18 results on '"Foekema E"'
Search Results
2. Ecologische effecten van het incident met de MSC Zoe op het Nederlandse Waddengebied, met focus op microplastics
- Author
-
Foekema, E., van der Molen, J., Asjes, A., Bijleveld, A., Brasseur, S., Camphuysen, K. (C.J.), Van Franeker, J.A., Holthuijsen, S., Kentie, R., Kühn, S., Leopold, M., Kleine Schaars, L., Lok, T., Niemann, H., Schop, J., Foekema, E., van der Molen, J., Asjes, A., Bijleveld, A., Brasseur, S., Camphuysen, K. (C.J.), Van Franeker, J.A., Holthuijsen, S., Kentie, R., Kühn, S., Leopold, M., Kleine Schaars, L., Lok, T., Niemann, H., and Schop, J.
- Published
- 2021
3. De evaluatie van potentiële oogstregels voor brasem en blankvoorn : In het IJssel-/Markermeer
- Author
-
Tien, N., Brunel, T., Berges, B., van Donk, S., Foekema, E., Mosqueira, I., Tien, N., Brunel, T., Berges, B., van Donk, S., Foekema, E., and Mosqueira, I.
- Abstract
Dit rapport is een aanvulling op het rapport “Bestandsoverzicht van snoekbaars, baars, blankvoorn en brasem en de evaluatie van potentiële oogstregels voor snoekbaars en baars”, gepubliceerd in april 2020. De aanvulling betreft de evaluatie van potentiële oogstregels voor brasem en blankvoorn. De beleidsvraag en achtergrond achter deze evaluatie zijn dezelfde als beschreven in het eerdere rapport. Ook de aanpak is grotendeels zoals beschreven in het eerdere rapport. In dit rapport worden alleen de aanpassingen in aanpak en de nieuwe resultaten gepresenteerd. De evaluatiemodellen zijn aangepast, hoofdzakelijk omdat de aanlandingsgegevens van blankvoorn en brasem veel minder betrouwbaar zijn dan van baars en snoekbaars, met name voor de eerdere jaren van de tijdserie. Dit type modellen leunt normaliter sterk op commerciële vangstgegevens, maar bij blankvoorn en brasem is het model omgebouwd om minder gewicht te geven aan de commerciële vangstgegevens en meer aan de surveyvangsten. Voor blankvoorn zijn twee oogstregels beschikbaar die voldoende bestandsbescherming bieden, terwijl ze ook zorgen voor duurzame maximale vangsten; lbsprMSY en cpueMSY. Het effect op de gemiddelde vislengte tussen deze twee oogstregels is hetzelfde, en beide oogstregels leiden tot hogere beschikbare visbiomassa voor vogels dan de doelstelling. Wel is er bij de lbsprMSY-oogstregel meer stabiliteit in de hoeveelheid vangsten dan bij de cpueMSY-oogstregel; de blankvoornvangsten zullen in veel jaren waarschijnlijk in de buurt van de maximale toegestane vangst van deze oogstregel zitten, namelijk 111 ton. Het brasembestand is in een zodanig slechte staat, dat zelfs zonder enige visserij de verwachting is dat het bestand in 2027 niet voldoende beschermd is. Er zijn dus geen oogstregels mogelijk waarmee het bestand bevist kan worden in 2020-2027 en tegelijkertijd aan de meest basale doelstelling van bestandsbescherming wordt voldaan. Het brasembestand heeft, in plaats van oogstregels richting ee
- Published
- 2020
4. Bestandsoverzicht van snoekbaars, baars, blankvoorn en brasem en de evaluatie van potentiële oogstregels voor snoekbaars en baars : In het IJssel-/Markermeer 2020
- Author
-
Tien, N., Mosqueira, I., Brunel, T., van der Hammen, T., Molla Gazi, K., van Donk, S., Foekema, E., de Leeuw, J., Tien, N., Mosqueira, I., Brunel, T., van der Hammen, T., Molla Gazi, K., van Donk, S., Foekema, E., and de Leeuw, J.
