26 results on '"gehoor"'
Search Results
2. Experimenteel onderzoek naar de eischen te stellen aan het gehoor van bestuurders van motorvoertuigen
- Author
-
Weersma, Pieter and Weersma, Pieter
- Abstract
Onder de vraagstukken, die de oorheelkunde met behulp van moderne middelen der acustische techniek tracht op te lossen, behoort de juiste beoordeling van de gehoorfunctie, in verband met een aantal beroepen. Men kan thans in verschillende gevallen niet meer volstaan met het bepalen van het gehoor volgens de klassieke methoden, waarbij, zooals in de meeste keuringsreglementen geschiedt, door het aangeven van het aantal meters, waarop door den onderzochte de fluisterspraak gehoord moet worden, de al of niet geschiktheid om een bepaald beroep uit te oefenen, wordt vastgesteld. ... Zie: Inleiding
- Published
- 1938
3. De tooneelkijker in dienst van het gehoor
- Author
-
R.S. Tjaden Modderman and R.S. Tjaden Modderman
- Abstract
De indrukken, die wij van de buitenwereld ontvangen door één onzer zintuigen, kunnen wij niet zelden controleeren, aanvullen of vervangen door die van een ander zintuig. We maken daarvan niet altijd gebruik en als wij dat doen, geschiedt het veelal werktuigelijk, onbewust. Bij het proeven wordt de smaakzenuw niet alleen geholpen door de gevoelszenuwen in de mondholte, maar bovendien nog in vele gevallen ondersteund door de reukzenuw. Dit laatste wordt ons eerst duidelijk, wanneer wij tijdelijk — b. v. door hersenverkoudheid — slecht kunnen ruiken en dientengevolge ook minder goed proeven. Naar men beweert oefenden wij ons als kind in het zien, d. i. onze gezichtsindrukken toeschrijven aan voorwerpen buiten ons, door deze te betasten. Later verwaarloozen wij dit hulpmiddel, maken er althans slechts spaarzaam gebruik van; maar in het donker of als de oogen om welke redenen dan ook hun dienst staken, moet tasten het zien vervangen. De vingertoppen zijn de oogen van den blinde.
- Published
- 1896
4. Insectarium-varia
- Author
-
Polak, R.A. and Polak, R.A.
- Abstract
Aan het vererend verzoek hier iets van mij te laten horen geef ik met schroom en aarzeling gehoor. Door de oorlog zijn mijn entomologische verzamelingen, mijn boeken en aantekeningen verloren gegaan. Op mijn tachtigjarige leeftijd ben ik hierdoor niet in staat iets passends in dit kader te leveren. Daarom veroorloof ik mij uit mijn herinnering uit de reeks van jaren, waarin ik voor het Insectarium in „Artis” ben werkzaam geweest, enkele opmerkingen van bezoekers als hors d’oeuvre aan te bieden. Het Insectarium is in het voorjaar 1898 begonnen in een der kleine vertrekjes van het Fauna-museum. Op een warme zomermiddag pufte een welgedaan en welaangedaan heertje binnen. Het keurige matelootje zwaaide in zijn hand en zijn gouden horloge-ketting bungelde op het witte vest voor het uitpuilende buikje. Hij liet zijn trage blik moeizaam ronddwalen en bij ’t verlaten van het zaaltje richtte hij zich tot de oppasser met de vraag: „Al die wurmen hier heb je zeker als voer voor de vogels?”
- Published
- 1949
5. Die geskiedenis van die ontwikkeling van die onderwys in die distrik Winburg
- Author
-
Els, Willem Christoffel, Botma, J. P., Els, Willem Christoffel, and Botma, J. P.
- Abstract
Afrikaans: Winburg, as eerste Voortrekkersdorp in die Oranje-Vrystaat, het vir ons nog altyd 'n mate van bekoring gehad (want byna elke klip en steen herinner ons aan 'n romantiese verlede), wat verder verskerp is deur ons liefde vir die geskiedenis van die Voortrekker-voorgeslagte en vir die baanbrekerswerk deur hulle verrig. Dit was dan ook aangenaam om in die stofbedekte verlede te gaan delf en aan die roepstem om meer te weet aangaande sy onderwysaangeleenthede, gehoor te gee.
