32 results on '"internationaal"'
Search Results
2. Internationale kennisuitwisseling klimaatbestendige steden
- Author
-
Boogaard, Floris, Klomp, Thomas, Palsma, Bert, Manenschijn, Marthijn, and Water
- Subjects
climatescan ,climate resistant cities ,klimaatbestendige steden ,climate change ,stedelijke gebieden ,international ,knowledge exchange ,urban areas ,klimaatscan ,klimaatverandering ,kennisuitwisseling ,internationaal - Abstract
(Inter-)nationaal staan we voor de uitdaging om onze leefomgeving klimaatbestendig in te richten zodat ons leefklimaat nu en in de toekomst aantrekkelijk blijft. Om (inter-)nationale kennisuitwisseling te bevorderen, zijn interactieve tools zoals Climatescan bruikbaar. Dit laat meer dan duizend locaties zien met beeldmateriaal, achtergrondverhalen en (wetenschappelijke) artikelen.
- Published
- 2017
3. Preventie in het zorgstelsel: wat kunnen we leren van het buitenland? : Een eerste inventarisatie op basis van interviews met buitenlandse experts en literatuur
- Subjects
zorgstelsel ,prevention ,health promotion ,preventie ,international comparison ,RIVM rapport 2015-0182 ,health system ,gezondheidsbevordering ,internationaal - Abstract
Alleen digitaal verschenen
- Published
- 2017
4. Depressiepreventie : Nationale en internationale inventarisatie
- Subjects
nationaal ,national ,interventies ,prevention ,beleid ,preventie ,international ,depression ,depressie ,interventions ,mental health ,RIVM rapport 020032001 ,internationaal ,policy - Abstract
In Nederland krijgt bijna één op de vijf mensen ooit een depressie. Daarom heeft het ministerie van VWS de preventie van depressie als prioriteit in het beleid opgenomen. Het doel is om op lokaal niveau meer mensen te bereiken met preventieve interventies, en zo bij meer mensen een depressie te voorkomen. Uit een inventarisatie van het RIVM blijkt dat het aanbod van interventies voor depressiepreventie groot, maar versnipperd is. Voor de inventarisatie is onderzocht hoeveel preventieve interventies er tussen 2011 en 2013 in de 28 GGD-regio's in Nederland zijn aangeboden. In totaal zijn bijna 200 verschillende interventies gevonden, waarvan een derde slechts in één van de GGD-regio's wordt aangeboden. Verder zijn niet in elke GGD-regio evenveel interventies voor verschillende hoogrisicogroepen beschikbaar: het aanbod voor scholieren, huisartspatiënten met beginnende klachten en mantelzorgers is groter en gevarieerder dan voor mensen met een chronische ziekte of net bevallen moeders. De gevonden interventies lopen uiteen van groepsbijeenkomsten en zelfhulpcursussen tot chatsessies met lotgenoten onder begeleiding van een hulpverlener, en speciale spreekuren. De meeste van de gevonden interventies worden aangeboden door preventieafdelingen binnen de geestelijke gezondheidszorg, maar soms ook door bijvoorbeeld de thuiszorg of school. De inventarisatie laat ook zien dat vaak gegevens ontbreken over het aantal mensen dat bereikt wordt met een interventie, en over de effectiviteit ervan. Meer inzicht hierin is nodig. Een kanttekening bij de resultaten is dat het nog onbekend is welke invloed de recente veranderingen in de organisatie van de geestelijke gezondheidszorg hebben op het aanbod van interventies. Ten slotte blijkt dat Nederland gebruik zou kunnen maken van vernieuwende (effectieve) interventies die in andere westerse landen zijn ontwikkeld. Een voorbeeld hiervan is begeleiding en huisbezoeken door 'vrijwilligers' bij vrouwen met een beperkt sociaal vangnet en een hoog risico op een postnatale depressie. Zij geven deze vrouwen emotionele en praktische steun, in aanvulling op de verloskundige.
- Published
- 2017
5. Preventie in het zorgstelsel: wat kunnen we leren van het buitenland? : Een eerste inventarisatie op basis van interviews met buitenlandse experts en literatuur
- Author
-
Heijink R, Struijs J, KZG, and V&Z
- Subjects
zorgstelsel ,prevention ,health promotion ,preventie ,international comparison ,RIVM rapport 2015-0182 ,health system ,gezondheidsbevordering ,internationaal - Abstract
Alleen digitaal verschenen
- Published
- 2017
6. Rapportage en regelgeving van tabaksingrediënten : Een vergelijking van Nederland met andere landen
- Subjects
Tabaksingrediënten ,EU Tobacco Products Directive ,reporting ,rapportage ,international ,EU Tabaksproductrichtlijn ,regulation ,Tobacco ingredients ,regelgeving ,internationaal - Abstract
Wereldwijd zijn er grote verschillen in regelgeving op het gebied van tabaksproducten. Sommige landen hebben een zeer uitgebreid en verstrekkend pakket van maatregelen, terwijl andere geen enkele wetgeving op dit gebied hebben. Er zijn ook grote verschillen in het soort informatie dat moet worden gerapporteerd aan regelgevende instanties, de manier waarop deze informatie moet worden aangeleverd en eisen die aan het gebruik van additieven worden gesteld. Daarnaast zijn er verschillen in het controleren van deze gegevens door beoordelaars en testlaboratoria, in informatieverstrekking aan het algemeen publiek en in vergoedingen die tabaksfabrikanten moeten betalen om producten op de markt te mogen zetten. Het huidige rapport vergelijkt de situatie met betrekking tot ingrediëntenrapportage en regelgeving in Nederland met die in een aantal andere landen. In sommige EU-landen worden er bepaalde eisen gesteld aan het gebruik van additieven in tabaksproducten, terwijl in andere landen additieven alleen worden geregistreerd. Noorwegen en Nederland hebben momenteel geen wetgeving die het gebruik van bepaalde tabaksadditieven toestaat dan wel verbiedt. Het Verenigd Koninkrijk gebruikt een niet-bindende lijst van toegestane additieven. België en Duitsland gebruiken lijsten van zowel toegestane als verboden tabaksingrediënten, voornamelijk gebaseerd op voedingswetgeving. Vergeleken met veel andere landen verricht Nederland een redelijk uitgebreide handhavingstoetsing van de informatie die door de tabaksindustrie is aangeleverd. Daarnaast wordt sinds 2011 data-analyse uitgevoerd van de aangeleverde gegevens. Duitsland en België informeren via een website de consument over de ingrediënten en hun hoeveelheden per merk en type, zoals voorgeschreven door de EU Tabaksproductrichtlijn. In Nederland zal dit vanaf eind 2012 plaatsvinden.