- Abstract
Het beheer van de visserij op snoekbaars, baars, blankvoorn en brasem in het IJssel-/Markermeer is in visseizoen 2014/2015 aangepast als eerste stap richting verduurzaming van deze visserij. De aanpassing bestond toen hoofdzakelijk uit verminderde toegestane inspanning in de visserij met staande netten en zegens, om verdere achteruitgang in de bestanden een halt toe te roepen. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit werkt aan een verdere verduurzaming van de visserij op deze bestanden. In 2019 is in het Bestuurlijk Overleg een drietal beheerdoelstellingen opgesteld, die gehaald dienen te worden in 2027: (1) de hoogst mogelijke commerciële vangsten die duurzaam opgevist kunnen worden, waarbij wel (2) meer grote vis in het bestand aanwezig moet zijn, zoals gevraagd vanuit de Kaderrichtlijn Water en (3) voedselreservering moet plaatsvinden voor het potentieel aan vogels, zoals omschreven in de Natura2000-doelstellingen. Voor deze beheerdoelstellingen zijn oogstregels ontwikkeld voor snoekbaars en baars. Ook worden de ontwikkelingen in de vier bestanden gepresenteerd, met als belangrijkste vraag: zijn sinds het aangepaste beheer in visseizoen 2014/2015 verbeteringen in het bestand te zien, in zowel de bestandsgrootte als de bestandsopbouw?
- Published
- 2020
5. Developments since 2005 in understanding potential environmental impacts of CO2 leakage from geological storage
- Author
-
Jones, D. G., Beaubien, S. E., Blackford, J. C., Foekema, E. M., Lions, J., De Vittor, C., West, J. M., Widdicombe, S., Hauton, C., Queirós, A. M., Jones, D. G., Beaubien, S. E., Blackford, J. C., Foekema, E. M., Lions, J., De Vittor, C., West, J. M., Widdicombe, S., Hauton, C., and Queirós, A. M.
- Abstract
Highlights: • We review research since 2005 on potential impacts of leakage from CO2 storage. • We consider near surface onshore and offshore impacts and those on potable groundwaters. • Low level leakage through faults or wells is likely to be limited and recovery rapid. • Effects are reduced by mixing, dispersion and buffering. • Larger leaks are possible but less likely and should be easier to detect and remedy. Abstract: This paper reviews research into the potential environmental impacts of leakage from geological storage of CO2 since the publication of the IPCC Special Report on Carbon Dioxide Capture and Storage in 2005. Possible impacts are considered on onshore (including drinking water aquifers) and offshore ecosystems. The review does not consider direct impacts on man or other land animals from elevated atmospheric CO2 levels. Improvements in our understanding of the potential impacts have come directly from CO2 storage research but have also benefitted from studies of ocean acidification and other impacts on aquifers and onshore near surface ecosystems. Research has included observations at natural CO2 sites, laboratory and field experiments and modelling. Studies to date suggest that the impacts from many lower level fault- or well-related leakage scenarios are likely to be limited spatially and temporarily and recovery may be rapid. The effects are often ameliorated by mixing and dispersion of the leakage and by buffering and other reactions; potentially harmful elements have rarely breached drinking water guidelines. Larger releases, with potentially higher impact, would be possible from open wells or major pipeline leaks but these are of lower probability and should be easier and quicker to detect and remediate.
- Published
- 2015
- Full Text
- View/download PDF
6. Developments since 2005 in understanding potential environmental impacts of CO2 leakage from geological storage
- Author
-
Jones, D. G., Beaubien, S. E., Blackford, J. C., Foekema, E. M., Lions, J., De Vittor, C., West, J. M., Widdicombe, S., Hauton, C., Queirós, A. M., Jones, D. G., Beaubien, S. E., Blackford, J. C., Foekema, E. M., Lions, J., De Vittor, C., West, J. M., Widdicombe, S., Hauton, C., and Queirós, A. M.
- Abstract
Highlights: • We review research since 2005 on potential impacts of leakage from CO2 storage. • We consider near surface onshore and offshore impacts and those on potable groundwaters. • Low level leakage through faults or wells is likely to be limited and recovery rapid. • Effects are reduced by mixing, dispersion and buffering. • Larger leaks are possible but less likely and should be easier to detect and remedy. Abstract: This paper reviews research into the potential environmental impacts of leakage from geological storage of CO2 since the publication of the IPCC Special Report on Carbon Dioxide Capture and Storage in 2005. Possible impacts are considered on onshore (including drinking water aquifers) and offshore ecosystems. The review does not consider direct impacts on man or other land animals from elevated atmospheric CO2 levels. Improvements in our understanding of the potential impacts have come directly from CO2 storage research but have also benefitted from studies of ocean acidification and other impacts on aquifers and onshore near surface ecosystems. Research has included observations at natural CO2 sites, laboratory and field experiments and modelling. Studies to date suggest that the impacts from many lower level fault- or well-related leakage scenarios are likely to be limited spatially and temporarily and recovery may be rapid. The effects are often ameliorated by mixing and dispersion of the leakage and by buffering and other reactions; potentially harmful elements have rarely breached drinking water guidelines. Larger releases, with potentially higher impact, would be possible from open wells or major pipeline leaks but these are of lower probability and should be easier and quicker to detect and remediate.
