvan zijn nog niet beschikbaar. Een trendanalyse van de meetgegevens is later voorzien., The quality of the upper meter of groundwater was investigated at half of the sites included in the Trend Monitoring Network Acidification (TMV) from autumn 2006 to the beginning of 2007. The TMV is documenting the effects of acidification on groundwater at 150 sampling sites located on sandy soil in nature areas in the Netherlands. Groundwater samples could be obtained at 70 of the 75 locations; at the remaining five sites, the groundwater layer was either too deep for sampling or the location was no longer suitable for sampling. The standard nitrate value of 50 mg per litre was exceeded at 16 % of the locations investigated. The concentrations of cadmium, chromium and zinc exceeded the desired target levels at 51 %, 47 % and 70 % of the sampled sites, respectively. The intervention values for cadmium and/or zinc were also surpassed at a few sites. The TMV has monitored the quality of the upper meter of groundwater in the Netherlands since its establishment in 1989. This network also collects data on soil texture and environmental parameters, such as vegetation, tree height and layer of the litter. The quality of the groundwater at the other 75 locations covered by the monitoring network was monitored in 2007/2008 but these data are not yet available for documentation. A trend analysis of the measurement data will be provided later.
- Published
- 2009
49. Air pollution impacts on European forest soils: steady-state and dynamic modelling
- Author
-
Leemans, Rik, de Vries, Wim, Posch, M., Reinds, G.J., Leemans, Rik, de Vries, Wim, Posch, M., and Reinds, G.J.
- Abstract
Zure regen heeft in Europa geleid tot verzuring van bodems en oppervlaktewater. In bosbodems nam de buffercapaciteit af en de bossen werden gevoeliger voor stress als gevolg van, bijvoorbeeld, verstoorde nutriëntenbalansen veroorzaakt door een teveel aan stikstof in de bodem. Deze overmaat aan stikstof veroorzaakte ook veranderingen in natuurlijke vegetaties (meer stikstofminnende soorten). In oppervlaktewater zijn duidelijke schadelijke effecten waargenomen als gevolg van verzuring: in de jaren 70 en 80 trad, vooral in Scandinavië, grote sterfte op onder gevoelige vissoorten. Overmaat aan stiktof leidde lokaal tot eutrofiëring van oppervlaktewater. Kritische depositieniveaus worden meestal berekend met een computermodel dat de bodemverzuring simuleert. Er zijn vele bodemverzuringsmodellen ontwikkeld, maar de meeste daarvan zijn alleen toegepast op puntlocaties en/of regio’s en bovendien zijn de modellen zelden gecalibreerd op grote, regionale datasets. Het doel van dit proefschrift was om (a) na te gaan of beschikbare gegevens uit Europese bosmonitoringsprogramma’s kunnen worden gebruikt om een eenvoudig bodemverzuringsmodel te calibreren (b) op basis van de calibratie na te gaan hoe onzeker de modeluitkomsten zijn en of deze onzekerheid door modelcalibratie afneemt (c) het model toe te passen op Europa en Noord Azië en (d) vast te stellen of de afname van zure depositie leidt to herstel van bodemverzuring in Europa en na te gaan of klimaatverandering daar een invloed op heeft
- Published
- 2009
50. Interacties milieuthema's verdroging met andere Ver-thema's: verzuring, vermesting en verontreiniging in natuurgebieden
- Author
-
Sival, F.P., Runhaar, J., Sival, F.P., and Runhaar, J.
- Abstract
De zware metaalconcentraties zijn in veel oppervlaktewateren in Nederland te hoog. Uitspoeling uit bodems is een belangrijke bron van oppervlaktewaterbelasting. Uitspoeling wordt geschat met modelberekeningen. Dit onderzoek toetst de gebruikte modellen aan veldmetingen. Er is gekeken naar: i) de schematisatie van gehaltes in de vaste fase, ii) de overdracht van de vaste fase naar het bodemvocht en iii) de overdracht van het bodemvocht naar het oppervlaktewater. De gehaltes in de vaste fase worden goed voorspeld met uitzondering van de ondergrond en van nikkel. Ook bodemvochtconcentraties kunnen redelijk worden voorspeld, maar dit blijkt sterk afhankelijk van de gebruikte evenwichtsrelatie. Tenslotte, oppervlaktewaterconcentraties komen goed overeen met bodemvochtconcentraties en worden ook goed voorspeld vanuit de vaste fase waarbij de gehele modelketen is gebruikt. Variaties in oppervlaktewaterconcentraties kunnen worden verklaard en voorspeld door variaties in de hydrologie.
- Published
- 2009
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.