- Published
- 1958
6. Insectarium-varia
- Author
-
Polak, R.A. and Polak, R.A.
- Abstract
Aan het vererend verzoek hier iets van mij te laten horen geef ik met schroom en aarzeling gehoor. Door de oorlog zijn mijn entomologische verzamelingen, mijn boeken en aantekeningen verloren gegaan. Op mijn tachtigjarige leeftijd ben ik hierdoor niet in staat iets passends in dit kader te leveren. Daarom veroorloof ik mij uit mijn herinnering uit de reeks van jaren, waarin ik voor het Insectarium in „Artis” ben werkzaam geweest, enkele opmerkingen van bezoekers als hors d’oeuvre aan te bieden. Het Insectarium is in het voorjaar 1898 begonnen in een der kleine vertrekjes van het Fauna-museum. Op een warme zomermiddag pufte een welgedaan en welaangedaan heertje binnen. Het keurige matelootje zwaaide in zijn hand en zijn gouden horloge-ketting bungelde op het witte vest voor het uitpuilende buikje. Hij liet zijn trage blik moeizaam ronddwalen en bij ’t verlaten van het zaaltje richtte hij zich tot de oppasser met de vraag: „Al die wurmen hier heb je zeker als voer voor de vogels?”
- Published
- 1949
7. De uilenlezing van 26 februari
- Author
-
onbekend and onbekend
- Abstract
Op 26 februari heeft de heer Versluis van de V.W.G. Amsterdam voor onze leden een lezing gehouden over de uilen van het Amsterdamse Bos. Mede door de aanwezigheid van vele “cursisten” mocht hij dit doen voor een overvolle zaal, wat hem dus een dankbaar gehoor opleverde.
- Published
- 1970
8. Controleurs vogelwet
- Author
-
D.A. Jonkers and D.A. Jonkers
- Abstract
Alle controleurs-vogelwet in het Gooi hebben een circulaire ontvangen met de opwekking een bijeenkomst bij te wonen in de Daltonschool te Hilversum. Vier C.V.’s gaven hieraan gehoor en vier anderen stuurden een adhesiebetuiging. Tijdens de besprekingen werd het volgende actieprogramma opgesteld: Meer contacten met politiekorpsen en jachtopzieners c.q. boswachters. Voorlichting aan. jagers
- Published
- 1969
9. Vijfentwintig inzendingen Vogeljaar – Vogelfoto – Parade 1973
- Author
-
onbekend and onbekend
- Abstract
In 1972 konden wij mededelen, dat het aantal inzendingen voor onze vogelfotoparade zich in stijgende lijn bewoog. Helaas is er dit jaar sprake van enige teruggang. In totaal zonden twee en twintig inzenders en drie inzendsters 69 foto’s ter beoordeling. Naast de teleurstelling van het kleinere aantal deelnemers, de vreugde dat ten minste drie dames gehoor hebben gegeven aan onze oproep van het vorige jaar. De inzending van mej. Rina Groesz, Amsterdam was bovendien zo goed van kwaliteit, dat de jury niet veel moeite had haar een eervolle vermelding toe te kennen. De door haar op Spitsbergen vastgelegde Kleine Alk oogstte onmiddellijk onze bewondering. De beide andere eervolle vermeldingen – goed voor ƒ 30. gingen naar H. Koks te Geulle voor zijn Kuifduiker en Frits van Daalen, Haarlem voor de Grote Lijster. De Kuifduiker in prachtkleed – één in Nederland uiterst zelden gefotografeerde vogel – had bijna een hogere prijs behaald maar kreeg ten slotte net één stem te weinig bij de jury. Ook de Grote Lijster verdient naar onze mening zeker de toegekende eervolle vermelding al valt op compositie en achtergrond wel wat te zeggen. De taak van de jury was ook dit jaar beslist niet eenvoudig. Na een voorselectie lagen 20 foto's op tafel waaruit de zes winnende prenten gekozen moesten worden. Wij kunnen u verklappen, dat de discussies hierover tot zeer laat in de avond voortduurden.