- Published
- 2015
- Full Text
- View/download PDF
7. Developments since 2005 in understanding potential environmental impacts of CO2 leakage from geological storage
- Author
-
Jones, D. G., Beaubien, S. E., Blackford, J. C., Foekema, E. M., Lions, J., De Vittor, C., West, J. M., Widdicombe, S., Hauton, C., Queirós, A. M., Jones, D. G., Beaubien, S. E., Blackford, J. C., Foekema, E. M., Lions, J., De Vittor, C., West, J. M., Widdicombe, S., Hauton, C., and Queirós, A. M.
- Abstract
Highlights: • We review research since 2005 on potential impacts of leakage from CO2 storage. • We consider near surface onshore and offshore impacts and those on potable groundwaters. • Low level leakage through faults or wells is likely to be limited and recovery rapid. • Effects are reduced by mixing, dispersion and buffering. • Larger leaks are possible but less likely and should be easier to detect and remedy. Abstract: This paper reviews research into the potential environmental impacts of leakage from geological storage of CO2 since the publication of the IPCC Special Report on Carbon Dioxide Capture and Storage in 2005. Possible impacts are considered on onshore (including drinking water aquifers) and offshore ecosystems. The review does not consider direct impacts on man or other land animals from elevated atmospheric CO2 levels. Improvements in our understanding of the potential impacts have come directly from CO2 storage research but have also benefitted from studies of ocean acidification and other impacts on aquifers and onshore near surface ecosystems. Research has included observations at natural CO2 sites, laboratory and field experiments and modelling. Studies to date suggest that the impacts from many lower level fault- or well-related leakage scenarios are likely to be limited spatially and temporarily and recovery may be rapid. The effects are often ameliorated by mixing and dispersion of the leakage and by buffering and other reactions; potentially harmful elements have rarely breached drinking water guidelines. Larger releases, with potentially higher impact, would be possible from open wells or major pipeline leaks but these are of lower probability and should be easier and quicker to detect and remediate.
- Published
- 2015
- Full Text
- View/download PDF
8. Rwzi-effluent gebruiken voor vismigratie
- Author
-
Foekema, E., Winter, E., Kleissen, F., Slijkerman, D., Foekema, E., Winter, E., Kleissen, F., and Slijkerman, D.
- Abstract
Zeewaarts migrerende schieralen laten een gedragsverandering zien wanneer zij geconfronteerd worden met een lozingspluim van rwzi-effluent. Ruim de helft van de vissen verandert van zwemrichting en tracht langs de rand van de pluim te passeren. Het risico dat een permanente migratiebarrière ontstaat is bij de meeste rwzi's niet groot door het dynamische karakter van de lozingspluim. Bij rwzi's die lozen op wateren met een beperkt afvoerdebiet, kunnen wel migratiebarrières ontstaan, maar met relatief eenvoudige aanpassingen kan de kans daarop worden verkleind. De onderzoeksresultaten geven aan dat rwzi-effluentpluimen potentie hebben om te worden ingezet voor de geleiding van stroomafwaarts migrerende vissen naar een veilige route langs gevaarlijke situaties zoals koelwaterinlaten, gemalen en waterkrachtcentrales.
- Published
- 2012
9. Waterschappen klaar voor de 'Waterharmonica'
- Author
-
Boomen, R. van den, Uijterlinde, C.A., Foekema, E., Boomen, R. van den, Uijterlinde, C.A., and Foekema, E.
- Abstract
Meer dan 15 jaar praktijkervaring met de Waterharmonica kwam aan bod tijdens een goed bezochte bijeenkomst in de Efteling. De Waterharmonica is een speciaal ingerichte verbindingszone tussen een rwzi en het oppervlaktewater, waarin het effluent een meer natuurlijk karakter krijgt. Belangrijk voor waterbeheerders, omdat de Kaderrichtlijn Water expliciet om een goede ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater vraagt. Waterharmonicasystemen zijn de afgelopen jaren op verschillende locaties in Nederland aangelegd. Op basis van de (positieve) ervaringen zijn er momenteel meerdere in ontwikkeling. De werking van de systemen is in die jaren onderzocht met aandacht voor onder andere nutriëntenverwijdering, desinfectie, zwevend materiaal, buffercapaciteit, ecotoxicologie, beheer en onderhoud, kosten en vergunningen. Tijdens het symposium werden de laatste ontwikkelingen op dit gebied gepresenteerd en werd een veldbezoek gebracht aan het Waterharmonicasysteem van de Efteling.