- Published
- 2017
7. Internationale kennisuitwisseling klimaatbestendige steden
- Subjects
climatescan ,climate resistant cities ,klimaatbestendige steden ,climate change ,stedelijke gebieden ,international ,knowledge exchange ,urban areas ,klimaatscan ,klimaatverandering ,kennisuitwisseling ,internationaal - Abstract
(Inter-)nationaal staan we voor de uitdaging om onze leefomgeving klimaatbestendig in te richten zodat ons leefklimaat nu en in de toekomst aantrekkelijk blijft. Om (inter-)nationale kennisuitwisseling te bevorderen, zijn interactieve tools zoals Climatescan bruikbaar. Dit laat meer dan duizend locaties zien met beeldmateriaal, achtergrondverhalen en (wetenschappelijke) artikelen.
- Published
- 2017
8. Handboek internationaal en Europees strafrecht
- Author
-
Jozefien Van Caeneghem, Paul de Hert, Mathias Holvoet, Karen Weis, Metajuridica, Fundamentele rechten centrum, Faculteit Recht en Criminologie, Europees Criminologisch Recht, and TILT
- Subjects
international european criminal law ,strafrecht ,Europees ,criminal law ,internationaal - Abstract
Dit handboek is een van de weinige handboeken in het Nederlands waarin zowel het klassiek internationaal strafrecht, het recht van de internationale straftribunalen, het moderne uniestrafrecht en de internationale en Europese grondrechten in hun strafrechtelijke dimensies aan bod komen. Het boek is in een zeer toegankelijke taal geschreven, waardoor het niet enkel juristen maar ook historici, politieke wetenschappers en andere geïnteresseerden zal aanspreken. Het werk wordt ingeleid met een overzicht van de algemene beginselen en de historische ontwikkeling van het internationaal en Europees strafrecht, gevolgd door een analyse van de meest toonaangevende regionale en internationale instrumenten voor uitlevering, overlevering, kleine, primaire en politiële rechtshulp. Vervolgens wordt de impact van de grondrechten op het strafrecht behandeld, waarna wordt afgesloten met het recht van het Internationaal Strafhof en andere internationale straftribunalen.
- Published
- 2014
9. Kind en milieu; inventarisatie van beleid in Nederland
- Author
-
Overveld AJP van, Houweling AD, and MGO
- Subjects
milieu ,overeenkomsten ,health ,kinderen ,children ,beleid ,quality ,international ,gezondheid ,kwaliteit ,environment ,agreement ,cehape ,internationaal ,policy - Abstract
Nederland voldoet in grote lijnen aan internationale afspraken en doet veel op het gebied van kind, milieu en gezondheid. Toch is er een aantal onderwerpen waarvoor nog onvoldoende beleid is ontwikkeld om aan de internationale afspraken te voldoen. Dit zijn: 1. kindvriendelijke stadsontwikkeling; 2. (groen)voorzieningen voor sport en spel; 3. richtlijnen bouwmaterialen en meubels; 4. beperking uitstoot verkeer en industrie; en 5. monitoring blootstelling kinderen aan stoffen. Voor een aantal onderwerpen (onder andere verbetering binnenlucht en blootstelling kinderen aan chemische stoffen) lopen op dit moment onderzoeken en kan nog niet beoordeeld worden of Nederland voldoet aan de afspraken. Dit blijkt uit een inventarisatie die gedaan is naar aanleiding van de WHO Ministersconferentie Milieu en Gezondheid in 2004 in Boedapest. Daar hebben 52 Europese milieuministers afspraken gemaakt over onderwerpen op het gebied van Milieu en Gezondheid, met speciale aandacht voor kinderen. De WHO heeft in dit kader het Children's Environment and Health Action Plan for Europe (CEHAPE) opgesteld. Nederland heeft de Ministersverklaring en het CEHAPE ondertekend. Om na te gaan in hoeverre Nederland voldoet aan de gemaakte afspraken, is een overzicht gemaakt van de activiteiten van de rijksoverheid die op dit moment in Nederland plaatsvinden met betrekking tot de onderwerpen uit het CEHAPE en de Ministersverklaring. Voor elk onderwerp is een afweging gemaakt of extra beleidsinzet nodig is om aan de afspraken te voldoen. Onderwerpen die meer aandacht verdienen in het beleid zouden uitgewerkt kunnen worden in een vervolg op het Actieprogramma Gezondheid en Milieu. Het is belangrijk dat huidige en eventuele aanvullende acties geevalueerd worden.