- Published
- 1973
10. Uit de geschiedenis der schoothondjes
- Author
-
G. Kalsbeek and G. Kalsbeek
- Abstract
Zonder twijfel is de hond het oudste huisdier; alle wilde stamvormen, die hebben meêgewerkt tot het formeeren van den tammen hond, kwamen bij bet domesticeeren den mensch reeds halverwege tegemoet, doordat zij zich vrijwillig aan den mensch aansloten. Niet om de groote en vele diensten, die deze dieren ons tegenwoordig bewezen, heeft men ze in ’t begin getemd. Men pleegt toch dikwijls de landhuishoudkundige waarde van den hond voor menschen, die op een lagen trap van ontwikkeling staan, te overschatten. Jagers, die nog geen ver-reikende vuurwapens bezitten, hebben weinig dienst van een jachthond; ook kunnen ze wegens hun scherp gezicht en gehoor zeer goed een speurhond ontberen. Wij vinden daarom den hond bij de oude jagersvolken meer als speeltuig voor de vrouwen, dan als strijdmakker en jachtgenoot voor de mannen. De legervuren der jagerstammen vormen machtige aantrekkingspunten voor vele dieren, de behaaglijke warmte van het vuur oefent een sterke bekoring op hen uit. bovendien leveren deze tijdelijke menschelijke nederzettingen overvloed van afval, zoodat wolven, jakhalzen, e. d. dieren den disch steeds gedekt vinden. Kwam er nu een jong, hulpbehoevend wolfje in de handen der menschen, dan waren er allicht medelijdende vrouwen, die het aan de borst legden, om het zoo groot te brengen.
- Published
- 1907
11. Inventarisatie Heksloot 1965
- Author
-
L. Dijkstra and L. Dijkstra
- Abstract
Ook dit jaar is het fraaie, 140 h.a. weidegebied met sloten en fortgracht, zo uniek gelegen onder de rook van Haarlem, weer geinventarisserd op broedvogels en aanwezige vogels. Hoe lang zullen we dit onvervangbare gebied nog kunnen inventariseren voor het een watersportcentrum is geworden? Helaas schijnen de pogingen tot behoud van dit gebied geen gehoor te vinden bij de bevoegde instanties. Maar wordt daar van natuur- en vogelbescherming wel voldoende moeite voor gedaan? Het is daarom zo jammer, daar het aantal vogelsoorten ieder jaar groter wordt.
- Published
- 1967
12. ”Wetenschappelijke Mededelingen” van de K.N.N.V
- Author
-
onbekend and onbekend
- Abstract
Het Hoofdbestuur van de Koninklijke Natuur-Historische Vereniging verzoekt ons de volgende mededeling te willen opnemen, waaraan wij gaarne gehoor geven
- Published
- 1954
13. Verslag van de malacologische excursie in het weekend van 7 en 8 oktober 1967 te delden met als excursieterrein Duitsland
- Author
-
onbekend and onbekend
- Abstract
Ongeveer 4% van ons ledental gaf gehoor aan de convocatie voor de najaarsexcursie 1967. Zowel de fossielenjagers als de landslakspecialisten zouden gelegenheid krijgen hun verzameling uit te breiden; verder nieuwe contacten te leggen en kennis en gegevens uit te wisselen.