- Published
- 2012
10. Weinig plastic in vissenmaag
- Author
-
Foekema, E. and Foekema, E.
- Abstract
Waar de magen van sommige zeevogels vol plastic zitten, lijken vissen in de Noordzee nauwelijks last te hebben van kunststofafval. Onderzoekers die plastic resten zochten in vissenmagen vonden ze in elk geval nauwelijks.
- Published
- 2012
11. Edwin Foekema (IMARES): 'Wat doet een zuiveringsmoeras met toxische stoffen en effecten?'
- Author
-
Foekema, E. and Foekema, E.
- Abstract
In deze presentatie gaat Edwin Foekema in op wat er gebeurt binnen een zuiveringsmoeras met toxische stoffen en de effecten daarvan.
- Published
- 2012
12. Massale sterfte onder Aziatische korfmosselen in de Maas
- Author
-
Foekema, E., Hulst, O. van, Reeze, B., Foekema, E., Hulst, O. van, and Reeze, B.
- Abstract
In de zomers van 2003 en 2006 kwam in de Maas massale sterfte voor van de Aziatische korfmossel Corbicula fluminea. Op basis van beschikbare gegevens van de waterkwaliteit in de Maas in 2006 lijkt de oorzaak te liggen in een combinatie van ongunstige factoren, zoals een hoge watertemperatuur in combinatie met lage zuurstofgehalten en/of een laag voedselaanbod, die het sterkst lokaal tot uiting komen tijdens een (zomer)periode met lage waterafvoer. Duidelijk werd dat de standaardgegevens van de vaste meetstations onvoldoende informatie leveren om de oorzaak van de lokale mosselsterfte met zekerheid vast te stellen. Hiervoor is het noodzakelijk om zo snel mogelijk na een melding van sterfte op locatie metingen te verrichten. Rijkswaterstaat Limburg heeft hiertoe inmiddels praktische en organisatorische maatregelen genomen
- Published
- 2008
13. bijdrage van bouwmetaal aan de totale zinkbelasting van het oppervlaktewater in Amsterdam
- Author
-
Foekema, E., Karman, C., Foekema, E., and Karman, C.
- Abstract
Recent onderzoek van Alterra heeft uitgewezen dat het overgrote deel van het zink dat in het Nederlandse oppervlaktewater wordt aangetroffen, afkomstig is van uitspoeling uit de bodem. Op grond hiervan kan worden berekend dat bouwmetalen slechts tot maximaal vijf procent bijdragen aan de totale metaalbelasting van het Nederlandse oppervlaktewater. Het zink dat in dakgoten, hemelwaterafvoeren en daken voorkomt, wordt van oudsher gezien als één van de belangrijkste bronnen van zink in stedelijk oppervlaktewater. Omdat de toepassing van bouwmetalen veel frequenter plaatsvindt in stedelijk gebied dan in landelijk gebied, kan worden verondersteld dat de belasting van stedelijk oppervlaktewater door bouwmetalen hoger ligt. Volgens een publicatie uit 2004 zou zelfs de helft van het zink in de kanalen en rivieren van Amsterdam afkomstig zijn van afspoeling van bouwzink Harde gegevens die deze aanname onderbouwen, lijken echter te ontbreken. Daarom heeft TNO Bouw en Ondergrond onderzocht hoe groot het aandeel van bouwzink op de totale zinklast van het Amsterdamse oppervlaktewater werkelijk is
- Published
- 2006
14. Hoog fosfaatgehalte in rwzi-effluenten voorspelt remming van algengroei
- Author
-
Foekema, E., Sneekes, A., Graansma, J., Foekema, E., Sneekes, A., and Graansma, J.
- Abstract
Biologische testen met bijvoorbeeld watervlooien, bacteriën en algen worden regelmatig ingezet om het milieurisico van effluenten van rioolwaterzuiveringsinstallaties te beoordelen. Vooral de algentest blijkt gevoelig voor deze effluenten, zonder dat hiervoor een duidelijke oorzaak kon worden aangewezen. Nader onderzoek heeft nu uitgewezen dat de resultaten van de algentesten goed zijn te voorspellen op basis van het fosfaatgehalte van het geteste effluent. Opvallend daarbij is dat de algengroei bij hoge fosfaatgehalten geremd werd. Met dit inzicht konden de resultaten van 19 van de 20 voor dit project uitgevoerde algentesten met rwzi-effluent worden verklaard. In het enige uitzonderingsgeval was waarschijnlijk een andere stof verantwoordelijk voor de remming van de algengroei. De onderzoeksresultaten suggereren dat het merendeel van de effecten die met algentesten bij rwzi-effluenten worden aangetoond, gerelateerd zijn aan hoge fosfaatgehalten
- Published
- 2006
15. Hormoonverstoring bij vis, punt van aandacht in het zuiveringsmoeras
- Author
-
Slijkerman, D., Foekema, E., Oost, R. van der, Kampf, R., Slijkerman, D., Foekema, E., Oost, R. van der, and Kampf, R.