- Published
- 2012
10. Post-Kyoto Toekomstbeelden Notitie ter ondersteuning advies 'Post-Kyoto en Energiebeleid' van de Algemene Energie Raad
- Author
-
Swart RJ, Linden N van der, MNV, and Energieonderzoek Centrum Nederland ECN/Beleidsstudies
- Subjects
klimaatverandering ,klimaatbeleid ,climatic changes ,scenario ,energiebeleid ,co2 stabilization ,beleid ,scenario's ,co2 stabilisatie ,international ,energy policy ,internationaal ,policy - Abstract
Deze notitie dient ter ondersteuning van het AER advies "Post-Kyoto en het Energiebeleid". De doelstelling van deze notitie is om inzicht te verschaffen in een aantal relevante beelden van mogelijke ontwikkelingen van het internationaal klimaatbeleid, afgezet tegen een aantal wereldbeelden met betrekking tot mogelijke sociaal-economische ontwikkelingen. Hoe kunnen in verschillende wereldbeelden (LTVE/IPCC-SRES: Vrijhandel/A1, Isolatie/A2, Grote Solidariteit/B1, Ecologie op Kleine Schaal/B2) meer of minder strikte klimaatdoelstellingen (450, 550, 650, 750 ppm CO2 stabilisatie) gehaald worden? Oplossingen worden geevalueerd op basis van de criteria kosteneffectiviteit, duurzaamheid, en haalbaarheid. Een belangrijke conclusie is dat de score op deze criteria voor bepaalde oplossingen zeer sterk bepaald wordt door het wereldbeeld: in een wereld waar de algemene sociaal-economische ontwikkeling wordt gestuurd door duurzaamheidsoverwegingen en waar sprake is van een snelle ontwikkeling en uitwisseling van milieuvriendelijke technologieen en internationale beleidscoordinatie is het behalen van klimaatdoelen eenvoudiger en goedkoper. Deze notitie laat zien dat er duidelijke aanknopingspunten zijn voor het energiebeleid om een bijdrage te leveren aan het internationaal klimaatbeleid. Het accent van de notitie ligt op het wereldniveau, maar er wordt ook ingezoomd op de Europese en Nederlandse schaal. De notitie geeft enkele conclusies m.b.t. "robuuste" opties, d.w.z. opties die in verschillende wereldbeelden en voor verschillende klimaatdoelstellingen een significante rol spelen. Deze opties hebben vooral betrekking op energiebesparing, verhoogde wereldwijde inzet van aardgas en vernieuwbare energie (biomassa op korte- tot middenlange termijn, andere bronnen op langere termijn). Twee andere energiesporen die kunnen bijdragen aan het behalen van strenge klimaatdoelstellingen - kernenergie en opvang en opslag van CO2 - zijn niet robuust in de bovengenoemde zin, maar kunnen in bepaalde wereldbeelden en in regio's waar deze opties niet controversieel zijn, een belangrijke optie vormen. De notitie gaat tenslotte kort in op het belang van niet-CO2 broeikasgassen, niet-energie CO2 emissies en de noord-zuid lastenverdeling.
- Published
- 2012
11. Milieubelasting van Nederlanders binnen en buiten onze grenzen. Achtergronddocument bij de MV5
- Subjects
environmental pressure ,hinder ,land use ,energieverbruik ,consumptie ,milieudruk ,acidification ,nuisance ,verzuring ,international ,energy consumption ,grondgebruik ,consumption ,internationaal - Abstract
Nederland is allerminst een gesloten economie. Ten opzichte van de eigen productie is er relatief veel import en export. Daarmee is een belangrijk deel van de milieudruk, die binnen Nederland ontstaat, in feite voor consumptie in het buitenland. Daartegenover staat, dat ook de inwoners van Nederland voor een deel afwentelen op het buitenland. In dit rapport wordt deze vorm van afwenteling uitgewerkt voor energiegebruik, ruimtegebruik, verzuring en hinder. Tevens wordt de gehanteerde berekeningsmethodiek toegelicht. Het energiegebruik in Nederland is ongeveer 50% hoger dan nodig is voor de consumptie van inwoners van Nederland. Vooral de basismetaal, chemie en raffinaderijen zijn energie-intensief en exporteren het overgrote deel van de productie al dan niet direct. Maar ook aan producten van de landbouw, de overige industrie, de dienstensectoren en het transport exporteren we meer energie dan we importeren. Dit beeld wijzigt niet wezenlijk in de doorgerekende toekomstscenario's, zij het dat het belang van de transportsector toeneemt. Het ruimtebeslag van Nederlanders gemeten als landgebruik is ongeveer drie maal het oppervlak van Nederland. Vooral voor de houtoogst wordt er veel bos in het buitenland in beslag genomen. De afwenteling van buitenlanders op Nederland op het aspect verzurende emissies is groter dan van Nederlanders op het buitenland. Dit hangt deels samen met de geschetste verhoudingen voor energiegebruik, deels met de intensieve Nederlandse landbouw. Naar verwachting wordt deze balans bijgesteld enerzijds door reductie van NH3-emissies in de Nederlandse landbouw, maar ook door een verwachte intensivering van het landgebruik in het buitenland (vooral buiten West-Europa). Voor het aspect hinder geldt, dat dit grotendeels is gekoppeld aan diensten en de eigen consumptie. We doen het vooral onszelf aan. Alleen bij de transportsector speelt de afwentelingsproblematiek een rol van betekenis.