- Published
- 1967
14. Hoe Moissan tot de vorming van diamant geleid werd
- Author
-
G. Doijer van Cleeff and G. Doijer van Cleeff
- Abstract
In het Wetensch. Bijblad van ons tijdschrift heb ik getracht de lezers eenigszins op de hoogte te houden van de ontdekkingen, die door henry MOISSAN werden gedaan. »Zijn arbeid omtrent de afscheiding van het fluoor, de werking van die grondstof op andere grondstoffen en op verbindingen, de eigenschappen van tal van nieuwe fluoorverbindingen, de wonderbare vruchten, die de invoering van het elektrisch fornuis opleverde en waarvan de bereiding van als diamant gekristalliseerde koolstof wel het meest de algemeene aandacht trok”, wij mogen onderstellen, dat deze korte opsomming eenigen weerklank in het geheugen van onze lezers vindt. Mocht dit het geval zijn, dan mag ook op belangstelling worden gerekend voor hetgeen MOISSAN zelf onlangs in eene voordracht voor de Société des amis des Sciences mededeelde. Immers op algemeen bevattelijke wijze sprak hij daar over het verband tusschen die verschillende studiën en onderzoekingen; wil men het kort zeggen, zij het dan niet volkomen juist, welk wèl overlegd plan ten slotte de bereiding van diamant ten gevolge had. Dat de koolstof zich vertoont in zeer onderscheiden gedaante, zoodat men van drie hoofdsoorten: amorphe koolstof, graphiet of potlood en diamant spreekt, werd in den aanvang aan het gehoor in herinnering gebracht. De eigenschappen, waardoor deze drie zich van elkander onderscheiden, en die, waaruit blijkt, dat zij voor den scheikundige één van wezen zijn, werden uiteengezet, zooals dat door ieder ander zou kunnen worden gedaan. Daarop werd de vraag gesteld, of en hoe die onderscheiden soorten van koolstof uit elkander konden worden gemaakt; hierover geven wij het woord aan MOISSAN zelven.
- Published
- 1893
15. Robert Bunsen
- Author
-
R.S. Tjaden Modderman and R.S. Tjaden Modderman
- Abstract
Na GEORG ernst STAHL (1660 —1734), de eerste die tal van belangrijke chemische verschijnselen door een algemeene theorie verklaarde, begint in Duitschland voor de chemie een periode van kwijning. Wel heeft tij nog eenige verdienstelijke opvolgers, zooals POTT, MARGGRAF en vooral KLAPROTH, maar geen hunner brengt de wetenschap In nieuwe banen en de eenige die dit beproefde vond geen gehoor. 1 In het laatst der 18de en in ’t begin der 19de eeuw heeft men de koorvoerders der chemie niet in Duitschland te zoeken, maar in Frankrijk (LAVOISIER, BERTHOLLET, GAY-LUSSAC), in Engeland (BLACK, PRIESTLEY, CAVENDISH, DAVY) en in Zweden (SCHEELE, BERZELIUS). Des opmerkelijker is de hooge bloei, dien in onzen tijd de chemie ln Duitschland bereikt heeft. Te beginnen met MITSCHERLICH, (17944— WÖHLER (1800 —1882) en vooral met LIEBIG, (1803 — 1873) kan genoemd land in onze eeuw op een steeds klimmend aantal uitriemende scheikundigen bogen, die schitterend de gallische grootspraak logenstraffen: »la chimie est une science française.” 2 De wetenschap, het behoeft niet herinnerd te worden, is cosmopoliet, doch indien de hedendaagsche chemie in eenig land zich beter thuis schijnt te gevoelen dan in een ander, dan is het ontegenzeggelijk in Duitschland.
- Published
- 1900
16. „Plant-lore”
- Author
-
M. Greshoff and M. Greshoff
- Abstract
In onze goede Spaarne-veste, die zich wel gaarne met den naam »bloemen-stad” tooit, zou eene lezing over bloemen en planten een gunstig gehoor kunnen vinden, dacht mij. Welk oord toch in dit land kan roemen op eene zóó rijke omgeving, en waar kweekt men zóó vele bloemen? Dit is eene stad voor plantenliefhebbers en botanici! ’t Is waar, dat Haarlem geen hortus meer bezit, maar aan hulpmiddelen voor de beoefening der plantkunde ontbreekt het hier overigens niet. De schatten van Teyler’s bibliotheek zijn ook op botanisch gebied ontzachlijk, maar, weet het wel, zij halen toch niet bij de schatten, die