1. Schadelijke stoffen bij branden in relatie tot zuivel : Factsheets en handelingsperspectieven
- Author
-
E.D. van Asselt and M.Y. Noordam
- Subjects
Single exposure ,Novel Foods & Agrochains ,Waste management ,BU Toxicologie ,business.industry ,Silage ,Liver and kidney ,BU Toxicology ,Polychlorinated biphenyl ,Firefighting ,food and beverages ,Heavy metals ,Pesticide ,Novel Foods & Agroketens ,Food safety ,chemistry.chemical_compound ,chemistry ,BU Toxicologie, Novel Foods & Agroketens ,Life Science ,Environmental science ,BU Toxicology, Novel Foods & Agrochains ,business - Abstract
Fires occur regularly and can occur near a dairy farm. It is important for both the dairy farmer and the dairy company that collects the milk to know what actions can be taken to prevent food safety issues as a result of a fire. The aim of this research was to prepare informational fact sheets that can be used by dairy farmers and dairy companies to take measures to enhance the safety of milk (products). A wide range of substances can be released during a fire. Based on the available knowledge about fires, an overview has been made of the substances that are relevant for the dairy supply chain. With almost any fire, polycyclic aromatic hydrocarbons (PAHs) are released. However, these substances are hardly transferred to the milk. Dioxins can be released if chlorine-containing compounds are present during a fire, for example, when polyvinyl chloride (PVC), additives in plastics, electrical devices, polychlorinated biphenyl (PCB) containing paints/coatings, PCB oils (e.g. present in old transformers), solvents and pesticides with chlorine-containing compounds, or wood impregnated with chlorophenol are combusted. Dioxins are taken up by the cow and can be excreted via the milk. For the dairy supply chain, dioxins are thus the most relevant substances that may be released during a fire. Brominated flame retardants are used in industrial and consumer products such as furniture, upholstery, clothing, electronics, and cars. If these components are present in a fire, brominated dioxins may be formed that have characteristics similar to chlorinated dioxins. In addition, heavy metals such as lead, zinc, copper, and cadmium can be released during a fire. These primarily accumulate in the cow’s liver and kidney and are hardly excreted via the milk. Perfluorinated compounds can sometimes still be present in firefighting foams and via ditchwater can contaminate the pasture and drinking water of cows. Some perfluors are excreted via milk. Besides substances that are relevant for the dairy supply chain, there are also substances that may be released during a fire which are harmful to the dairy farmer. For example, asbestos may be released if buildings dated before 1993 contain asbestos-containing materials (such as corrugated sheets and roof boarding) catch fire. However, a single exposure to asbestos does not directly pose a danger to human health. When batteries are involved in a fire, harmful substances such as fluoride gas and hydrochloric acid can be released. These substances are very harmful to human health and measures are needed to prevent exposure. Based on the information gathered regarding the relevant substances that can be released during a fire, courses of action are proposed for both the dairy company and the dairy farmer. In the cold phase (before a fire breaks out), it is recommended to inventorise the types of companies that surround the dairy farm so that it is possible to estimate which substances may be released during a fire. When a fire occurs, the instructions from the authorities concerned is the first thing that should be followed. Furthermore, the guideline is that if the fire is within 3 km of a downwind dairy farm, it is advisable to put the cows in the stable and to cover the silage. This is especially relevant when dioxin formation is suspected. In consultation with the dairy company, it can be decided to collect the milk separately and carry out analyses on the milk and/or the grass. Courses of action for both the dairy farmer and the dairy company are included in this report. Branden komen regelmatig voor en kunnen dus ook voorkomen in de buurt van een melkveebedrijf. Het is zowel voor de melkveehouder als de zuivelonderneming die de melk ophaalt bij het bedrijf van belang te weten welke acties ondernomen kunnen worden om voedselveiligheidsproblemen als gevolg van een brand te voorkomen. Het doel van dit onderzoek was het opstellen van informatieve factsheets op basis waarvan melkveehouders en zuivelondernemingen kunnen handelen om de veiligheid van melk(producten) te kunnen borgen. Tijdens een brand kan een breed scala aan stoffen vrijkomen. Op basis van beschikbare kennis over branden is er een overzicht gemaakt van de stoffen die voor de zuivel van belang zijn. Bij vrijwel elke brand komen Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK’s) vrij. Deze dragen echter niet of nauwelijks over naar de melk. Dioxinen kunnen vrijkomen indien er bij de brand chloorhoudende verbindingen aanwezig zijn zoals bij de verbranding van pvc, additieven in kunststoffen, elektrische apparaten, polychloorbifenyl(PCB)-bevattende verven/coatings en PCB-oliën (b.v. aanwezig in oude transformatoren), oplosmiddelen en bestrijdingsmiddelen met chloorhoudende verbindingen en hout geïmpregneerd met chloorfenolen. Dioxinen worden door de koe opgenomen en kunnen via de melk worden uitgescheiden. Voor zuivel zijn dioxinen daarom de belangrijkste stoffen die vrij kunnen komen bij een brand. Gebromeerde vlamvertragers worden toegepast in industriële en consumentenproducten zoals meubels, stoffering, kleding, elektronica en auto’s. Indien deze componenten bij een brand betrokken zijn, kunnen gebromeerde dioxinen gevormd die vergelijkbare eigenschappen hebben als gechloreerde dioxinen. Daarnaast kunnen zware metalen zoals lood, zink, koper en cadmium vrijkomen tijdens een brand. Deze hopen zich met name op in de lever en nier van de koe en worden nauwelijks via de melk uitgescheiden. Perfluorverbindingen kunnen soms nog in blusschuim aanwezig zijn en via slootwater de weidegrond en drinkwater van de koeien besmetten. Sommige perfluorverbindingen worden via de melk uitgescheiden. Naast stoffen die voor de zuivel van belang zijn, kunnen er ook stoffen vrijkomen die schadelijk zijn voor de melkveehouder zelf. Zo kan asbest vrijkomen indien gebouwen van voor 1993 in brand staan die asbesthoudende materialen (zoals golfplaten en dakbeschot) bevatten. Een eenmalige blootstelling aan asbest levert echter niet direct een gevaar op voor de volksgezondheid. Bij accubranden kunnen schadelijke stoffen zoals fluoridegas en zoutzuur vrijkomen. Deze stoffen zijn zeer schadelijk voor de volksgezondheid en acties zijn dan ook nodig om blootstelling te voorkomen. Op basis van de informatie die verzameld is over de relevante stoffen die vrijkomen bij een brand zijn er handelingsperspectieven opgesteld voor zowel de zuivelonderneming als de melkveehouder. Aanbevolen wordt om in de koude fase (voordat een brand uitbreekt) te inventariseren welk type bedrijven zich in de nabijheid van het boerenbedrijf bevinden, zodat ingeschat kan worden welke stoffen er bij een brand kunnen vrijkomen. Ten tijde van een brand, moeten in eerste instantie de adviezen van de betrokken instanties worden opgevolgd. Verder geldt als leidraad dat als de brand plaatsvindt binnen 3 km van een benedenwinds gelegen melkveebedrijf, het raadzaam is om de koeien op stal te zetten en kuilvoer af te dekken. Dit geldt vooral wanneer er een vermoeden is van dioxinevorming. In overleg met de zuivelonderneming kan besloten worden de melk apart op te halen en analyses uit te voeren op de melk en/of het gras. Handelingsperspectieven voor zowel de melkveehouder als de zuivelonderneming zijn in dit rapport opgenomen.
- Published
- 2019