- Published
- 2012
12. Post-Kyoto Toekomstbeelden Notitie ter ondersteuning advies 'Post-Kyoto en Energiebeleid' van de Algemene Energie Raad
- Subjects
klimaatverandering ,klimaatbeleid ,climatic changes ,scenario ,energiebeleid ,co2 stabilization ,beleid ,scenario's ,co2 stabilisatie ,international ,energy policy ,internationaal ,policy - Abstract
Deze notitie dient ter ondersteuning van het AER advies "Post-Kyoto en het Energiebeleid". De doelstelling van deze notitie is om inzicht te verschaffen in een aantal relevante beelden van mogelijke ontwikkelingen van het internationaal klimaatbeleid, afgezet tegen een aantal wereldbeelden met betrekking tot mogelijke sociaal-economische ontwikkelingen. Hoe kunnen in verschillende wereldbeelden (LTVE/IPCC-SRES: Vrijhandel/A1, Isolatie/A2, Grote Solidariteit/B1, Ecologie op Kleine Schaal/B2) meer of minder strikte klimaatdoelstellingen (450, 550, 650, 750 ppm CO2 stabilisatie) gehaald worden? Oplossingen worden geevalueerd op basis van de criteria kosteneffectiviteit, duurzaamheid, en haalbaarheid. Een belangrijke conclusie is dat de score op deze criteria voor bepaalde oplossingen zeer sterk bepaald wordt door het wereldbeeld: in een wereld waar de algemene sociaal-economische ontwikkeling wordt gestuurd door duurzaamheidsoverwegingen en waar sprake is van een snelle ontwikkeling en uitwisseling van milieuvriendelijke technologieen en internationale beleidscoordinatie is het behalen van klimaatdoelen eenvoudiger en goedkoper. Deze notitie laat zien dat er duidelijke aanknopingspunten zijn voor het energiebeleid om een bijdrage te leveren aan het internationaal klimaatbeleid. Het accent van de notitie ligt op het wereldniveau, maar er wordt ook ingezoomd op de Europese en Nederlandse schaal. De notitie geeft enkele conclusies m.b.t. "robuuste" opties, d.w.z. opties die in verschillende wereldbeelden en voor verschillende klimaatdoelstellingen een significante rol spelen. Deze opties hebben vooral betrekking op energiebesparing, verhoogde wereldwijde inzet van aardgas en vernieuwbare energie (biomassa op korte- tot middenlange termijn, andere bronnen op langere termijn). Twee andere energiesporen die kunnen bijdragen aan het behalen van strenge klimaatdoelstellingen - kernenergie en opvang en opslag van CO2 - zijn niet robuust in de bovengenoemde zin, maar kunnen in bepaalde wereldbeelden en in regio's waar deze opties niet controversieel zijn, een belangrijke optie vormen. De notitie gaat tenslotte kort in op het belang van niet-CO2 broeikasgassen, niet-energie CO2 emissies en de noord-zuid lastenverdeling.
- Published
- 2012
13. Kind en milieu; inventarisatie van beleid in Nederland
- Subjects
milieu ,overeenkomsten ,health ,kinderen ,children ,beleid ,quality ,international ,gezondheid ,kwaliteit ,environment ,agreement ,cehape ,internationaal ,policy - Abstract
Nederland voldoet in grote lijnen aan internationale afspraken en doet veel op het gebied van kind, milieu en gezondheid. Toch is er een aantal onderwerpen waarvoor nog onvoldoende beleid is ontwikkeld om aan de internationale afspraken te voldoen. Dit zijn: 1. kindvriendelijke stadsontwikkeling; 2. (groen)voorzieningen voor sport en spel; 3. richtlijnen bouwmaterialen en meubels; 4. beperking uitstoot verkeer en industrie; en 5. monitoring blootstelling kinderen aan stoffen. Voor een aantal onderwerpen (onder andere verbetering binnenlucht en blootstelling kinderen aan chemische stoffen) lopen op dit moment onderzoeken en kan nog niet beoordeeld worden of Nederland voldoet aan de afspraken. Dit blijkt uit een inventarisatie die gedaan is naar aanleiding van de WHO Ministersconferentie Milieu en Gezondheid in 2004 in Boedapest. Daar hebben 52 Europese milieuministers afspraken gemaakt over onderwerpen op het gebied van Milieu en Gezondheid, met speciale aandacht voor kinderen. De WHO heeft in dit kader het Children's Environment and Health Action Plan for Europe (CEHAPE) opgesteld. Nederland heeft de Ministersverklaring en het CEHAPE ondertekend. Om na te gaan in hoeverre Nederland voldoet aan de gemaakte afspraken, is een overzicht gemaakt van de activiteiten van de rijksoverheid die op dit moment in Nederland plaatsvinden met betrekking tot de onderwerpen uit het CEHAPE en de Ministersverklaring. Voor elk onderwerp is een afweging gemaakt of extra beleidsinzet nodig is om aan de afspraken te voldoen. Onderwerpen die meer aandacht verdienen in het beleid zouden uitgewerkt kunnen worden in een vervolg op het Actieprogramma Gezondheid en Milieu. Het is belangrijk dat huidige en eventuele aanvullende acties geevalueerd worden.
