Met Natuur Mee, van initiatiefnemer Sanne Beld, praktiseert, ontwikkelt en promoot een regeneratieve (veerkrachtige) landbouwmethode geinspireerd door ervaringen in het buitenland (Joel Salatin, Allan Savory etc.). Samen met haar partners en vrijwilligers wil Met natuur Mee een voorloperslocatie ontwikkelen voor veerkrachtige landbouw, inspiratie bieden aan jonge boeren, kennisdelen, onderzoek doen maar bovenal een voedzame oogst bieden die mensen weer met het landschap verbindt. In dit onderzoek gaan Wageningse wetenschappers op zoek naar antwoord op de vraag: Wat is het effect van mobiel beweidingsbeheer met koeien en kippen op kruidenrijk grasland op droge zandgrond? Wat doet dit boven en onder de grond qua bodemleven, vochthuishouding en soortenrijkdom van de vegetatie? Dat doen we door de effecten van het beheer op het huidige perceel dat Met Natuur Mee pacht van Staatsbosbeheer in de buurt van Haaksbergerveen in kaart te brengen. Het beheer van het weiland bestond in 2019 en 2020 uit extensieve begrazing door lakenvelders en kortdurende (1 dag) intensieve begrazing door vleeskippen. Dit was nog niet het optimale mobiele beheer, aangezien er nog te weinig koeien waren om deze mobiele begrazing volgens plan uit te voeren. Het effect van deze vorm van drukbegrazing door kippen op de vegetatie en de bodem is nog (vrijwel) onbekend. Daarom is er een wetenschapswinkel project uitgevoerd waarbij onderzocht is wat het effect van de begrazing is op de vegetatie, bodemleven (vooral wormen) en de chemische samenstelling van de bodem. Als controle perceel is een weiland in de buurt gebruikt dat al langjarig extensief wordt beheerd (standbegrazing door een laag aantal ossen, afgewisseld met 1 maaibeurt per jaar). Op het moment van monstername was het veld nog erg droog na een lange droge periode in voorjaar en zomer van 2020. Dat heeft invloed gehad op het bodemleven en de inventarisatie daarvan, er werden zeer weinig regenwormen en ander macrobodemleven aangetroffen. De verschillen tussen de behandelingen was ook gering, hoewel de plekken met kippenbegrazing in 2019 soortenrijker leken. De vegetatie laat ook weinig verschillen zien, ook al lijkt er een nat droog gradient aanwezig die samenvalt met de hoogteligging van het terrein. Er komen eigenlijk alleen algemene graslandsoorten voor in het veld en het voldoet nog niet aan de wens voor een bloemrijk grasland. Om dat te bereiken zal er zaad van elders moeten worden aangevoerd, bijvoorbeeld via maaisel van een soortenrijk perceel. De chemische analyses laten zien dat het een behoorlijk voedselarm terrein is en in ieder geval voedselarmer dan een ‘normaal’ boerenweiland. De zuurgraad van de bodem is laag, wat ook al was geconstateerd op basis van de soortensamenstelling; de bodem is oppervlakkig verzuurd. Daarom wordt geadviseerd om te bekalken. Ook was de vegetatie aan het vervilten, wat ongunstig is voor een soortendivers grasland. Een iets intensievere begrazing kan dit voorkomen. Dit zal worden uitgevoerd vanaf 2021. De begrazingsperiode door de kippen is nog kort geweest en de begrazing zou langer moeten lopen om daadwerkelijk effecten te kunnen verwachten.---Met Natuur Mee, founded by Sanne Beld, practices, develops and promotes a regenerative (resilient) agricultural method inspired by experiences abroad (Joel Salatin, Allan Savory, etc.). Together with its partners and volunteers, Met Natuur Mee wants to develop a pioneering location for resilient agriculture, offer inspiration to young farmers, share knowledge, conduct research, but above all offer a nutritious harvest that reconnects people with the landscape. In this study, Wageningen scientists are looking for an answer to the question: What is the effect of mobile grazing management with cows and chickens on herb-rich grassland on dry sandy soil? What does this do above and below the ground in terms of soil life, moisture balance and the diversity of the vegetation? We do this by mapping the effects of the management on the current land that Met Natuur Mee leases from Staatsbosbeheer near Haaksbergerveen. In 2019 and 2020, the management of the pasture consisted of extensive grazing by cattle and shortterm (1 day) intensive grazing by broilers. The management was not yet optimal, due to a shortage in cows. The effect of this form of intense grazing by chickens on the vegetation and the soil is still (relatively) unknown. That is why a science shop project was carried out to investigate the effect of grazing on the vegetation, soil life (especially worms) and the chemical composition of the soil. A nearby meadow has been used as a control plot that has been extensively managed for many years (grazing by a limited number of oxes, combuned with mowing once a year). At the time of sampling, the field was still very dry after a long dry period in the spring and summer of 2020. This had an impact on the soil life and its inventory, very few earthworms and other macro soil life were found. The differences between the treatments were also minor, although the 2019 chicken grazing areas appeared to be more species-rich. The vegetation also shows few differences, even though there appears to be a wet dry gradient that coincides with the elevation of the terrain. In fact, only general grassland species occur in the field and it does not yet meet the wish for a flowery grassland. To achieve this, seed will have to be supplied from elsewhere, for example through grass clippings from a species-rich plot. The chemical analysis show that it is a considerably nutrient-poor area and in any case, poorer than a “normal” farm pasture. The acidity of the soil is low, which was already noted on the basis of the species composition; the soil is on the surface acidified. That is why liming is recommended. The vegetation was also felting, which is unfavourable for a species diverse grassland. A slightly more intensive grazing can prevent this, which will be implemented in 2021. The grazing period by the chickens was however short and the grazing would have to run longer to be able to actually expect effects.