ge u zelven kunt verzamelen, al wandelend in den omtrek uwer stad. Wellicht mag dit uur nuttig zijn ter opwekking van die frissche natuurstudie. Ook vind ik eene aanleiding tot de behandeling van een botanisch onderwerp te dezer plaatse in een besluit, onlangs door de Directeuren van Teyler’s Stichting genomen, om aan de Nederlandsche Botanische Vereeniging eene subsidie te verleenen, waardoor het mogelijk zal zijn jaarlijks een prijs toe te kennen aan die leerlingen der gymnasia en hoogere burgerscholen eener provincie, welke door het overleggen van een goed herbarium toonen, dat zij zich met den plantengroei hunner omgeving eenigszins hebben vertrouwd gemaakt. Gaarne wil ik hier mijne ingenomenheid uitspreken met dat besluit. Plantenkennis is de onmisbare grondslag van plantenkunde. En al groeien ev van alle herbarium-verzamelaars ook geen botanici, aan ieder is toch een goede dienst bewezen als hem vroegtijdig de weg is geleerd naar bosch en duin, en er in zijne jeugd belangstelling werd gewekt voor de plantenwereld. In de hoop dus, bij u allen die belangstelling te mogen verlevendigen, ga ik u spreken over de beteekenis der planten in het volksleven, over »plant-lore”, zooals men dat wel met een enkel woord noemt. Ik zal u wijzen op de rol van bloemen en planten in de taal, in de poëzie, in het leven. Het schijnt mij een aantrekkelijke taak, u te kunnen toonen, dat er
- Published
- 1899
17. Jean Daniel Colladon
- Author
-
E. van der Ven and E. van der Ven
- Abstract
JEAN DANIEL COLLADON overleed in het laatst van Juli te Génève, zijn geboorteplaats, in het 91ste jaar zijns levens. Schoon, zooals het meest gaat met mannen, die een zoo hoogen ouderdom bereiken, in den laatsten tijd weinig meer genoemd, bekleedde hij langeren tijd dan aan de meesten der zoodanigen is gegund, onder de bekende mannen der wetenschap een eereplaats. Nog in 1876 werden COLLADON’S werktuigen ter samenpersing van de lucht bij het doorboren van den St. Gothard-tunnel boven alle andere verkozen en aangewend, terwijl hij in 1880 aan de Amerikaansche audiphonen, bestemd om den dooven het gehoor te steunen, belangrijke vereenvoudigingen aanbracht. Zelf profiteerde hij daarvan; want als door een spel van het noodlot was de man, die beroemd is geworden door zijne onderzoekingen betreffende de geluidsleer, sedert vele jaren doof.
- Published
- 1894
18. De samenstelling van eiwit
- Author
-
G. Doijer van Cleeff and G. Doijer van Cleeff
- Abstract
De afleveringen van de Revue scientifique, die op 10 en 17 November 1.1. verschenen, gaven ons de belangrijke redevoering over het protoplasma te lezen, die door A. DANILEWSKY gehouden is in eene algemeene vergadering van het congres van geneeskundigen te Rome. Staan wij nog, zooals hij zegt, voor eene gesloten deur wat de kennis van de scheikundige samenstelling van het protoplasma betreft, DANILEWSKY behoort stellig tot hen, die door eene reet in het hout ten minste een gedeelte zien van hetgeen de deur verborgen houdt. In hooldtrekken samen te vatten , hetgeen hij aan zijn gehoor overbracht, kan ook voor de lezers van ons tijdschrift waarde hebben. Uit een groot aantal studiën naar de werkingen van een groot aantal stoffen op onderscheiden vormen van levend en dood protoplasma leidt DANILEWSKY de twee volgende zaken af: »het protoplasma is geen mengsel, waarin het eene deel onafhankelijk van de andere deelen zijne werkingen uitvoert, maar één scheikundig geheel, dat zich als eene eenige en volkomen homogeene stof gedraagt tegenover elken uitwendigen invloed, die niet doodelijk werkt;” »juist het bestaan van zulk een geheel, dat het vermogen bezit om niet van aard te veranderen, om zich tegen ongunstige invloeden te verzetten en om alleen bepaalde bestanddeelen in zich op te nemen , is de grondslag en het uitgangspunt van de eigenschappen van het levend protoplasma.”