- Published
- 2012
14. The Consumption of The Suffering
- Author
-
De Mette, Tom and Educatiewetenschappen
- Subjects
Contemporary Art ,beeldende kunst ,hedendaagse kunst ,internationaal - Abstract
De esthetische ervaring met The Consumption of The Suffering van de Belgische kunstenaar Peter Weidenbaum kan je beschrijven tussen twee zinsneden uit de film Inland Empire van de Amerikaanse regisseur David Lynch. De esthetiek van het lijden gaat verraderlijk snel aan ons voorbij. De installatie die Peter Weidenbaum exposeert in de unieke locatie van de Sint-Baafskerk te Aardenburg tracht alsnog die esthetiek te grijpen en vast te houden. Met The Consumption of The Suffering vertelt Peter Weidenbaum een retrosymbolische vertelling in 3D. Ze toont beelden die massaal en tegelijk unieke stukken zijn. Het zijn stuk voor stuk iconische representaties die een spectrum omvatten dat zich spreidt van het dierlijke tot het goddelijke. Ze zijn beladen met een mythische energie waarvan onze dagdagelijksheid even intens als subtiel doordrongen is. Alleen, we voelen ons pas met die energie verbonden als we eraan herinnerd worden. Als het zich aandient, ineens. De drie delen van de installatie kunnen we dan ook moeilijk ervaren als we de ruimte van de kerk betreden zomaar, argeloos, zonder waarom. Voor één keer is de religieuze omgeving niet bedoeld voor godsdienstige devotie en louter spirituele bezinning. De esthetische ervaring die The Consumption of The Suffering uitlokt, is geen dogmatische geloofsbelijdenis. Het is een publieke beleving van reminiscentie en loutering. Het is een moderne evocatie van een universeel lijden.
- Published
- 2010
15. Milieubelasting van Nederlanders binnen en buiten onze grenzen. Achtergronddocument bij de MV5
- Author
-
Ros JPM, Wilting HC, and LAE
- Subjects
environmental pressure ,hinder ,land use ,energieverbruik ,consumptie ,milieudruk ,acidification ,nuisance ,verzuring ,international ,energy consumption ,grondgebruik ,consumption ,internationaal - Abstract
Nederland is allerminst een gesloten economie. Ten opzichte van de eigen productie is er relatief veel import en export. Daarmee is een belangrijk deel van de milieudruk, die binnen Nederland ontstaat, in feite voor consumptie in het buitenland. Daartegenover staat, dat ook de inwoners van Nederland voor een deel afwentelen op het buitenland. In dit rapport wordt deze vorm van afwenteling uitgewerkt voor energiegebruik, ruimtegebruik, verzuring en hinder. Tevens wordt de gehanteerde berekeningsmethodiek toegelicht. Het energiegebruik in Nederland is ongeveer 50% hoger dan nodig is voor de consumptie van inwoners van Nederland. Vooral de basismetaal, chemie en raffinaderijen zijn energie-intensief en exporteren het overgrote deel van de productie al dan niet direct. Maar ook aan producten van de landbouw, de overige industrie, de dienstensectoren en het transport exporteren we meer energie dan we importeren. Dit beeld wijzigt niet wezenlijk in de doorgerekende toekomstscenario's, zij het dat het belang van de transportsector toeneemt. Het ruimtebeslag van Nederlanders gemeten als landgebruik is ongeveer drie maal het oppervlak van Nederland. Vooral voor de houtoogst wordt er veel bos in het buitenland in beslag genomen. De afwenteling van buitenlanders op Nederland op het aspect verzurende emissies is groter dan van Nederlanders op het buitenland. Dit hangt deels samen met de geschetste verhoudingen voor energiegebruik, deels met de intensieve Nederlandse landbouw. Naar verwachting wordt deze balans bijgesteld enerzijds door reductie van NH3-emissies in de Nederlandse landbouw, maar ook door een verwachte intensivering van het landgebruik in het buitenland (vooral buiten West-Europa). Voor het aspect hinder geldt, dat dit grotendeels is gekoppeld aan diensten en de eigen consumptie. We doen het vooral onszelf aan. Alleen bij de transportsector speelt de afwentelingsproblematiek een rol van betekenis.
- Published
- 2007
16. Milieubelasting van Nederlanders binnen en buiten onze grenzen. Achtergronddocument bij de MV5
- Subjects
environmental pressure ,hinder ,land use ,energieverbruik ,consumptie ,milieudruk ,acidification ,nuisance ,verzuring ,international ,energy consumption ,grondgebruik ,consumption ,internationaal - Abstract
In view of the high flows of imports and exports compared to Dutch production, the economy in the Netherlands can be considered as being far from closed. Environmental pressure in the Netherlands originates therefore partly from production of goods for consumption abroad. Conversely, consumption by Dutch households causes environmental pressure in foreign countries. The result is a shift of environmental pressure from the Netherlands to abroad and vice versa. Determining this shift is done by calculating environmental pressure along production-consumption chains by using a methodology based on an input-output analysis. The shift is calculated for four environmental aspects, i.e. energy use, land use, acidification and disturbance. Energy use in the Netherlands is about 50% higher than required for consumption in Dutch households. Especially heavy chemical and metal industries export a major part of production, either directly or indirectly. Furthermore, exported products from the agricultural, transport and service sectors implicate more energy use than imported products from these sectors. This picture continues to fit the future scenarios calculated for the year 2030. The land required for consumption by the Dutch population is about three times the area of the Netherlands. The main use of this land is timber production, necessitating import. Since acidification is closely related to energy use and Dutch factory farming contributes greatly to the acid emissions, the 'flow' of acid emissions from foreign countries to the Netherlands is lower than from the Netherlands to other countries. Finally, disturbance in the Netherlands is mainly coupled to direct consumption in households and delivery of services to the Dutch population, while shifting disturbance to other countries is of particular importance in the transport sector.