- Abstract
Met de aanleg van zuiveringsmoerassen bij rioolwaterzuiveringen worden twee vliegen in één klap geslagen. Enerzijds verbetert de kwaliteit van het effluent, anderzijds kan nieuwe natuur worden ‘gecreëerd’. Doordat het rwzi-effluent rijk is aan voedingstoffen, kunnen zuiveringsmoerassen waarschijnlijk met succes worden ingericht tot kraamkamer voor vis. Door de vissen in de zuiveringsmoerassen - feitelijk 100 procent effluent – te monitoren, kan een goede indicatie ontstaan voor mogelijk schadelijke effecten van de lozing van het effluent op het ontvangende water. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is de invloed van hormoonverstorende stoffen op vispopulaties. De verkennende studie met volwassen stekelbaars geeft nog niet direct aanleiding tot ongerustheid. Een nader onderzoek waarbij effecten op het meer gevoelige levensstadia worden onderzocht, zal echter meer duidelijkheid verschaffen over de mogelijke risico’s voor het ecosysteem. De in het moeras geboren en opgroeiende vislarven zullen namelijk het grootste risico op (hormoonverstorende) effecten lopen
- Published
- 2006
16. TIE als opsporingsinstrument bij het zuiveren van afvalwater [thema afvalwater]
- Author
-
Foekema, E., Oosterhuis, M., Peters, R., Nonnekens, J., Foekema, E., Oosterhuis, M., Peters, R., and Nonnekens, J.
- Abstract
TIE (Toxicity Identification and Evaluation) is een oorspronkelijk in de Verenigde Staten ontwikkelde methodiek om de oorzaak van een geconstateerde vergiftiging te identificeren. De methodiek werd met succes toegepast om de oorzaak van nitrificatieremming op de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Enschede te achterhalen. Het bleek te gaan om een fenolachtige stof in het influent. TIE bewees zich hiermee als geschikte methodiek om de oorzaak van een vergiftiging van actief slib te achterhalen. Opsporing van het verantwoordelijke bedrijf blijft echter lastig. Om toxische lozingen op rwzi's terug te dringen is ook een goede communicatie met vergunningplichtige bedrijven van belang én voortdurende influentbewaking
- Published
- 2005
17. ecologische impact van het effluent van een rwzi
- Author
-
Dokkum, H. van, Foekema, E., Graansma, J., Dokkum, H. van, Foekema, E., and Graansma, J.
- Abstract
Het effluent van rioolwaterzuiveringsinstallaties moet voldoen aan chemische en microbiologische normen. De normen voor BZV, stikstof en fosfor zijn in het verleden vooral sturend geweest voor het ontwerp van de rwzi's. Ze zorgden voor een grote emissiereductie. De Kaderrichtlijn Water stelt ecologische doelstellingen voor het oppervlaktewater centraal. Dit werpt een nieuw licht op de effluenteisen voor rwzi's. Wat is het ecologisch rendement van het verder terugbrengen van de stikstof- en fosforconcentratie? En kijken we eigenlijk wel naar de goede stoffen? Om hier meer inzicht in te krijgen, hebben het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en TNO twee jaar lang geëxperimenteerd op de rwzi Den Helder. De resultaten bevestigen deels de verwachtingen, maar geven ook een aantal verrassende inzichten
- Published
- 2005
18. Bodembelasting van metalen in infiltratievoorzieningen is gering
- Author
-
Oosterhuis, M., Foekema, E., Oosterhuis, M., and Foekema, E.
- Abstract
De bodemvervuiling als gevolg van regenwaterinfiltratie is gering. Tot deze conclusie komt TNO na een studie naar de emissie van bouwmetalen door afkoppelen en infiltreren van regenwater. De studie was gericht op de verspreiding van bouwmetalen door infiltratie en het gedrag van deze metalen in de bodem. Eveneens zijn toxiciteitsmetingen gedaan aan infiltrerend regenwater
- Published
- 2003
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.