- Published
- 1895
19. Wanneer is de alkohol ontdekt?
- Author
-
G. Doijer van Cleeff and G. Doijer van Cleeff
- Abstract
» Het woord alkohol is van chaldeeschen oorsprong. De eerste twee letters al vindt men terug in alchymie, in alkali (eene bijtende stof), in almanak, misschien ook in algebra.” Tot deze povere mededeeling bepaalt zich bij velen misschien het antwoord, dat zij op hunne vraag naar de beteekenis van het woord alkohol verkrijgen , en , wij willen hopen onvoldaan, keeren zij hunne aandacht naar een ander onderwerp. Sommigen zijn misschien met de gegeven uitweiding tevreden en stellen zich dan bovendien voor, hoe zoo’n chaldeesche brouwer met het woord alkohol ook te gelijk de zaak zelve bekend heeft gemaakt. Voor hen, maar ook ten dienste van anderen, die zich niet zoo geraakkelijk laten tevreden stellen en die toch wel eens willen hooren, hoe oud de alkohol is, wordt hier overgebracht, hetgeen BERTHELOT ongeveer een half jaar geleden in de Ann. Chim. Phys. omtrent de ontdekking van den alkohol neerschreef. BERTHELOT verdient inderdaad gehoor, wanneer hij over dergelijke geschiedkundige onderwerpen spreekt. Het verwijt, hetwelk hij tegen HÖFER, een der geschiedschrijvers van de scheikunde heeft, namelijk, dat deze van de scheikunde weinig of niets afwist en dat hem dus de draad ontbrak, die hem in een doolhof van feiten en mysteriën kennis van verdichting zou leeren onderscheiden , dat bezwaar vermag niemand tegen BERTHELOT in te brengen. Met de noodige kennis der scheikunde gewapend en gesteund door kenners van de talen, waarin ze geschreven zijn, ontcjjfert hij handschriften uit de Nationale Bibliotheek te Parijs, uit Leiden, uit München, uit Londen, uit Rome enz. De oorsprong der alchymie, de voorgangster der scheikunde, heeft hij opgespoord. En thans luisteren wij dus met gerustheid naar hem , waar hij iets omtrent de ontdekking van alkohol heeft te zeggen.
- Published
- 1892
20. A.W. von Hofmann
- Author
-
G. Doijer van Cleeff and G. Doijer van Cleeff
- Abstract
AUGUST WILHEM VON HOFMANN, den 5den Mei ll. op ruim vieren-zeventigjarigen leeftijd te Berlijn overleden, was in zekeren zin het hoofd der duitsche scheikundigen. De beperking »in zekeren zin” moet hierbij worden gemaakt, omdat de verschillende richtingen, waarin de scheikunde in de laatste tientallen van jaren beoefend wordt, zóóver uiteenloopen, dat men in eene bepaalde richting aan de spits staande niet meer dan een belangstellend waarnemer kan zijn voor hetgeen op een ander veld der zelfde wetenschap wordt gewrocht. Zoo was het ook hier; op het gebied der theoretische scheikunde, waarvoor KOPP de inleiding gaf en die in Duitschland onder leiding van OSTWALD tot grooten bloei geraakte, hoort men den naam van VON HOFMANN niet noemen; in de anorganische scheikunde heeft hij zijne sporen niet verdiend; maar als krachtig bevorderaar der organische scheikunde heeft hij zich een grooten naam verworven. Ondanks deze beperking vond de scheikunde in Duitschland in hem, haren voornaamsten, haast zouden wij zeggen, haren officieelen vertegenwoordiger. Het door hem gestichte en omvangrijke Deutsche chemische Gesellschaft koos hem bij herhaling tot haren voorzitter, de regeering van zijn land erkende zijne verdiensten o. a. door hem in den adelstand te verheffen en tot Geheimer Regierungsrath te benoemen; bij onderscheidene wereldtentoonstellingen was hij de ziel en de woordvoerder der commissie, die omtrent de vorderingen der scheikundige industrie verslag uitbrengen moest; tal van groote mannen in zjjn vak werden door hem in welsprekende en hoogst belangrijke redevoeringen herdacht. Om hiervan slechts enkele voorbeelden uit de laatste jaren te noemen herinneren wij aan de altijd waardige taal, waarin hij WILL, HEINRICH KOPP, STAS in hun werkkring en karakter schetste in vergaderingen van het Deutsche chemische Gesellschaft, waarin hij bij de onthulling van de standbeelden van LIEBIG en van WÖHLER te Giessen en te Göttingen deze mannen voor zijn gehoor als herleven deed. Een