- Published
- 2007
17. Kind en milieu; inventarisatie van beleid in Nederland
- Subjects
milieu ,overeenkomsten ,health ,kinderen ,children ,quality ,beleid ,international ,gezondheid ,kwaliteit ,environment ,agreement ,cehape ,policy ,internationaal - Abstract
In the Netherlands, much is being done on the subject of children, environment and health. For most issues, the Netherlands complies with international agreements. However, there are five areas in which Dutch policy does not meet these agreements. These are: 1. child-friendly urban planning; 2. children's facilities for social interaction, play and sports; 3. regulations for construction and furniture materials; 4. reducing emissions from transport and industry; and 5. monitoring exposure of children to substances. For a number of subjects, e.g. indoor air quality and children's exposure to chemicals, research is still ongoing. Results of current projects will provide insight into these issues. These are the findings of a Dutch inventory as follow-up of the WHO Ministerial Conference on Environment and Health in 2004 in Budapest. Fifty-two European countries, including the Netherlands, entered into agreements on a number of subjects in the area of environment and health as related to children. Within this framework, WHO has developed the Children's Environment and Health Action Plan for Europe (CEHAPE). The Netherlands has signed the Ministerial Declaration and CEHAPE. To assess whether the Netherlands meets these international agreements, an inventory was set up to incorporate the current activities of the Dutch government related to the subjects in the Declaration and CEHAPE. For each of the issues, the current activities were examined to determine if enough efforts were being made to meet the agreements. Topics worthy of more focus in Dutch policy could be integrated in the follow-up of the Dutch Health and Environment Action Plan. It is important that current and additional actions are evaluated.
- Published
- 2007
18. Het nieuwe erfrecht internationaal gesitueerd
- Author
-
Verbeke, Alain Laurent and Vermogensrecht
- Subjects
nieuw erfrecht ,internationaal - Abstract
ispartof: Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie issue:6516 pages:20-27 status: published
- Published
- 2003
19. De sleuven tussen sociale verantwoordelijkheid en ecologische duurzaamheid : inherent veiligere, gezondere en schonere productie
- Author
-
Zwetsloot, G. and TNO Arbeid
- Subjects
Productie ,Arbobeleid bedrijven ,Bedrijfsmilieuzorg ,Internationaal ,Concurrentie ,Internationale handel ,Wereldhandel ,EEG-landen ,Innovatie ,Buitenlandse handel ,Productiestructuur ,Economische ontwikkeling - Abstract
Economische ontwikkelingen als de eenwording van de Europese markt, de toename van de wereldhandel en de trend naar globalisering leiden tot een steeds sterkere concurrentie tussen bedrijven. Tegelijkertijd gaan de technologische ontwikkelingen steeds sneller, waardoor bedrijven gedwongen zijn zich permanent te ontwikkelen en te veranderen. Een groeiende werkdruk en een gedwongen maximalisering van de opbrengsten zijn het gevolg. Daardoor kan de kwaliteit van de arbeid en het milieu gemakkelijk onder druk komen te staan. De oplossing zou gezocht kunnen worden in inherent veiligere, gezondere en schonere productiesystemen.
- Published
- 1999
20. De sleuven tussen sociale verantwoordelijkheid en ecologische duurzaamheid : inherent veiligere, gezondere en schonere productie
- Subjects
Productie ,Arbobeleid bedrijven ,Bedrijfsmilieuzorg ,Internationaal ,Concurrentie ,Internationale handel ,Wereldhandel ,EEG-landen ,Innovatie ,Buitenlandse handel ,Productiestructuur ,Economische ontwikkeling - Abstract
Economische ontwikkelingen als de eenwording van de Europese markt, de toename van de wereldhandel en de trend naar globalisering leiden tot een steeds sterkere concurrentie tussen bedrijven. Tegelijkertijd gaan de technologische ontwikkelingen steeds sneller, waardoor bedrijven gedwongen zijn zich permanent te ontwikkelen en te veranderen. Een groeiende werkdruk en een gedwongen maximalisering van de opbrengsten zijn het gevolg. Daardoor kan de kwaliteit van de arbeid en het milieu gemakkelijk onder druk komen te staan. De oplossing zou gezocht kunnen worden in inherent veiligere, gezondere en schonere productiesystemen.
- Published
- 1999
21. Aan de slag met een arbeidshandicap : internationale ervaringen : samenvatting van de resultaten van fase 1 van het internationale onderzoeksproject Job retention and return to work strategies for disabled workers
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Beroepsrehabilitatie ,Internationaal ,Overheidsingrijpen ,Arbeidsongeschiktheidsverzekering ,Arbobeleid bedrijven ,Overheidsbeleid ,Incentives ,Prikkels ,Nederland ,Aansporingen ,Behoud van arbeidsplaatsen ,Workplace ,Reintegratie ,Arbeidsongeschikten - Abstract
Dit rapport bevat capita selecta van resultaten van de internationale studie naar strategieën die werkhervatting bevorderen van werknemers met een arbeidshandicap. Aan NIA TNO is gevraagd vooral aandacht te besteden aan resultaten die van belang zijn voor de reïntegratiepraktijk in Nederland. Aan de orde komen de relatie tussen enerzijds de politieke en ambtelijke beleidsdoelen en anderzijds de (wettelijke) reïntegratieregelingen en de uitvoering daarvan, de uitwerking van beleid gericht op bescherming van gehandicapten en van prikkels of sancties als onderdeel van het sociale (verzekerings)beleid en voorts beleid en activiteiten van bedrijven.
- Published
- 1998
22. Marketing tijdens productontwerp
- Subjects
Teamwork ,Marketing ,Marktonderzoek ,Productiemanagement ,Internationaal ,Workplace ,Arbeid in groepsverband ,Human factors ,Clienten ,Klanten ,Productieorganisatie - Abstract
Volgens deskundigen worden drie ontwikkelingen voor ontwerpers steeds belangrijker: het ontwerpen in teams, het participatief ontwerpen en het ontwerpen rekening houdend met de menselijke gevoelens. Klanten worden op deze wijze al gebruikers voordat het product gereed is. In augustus 1998 kwamen 135 deskundigen bijeen in Den Haag om over Human Factors in Organizational Design and Management te spreken. Dit ODAM congres was georganiseerd door de Nederlandse Vereniging voor Ergonomie, de International Ergonomics Association en NIA TNO. Twintig presentaties betroffen 'productontwikkeling' en hadden gemeen dat het product in een vroeg stadium van ontwikkeling al 'gebruikt' wordt. In dit artikel worden de hoofdpunten uit deze presentaties beschreven.
- Published
- 1998
23. Marketing tijdens productontwerp
- Author
-
Vink, P. and Koningsveld, E.A.P.
- Subjects
Teamwork ,Marketing ,Marktonderzoek ,Productiemanagement ,Internationaal ,Workplace ,Arbeid in groepsverband ,Human factors ,Clienten ,Klanten ,Productieorganisatie - Abstract
Volgens deskundigen worden drie ontwikkelingen voor ontwerpers steeds belangrijker: het ontwerpen in teams, het participatief ontwerpen en het ontwerpen rekening houdend met de menselijke gevoelens. Klanten worden op deze wijze al gebruikers voordat het product gereed is. In augustus 1998 kwamen 135 deskundigen bijeen in Den Haag om over Human Factors in Organizational Design and Management te spreken. Dit ODAM congres was georganiseerd door de Nederlandse Vereniging voor Ergonomie, de International Ergonomics Association en NIA TNO. Twintig presentaties betroffen 'productontwikkeling' en hadden gemeen dat het product in een vroeg stadium van ontwikkeling al 'gebruikt' wordt. In dit artikel worden de hoofdpunten uit deze presentaties beschreven.
- Published
- 1998
24. Aan de slag met een arbeidshandicap : internationale ervaringen : samenvatting van de resultaten van fase 1 van het internationale onderzoeksproject Job retention and return to work strategies for disabled workers
- Author
-
Vos, E.L. de and Wevers, C.W.J.
- Subjects
Arbeidsgehandicapten ,Beroepsrehabilitatie ,Internationaal ,Overheidsingrijpen ,Arbeidsongeschiktheidsverzekering ,Arbobeleid bedrijven ,Overheidsbeleid ,Incentives ,Prikkels ,Nederland ,Aansporingen ,Behoud van arbeidsplaatsen ,Workplace ,Reintegratie ,Arbeidsongeschikten - Abstract
Dit rapport bevat capita selecta van resultaten van de internationale studie naar strategieën die werkhervatting bevorderen van werknemers met een arbeidshandicap. Aan NIA TNO is gevraagd vooral aandacht te besteden aan resultaten die van belang zijn voor de reïntegratiepraktijk in Nederland. Aan de orde komen de relatie tussen enerzijds de politieke en ambtelijke beleidsdoelen en anderzijds de (wettelijke) reïntegratieregelingen en de uitvoering daarvan, de uitwerking van beleid gericht op bescherming van gehandicapten en van prikkels of sancties als onderdeel van het sociale (verzekerings)beleid en voorts beleid en activiteiten van bedrijven.
- Published
- 1998
25. Arbeidshygiënist op zoek naar succes
- Author
-
Swuste, P., Burdorf, L., Spee, T., Brouwer, D., Dijkstra, L., and TNO Voeding Centraal Instituut voor Voedingsonderzoek TNO
- Subjects
Zwitserland ,Gevaarlijke stoffen ,Arbeidshygiene ,Internationaal ,Wettelijke aansprakelijkheid ,Arbeidsongevallen ,Aansprakelijkheid ,Mircheck ,Beroepshygiene ,Zorgsystemen - Abstract
In dit artikel kijken vijf Nederlandse deelnemers terug op een aantal sessies van de derde Internationale Wetenschappelijke Conferentie, georganiseerd door de Zwitserse Vereniging voor Arbeidshygiëne en de International Occupational Hygiene Association (IOHA). De onderwerpen van de sessies die worden beschreven zijn: blootstelling aan bioallergenen; toxische stoffen en dieseluitlaatgassen; pesticiden; arbozorgsystemen; aansprakelijkheid: asbest en de professionele verantwoordelijkheid van arbeidshygiënisten in juridische zaken over beroepsziekten en bedrijfsongevallen.