- Published
- 1892
21. Inventarisatie Jachtduin
- Author
-
P. Woortman, A. Kooy, P. Woortman, and A. Kooy
- Abstract
Het Jachtduin in “Het Nationale park, de Kennemerduinen” omvat onder meer: “Brederode Berg”, de oude “Vinkenbaan” en ged. “Ruige gat”. Het terrein werd in 1959 bij het “Nationaal park” gevoegd en vanaf die tijd geïnventariseerd. Een overzicht van deze 6 jaren geven wij hierbij. Er komen gemiddeld 120 paren vogels in + 40 soorten voor. De zingende ♂ ♂ worden geteld. Het landschap is zeer gevarieerd in hoogte en begroeiing en bevat behalve een klein moeras ook een duin van 47 meter hoogte, kale duinen enkel met mos begroeid, daarnaast dennebossen, eiken, berken en gemengde bossen. Deze laatste bevatten de meeste vogels. De waarnemingen worden gedaan van eind maart tot in juni, 1 x per week. De grote verschillen in de totalen van het overzicht vinden hun oorzaak hoofdzakelijk in de weersgesteldheid tijdens een broedseizoen. 1960 had gunstig weer (103), 1961 opvallende toename standvogels (134), 1962 voorjaar koud (113), 1963 strenge winter met goed voorjaar (132), 1964 zeer gunstig weer (151). Over dit jaar geven bijgaande kaart en verslag nadere gegevens. In april waren er opvallend veel doortrekkers in het duin, o.a. veel kneuen putters en bonte vliegenvangers. In het jachtduin werden in de broedtijd 1964 opvallend grotere aantallen dan in jaren van de volgende soorten aangetroffen: Tortelduif, Nachtegaal, Zwartkop, Tuinfluiter, Grasmus en Titis; allemaal zomervogels dus. De Zwartkop troffen wij ook op andere plaatsen veel meer aan. Wielewaal, niet meer gehoord sinds 1959, was nu weer aanwezig (30 mei). Op die dag werden ook nog zingend aangetroffen een Boomleeuwerik en een Grauwe Klauwier. Wij veronderstellen wel dat het hier ongepaarde ♂ ♂ betrof. Toch was het een aangenaam gehoor deze voor het duin tegenwoordig zeldzame soorten weer eens te zien en te horen.
- Published
- 1965
22. Foraminiferen in de geologie – Verslag van de lezing van Dr. J. Hofker, gehouden op de wetenschappelijke vergadering op 18 februari 1967
- Author
-
D. van der Mark and D. van der Mark
- Abstract
Dr Hofker begon met de opmerking dat hij verheugd was over de geringe opkomst, wat hem de waarborg gaf voor een enthousiast gehoor en een goede sfeer. FORAMINIFEREN behoren tot de hoofdklasse eencellige dieren (Protozoa) en wel in de klasse van de wortelpotigen (Rhizopoda). Tot deze klasse behoren de orden Amoebina, Foraminifera, Radiolaria en Heliozoa. (Door enkele biologen worden hiertoe ook de Mycetozoa gerekend) Dr. Hofker beperkte zich bij de Foraminifera tot de onderorde Polythalamia, die bijna alle marien zijn en een kalkschaal van één of meer kamers vormen; enkele soorten gebruiken zandkorrels e.d. als bouwmateriaal.
- Published
- 1967
23. Verenigingsnieuws
- Author
-
onbekend and onbekend
- Abstract
Nog steeds bereiken ons poststukken, geadresseerd aan ons vorige adres: Herengracht 540. Hierdoor ontstaat soms vertraging. Men gelieve dus alle voor het sekretariaat van Vogelbescherming bestemde stukken te adresseren: Reguliersgracht 9, Amsterdam-C. Het telefoonnummer der vereniging is: 66646. Krijgt men op dit nummer geen gehoor (de bezetting van het kantoor is uiterst bescheiden!), dan kan men in dringende gevallen het huisadres van de secretaris opbellen: K 2907/798. Men gelieve hiervan echter een bescheiden gebruik te maken! Teneinde op andere dagen het kantoor zoveel mogelijk te bezetten, is het meeste „buitenwerk” verschoven naar de zaterdagen. Daarom zal het kantoor gewoonlijk op zaterdagen de gehele dag gesloten zijn. Overigens is het voor bezoekers van buiten steeds gewenst, vooraf een afspraak te maken, teneinde zich een vergeefse reis te besparen.