- Published
- 1997
26. Arbeidshygiënist op zoek naar succes
- Subjects
Zwitserland ,Gevaarlijke stoffen ,Arbeidshygiene ,Internationaal ,Wettelijke aansprakelijkheid ,Arbeidsongevallen ,Aansprakelijkheid ,Mircheck ,Beroepshygiene ,Zorgsystemen - Abstract
In dit artikel kijken vijf Nederlandse deelnemers terug op een aantal sessies van de derde Internationale Wetenschappelijke Conferentie, georganiseerd door de Zwitserse Vereniging voor Arbeidshygiëne en de International Occupational Hygiene Association (IOHA). De onderwerpen van de sessies die worden beschreven zijn: blootstelling aan bioallergenen; toxische stoffen en dieseluitlaatgassen; pesticiden; arbozorgsystemen; aansprakelijkheid: asbest en de professionele verantwoordelijkheid van arbeidshygiënisten in juridische zaken over beroepsziekten en bedrijfsongevallen.
- Published
- 1997
27. De sociale dimensie in de EG na Maastricht: Verenigd Koninkrijk ook dwarsligger op terrein arbeidsomstandigheden
- Subjects
Internationaal ,Arbeidsomstandigheden - Abstract
Eind vorig jaar maakte minister-president Lubbers, fungerend als voorzitter van de Europese Raad, bekend dat de elf regeringsleiders en een president overeenstemming hadden bereikt over het zogenaamde Unie Verdrag . Dit Unieverdrag vormde de uitkomst van twee vergaderingen, in EG-jargon intergouverne mentele conferenties genoemd, die ruim een jaar in beslag hadden genomen.
- Published
- 1992
28. De sociale dimensie in de EG na Maastricht: Verenigd Koninkrijk ook dwarsligger op terrein arbeidsomstandigheden
- Author
-
Kwantes, J.H.
- Subjects
Internationaal ,Arbeidsomstandigheden - Abstract
Eind vorig jaar maakte minister-president Lubbers, fungerend als voorzitter van de Europese Raad, bekend dat de elf regeringsleiders en een president overeenstemming hadden bereikt over het zogenaamde Unie Verdrag . Dit Unieverdrag vormde de uitkomst van twee vergaderingen, in EG-jargon intergouverne mentele conferenties genoemd, die ruim een jaar in beslag hadden genomen.
- Published
- 1992
29. PC-FACTS database voor ongevallen met gevaarlijke stoffen: opslag en analyse van informatie
- Subjects
Bedrijfsongevallen ,Gevaarlijke stoffen ,Ongevalsoorzaken ,Internationaal ,Nederland ,Arbeidsongevallen ,Ongevallenpreventie ,Ongevallen ,Ongevalsanalyse ,Workplace ,Databanken ,Chemische stoffen - Abstract
Uit een marktverkenning van TNO bleek de behoefte te bestaan aan een Nederlandse databank voor incidenten met chemische stoffen. Dit was de eerste impuls tot het oprichten van de FACTS-databank van TNO in de loop van 1980. FACTS bevat informatie die inzicht geeft in de oorzaak, de aard en de gevolgen van ongevallen met gevaarlijke stoffen in Nederland en de rest van de wereld. Het gaat met name om ongevallen die zijn gebeurd tijdens industriële activiteiten. Het inventariseert daarbij niet alleen de feiten, maar interpreteert ze ook. Het geeft inzicht in oorzaak en gevolg relaties en biedt een overzicht van omstandigheden en genomen maatregelen. In dit artikel wordt nader ingegaan op de informatie, de opbouw en de toepassingen van deze databank.
- Published
- 1991
30. PC-FACTS database voor ongevallen met gevaarlijke stoffen: opslag en analyse van informatie
- Author
-
Koehorst, L.J.B. and Instituut voor Milieuwetenschappen TNO
- Subjects
Bedrijfsongevallen ,Gevaarlijke stoffen ,Ongevalsoorzaken ,Internationaal ,Nederland ,Arbeidsongevallen ,Ongevallenpreventie ,Ongevallen ,Ongevalsanalyse ,Workplace ,Databanken ,Chemische stoffen - Abstract
Uit een marktverkenning van TNO bleek de behoefte te bestaan aan een Nederlandse databank voor incidenten met chemische stoffen. Dit was de eerste impuls tot het oprichten van de FACTS-databank van TNO in de loop van 1980. FACTS bevat informatie die inzicht geeft in de oorzaak, de aard en de gevolgen van ongevallen met gevaarlijke stoffen in Nederland en de rest van de wereld. Het gaat met name om ongevallen die zijn gebeurd tijdens industriële activiteiten. Het inventariseert daarbij niet alleen de feiten, maar interpreteert ze ook. Het geeft inzicht in oorzaak en gevolg relaties en biedt een overzicht van omstandigheden en genomen maatregelen. In dit artikel wordt nader ingegaan op de informatie, de opbouw en de toepassingen van deze databank.
- Published
- 1991
31. A review of epidemiological research on risk factors of low back pain
- Subjects
Repeterende arbeid ,Kortcyclisch werk ,Lichaamshouding ,Ergonomie ,Research ,Internationaal ,Arbeidsbelasting ,Lichaamsbeweging ,Workplace ,Spieraandoeningen - Published
- 1987
32. A review of epidemiological research on risk factors of low back pain
- Author
-
Hildebrandt, V.H. and Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg TNO
- Subjects
Repeterende arbeid ,Kortcyclisch werk ,Lichaamshouding ,Ergonomie ,Research ,Internationaal ,Arbeidsbelasting ,Lichaamsbeweging ,Workplace ,Spieraandoeningen - Published
- 1987
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.