- Published
- 1957
24. Oproep voor samenwerking om ons waterwild te redden
- Author
-
Hayo H. Hoekstra and Hayo H. Hoekstra
- Abstract
Recente schattingen hebben de palearctische populaties waterwild op waarschijnlijk meer dan tweehonderd miljoen vogels gesteld. Er zijn ongeveer evenveel waadvogels en steltlopers. Deze natuurlijke rijkdom betekent niet alleen een groot economisch potentieel maar heeft evenzeer grote waarde voor wetenschap en recreatie (= vogelliefhebbers, jagers). Zoals welhaast een ieder weet: deze natuurlijke rijkdom wordt sterk bedreigd: waar aan de ene zijde de populaties in noord-west Europa tamelijk stabiel blijven (uitzonderingen daargelaten), zijn er op het ogenblik zulke veranderingen gaande overal elders in Europa, Afrika en Azië, dat van een dramatische ontwikkeling kan worden gesproken. Met name in de landen om de Middellandse Zee en in Turkije, die voor trekwild en voor overwinterende vogels van vitaal belang zijn, gaan dagelijks streken verloren zonder welke de vogels niet kunnen blijven bestaan. Vraag naar goede landbouwgronden is in de meeste gevallen de oorzaak van het verdwijnen van moerassen en delta’s: het zijn juist deze gebieden die, na drooglegging, goede landbouwgrond vormen, waaraan vaak grote behoefte is. Indien de internationale natuurbescherming zich systematisch tegen deze landbouwprojecten zou kanten, zou dit geen gehoor vinden en moreel toch economisch verantwoord zijn. Wél is er plaats voor wetenschappelijke argumenten: in zeer vele gevallen is het niet nodig een terrein geheel droog te leggen of zodanig te veranderen, dat er geen plaats meer is voor waterwild. Een juiste opzet kan voor landbouw niet-rendabele gronden sparen, waar het waterwild ongestoord kan blijven komen. Bij stuwwerken die meestal diepe, voor vogels ontoegankelijke gebieden creeren, kan een kleine wijziging zonder kostenverhoging vaak een ideaal gebied scheppen. Zulke ideeën zijn echter tot dusverre onbekend in de landen om de Middellandse Zee en in het Nabije Oosten. Indien ornithologen en oecologen hun advies kunnen geven bij het opstellen der plannen om weer een gebied droog te
- Published
- 1967
25. Hoorzitting op uitnodiging van de Nederlandse vereniging tot bescherming van vogels
- Author
-
Jan Dekker and Jan Dekker
- Abstract
Op uitnodiging van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels, Nachtegaalstraat 60 bis, Utrecht-2 (in het hier volgende kortweg te noemen „Vogelbescherming”) waren op zaterdag 25 maart jl. vertegenwoordigers van besturen van diverse vogelbeschermingswachten, vogelwerkgroepen enz. in Amersfoort bijeen teneinde gehoor en zomogelijk antwoord te geven op de brandende vraag: hoe dient de organisatie, de taak en de werkwijze van de vogelbescherming in Nederland in het heden en in de toekomst ingericht te worden? Met name: moet het zo doorgaan: „Vogelbescherming” een representatief lichaam van naam, dat er vooral gezien het verleden op vogelbeschermingsgebied zijn mag en daarnaast een groot aantal kleinere organisaties (al of niet rechtspersoonlijkheid bezittende) die streeksgewijs elk op hun eigen manier óók vogelbescherming nastreven, zonder echter enige binding te hebben met de landelijke organisatie „Vogelbescherming”? Uitgangspunt van de discussie was: de bescherming van vogels vormt een noodzakelijk specialisme in het kader van het natuurbehoud, dat ondergebracht bij een algemene vereniging minder, althans te weinig, tot zijn recht komt. Dat was geen punt van twijfel.
- Published
- 1972
26. bouw van het insectenlichaam
- Author
-
Pop, G.J. and Pop, G.J.
- Abstract
Zintuigen: gehoor en insectenzang, scridulatie.
- Published
- 1974
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.